TAD Compact Evolution One


Ruud Jonker | 08 juli 2015

SAMENVATTING

Er valt nog veel te vertellen over de TAD CE1. Weinig zinvol, want een luidspreker is bedoeld om naar te luisteren. In woorden is moeilijk te vangen wat deze weergever doet. Een goed geplaatst en getuned TAD CE1-systeem laat een duidelijke plus horen. De méérwaarde van zo’n TAD wordt door professionals en studio-technici binnen tien seconden herkend. Een echte muziekliefhebber met live-ervaring zal geen individuele eigenschappen kunnen identificeren en bespreken, maar direct de zo goed mogelijke vertaling van de werkelijkheid en de muzikaliteit herkennen. Is zo’n TAD dan twee keer beter dan de concurrentie? Dat kan vooralsnog niet. De ontwikkeling van luidsprekers gaat evolutionair, met een significant toenemend prestatieniveau in de afgelopen tien jaar. Maar misschien is de TAD wél twee keer muzikaler, los van het gegeven dat je zoiets vanuit de statistiek niet kunt zeggen. Daarmee is de TAD CE1 absoluut bedreigend voor de concurrentie. Iemand die van plan is om rond de 20K in luidsprekers te willen investeren, kan redelijkerwijs niet om een kennismaking met de CE1 heen. Bezoek derhalve een aantal winkels, zoek naar objectieve en steekhoudende argumenten in het verhaal van de verkoper, ga vervolgens echt luisteren, gooi emotie over merken en vooroordelen overboord, vertrouw op de eigen oren, koop de luidspreker en laat de rest van het systeem door een deskundige samenstellen. Zet daarna op Facebook en Twitter dat er een CE1 in huis staat. De rest van de social community zal zich dan realiseren dat u iets begrijpt van verantwoorde, realistische en muzikale weergave.

Vorig jaar stond de TAD Evolution One in de luisterruimte. Ontwikkeld door een team dat beschikt over nagenoeg alle kennis, ervaring en technieken die beschikbaar zijn rondom luidsprekers. Deze luidspreker trok niet alleen belangstelling aan de kant van de audio-consument, maar kreeg ook waardering vanuit de professionele wereld. Met de Compact Evolution One introduceert Technical Audio Devices een monitor die een maatje kleiner is en een sympatieker prijskaartje kent dan de grotere mini. Wellicht komt de TAD-experience daarmee binnen uw bereik.

De TAD Evolution One en de nieuwe Compact Evolution One (CE1), vragen in absolute bedragen een flinke investering. Daarvoor krijgt de consument een product dat ontwikkeld is door professionals, die volledig ontwerpen vanuit theorie, kennis en ervaring en weten waar ze mee bezig zijn. De focus en het resultaat van zulke teams is dan ook het verschuiven van de prestatiegrens door innovatie. De absolute performance-grens van luidsprekers is dan een stukje opgeschoven. Voor het geld staat er dan een state-of-the-art product en een eerste exemplaar waar nieuwe technieken en principes zijn toegepast. Zo’n product is ook een showcase waar alle investeringen in research, ontwerp en productie mee terug moeten worden verdiend. U betaalt dus in principe ook voor technologie die pakweg vijf jaar later gemeengoed is. In de Formule 1, die naast een wedstrijdje simpelweg een research-venue is voor de autofabrikanten, worden ook nieuwe technieken toegepast. Die zijn een jaar later terug te vinden in de eerste peperdure topmodellen van fabrikanten. Daarna heeft elke modale vierwieler de beschikking over die technieken. Denk aan ABS, navigatie, ESP en elektronisch motormanagement. Hoewel de TAD-modellen niet voor een grijpstuiver te koop zijn, staan ze wel voor serieuze prestaties, die in zekere zin de investering waard zijn. In het kader van investeringen in hifi-systemen, waar consumenten bij zijn die een ton aftikken voor een setje, is een luidsprekersysteem van rond de 20k (CE1) geen al te afschrikwekkende uitgave. Nog steeds veel geld, maar je krijgt daar iets voor terug. Dat is heel anders dan de foute kant, die een deel van de high-end markt de afgelopen jaren gekozen heeft, waar het alleen maar om geld gaat, maakt dat high-end nauwelijks meer serieus wordt genomen en daardoor de aansluiting bij jonge generaties mist. Versterkers, platenspelers, phono cartridges en luidsprekers, behangen met goud en bling bling, met astronomische prijskaartjes en gericht op rijke klanten, die méér vaardigheden in het smijten met geld hebben dan luisterervaring. Wie zulke producten bestudeert ontdekt vaak een gapend gebrek aan innovatie en onderscheidend prestatievermogen. Het is méér van hetzelfde, voorzien van een gelikte begeleidende marketingbabbel. Voor ééntiende van de bedragen die zulke systemen kosten, kan wél een verantwoord systeem worden gebouwd. Ergo, een TAD of andere serieuze producten van de bekende luidsprekerfabrikanten, kunnen veel van die peperdure moneymakers de baas.



TAD Compact Evolution One
Zoals gebruikelijk eerst maar eens kijken naar specificaties, hoewel die volstrekt oninteressant zijn en werkelijk niets zeggen over de geluidsmatige prestaties van zo’n luidspreker. De CE1 is kleiner en lichter dan de TAD Evolution One. Het gewicht is 30kg en de afmetingen zijn 290mm (W) × 524mm (H) × 446mm (D). TAD levert voor de CE1 een stand die 16kg weegt en de luidspreker met twee bouten vasthoudt. Naast de 18cm woofer is de befaamde coaxiale driver aanwezig. Het meest opvallende constructiedetail is de toepassing van aluminium zijpanelen. Die vormen samen met een aantal interne structuren de zogenaamde Bi Directional ADS port. Via sleuven, die aan beide zijden zowel voor als achter geplaatst zijn, bereiken de lagere frequenties de luisterruimte. De coaxiale driver, het bassreflex-systeem en de kleine oppervlakte van de front baffle maken dat deze weergever zich in hoge mate als een point source gedraagt. Het resulterende frequentiebereik is van 34Hz tot 100kHz, bij een rendement van 85dB en een nominale impedantie van 4 Ohm. De stands zijn beschikbaar in wit en zwart en de kleurvariaties van de monitoren beperken zich tot een viertal configuraties die het zijpaneel aangaan.

Opbouw
Zoals te doen gebruikelijk werden de TAD’s simpelweg neergezet en even aangesloten op een setje dat overgebleven was van een eerdere luidspreker-review. De bedoeling is uiteraard dat zo’n set zo snel mogelijk teruggaat naar een importeur, winkelier of het magazijn. Maar soms blijft iets nog een paar dagen hangen vanwege andere werkzaamheden of logistieke issues. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat er in de luisterruimte gedurende langere tijd vaste apparaten staan waar alles even op aangesloten wordt. Ten eerste werkt dat helemaal niet, ten tweede wekt het bij de lezers de schijn op van afhankelijkheid en bevoordeling, ten derde is dat allerminst objectief en ten vierde is het funest voor een referentiekader. Hoe dan ook, in eerste instantie klonk het eigenlijk best goed. Zelfs erg goed en de TAD’s lieten absoluut al onderscheidende eigenschappen horen. Dat leverde dan een avondje casual listening op met het verstand op nul. Gewoon een willekeurige greep uit het platen- en cd archief, zonder echt te kijken naar wat er in de auto meegaat naar de luisterruimten. Maar, vervolgens dreigt dan de valkuil waar veel audiofielen eindigen. Die hebben op hun levensweg als ultiem doel het ontmoeten van de ‘holy grail’ op het gebied van weergave en dat is ook goed. Maar, velen blijven steeds zoeken, zonder zich te realiseren hoe goed hun huidige systeem en/of componenten al zijn.



Om praktisch te blijven binnen die search for excellence, kunnen de bochten op dat pad af en toe eens afgesneden worden en dat deed tijdens een plotseling optredende aanval van luiheid naar de electronica grijpen waarmee de TAD Evolution One zulke spectaculaire prestaties gaf. Luiheid is hier een erg relatief begrip, want een kilo of honderdvijftig aan geluidsproducerend ijzer uit het magazijn halen en verplaatsen naar de luisterruimte, is geen daad die gedachten oproept aan een lamlendige en passieve grondhouding. Doch, gehaalde rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst en het klonk helemaal nergens naar. Althans niet vanuit een concept met betrekking tot wat die nieuwe TAD zou moeten doen. Ook niet echt leuk, want de opgebouwde set kon rechtstreeks terug naar het magazijn, hetgeen een zware aanslag deed op een mogelijk in de sportschool verkregen conditie. Enig daaropvolgend sjouwwerk met weer andere voorversterkers, eindversterkers en kabels leerde al snel dat deze TAD CE1 een geheel ander beest is, dat volstrekt anders reageert op plaatsing, elektronika en akoestiek. Had natuurlijk al eerder door moeten dringen, want de importeur waarschuwde eerder dat deze luidsprekers volstrekt eigenzinnig met het laag en de plaatsing omgaan en die had zelf de prestatie van de TAD’s al tot grote hoogte opgevoerd. Overigens ook na een stoeipartijtje teneinde de juiste match en opstelling te vinden. De les is simpelweg dat elke luidspreker vraagt om een fikse hoeveelheid werk om de optimale combinatie met de ruimte en de elektronica te vinden. Het is geen free lunch. Op momenten dat de prestatie nog niet optimaal is, is het belangrijk om afstand te nemen. Tijdens die rust tekenen de dingen zich dan meteen vlijmscherp af. Die eerste snelle ‘match’ bevatte feitelijk alle noodzakelijke bouwstenen waar de TAD’s om vragen. Vervolgens is het een kwestie van snel schakelen, tikje hier, tikje daar, even slim combineren en bingo. Maar, dan sta je met die TAD’s ook nagenoeg in de schaduw van de holy grail. Waarom niet de hele grail? Omdat tachtig procent van de mogelijke performance genoeg is voor een review en omdat de tijd die aan producten kan worden gegeven zeer beperkt is. Er staan nog vijf luidsprekersystemen hijgend in de rij. Maar, in een thuissituatie, waar de klant de betreffende luidspreker heeft gekocht kan, met hulp van een zeer deskundige dealer, door verdere tuning de prestatie van een systeem nog een stapje verder komen. Het is dan ook zinvol, onontkoombaar en uitermate verstandig om de tuning-consultancy van zo’n dealer in te huren.

Moeilijk in woorden te vangen…

Wel, rond 4.00 uur ’s nachts en net op tijd heerst er voorlopige tevredenheid over de set. Er komt namelijk iemand luisteren. Dat gebeurt in principe alleen bij zeer hoge uitzondering, want zulk soort evenementen zitten hier niet in het systeem, om het op z’n allervriendelijkst uit te drukken. Reviewen is hier simpelweg een zakelijk, technology driven en professioneel proces en geen straattheater voor vage doelgroepen. Maar, ‘in case of’ is de ambitie wél om geen al te liederlijk figuur te slaan. Na het bezoek volgt uiteraard het ‘technische’ luisteren. Dat is een modus waarin reviewers en vakgenoten enige tijd kunnen blijven hangen, die verder geen enkele relatie heeft met muziekbeleving en vormen van sociaal geaccepteerd gedrag. Je bijt je dan als een terriër vast in de weergave-aspecten van het geheel. Het resulteert uiteindelijk in het bekende shoot-out lijstje, waar vooral de negatieve punten groot enthousiasme zullen genereren bij concurrerende luidsprekerfabrikanten en de bijbehorende distributieketen. Helaas vangen beide processen hier bot. De kritisch ingezette technische luistermode gaat in no time over in muziekbeleving en een confrontatie met de neurale systemen waar de emoties zich manifesteren. Ook het shoot-out lijstje toont een ontstellend gebrek aan fundamentele tekortkomingen, of zoals HR-mensen dat formuleren: aan ontwikkelpunten die je persoonlijk profiel oppoetsen. Maar, de lezer zit natuurlijk niet te wachten op ranzige onthullingen uit het emotionele domein. Die wil een beschrijving van het product in klare termen, van iets dat eigenlijk niet in woorden is te vatten. Nou is het natuurlijk snel en gemakzuchtig scoren om op te schrijven dat deze luidspreker ruimtelijk klinkt, dynamisch is, een goede balans biedt, neutraal is, lineair, fraai en onderscheidend laag presenteert en uitblinkt in homogeniteit en detaillering. Dat lijstje geldt inmiddels voor 75% van het luidsprekeraanbod, met kleine variaties in de eigenschappen per model. Dus, op basis van zo’n lijstje zal de consument niet snel naar de winkel bewegen. Het is ook verbazingwekkend dat er na pakweg tachtig jaar luidsprekerproductie nog steeds exemplaren te vinden zijn die niet aan die genoemde basiseigenschappen voldoen. Waar het dus om gaat is de luidspreker-plus. Een model met een dermate verbetering van die basiseigenschappen, dat er sprake is van geluidsmatig toegevoegde waarde. Aan de TAD zijn dan ook een aantal van die plussen te vinden. Dat zijn gedeeltelijk verbeteringen van de basiseigenschappen.



Zoals de werkelijk magistrale detaillering, stage-afbeelding en focussering. Dat gaat simpelweg een stap verder dan bij veel andere weergevers. Maar, daardoor veroorzaakt zoiets ook een toegevoegde waarde in de plus-eigenschappen. Die eigenschappen zijn in principe makkelijk te herkennen. De TAD CE1 is te kwalificeren als een muzikaal meetinstrument. Dat betekent dat het geluidsbeeld klankmatig niet romantisch is, maar nagenoeg identiek aan de zogenaamde microfoonfeed. In andere woorden: deze monitor is zelf niet aanwezig. Er staat alleen een extreem open en transparant venster richting de opname. Daarbij hoort een enorme schoonheid en zuiverheid van weergave. Bij de juiste aansturing staat er dan ook een geheel vrije 3D-afbeelding met een enorme dynamiek, detaillering en drive. De klankechtheid is super en het eindresultaat kent een schrikbarend realisme. Met name het middengebied is excellent en er wordt een groot en volwassen beeld geprojecteerd. Alsof er heel grote luidsprekers spelen. Nou zijn een aantal van die plus-eigenschappen snel uit te leggen in de termen van ‘meetinstrument’. Deze TAD is in zoverre een meetinstrument, dat studio- en masteringtechnici werkelijk alles kunnen horen dat belangrijk is voor hun werkzaamheden. Daarin is uiteraard de professionele achtergrond van Technical Audio Devices herkenbaar. Maar het tweede deel van de kwalificatie luidt ‘muzikaal’. De genoemde plussen kunnen natuurlijk makkelijk versleten worden als ‘over the top’ aanwezige eigenschappen. Bijvoorbeeld detaillering door de tweeter een paar dB extra te geven. Maar zo simpel is het hier niet. Alle plus-eigenschappen zijn hier dermate goed gëintegreerd met elkaar dat ze in individuele zin nooit opvallen. Deze TAD schreeuwt geen hyperdetail, hyperlaag of hyperdynamiek. Die muzikaliteit betekent dat alleen de inherente kwaliteiten van de instrumenten en stemmen binnen de opname-context spreken. Als een saxofoon dynamisch klinkt, kan de TAD dat vertalen. Als het subtiele snarenspel op een harp detailrijk is, laat de TAD dat horen. Als een grammofoonplaat, afgespeeld op een draaitafel die het juiste tijd- en fasegedrag heeft, een werkelijk mindblowing drumsolo presenteert, dan laat de TAD dat één op één horen. Maar absoluut zonder zelf aanwezig te zijn, dingen weg te laten of zaken toe te voegen. Ook al met geopende ogen, staan die muzikanten grijpbaar voor je neus. Maar de muzikaliteit gaat verder, hoewel het begrip natuurlijk uiterst moeilijk te omschrijven is. Omdat deze TAD zo’n realistische en perfecte weergave presenteert, is de aanslag op het gevoel en de emotie van de luisteraar natuurlijk groot. Deze luidsprekers betrekken het gehoor meteen in de muzikale performance. Het is dan ook onmogelijk om tijdens de weergave nog te gaan denken in individuele geluidsmatige eigenschappen van het systeem. Wie heeft het tijdens een live-concert in hemelsnaam over focussering van de klarinet, detaillering op de g-snaar of de dynamiek van de grote trom? Wie luistert, zit meteen op het belevingsniveau. Dat is precies wat een goed audiosysteem moet doen. Direct doorschakelen van de opname naar de beleving. Wat zich daar tussen bevindt, mag niet opvallen. Misschien is die vanzelfsprekend verlopende short-cut wel de holy grail.



Zelf doen?
Ook in de recording- en masteringwereld zijn deze TAD’s positief ontvangen. Studio-technici spreken over een monitor waar werkelijk alles mee te horen is. Elke subtiele verandering die bijvoorbeeld aangebracht wordt met behulp van een Pultec EQ (origineel van Pulse Techniques of een digitale plug in) is waarneembaar. Maar naast de lofuiting over het professionele nut, komt het woord ‘muzikaal’ steeds terug. De inherente kwaliteiten van deze luidspreker verhinderen dan ook redelijkerwijs een vorm van hobbymatige activiteit, die inherent is aan het leven van veel audiofielen en muziekliefhebbers. Hifi-systemen worden bij voorkeur zelf thuis samengesteld. Wie navraag doet bij winkeliers, importeurs en audioprofessionals, zal horen dat het merendeel van de thuissetjes uitermate slecht presteert. Geen probleem voor iemand die hobbymatig wil knutselen met hifi. Wel een probleem voor iemand die een focus heeft op muziek en de allerbeste weergave daarvan. Het resultaat van het geknutsel is dat er overal systemen staan, van goedkoop tot superduur, die niet in de buurt komen van de prestaties die mogelijk zijn. De TAD CE1 is geen hobby-project. In ieder geval niet voor iemand die serieus werk maakt van muziekweergave. Om alles uit de CE1, of andere systeemcomponenten te halen, is de hulp van een professional noodzakelijk. Als u een huis wilt bouwen, belt u toch een architect? Als u een topsysteem ambieert (dat kan voor 1500 euro, maar ook voor 300K), dan belt u een deskundige dealer of audioprofessional. In ons land gaat het dan om een handjevol personen die echt kunnen helpen.      

Conclusie
Er valt nog veel te vertellen over de TAD CE1. Weinig zinvol, want een luidspreker is bedoeld om naar te luisteren. In woorden is moeilijk te vangen wat deze weergever doet. Een goed geplaatst en getuned TAD CE1-systeem laat een duidelijke plus horen. De méérwaarde van zo’n TAD wordt door professionals en studio-technici binnen tien seconden herkend. Een echte muziekliefhebber met live-ervaring zal geen individuele eigenschappen kunnen identificeren en bespreken, maar direct de zo goed mogelijke vertaling van de werkelijkheid en de muzikaliteit herkennen. Is zo’n TAD dan twee keer beter dan de concurrentie? Dat kan vooralsnog niet. De ontwikkeling van luidsprekers gaat evolutionair, met een significant toenemend prestatieniveau in de afgelopen tien jaar. Maar misschien is de TAD wél twee keer muzikaler, los van het gegeven dat je zoiets vanuit de statistiek niet kunt zeggen. Daarmee is de TAD CE1 absoluut bedreigend voor de concurrentie. Iemand die van plan is om rond de 20K in luidsprekers te willen investeren, kan redelijkerwijs niet om een kennismaking met de CE1 heen. Bezoek derhalve een aantal winkels, zoek naar objectieve en steekhoudende argumenten in het verhaal van de verkoper, ga vervolgens echt luisteren, gooi emotie over merken en vooroordelen overboord, vertrouw op de eigen oren, koop de luidspreker en laat de rest van het systeem door een deskundige samenstellen. Zet daarna op Facebook en Twitter dat er een CE1 in huis staat. De rest van de social community zal zich dan realiseren dat u iets begrijpt van verantwoorde, realistische en muzikale weergave.  

Rhapsody
www.rhapsody.nl
TAD
http://tad-labs.com/en/