Mart Smeets Muziekbeleving


Dieter van den Bergh | 22 juli 2012

Vorig jaar spraken we tijdens de Tour met Mart Smeets, over klassieke muziek, The Stones, coltruien en pianolessen. De aankomst in Parijs en dus de finish van de 99ste Ronde van Frankrijk vandaag is een goede aanleiding dat nog eens naar boven te halen. 

‘Op sport en muziek kan een mens leven’ is het motto van oud-profbasketballer, schrijver en sportjournalist Mart Smeets (1947). Sinds bijna twintig jaar maakt hij met Leo Blokhuis het VARA-radioprogramma For the Record, met ‘muziek die je nergens anders op de radio hoort’: alternatieve pop, rock, folk, americana en blues. Onlangs presenteerde Smeets De Lance factor, een spraakmakend boek over zevenvoudig Tourwinnaar Lance Armstrong. Kort voordat hij voor de Tour met zijn vrouw Karen naar Frankrijk afzakte, spraken we mister Tour de France over zijn muziekbeleving.

Smeets werd geboren in Arnhem, en groeide op in Amsterdam. Tegenwoordig woont hij in Haarlem. Het gesprek gaat over americana, klassiek, blowen bij The Eagles, kleffe muziek, de voorkeur van wielrenners, en zijn diepste wens: ooit een keer met Golden Earring op het podium staan. “Muziek haalt beelden van vroeger terug, dat is de kracht.”

“Klassieke muziek en de Beatles en de Stones. Daar begon het voor mij allemaal mee begin jaren zestig. De Beatles en Stones hoorde je ’s avonds op Radio Luxemburg. De helft van de klas was voor de Beatles, de helft voor de Stones. Ik was voor de Stones. Dus dan kon je met je bruine suède schoenen en stoere sjaal kunstzinnige meisjes het hof maken. Mijn vader draaide klassiek, 78-toeren die je om de paar minuten om moest draaien. Ik ken het eerste pianoconcert van Rachmaninov uit mijn hoofd, net als de Negende van Beethoven.”

Stones
“Come on van The Stones was het eerste EP’tje dat ik kocht bij Fred, een aimabele homofiele platenhandelaar in de Maasstraat. Ik denk dat het 4,95 kostte. Dat was niet niks. We leiden thuis een normaal leven, voor zo’n plaatje moest je sparen, net als voor mijn basketbalschoenen en suède schoenen. Later werd een zaak op de Ceintuurbaan, waar ze ook elektronica verkochte, mijn huisdealer. En weer later Concerto, waar ik nog steeds graag kom.”

 

Jazz & coltruien
“Begin jaren zestig ging ik naar mijn eerste concert: Art Blakey en The Jazz Messengers in de Apollohal in Amsterdam, waar ik zelf basketbalde. Moanin’ vond ik een fantastische plaat. Die speel ik nog zeker tien keer per jaar, en dan komt die hele film weer voorbij, en zak ik terug in Amsterdamse herinneringen. Daarna zag ik Miles Davis en Coltrane. Die zwarte Amerikanen, die maakten indruk. Véél indruk. Ik las alles wat over ze geschreven werd.”

Klassiek
“Bij ons op school was het helemaal hip om aan de jazzkant te zitten. Daar kon je meisjes mee versieren. Dan trokken ze hun stoere zwarte koltrui aan, gingen mee naar een concert en met een beetje geluk kon je zoenen. Naast jazz en pop bleef ik bezig met klassiek. Ik moest met mijn ouders mee naar Beethovenrecitals, of ging met mijn moeder naar Schubertmiddagen. Vond ik ook geweldig.”

Ivo and The Furies
“The Stones, De Kinks, ik zag ze allemaal. En ZZ & The Maskers en The Golden Earrings. Wat was dat mooi in die tijd! Ik heb op de middelbare school de beatgroep Ivo & The Furies nog gezien. Wie kan dat zeggen? Inderdaad, dé Ivo Niehe. Na het concert hoopte je dan dat meisje uit 4B mee te kunnen nemen naar het fietsenhok.”

Verzamelwoede
“Helden heb ik nooit gehad, dat vind ik zo’n onzin. Ik vond de Beatles en Stones wél hoogst interessant. Via de Stones kwam ik weer terecht bij de zwarte Amerikanen, via de Beatles bij de Britpop: de Kinks, Animals, Tremeloes, Searchers; Engelse groepen waar ik nu zo’n twintig meter cd’s van heb staan. De meeste heb ik van The Animals en Eric Burdon, zo’n vijftig tot zestig cd’s. Vrij bizar als je het mij vraagt, ik moet dus wel geschift zijn. Maar het is iets merkwaardigs dat in mijn systeem zit: als ik iets leuk vind, wil ik ook echt alles hebben. Verzamelwoede heet dat. Ik heb dat ook met de muziek van de Kinks, Eric Clapton en Sibelius.”

Sibelius
“De muziek van de Finse componist Sibelius vind ik de prettigste klassieke muziek. Schreef zeven symfonieën en allerlei klein werk. Hij is bijna 100 geworden, al kreeg hij na zijn 39e - toen de Russen Finland bezetten - nauwelijks nog iets uit zijn vingers. De rust in zijn muziek, die vind ik woest interessant. Ik heb zijn geboortehuis nog bezocht, heel bijzonder.”

Pianoles
“Ik heb zelf nog pianoles genomen, noten geleerd. Maar hoewel ik veel muziek perfect in mijn hoofd heb zitten, lukt het spelen me maar niet. Dat vind ik enorm hinderlijk, zeg maar gerust verschrikkelijk. Helaas ben ik geen wonderkind, dat gaat zitten en speelt. Mijn hand-oor-oog coordinatie is niet voldoende. Er is een liedje dat ik ontzettend graag zou willen spelen: For Miss Caulkner van Eric Burdon, een van de mooiste liedjes die ik ken. Dat deel ik met Freek de Jonge. Het lied zit compleet in mijn hoofd, maar ik krijg het er maar niet goed uit.”

Zijn diepste wens

Respect
“Ik heb mede hierdoor enorm veel respect voor muzikanten. Ik geef ze bijna altijd geld op straat. Soms te vaak, dat mijn vrouw zegt: ‘maar je hebt al vier keer iets gegeven vandaag!’ Dat zouden meer mensen moeten doen, geven, maar wij zijn een angstig, zuinig volkje. Ik vind het van enorme durf getuigen dat iemand op de straathoek Blowing in the Wind gaat staan te spelen. Of het nu goed of slecht klinkt, dat doet er niet toe. Je moet het maar doen.”

Topsport
“In de jaren zeventig ben ik in de sport verzeild geraakt, maar de muziek bleef. In 1977 gingen we met het nationale basketbalteam naar een concert van The Eagles in Stockholm. Allemaal blowen natuurlijk, en de coach had niets door. Samen naar concerten gaan met sportteams is er tegenwoordig geloof ik niet meer bij. Ik geloof tenminste niet dat mijn kinderen (Nynke en Tjerk, beiden topsporters, red.) het gedaan hebben. Tegenwoordig heeft iedereen een iPod op z’n harsens.”

Lance & Tiësto
“Met Erik Breukink kon ik heel goed over muziek bomen, die had altijd aardige, gangbare muziek bij. De wielrenners van nu hebben allemaal DJ Tiësto op hun kop. Ik vind dat geen mindere muziek, het is gewoon anders. Die jongens hebben niks met Jay and the Americans of Them, ik heb niets met DJ-muziek, al kan ik me wel voorstellen dat je daar harder van gaat fietsen. Lance (Armstrong, red.) houdt van Jimmy Vaughan, dat delen we. Ik heb hem ooit een keer Mirror Ball van Neil Young gegeven, vond-ie fantastisch. De muziek van zijn ex Sheryl Crow vind ik niet zo goed meer. Haar eerste cd’s waren aardig, nu is ze wel erg commercieel.”

Vuelta
“Ik probeer alles bij te houden. Ik koop de drie grote muziekbladen Q, Uncut en Mojo iedere maand in de kiosk. Ook lees ik het Nederlandse Heaven, al luister ik met niet zoveel dedain als zij naar muziek. Ik heb ooit twee keer een liedje gedownload, maar dat was teveel gedoe. Koop al jaren op vaste adressen mijn muziek. In Madrid zit de beste cd-zaak van de wereld. Je kunt precies zien wanneer ik daar geweest ben; altijd in de eerste week van september, rond de finale van de Vuelta. Dan is er steevast zo’n vierhonderd euro afgeschreven van mijn rekening. De FNAC in Bordeaux is ook fantastisch, daar zit echt een muziekliefhebber op de afdeling inkoop. Ook de FNAC in Parijs is okay. In Nederland zijn Sounds in Venlo en Plato in Groningen de beste zaken ‘to be’. Daar kan ik niet beneden de tweehonderd euro weglopen.[Lachend] Dit tot ongenoegen van mijn vrouw die me altijd voortijdig mee wil slepen.”

Long Blond Animal
“Ik hecht aan goed geluid, heb me ook echt laten informeren over een mooie hifiset. Ik heb net een nieuwe draaitafel van Pro-ject, heb een afspeelset van NAD en speakers van Thorens en Chario. Die staan echt overal in mijn huis. Als ik moet blazen, dan kan het, ook omdat ik in een huis woon waar dat mogelijk is. Vaak gebeurt het niet, maar wel minimaal één keer in de twee maanden. Dan draai ik Long Blond Animal van Golden Earring, puur om te genieten. Ben dan vaak moe, van dat nummer word ik opgewekt.”

Diepste wens
“De Earring heb ik altijd enorm gewaardeerd. Zowel de groep als de personen. Die jongens  hebben een ongelooflijk sterke instelling. In de jaren zeventig reisde ik eens door Amerika en hoorde Radar Love op de autoradio. Er ging een ongelooflijk gevoel van trots door me heen. In oktober komen ze bij mij in Haarlem spelen, maar ik heb dan net een vakantie geboekt. Ik denk er serieus over om een week later te gaan, zodat ik er toch bij kan zijn. Deze oude lul van 64 gaat maar al te graag kijken bij een stel andere, even oude lullen, die nog als stoere rockers op het podium staan. Zij wel. Mijn diepste wens is ooit nog met de Earring op het podium te staan om een potje mee te rocken. Dat gaat helaas niet gebeuren, weet ik ook wel, daarvoor heb ik genoeg zelfkritiek.”

Sentimenteel
“Als ik zie dat Ray Davies komt, dan moet ik daar heen. Lekker luidkeels meezingen met Dedicated Follower of Fashion. Het gaat me in de muziek vooral om de herinnering, de aha-erlebnis. Muziek haalt beelden van vroeger terug, dat is de kracht. Ja, ik ben ernstig sentimenteel. Bloasmuziek van Gé Reinders vind ik een prachtig nummer. Ook Gerard van Maasakkers heb ik in de kast staan. Dat zegt genoeg.”

Op reis
“Op reis gaan ruim drieduizend songs mee op mijn iPod en altijd 25 cd’s voor in de auto. Meer passen er niet in mijn mapje. Als ik rust wil hebben, is er altijd de muziek. Welke cd’s er meegaan beslis ik altijd pas een dag van te voren. Ik ben heel streng voor mezelf. Ook voor de redactie van De Avondetappe trouwens. De muziek die onder de filmpjes gebruikt wordt, kies ik zelf. Vaak instrumentale muziek. Ik heb thuis een schap vol instrumentaal. Ennio Morricone is erg geliefd.”

Frankrijk & Kleffe Muziek

Frankrijk
“Wat meegaat deze week naar Frankrijk zijn in elk geval wat singer-songwriters, wat van Taj Mahal en Julie Driscoll en Brian Auger & The Trinity. En iets van deze tijd, maar niet teveel. Drie cd’s zijn klassiek, waaronder in elk geval twee maal Sibelius en Glenn Gould die Bach speelt. Dat is voor tijdens de ochtenduren in de auto. Mijn vrouw Karen weet dat inmiddels. Ja, we reizen altijd samen [lachend]. Dat houdt een heleboel dingen wel zo zuiver.”

Kleffe muziek
“Mijn vrouw is meer van de kleffe Franse muziek, al kan ze Eric Clapton, Fleetwood Mac en J.J. Cale ook hebben. Maar zodra we met de auto in Frankrijk zijn, gaat voor haar Radio Nostalgie op. Schrik niet, ik ga zingen! [Zingt vol pathetiek de klassieker C’est moi van C. Jérôme]. Een volstrekte k**song, ik wil die helemaal niet horen, maar ik ken het lied na al die jaren uit mijn hoofd, net als vele andere chansons. Vorige week zei mijn vrouw tot mijn schrik: ‘wist je dat Radio Nostalgie tegenwoordig al in België te ontvangen is?’ Dus begint die kleffe rotzooi volgende week al voor Antwerpen…. Gedver! Iemand als Aznavour heb ik trouwens wel leren waarderen, Mathijs (van Nieuwkerk, red.) maakte me erop attent.”

Aanrader
“Of ik nog een aanrader heb? J.D. Souther, ook wel de zesde Eagle genoemd. Singer-songwriter die fraaie dingen maakt. Hij is verdronken in zijn eigen leven, is denk ik net zo oud als ik. Arcade Fire, een band van nu, vind ik ook erg goed en de nieuwste van Neil Young, een live-concert uit 1984 kan ik ook van harte aanbevelen.”

 

De Favorieten van … Mart Smeets
1-Mijn hifi-set: “Een afspeelset van NAD en speakers van Thorens en Chario en ik heb net een nieuwe draaitafel van Pro-ject.”


2-Favoriete muziekgenre: ‘Het is te gemakkelijk om americana te zeggen, maar het komt er toch het dichtst in de buurt. Doe maar americana dus. Duetten vind ik vaak ook mooi, zoals die van Emmylou Harris en Gram Parsons. Love Hurts is een mierzoet nummer, maar als zij het samen zingen laat het je niet onberoerd.”


3-All time favourite: The Pretender van Jackson Browne.


4-Ik gruwel echt van…. “meezingers. Met de TROS het land in, dat soort dingen. Jantje Smit. Ik weet niet eens een nummer bij naam, maar ik ren ook meteen weg. Kan ik niets aan doen, misschien is hij wel een heel aardige en lieve jongen…van zijn muziek moet ik niets hebben.”

5-Guilty pleasure: “Françoise Hardy. Ze mag nu zo binnen komen lopen. En dan hoeft ze niet eens per se te zingen.”

6-Omvang muziekcollectie: “Tienduizend, inclusief enkele honderden elpees. Ik heb alles nog van vroeger, op een honderdtal elpees na, dankzij een onvoorziene opruimdaad van mijn moeder ooit.”

7-Verzamelaar? “Met Clapton, de Animals, de Kinks en Sibelius kom ik een heel eind. En ja, van Derek & The Dominos heb ik alles op cassette, op plaat en op cd, op ‘limited edition’ en dan alles maal vier. Het is van de zotte.”

8-Vinyl of cd: “Vinyl is mooier qua geluidswarmte, maar je hebt er zoveel ruimte voor nodig. Mijn muziekkamer is 20 bij 5 meter, en nu al helemaal volgestouwd. In de VARA-studio waar we For The Record opnemen staat trouwens geen platenspeler meer. Dat kan eigenlijk niet bij onze muziek, we worden ernstig geknot. Bezuinigingen bij de omroep…”

9- Meest memorabele muziekbeleving: “Zo denk ik niet. Maar Mick Jagger van links naar rechts zien scheuren op het podium in de wetenschap dat hij dik in de zestig is en dat ik dat ook ben en naar hem sta te kijken…. Dat is zeker wel iets memorabels. De Radetzkymars van Strauss heeft voor mij iets heel bijzonders. Die zat mijn vader altijd mee te dirigeren op 1 januari. Nog steeds moet ik op die dag naar de Radetzkymars luisteren en kijken. Hoeveel show er ook in Wenen bij komt, ik krijg altijd weer tranen in mijn ogen. Na vijf minuten is dat allemaal weer voorbij, dan heb ik weer even aan die ouwe van me gedacht.”

10: Mijn luistertip: “Voor als je het helemaal hebt gehad: God Only Knows van The Beach Boys. Brengt alles terug waar het om gaat. Er gebeurt een wonder als je goed luistert. Ik heb Brian Wilson wel vijf keer gezien, hij is een icoon.”

For the Record, het radioprogramma van Mart Smeets en Leo Blokhuis is hier te beluisteren. The Lance factor (uitgeverij Nieuw Amsterdam) is hier te bestellen.