Hoe werkt: Digitale televisie


Patrick van den Bergh | 30 oktober 2008 | Fotografie Patrick van den Bergh

In vrijwel elke LCD of plasma televisietoestel recensie op HiFi.nl komt het wel ter sprake: Digitale Televisie. Onmisbaar met de huidige generatie platte schermen, maar waarom eigenlijk? Met het volgende artikel wil ik wat achtergrondinformatie geven over Digital Video Broadcasting (DVB), de voordelen en eventuele nadelen, het huidige aanbod en mogelijk toekomstige ontwikkelingen.


Een langzame start

Digitale kabeltelevisie is al sinds 2001 beschikbaar voor de Nederlandse consument maar kende een nogal lange experimentele aanloopperiode. In de beginjaren bijvoorbeeld was de landelijke dekking van het digitale kabelaanbod nog maar magertjes, digitale televisie via de satelliet was toen eigenlijk het enige serieuze alternatief voor digitale televisie waarbij regio geen rol van betekenis speelde.



Zoals wel vaker het geval is in de wereld van televisie zijn grote sportevenementen een flinke stimulans tot veranderingen in de markt. Voor digitale kabeltelevisie betekende het WK voetbal in 2006 de eerste echte grote doorbraak. Het aantal gebruikers van digitale kabeltelevisie is sindsdien flink gestegen en zo mocht Ziggo, de grootste aanbieder van digitale kabeltelevisie in Nederland, onlangs hun miljoenste abonnee verwelkomen. Volgens Stichting Kijk Onderzoek besloeg digitale televisie in Nederland de eerste helft van 2008 een marktaandeel van 40% waarbij het percentage van de traditionele analoge aansluiting gedaald was van 78 naar 73%. Oorzaak hiervan kan gezocht worden in het gestegen aantal gebruikers van digitale televisie via het ethernet. Digitaal ontvangst via het internet en schotelbezit is in de eerste helft van dit jaar stabiel gebleven, ongeveer 10% van het totale aanbod digitale televisie wordt via deze twee media ontvangen.

Van televisiekijkend Nederland bezat in de eerste helft van 2008 nog een ruime meerderheid een conventionele CRT televisie. Het aantal bezitters van een plat scherm is ten opzichte van het voorgaande jaar weer verder gestegen, momenteel bezit ruim 22% een LCD toestel en heeft plasma een aandeel van ruim 6% weten te veroveren in de Nederlandse woonkamers.


Het digitale televisiesysteem DVB

DVB is een open standaard voor digitale televisie en voor de Europese markt gekozen als opvolger van het meer dan 50 jaar oude analoge televisiesysteem. Binnen het DVB televisiesysteem kunnen we een globale indeling maken naar de manier waarop het digitale televisiesignaal wordt aangeboden. Naast digitale kabeltelevisie, welke onder de noemer DVB-C valt, kennen we nog DVB-S, via de satelliet, en DVB-T, via zendmasten. Een vierde variant binnen het DVB televisiesysteem is het zogeheten DVB-H, afgeleid van het DVB-T systeem maar dan volledig geoptimaliseerd voor gebruik met bijvoorbeeld mobiele telefoon en PDA.

Met in totaal ongeveer zes miljoen kabelaansluitingen in Nederland heeft DVB-C een grote voorsprong op de overige digitale televisie varianten. Omdat de infrastructuur in vele huishoudens al aanwezig is, zal de overstap van analoge kabeltelevisie naar digitale kabeltelevisie een lagere drempel kennen dan bijvoorbeeld DVB-S waarbij men moet investeren in een schotelpakket. Toch hoeft het laagdrempelige karakter van DVB-C niet automatisch te betekenen dat het ook de beste keuze is voor digitale televisie. Op de langere termijn zijn bijvoorbeeld de kosten voor digitale televisie via de satelliet een stuk lager dankzij het goedkopere abonnement en kent DVB-S een hogere beeld- en geluidskwaliteit dankzij de grotere bandbreedte die voorhanden is.



Het zenderaanbod in digitale televisie via de satelliet is verreweg het grootste en in haast alle gevallen van een nog hogere beeld en geluidskwaliteit, ook in vergelijking met de overige varianten van DVB. Doordat het televisiesignaal, ten opzichte van het oorspronkelijk opgenomen signaal, sterk gecomprimeerd wordt kan de bitrate als een goede leidraad genomen worden voor de theoretisch haalbare beeldkwaliteit. Bitrates van 10Mb/s zijn bij DVB-S geen uitzonderingen en daarmee behaalt digitale televisie via de satelliet theoretisch de hoogst mogelijke beeldkwaliteit binnen het DVB televisiesysteem. De andere variant welke digitale televisie via het ethernet verzendt, DVB-T, steekt met zijn gemiddelde bitrate van 2,5 tot 4,5 Mb/s hier maar zwak tegen af en behaalt theoretisch dan ook de minste beeldkwaliteit binnen het DVB televisiesysteem.

Digitaal versus analoog

DVB-C neemt binnen het digitale televisiepakket een bijzondere positie in aangezien hierbij sprake is van transport via een, vaak, glasvezel netwerk waarbij het signaal afgeschermd wordt getransporteerd. Door het afgeschermde transport is een storingsvrije overdracht veel gemakkelijker te realiseren dan bij DVB-S en DVB-T. Deze twee varianten zijn namelijk onderhevig aan meteorologische storing en daarnaast dienen zender en ontvanger nog eens goed op elkaar afgestemd of gericht te zijn voor een optimale signaaloverdracht. Ondanks de lagere bitrate van DVB-C, ongeveer 4,5 Mb/s tot 9 Mb/s, kunnen de resultaten vergelijkbaar zijn met beeldsignalen van DVB-S.


Digitaal versus analoog

Digitale televisie wordt door de aanbieder vrijwel altijd boven het analoge televisiesignaal verheven dankzij een sterk verbeterde beeld en geluidskwaliteit welke vergelijkbaar zou zijn met DVD en CD. Geheel terecht is deze verheerlijking echter niet, sterker nog: Een storingsvrij analoog televisiesignaal doet niet onder voor een digitaal televisiesignaal, de detaillering in het beeld kan zelfs vaak nog beter zijn!



De winsten welke behaald worden met DVB zijn dan ook niet zozeer toe te wijzen aan het gegeven dat digitaal beter zou zijn dan het analoge equivalent. Het analoge televisiesignaal is echter storingsgevoeliger dan het digitale televisiesignaal waarbij storing, in de vorm van ruis, en reflecties, in de vorm van dubbel beeld, bij transport over dezelfde afstand veel minder van invloed is op de uiteindelijke beeldkwaliteit zoals dat bij een analoog signaal wel het geval is. Daarnaast zijn goede analoge ontvangers vaak duurder, en wordt er op dit vlak vanwege kostprijsreductie vaak beknibbeld bij de fabricage van een televisietoestel.

Meer nog dan bij de conventionele CRT beeldbuis profiteren de platte schermen met hun van de PAL standaard afwijkende paneelresolutie van een storingsvrij beeldsignaal. Door de afwijkende paneelresolutie (platte schermen hebben zelden een paneelresolutie welke gelijk staat aan de PAL resolutie en dienen dus per definitie het binnenkomende televisiesignaal te schalen naar een paneel eigen resolutie) zal het in het beeld zichtbare ruis bij een PAL signaal door de interne videoprocessor worden mee geschaald naar de paneel-eigen resolutie. Met andere woorden, storing in het beeld wordt door de interne videoprocessor omgerekend en toegevoegd aan het beeldsignaal als ware het beeld-informatie.

De de-interlacing en upscale kwaliteiten van veel platte schermen zijn echter maar magertjes vergeleken met degelijke, externe videoprocessoren waardoor dergelijke storing in het beeld vaak leidt tot beeldfouten die vervolgens nog eens sterk uitvergroot worden door de vaak grotere beeldformaten van dergelijke platte televisietoestellen. Het is mede hierdoor dat een digitaal televisiesignaal sterk de voorkeur geniet boven een analoog televisiesignaal wanneer men televisie kijkt op een modern plat scherm.


De keuze is gemaakt, en nu?

Wil men van digitale televisie gaan genieten, hetzij via de satelliet of bijvoorbeeld de kabelaansluiting, dan heeft men in ieder geval per televisietoestel een tuner of decoder nodig. Dit is dan ook direct een groot nadeel ten opzichte van het analoge signaal waarbij vrije distributie door het huis mogelijk was. Een dergelijke decoder is vooralsnog nodig om het digitale signaal geschikt te maken voor gebruik met het aangesloten televisietoestel. Steeds meer platte schermen zijn dan wel uitgerust met een DVB tuner, helaas wil dit nog niet direct zeggen dat de tuner dan ook de digitale signalen kan decoderen.

Een zogeheten Conditional Access Module is nodig als interface tussen het aangeboden, digitaal signaal en de televisie. Aanbieders van digitale televisie voorzien hun digitaal televisiesignaal van een encryptie of beveiliging waardoor het signaal zonder juiste decodering onbruikbaar is. Elke aanbieder staat vrij in welke encryptie er gebruikt wordt, waarmee compatibiliteitsproblemen dus gemakkelijk kunnen ontstaan wanneer men geen officieel ondersteunde CA-module gebruikt. De meeste digitale kabeltelevisie aanbieders ondersteunen momenteel nog geen CA-module welke rechtstreeks in het platte scherm gestoken kan worden, een externe decoder blijft dus vooralsnog vereist. In de toekomst zal dit mogelijkerwijs snel gaan veranderen gezien de toenemende vraag naar dergelijke modules.

Toekomstplannen

Naast een CA-module, of externe decoder, met bijbehorende smartcard welke na het afsluiten van een abonnement wordt verkregen, is in het geval van DVB-S en DVB-T ook nog een schotel dan wel antenne benodigd om het digitale signaal te ontvangen vanuit de ether. Bij DVB-C wordt het digitale signaal veelal al met het analoge televisiesignaal via de kabelaansluiting mee verzonden, installatie is daarmee veelal een stuk gemakkelijker dan het geval is bij DVB-S.



De kosten voor een abonnement verschillen per aanbieder en per gekozen pakket. Het standaard pakket, vergelijkbaar met het zenderaanbod welke ook analoog wordt aangeboden, is in veel gevallen gratis en behoeft er alleen voor de decoder, smartcard en eventuele extra zenders betaald te worden.


Toekomstplannen

Toekomstige ontwikkelingen voor DVB-C liggen voornamelijk op het vlak van interactieve televisie, video on demand of pay-per-view pakketten en natuurlijk niet te vergeten HDTV. Hoewel in de volksmond digitale televisie nogal vaak verward wordt met HDTV zijn het toch twee compleet verschillende dingen. Digitale televisie vertelt namelijk niets over de daadwerkelijke resolutie, iets wat HDTV wel doet. Het aanbod aan hoge resolutie beeldsignalen via het DVB televisiesysteem is in Nederland vooralsnog beperkt. Elke aanbieder van digitale televisie heeft wel een extra uitbreidingspakket met enkele HDTV kanalen in het programma zitten, maar van een volledige integratie kunnen we helaas nog niet spreken. Net zoals grote sportevenementen voor DVB een stimulans zijn geweest, zullen ze ook voor HDTV een stimulans zijn. Recent voorbeeld hiervan zijn de Olympische Spelen geweest welke in high definition uitgezonden werden. Het zal echter nog wel enige tijd nodig hebben voordat populaire soaps zoals “Goede Tijden, Slechte Tijden” standaard in full-HD te bewonderen zijn.

Op het gebied van interactieve televisie was via het internet al wat meer mogelijk, doch het televisieaanbod via dit medium kent geen eenduidige standaard zoals het DVB. Op termijn zal via het digitale kabeltelevisieaanbod een volledig interactief televisiesignaal aangeboden kunnen worden, waarbij u als kijker volledig kunt bepalen wanneer u wat kijkt, en niet meer volledig afhankelijk bent van de programmering van eender welke televisiezender. De grote kabelexploitanten zijn met een dergelijke experimentele fase al een tijdje geleden gestart en afhankelijk van de vraag zal een volledige landelijke dekking niet gek lang meer op zich laten wachten.

Dergelijke interactiviteit is een groot voordeel welke de DVB-C variant heeft boven DVB-S en DVB-T waarbij enkel sprake is van een uit te zenden signaal en er verder geen mogelijkheden zijn voor wat betreft het ontvangen van signalen door de zender.

Tot nu toe zijn de toekomstige ontwikkelingen vooral consumentvriendelijk, DVB biedt echter ook de mogelijkheid tot minder consumentvriendelijke toepassingen. Doordat het signaal digitaal gecodeerd is, kunnen er op vrij eenvoudige wijze beperkingen worden toegepast voor wat betreft de bruikbaarheid van het signaal. DRM (digital rights management) kan bijvoorbeeld bepalen wat u wel of niet te zien krijgt, waarvoor extra betaald dient te worden en wat gratis bekeken kan worden. Of een signaal opgenomen kan worden of dat deze mogelijkheid verdwijnt, en daarmee een einde kan komen aan de “fair use rights” welke ten tijde van het Betamax tijdperk zijn afgedwongen. Vooralsnog lijkt het echter nog niet zo’n vaart te lopen wat betreft de negatieve kanttekeningen.

Digitale televisie is langzaam maar zeker volwassen geworden, net zoals de platte schermen ook langzaam maar zeker volwassen beginnen te worden. Het uitzenden van free-to-air analoge televisiesignalen is sinds 11 december 2006 gestopt en in de loop der tijd, hoewel het nu nog te vroeg is om een degelijke voorspelling te doen, zal hetzelfde gebeuren met analoge kabeltelevisie.