Interview Peter Lyngdorf


Guido de Kanter | 19 oktober 2006 | Fotografie Guido de Kanter

Behalve de naar zichzelf vernoemde highend-smederij heeft Peter Lyngdorf ook nog ‘andere merken’. Zo mag hij zich eigenaar noemen van Dali, en is hij gewezen voorman van NAD. Daarnaast timmert hij ook nadrukkelijk aan de weg in wat de Engelsen de cutting edge noemen van audiotechnologie. De bekende Millennium Amp, toen nog onder de merknaam TacT, was de eerste digitale versterker ter wereld en sloeg in als een bom. Uitgebracht in 1998, versloeg hij vrijwel alle andere geïntegreerde versterkers van dat moment. De verstrijkende tijd bracht updates voor de Millennium Amp (inmiddels in Mk IV, 12.000 euro); een kleinere digitale versterker, de TDA 2200, en analoge ‘spaarmodellen’, de SDAI 2175 (1800 euro) en zijn frontendloze broer de SDA 2175 (1200 euro).

En in de jaren 2005 en 2006 brachten Lyngdorf en zijn mannen plotseling een volledig assortiment op de markt, met een bron (de CD-1), luidsprekers (MH-1) en woofer (W210). Hoe een compleet lyngdorfsysteem samen presteert, leest u in deze bespreking – maar tot heel korte bewoordingen teruggebracht gaat het om een extreem universeel, uitstekend presterend systeem met een goede prijs. Wil Peter Lyngdorf ‘het wereldje’ misschien op zijn kop zetten?

“Nee, nee...”, antwoordt Lyngdorf. “Helemaal niet. (Lacht.) Ik ben er altijd zeker van geweest dat er voor de eindverbruiker een veel betere ervaring uit hi-fi te halen moest zijn. Dus, de reden voor mij om aan dit project te beginnen is eigenlijk al heel oud. Ik zit al meer dan dertig jaar in deze branche, en heb in die tijd talloos veel keren gezien hoe het de klant in de praktijk tegenviel. Dat een slechte harmonie in de set, een slechte opstelling of een slechte akoestiek zorgde dat het resultaat verre van optimaal was, en in ieder geval achterbleef bij waar men voor betaalde. Ik heb dat altijd als het grootste probleem van deze branche gezien. Net als voodoo trouwens. Daar hebben we veel te veel van. Ik mag graag klooien, en demonstreren, met goedkope kabels en speakers.”

Een belangrijk deel van zijn prestaties dankt het Lyngdorfs systeem aan het akoestisch correctiesysteem RoomPerfect, dat ontwikkeld is door ontwikkelaar Jan Abildgaard Pedersen. Abildgaard Pedersen heeft zijn sporen in de ontwikkeling van hightech geluidsreproductie ruimschoots verdiend. Peter Lyngdorf: “Voor B&O ontwikkelde hij al de BeoLab 5 luidsprekers (die met de gestapelde, ronde “akoestische lenzen” – GdK), waar veel unieke technologie in zit. En voor de JSF ontwikkelde Jan het geluidssysteem, dat de piloot de indruk zal geven dat de waarschuwingsstem ‘spreekt’ vanuit de richting waaruit het gevaar komt.”

“Ik ben blij dat RoomPerfect zo uit de verf is gekomen. We hebben ongelooflijk veel fundamenteel onderzoek moeten doen om te bereiken wat we bereikt hebben. Om je een idee te geven: we hebben patent aangevraagd op maar liefst vijftig van de vindingen die we gedaan hebben in de ontwikkeling van RoomPerfect.”

Lyngdorf wil die kennis echter niet puur voor zichzelf houden, anderen kunnen licenties nemen op licht vereenvoudigde versies. “En binnenkort brengen we twee producten op de markt om tegemoet te komen aan die mensen die al fors geïnvesteerd hebben in uitstekende apparatuur. We gaan een voorversterker met RoomPerfect brengen, die makkelijk zal zijn in te passen in een bestaande installatie. Nóg makkelijker wordt het met een ander product waaraan we werken, een ‘black box’: die zal één analoge stereo-ingang krijgen en twee uitgangen, waarvan één lowpass. Dit kastje is voor mensen die werkelijk een uitstekende installatie hebben en de akoestiekcorrectie simpel tussen voor- en eindversterker willen plaatsen.”

Gaat u iets doen met surround?
“Ja, zeker. Maar ik ga je geen datum geven, haha. En merk op: bezoekers hier staan telkens versteld wat voor impact home cinema heeft als die ondersteund wordt door perfecte stereo. Ik zeg: liever 2 goeie dan 5 waardeloze kanalen. Van die setjes met een pulpige, langzame bas en teveel treble, die hebben geen impact. Je kunt veel beter twee écht goede hi-res kanalen hebben.”

En zo komt het gesprek als vanzelf weer op RoomPerfect, het correctiesysteem waar Lyngdorf zo trots op is. “Roomperfect is zo’n beetje het eerste systeem dat echt goed kan werken in een multichannel omgeving”, zegt hij. “Traditionele systemen, die blind varen op één meting op de luisterpositie, of op zijn best nog een paar daar in de buurt—die houden totaal geen rekening met de totale energieverdeling in de kamer; die wordt niet begrepen. Ze houden ook geen rekening met de tonaliteit van de gebruikte luidsprekers, over wat je in midden en hoog meemaakt. En deze systemen hebben geen kaas gegeten van tonaliteit en dispersie. Daarom raadde ik voorheen, toen RoomPerfect er nog niet was,  de klanten aan om een frequentiekarakteristiekje te zoeken van hun luidsprekers en dan in de digitale equalizer de speakerrespons na te bouwen boven 1 KHz. Een kaarsrechte karakteristiek, hét ideaal van traditionele correctiesystemen, berooft de meeste luidsprekers van hun karakter.”

RoomPerfect daarentegen baseert zich op de powerresponse, meer dan op de frequentiekarakteristiek. Het systeem herkent uitvlakkingen in deelbereiken: in elke kamer zijn er bepaalde frequenties die niet kunnen worden weergegeven. Corrigeerbare ‘zakkers’ in het frequentiebereik worden daarentegen ‘gewoon’ bestreden met extra geluidsdruk, maar alles bij elkaar gaat nergens te veel energie naartoe, worden kamermodi niet aangeraakt en treden nooit onnodige resonanties op. Sterker nog, zegt Lyngdorf: “Omdat ons systeem zo kamersparend speelt, kunnen gebruikers veel harder draaien dan normaal, zonder hun buren te storen.”

Even naar Ikea dus.

Hoe kwam u op het idee voor uw W210 woofers?
“Och, dat ging heel langzamerhand. Kijk, in zijn algemeenheid zijn laagweergevers eigenlijk veel en veel te efficiënt rond 600 Hz, en hebben ze lang niet die kracht rond 30 Hz. Een veelgebruikte truc is om de membranen dan zwaarder te maken, want met massa raak je hoog kwijt. Maar je maakt hem ook een stuk minder efficiënt, dus je hebt ook zware magneten nodig; en zo wordt je woofertje steeds langzamer. En verder moeten zeer krachtige versterkers worden toegepast om een dergelijke laagunit in een compacte kast luid te laten brommen. Al met al is de gemiddelde actieve woofer eigenlijk een onding.”

“En de eerste tijd liep het helemaal niet zo lekker met de ontwikkeling van een hoekwoofer. Ik maakte het eerste ontwerp, met dezelfde omvang, en nou, ik vond hem waardeloos. Klote. Daarna maakte ik een prototype met een veel stijvere kast. Daarna weer, maakte ik de woofers sneller: dat werden min of meer midrange drivers van grote diameter. Toen begon het ergens op te lijken. Maar niet zonder het correctiesysteem, dat is het geheim.”

Zijn er soorten luidsprekers of zelfs specifieke modellen waarmee u de beste ervaringen hebt?
“De Ikon 2 natuurlijk! (Lacht.) En daar is ook de 1 bijgekomen. Met de Ikons hebben we zulke ongelooflijke demonstraties gegeven... Op de beurs onlangs in Kopenhagen hadden we 35 stoelen op 120 vierkante meter. Nou, die stoelen waren bezet, en er waren een man of tien die stonden. Die riep ik op om rond te lopen door de ruimte, en te proberen of ze ergens ‘breuken’ hoorden. En ik vroeg ze of ze me konden vertellen waar de wisselfrequentie ligt. Nou, die was 700 Hertz, en dat heeft niemand doorgehad.” Behalve de kleine Ikons vindt Lyngdorf de Helicon 300 heel mooi in dit systeem: “Die klinkt iets zoeter, maar ook doortekender en luchtiger. Onlangs hebben we ook goede ervaringen opgedaan met luidsprekers uit Nederland, die van Final. Hun elektronstaten combineren fantastisch met ons systeem!”

Hoe wordt uw systeem ontvangen?
“Dat gaat heel goed. Ons concept begint onderhand echt tractie te krijgen. Maar binnen de highendwereld blijft een aantal mensen voorlopig skeptisch – naar mijn idee omdat filtering in het verleden bijna nooit perfect is geweest. Ook digitale signaalbeïnvloeding had problemen, omdat een 16/44.1-signaal eigenlijk te weinig reserves heeft om binnen te manipuleren. Maar goed, men moet weten dat zich in ons systeem zulke problemen niet kunnen voordoen. Omdat ons systeem in 24/100 werkt, is er altijd speelruimte te over.”

Hebt u tips voor mensen die uw systeem aanschaffen?
“Nou, ten eerste: kijk uit voor reflecties. Probeer met name vloerreflecties te verminderen, want dat zijn naarlingen: ze vertroebelen de timing. En een simpele koffietafel kan die vloerreflecties al wegnemen, althans: zo’n tafel zorgt dat de reflecties tegen je buik belanden en niet in je oor. Ik raad een grootte aan van 1 meter 60 tot 1 meter 80. Als je hem met zorg neerzet, leidt dat tot een vrijwel complete opheffing van je vloerreflecties. Even naar Ikea dus, binnenkort.”


Peter Lyngdorf bezig met een meting

“Verder: als de zijreflectie langer is dan 5 ms, moet je hem zeker niet verwijderen. Een lange zijreflectie maakt het klankbeeld levendiger; alleen echt vroege zijn heel hinderlijk.”

“En tenslotte kan ik bezitters van langwerpige kamers aanraden om de luidsprekers aan de ‘lange kant’ neer te zetten. Dat levert meer delay op in de zijreflecties, en jij als luisteraar zit dichter bij de achterwand.  Dat levert een veel betere energietransmissie op.”

 

Website: www.lyngdorf.com