Steve Lukather


Dieter van den Bergh | 28 februari 2008 | Fotografie Dieter van den Bergh

Hij speelde met de groten der aarde uit de pop, rock, prog, jazz en funk. Van George Harrison en Paul McCartney tot Miles Davis en Michael Jackson (zoals de beroemde riff op Beat it van Thriller). Met Ever Changing Times levert de Amerikaanse stergitarist en Toto-zanger Steve Lukather (1957) zijn vijfde ‘solo-plaat’ af, zijn eerste gezongen plaat in tien jaar. Het album werd op de ouderwetse manier opgenomen: alle muzikanten tegelijk in dezelfde ruimte. In deel 18 van De Muziekbeleving Van… een telefonisch gesprek met Lukather, alias Luke, vanuit zijn huis in Los Angeles.

“Ik ben een muzikale alien. God knows waar mijn talent vandaan komt. Mijn vader speelde ooit wat beboptrompet, maar dat heb ik nooit gehoord. Mijn moeder kon alleen ‘happy birthday’ zingen. Niemand in de familie had eigenlijk iets met muziek, laat staan talent. In 1964, ik was bijna zeven, zag ik The Beatles op tv, it changed my live forever. Kort daarna kreeg ik Meet the Beatles. That crushed my soul, so amazing. Ik wilde nog maar één ding: George Harrison worden. Dat ik ooit nog met hem zou samenwerken... Toen ik zeven werd, kreeg ik een gitaar van mijn ouders. Die stond bovenaan mijn verlanglijst. Ze namen het niet erg serieus. Toen ik negen was heb ik ze verteld dat ik rockster wilde worden. Yeah right, dachten ze, het zal wel. Maar it just grew out of me.”


Real time

“Na Meet the Beatles kreeg ik lang geen platen. Mijn ouders werden gek van die elpee, vooral van de elektrische gitaar. Ze trokken op een gegeven moment gewoon de stekker uit mijn platenspeler. Ze waren, zeg maar, nogal conservatief. Maar op een bepaald moment wilde ik verder. Snoof alle nieuwe dingen op die er uitkwamen. Mijn zakgeld ging op aan platen. Beatles, Stones, Yardbirds, Zeppelin, Pink Floyd, Yes, Genesis, Motown, all that progressive stuff. Achteraf is het fantastisch om daar bij geweest te zijn. Nu heet dat allemaal retro, maar ik heb het real time meegemaakt.”

Hendrix

“Mijn eerste concert was Three Dog Night in The Farm in LA. Ik was tien. Wilde eigenlijk naar Jimi Hendrix, maar mocht niet van mijn ouders. Ze hadden foto’s van hem gezien, en vonden hem een freak. ‘He’s gonna hang out with the hippies’, daar waren ze bang voor. Ik heb Jimi nooit meer live gezien, en dat betreur ik tot op de dag van vandaag.”


Old school

“De platen van toen, die heb ik allemaal nog. En die zal ik ook nooit weg doen. Ik ben een old school-man, het zijn nog steeds mijn favorieten: Sgt. Pepper, Are you experienced?, Dark Side of the Moon  Close to the Edge, de eerste platen van Jeff Beck, Cream en Eric Clapton, Miles Davis, Sly Stone. Als je die tijd vergelijkt met nu, word ik er treurig van. Het was de golden era van de pop en rock, een amazing time. Zelfs de hitparade stond vol met very sophisticated stuff. Iedereen wilde zich van elkaar onderscheiden en elkaar overtreffen. Die platen zijn allemaal fantastisch, ook al zijn ze zonder noemenswaardige technologie tot stand gekomen. Of misschien wel dankzij. Sgt. Pepper is gemaakt op vier tracks, daar moesten ze het mee doen.”


Foto: Arend Slagman


ProTools

“Nu komen er elke week tienduizend nieuwe albums uit. Iedereen met een beetje eyeliner op kan een platendeal krijgen. Je hoeft niet te kunnen zingen of spelen. Je hebt immers ProTools. We hebben bergen technologie, maar geen creativiteit. Het klinkt allemaal hetzelfde.”

Man, je weet niet wat muziek is!

Uitgemolken

“Er zijn nog nauwelijks groepen die hun eigen ding doen, enkele fantastische bands als Radiohead, Foo Fighters en The Mars Volta uitgezonderd. Producers bepalen de sound; al hun artiesten klinken hetzelfde. Dieptepunt is wel de rap en r&b. Die formule wordt zo uitgemolken. Die muziek drijft op gejatte samples, that’s not the point of music. Hou er gewoon mee op, verzin zelf iets!”


Kinderen

“Mijn kinderen zijn veel met muziek bezig. Mijn zoon Trevor is ook muzikant en schreef twee songs voor mijn nieuwe album. Mijn dochter Tina doet wat backing vocals. Ze zijn al het huis uit, maar we wisselen nog wel veel muziek uit. Krijg ik een cd’tje: check this shit out, dad. Gelukkig houden ze niet van rap of dance. Via hen leer ik nieuwe rock en popdingen kennen en ik schotel hen de oude progressive rock voor. Prachtig vinden ze dat. The Beatles sucks, Jimi sucks, zeggen veel jongeren. Ik kan me daar echt over opwinden. Man, je weet niet wat muziek is!”


iPod

“Wat ik ook erg mis uit the old days zijn de platen, de analoge sound. Man, ik bracht uren per week door in de platenzaak. Muziek was een sociaal gebeuren. Je ontmoette elkaar in de platenwinkel en als je iets moois gekocht had, ging je dat met vrienden thuis luisteren. Met z’n allen rond de draaitafel. Er hoefde helemaal niets gezegd te worden, just listen. Het was magisch. Tegenwoordig zit iedereen geïsoleerd achter z’n computer of iPod. Je deelt muziek door een file door te sturen. Pathetic.”


Analoog

“In de eerste jaren kon ik echt niet luisteren naar digitaal geluid. So harsh. Maar de technologie werd steeds beter. De laatste tijd krijgt de MP3 de overhand. I don’t give a damn about that sound. So lo-fi, verschrikkelijk. Ik geef nog steeds de voorkeur aan de analoge sound. Op Ever Changing Times wilde ik ook zo veel mogelijk het analoge geluid benaderen. We hebben niet voor niets in Londen gebruik gemaakt van apparatuur waarmee Dark Side of the Moon is opgenomen.”


Purist

“Ik zie mezelf wel als een geluidspurist. Zeker als het om studiowerk gaat. Het geluid is nooit af, zeker mijn gitaargeluid niet. Kan altijd beter. Thuis heb ik ook goed hifi-spul staan. Wat voor iets? Weet ik niet precies, ik kan het nu niet checken, want ik ben aan het verhuizen en het staat nog in dozen in mijn oude huis. Maar het is zeer sophisticated. Ja, met platenspeler uiteraard. Ik had in mijn vorige huis een houten woonkamer, net een studio, met een lekkere ambient sfeer. Muziek klonk daar fantastisch door dat hout. Maar thuis heb ik ook erg veel stilte nodig, zeker na optredens. De ramen open, haardvuurtje aan, the sound of the wind, super.”


Onzin


“Ik koop nog nauwelijks nieuwe muziek. Mensen geven me allerlei stuff, vaak check ik dat wel even uit. Ik luister ook vaak naar mijn eigen werk. Als muzikanten zeggen dat ze nooit naar hun eigen muziek luisteren, is dat volgens mij de grootste onzin. Je moet toch weten wat je gemaakt hebt, en wat je straks op het podium gaat spelen.”


Concerten

“Zelf ga ik nog nauwelijks naar concerten, behalve naar die van mezelf, haha, of van vrienden. Ik heb laatst Van Halen gezien, Eddie is een vriend, en ben ook naar James Taylor en Carole King geweest. [lachend] Gelukkig kon ik daar gratis in, want het is belachelijk wat ze tegenwoordig soms vragen aan entree. Man, ik ging vroeger naar James Gang en Genesis voor four bucks! Iedereen kon er heen. Tegenwoordig kun je van een concertkaartje een huis kopen! Je moet schatrijk zijn! Belachelijk, schandalig en niet fair: het leven wordt al alsmaar duurder.”


Foto: Arend Slagman


Muziekbeleving

“Mijn meest memorabele muziekbeleving? Man, dat zijn er zoveel, ik kan er niet één hoogtepunt uit kiezen. Heb aan duizenden platen meegewerkt, heb nummers van de Beatles gejamd met Carlos Santana en Jeff Beck, heb gespeeld met George Harrison en Paul McCartney, met Eric Clapton, Miles Davis, Wayne Shorter, Bob Dylan, Michael Jackson, Elton John, Aretha Franklin, well, read my biography….”