Monteren doe je zo! Deel 4: Het geluid


Ulco Schuurmans | 16 september 2014

Het geluid of de audio is voor menigeen bij het monteren een lastige aangelegenheid. Er spelen immers zoveel factoren mee en niet iedereen heeft een goed muzikaal gevoel. Een geslaagde soundtrack past bij de lengte en sfeer van de scènes, heeft het juiste volume of de juiste mix en is vrij van storende geluiden. Deze aflevering van ‘monteren doe je zo’ gaat over hoe de geluidsmontage in de praktijk verloopt.

Bij de videomontage zijn er meerdere soorten geluid die samen de gemixte soundtrack vormen in het spel. Als eerste is er het originele met de beelden opgenomen geluid. Deze soort heet ook wel achtergrondgeluid. Als tweede het gesproken woord. Dat kan een interview, voice-over of commentaar zijn maar ook dingen die mensen spontaan gezegd hebben. De derde geluidsoort is de ondersteunende muziek. Deze zet de sfeer van de videofilm, voert de spanning op of brengt rust. En als laatste de geluidseffecten. Daarvan zijn er twee categorieën: de eerste zijn geluidseffecten zoals dichtslaande deuren, knallen, regen, junglegeluiden en donder & bliksem. De tweede zijn de filtereffecten die een bepaalde klank zoals echo, een oude radio of een hoog stemmetje geven.Alle genoemde geluidssoorten mixt u via het mengpaneel van het montageprogramma en let daarbij op de juiste verhoudingen van het volume (geluidssterkte). Bij de meer geavanceerde montagesoftware staat het geluid op aparte sporen die afzonderlijk te bewerken zijn.



Geluidsbestanden
Net als bij video kan het geluid in verschillende bestandsformaten worden opgeslagen. Bijvoorbeeld WAV, MPEG-1 of 4, MP3, AIFF, WMA en PCM. Naar keuze van het bestandstype is het geluid wel of niet gecomprimeerd via een CODEC. Bij compressie is het audiobestand kleiner van omvang (opslagruimte) en daarmee gemakkelijker te hanteren. Er wordt daarbij verder nog onderscheid gemaakt in comprimeren zonder enig verlies aan kwaliteit (lossless) en met een licht verlies aan kwaliteit. Let verder op de bemonstering (sampling) van het geluid tijdens de opname. De meeste camera’s doen dat op 32 of 48 kHz. Stel de audiovoorkeuren van het montageproject op de juiste samplingwaarde in. Anders kan er storing of vervorming optreden.Het montagepakket dient de audiobestanden te herkennen en in te kunnen laden. Via de USB- of FireWire DV-aansluiting komt het geluid uit de camcorder of videofilmende fotocamera tegelijk met de videobeelden binnen. In geval van Video-uit en -in is het nodig om losse audiokabeltjes met plugjes (3.5 mini-jack of tulp rood en wit) te gebruiken. Andere manieren om geluid als een bestand binnen te halen zijn via geheugenkaartjes of -stick en vanaf de harde schijf of mediadrive in de computer.Het apart (dus niet samen met videostroom) importeren van het geluid gaat via File (bestand) en import/open of via de mediabrowser van het montagepakket. De mediabrowser voorziet veelal in een uitgebreide zoekmachine voor het traceren van audiobestanden op uw computer en/of de aangesloten mediadrives zoals harde schijf, geheugenslots en dvd/Blu-ray-speler. Het kan zijn dat een montagepakket een geluidsbestand niet direct kan verwerken. U ziet dat bijvoorbeeld aan een rode streep bovenin de tijdlijn. Dat betekent eerst doorrekenen om het te kunnen beluisteren. Gelukkig gaat dat heel snel.



Geschikt geluid vinden
Aanvullend geluid voor het verfraaien van de gemaakte soundtrack vindt u op internet, cd/dvd/cd-rom en zelfs de oude grammofoonplaat. Tal van montagepakketten leveren ook zelf een (beperkte) geluidsbibliotheek mee. Er zijn speciale collecties voor filmmuziek en geluidseffecten verkrijgbaar. Loops zijn geluidsfragmenten die zichzelf steeds herhalen. Smart sounds zijn geluidsbestanden die zich automatisch aan de lengte van videoclip aanpassen. Daarnaast kunt u met een componeerprogramma zelf een soundtrack in elkaar zetten. Slimme composers zoals Garageband van Apple zijn echte gebruiksvriendelijke muziekbouwdozen. Zoek eerst het genre uit en sleep met de muis de passende loops in een soort tijdlijn met geluidssporen. De composer zorgt zelf voor de juiste toonhoogte, maat en volume verhouding. Je kunt er zelf ook een instrument bij bespelen of zingen. Het klink al snel goed. Vervolgens de gemaakte compositie exporteren als een geschikt bestand voor de montagesoftware. Let bij het gebruik van geluid gemaakt door derden altijd op de rechten. Voor privégebruik is dat vrijwel nooit een probleem. Wel in zaaltjes en publiekelijk vertoon of verkoop van de videofilm. Gebruik dan rechtenvrije muziek of koop de Buma/Stemra-royalties af om dure aanslagen achteraf te voorkomen.



De geluidssporen
De beste manier om het geluid te bewerken is op aparte geluidssporen. Bij geluid opgenomen in een videoclip of storyboard-blokje zijn er veel minder mogelijkheden. Geluidssporen of audio-tracks vindt u in het tijdlijnvenster van de montagesoftware of een los softwarepakket voor geluidsmontage (sound-editor). 

In de tijdlijn staan de audiosporen als gekleurde balken met de A van audio. U kunt veelal een groot aantal geluidssporen in de tijdlijn plaatsen. Dit om onderling te mixen of voor het maken van verschillende geluidsversies en gesproken talen. De grafische en functionele weergave van de geluidssporen hangt af van de gekozen instellingen. Via een uitklapmenuutje of symboolknopjes stelt u in of:
- Er wel/geen golfpatroon (waveform) zichtbaar is;
- Er wel/geen (vaak rode) volumelijn zichtbaar is;
- Het geluidspoor opengeklapt is voor verdere bewerking;
- Het geluidspoor aan of uit staat;
- Het om een stereo (surround)- of monospoor gaat;
- Het geluidsspoor vast synchroon of losgekoppeld is van het  bijbehorende videospoor;
- Het geluidspoor op slot staat en niet bewerkt wordt. Bijvoorbeeld handig als u alleen de video wilt bewerken. Het plaatsen van geluid op de geluidssporen gaat door het slepen met de muis van een actief gemaakte clip of het klikken op een invoegknop. Let er op dat de afspeelkop bij het invoegen van een geluidsfragment in de juiste positie op de tijdlijn of storyboardweergave staat. Naar keuze kunt u nieuw geluid neerzetten (insert) of al aanwezig geluid vervangen (overwrite). In de praktijk is het werken met audiotracks vaak een kwestie van het even uitproberen en daarna kunt u met de geluidssporen lezen en schrijven.

De volumemeters en audiomixer

Het geluid mag niet te hard staan want dan vervormt het. Echter ook niet te zacht want dan is het niet goed hoor/verstaanbaar en treedt er ruis op. En een steeds wisselende geluidssterkte wekt ergernis bij de kijkers op. De beste geluidsterkte (volumewaarde) ligt bij digitale video tussen de -6 en 0 decibel (dB). Beneden de -12 dB is het geluid te zacht en boven 0 dB is er kans op lelijke vervorming. De geluidswaarden geeft het uitgebreidere montagepakket weer als gekleurde LED-balkjes. Het groene gebied is normaal. Geel tot oranje geeft aan dat het geluid hard is. En rood wilt u, op een incidenteel geluidspiekje na, niet hebben. Het corrigeren van de geluidsterkte op een geluidsspoor kan op meerdere manieren:
- Door er op te klikken en in het uitgeklapte volumemenuutje  direct de geluidsterkte in + of - x dB in te typen. Niet teveel  versterken want dan neemt ook de ruis toe!;
- Door aan de volumelijn te trekken. Naar boven harder en  naar beneden zachter;
- Door aan de schuifregelaars van de mixer (mengpaneel) te trekken.
De ingebouwde (niet bij elk montagepakket) audiomixer werkt als een mengpaneel. Voor elk geluidspoor (krijgt een corresponderend geluidskanaal) is er een schuifregelaar (fader). Door aan deze schuifregelaars met de muis of trackpad te trekken zet u het volume harder of zachter. De masterfader regelt het volume van de totale geluidsmix. Bij geavanceerdere vormen kan de audiomixer ook de toon, het stereobeeld (pan links of rechts) en het opnemen van externe geluidsbronnen regelen.

Geluidsovergangen & bewerken
Net als bij de videofragmenten valt het geluid te knippen, te plakken, te verkorten of juist te verlengen en te verplaatsen. Veelal gebruikt u daarvoor ook dezelfde gereedschappen en/of editmenu’s als bij video. De las, hier feitelijk de geluidsovergang, vergt enige zorg om het allemaal netjes te laten klinken. Inknallend of plotseling stokkend geluid is niet mooi. Breng minimaal een kleine (kan minder dan 1 seconde zijn) pauze tussen twee opeenvolgende geluidsfragmenten aan. Wilt u een fraaie stilte tussen twee opeenvolgende videoclips gebruik dan een fade-out en fade-in. Net als bij video brengt u daarvoor op de rode volumelijn links en rechts elk twee trekpunten (handles) aan en trekt deze in een vloeiende helling neer (uit) en op (in). Een aantal pakketten biedt de fade-in/out als los te plaatsen effect. Voor een vloeiende overgang tussen twee opeenvolgende audiosporen gebruikt u de overvloeier (cross dissolve). Let er op dat er voldoende speelruimte/lengte bij de geluidsduur zit om de overvloeier te kunnen uitvoeren.Het effectmatig bewerken van het geluid is doorgaans een kwestie van het desbetreffende audiospoor activeren en het gewenste effect uit de filterbibliotheek voor audio er overheen slepen of dit uit het audio-effectmenu kiezen. Nuttig zijn filters die stoorgeluiden (brom, ruis), slissen/s-sen of ploppen verwijderen. Een equalizer maakt het filter om afzonderlijke toonhoogte(n) mogelijk. Daarnaast zijn er diverse creatieve geluidseffecten als audiofilter beschikbaar. In een aantal gevallen kunt u de effecten via een aanvullend instelmenu verder finetunen. Voor Dolby Surround Sound is een apart 5.1 filter aanwezig bij het betere NLE-pakket.Een klein stoorgeluidje valt dikwijls te verwijderen door lokaal het volume te verlagen of op 0 te zetten. Dat valt binnen 1 tot 2 seconden nauwelijks op. Zie hiervoor de methode met trekpunten. Hier drie handles, vlak voor het stoorgeluid, ter hoogte van het stoorgeluid (het volume daar naar beneden trekken) en vlak na het stoorgeluid.


Interview op maat snijden
Een interview is al gauw te lang, er zitten versprekingen in, het volume is niet constant of u wilt de volgorde van de gesproken tekst veranderen. Met het scheermesje valt het geluid bij een interview of commentaar tot op het woord, lettergreep en zelfs afzonderlijke letter bij te snijden en door te knippen. Gebruik hiervoor een ruime tijdschaal tot op weergave in (delen van) seconden. Dan ziet en hoort u precies wat er gebeurt. Een probleem is dat ook het videobeeld in de snij-operatie is meegenomen. Daardoor kunnen lelijke overgangen ontstaan. Deze kunt u verdoezelen met een beeldinsert (vooral handig bij meerdere correcties op korte afstand achter elkaar) of door de volgende video scène in te zoomen (lijkt dan net of er een close-up is gemaakt).



Voice-over en opnemen
Onder een voice-over verstaan wij een achteraf onder de videobeelden ingesproken commentaar of toelichting. Voor het kunnen maken van een voice-over zijn er een aantal zaken nodig:
- Een microfoon, op standaard of ingebouwd in de montage- computer. Kies de juiste ingang en type microfoon bij de audio-instellingen van het montageproject. Een externe microfoon kunt u aansluiten via de USB-bus of ingang op de  geluidskaart (mic-in). Er zijn ook aparte USB- en FireWire- kastjes leverbaar waarop een of meerdere microfoons en  geluidsbronnen zijn aan te sluiten. In een aantal gevallen kunt  u dan tevens het volume, de microfoonversterking en een eenvoudige mix regelen;
- Een rustige ruimte anders pikt u achtergrondgeluid mee op;
- Een ingebouwde voice-over-optie (een menuvenstertje  binnen de montagesoftware) of mixer die dit klusje voor u opneemt. De werkwijze bestaat eerst uit het op maat uitschrijven van de tekst. Time deze op de lengte van de videoclip en getoonde gebeurtenissen of objecten.

Oefen eerst droog totdat de tekst vlekkeloos loopt en past. Zet de afspeelcursor op de juiste plaats in de tijdlijn en maak het desbetreffend geluidspoor actief als dit niet automatisch gaat. Open de voice-over-module. Druk op de opnameknop, spreek de tekst in, druk op stop en controleer het resultaat.Een alternatief is om de voice-over voor de camera in te spreken. Laadt dit AV-bestand in op de montagecomputer en koppel het geluid los of maak er een apart audiobestand van. Zet deze voice-over vervolgens op de gewenste locatie in de tijdlijn.Voor een beter geluid kan een externe veld-audiorecorder, zelfs in de vorm van een iPhone, worden ingezet. Deze neemt het geluid in hoge kwaliteit op naast de camcorder of videofilmende fotocamera. Opslag op geheugenkaart/stick of ingebouwde hard disk. Dit geluid plaatst u in de tijdlijn op de geluidssporen onder de videotrack. Maar is dat dan wel synchroon? Meestal niet vanzelf. Op grond van markeringssignalen zoals klappen, een piep of ander kenmerkend geluid vallen de toegevoegde audiosporen uit te lijnen (matchen) op hetzelfde geluid in de videoclip. Het vergt enige oefening en een tijdschaal op (delen van) seconden om dit voor elkaar te krijgen. U kunt ook de hulp inroepen van speciale software zoals Plural Eyes die het geluid analyseert en vlekkeloos synchroon voor de extern opgenomen fragmenten vervangt. Voor het aansluiten van externe geluidsbronnen is een geluidskaart of een extern interfacekastje nodig. Bijvoorbeeld voor het overnemen van grammofoonplaten via de USB-poort. U kunt het geluid rechtstreeks opnemen met de mixer (stel de juiste bron in!) van het montagepakket of een aparte sound-editor gebruiken.

Een aparte sound-editor
Een sound-editor is een montage- en bewerkingspakket voor geluid. U kunt daarmee opnemen, geluid van andere media afhalen, geluid knippen & plakken, nabewerken of corrigeren en exporteren naar tal van formaten. Sound-editors zijn los te koop of maken deel uit van de montagesuite. Een suitetelg is handig omdat u dan via dynamische koppeling de geluidssporen in de tijdlijn van het montageprogramma rechtstreeks kunt bewerken in de aanwezige sound-editor. Er wordt een nieuw gelinkt geluidsfragment aangemaakt en in de tijdlijn gezet. De oude originele versie blijft ongeschonden achter de hand.Er zijn diverse redenen om een aparte sound-editor voor de montage te gebruiken. Er zijn meer en nauwkeuriger bewerkings- en correctiemogelijkheden. Met name het analyseren van storingsbronnen (ventilator, telefoon die afging, rinkelend kopje, niezen) en deze selectief uit het originele geluid filteren. Het omzetten en exporteren gaat beter. U kunt er complete muzieksessies en MIDI/elektronische muziekinstrumenten mee opnemen. En er zijn veel meer creatieve filters en geluidseffecten aan boord.