ModWright KWA-100SE, LS 36.5 en PH-150


Ruud Jonker | 29 juli 2015 | Modwright Instruments

SAMENVATTING

Wie hoogvermogen versterking zoekt en waarden zoals muzikaliteit, klank, levendigheid, betrokkenheid, subtiliteit, detaillering en homogeniteit belangrijk vindt, is goed af met de elektronica van ModWright. Naast de gunstige geluidsmatige eigenschappen zijn het apparaten die buitengewoon degelijk en fraai zijn gebouwd, met de focus op elektronische componenten van zeer hoge kwaliteit. Even iets anders dan de door een robot in elkaar gestampte ‘smd-computerboards’, waarmee veel mid-fi is opgebouwd. Bedacht door fabrikanten die iets begrijpen van marge-maximalisatie, maar weinig van goed geluid. Waarmee niet is gezegd dat er met smd-componenten geen goede ontwerpen kunnen worden gemaakt. Dat is afhankelijk van of de focus bij kosteneffectiviteit of bij goed geluid ligt. Wie een ModWright openschroeft krijgt het warme gevoel dat zo’n apparaat met veel liefde gebouwd is uit duurzame discrete componenten, zoals dat vroeger gebeurde in de glorietijd van de hifi. Wat vroeger kon, kan nu ook, maar wel tegen een hoger prijskaartje. Het betaalt zich in ieder geval uit in voortreffelijke geluidsmatige prestaties.

ModWright werd in het jaar 2000 opgericht door Dan Wright, teneinde modificaties van digitale apparatuur te verzorgen. Dat was succesvol en leidde uiteindelijk tot een reeks zelf ontworpen en gebouwde apparatuur. Wie regelmatig in de Verenigde Staten verblijft en een oog heeft voor ontwikkelingen binnen de high-end markt, kent ongetwijfeld ModWrights modificaties van een aantal bekende Sony cd-spelers. In de luisterruimte staan de KWA-100SE eindversterker, de LS 36.5 voorversterker en de PH-150 phono stage.



ModWright apparatuur is gestoken in fraaie blank aluminium behuizingen en toont geen overdaad aan smd-componenten op de printed circuit boards. Er is gekozen voor relatief simpele schakelingen, met een beperkte discrete component-count van hoge kwaliteit. De phono-stage is een tube-based design, net zoals de voorversterker. De eindversterker is solid state. Dat is per definitie een interessante combinatie. De meeste grote merken bouwen voortreffelijke eindversterkers, maar de bijbehorende voorversterkers trekken de prestatie van zo’n set meestal fors omlaag. Vanzelfsprekend zijn er uitzonderingen, maar veel van die eindversterkers komen pas tot leven tijdens een combinatie met een zeer goede solid state- of buizenvoorversterker. Die zijn helaas dun gezaaid in de hifi-markt. ModWright probeert de ideale set samen te stellen door zelf te komen met een buizen-pre. De praktijk in de luisterruimte is dat er doorgaans heel goede combi’s te bouwen zijn met buizen-transistor set ups.



Eindversterker
De KWA-100SE is de special edition van de ‘gewone’ 100. De SE heeft in het signaalpad pio’s (paper in oil), carbon film resistors, vijf paar MOSFETS in plaats van drie paar en 100% extra storage. Pio’s en carbon resistors klinken doorgaans beter en de extra storage en eindtransistoren zorgen, volgens ModWright, voor toegenomen prestaties met betrekking tot extra stroom aan de uitgang, snelheid, bass-response, dynamics en resolutie.  De versterker levert 100 Watt in een 8 Ohm-belasting en dubbelt naar 4 Ohm. Volgens ModWright is de versterker stabiel en heeft geen problemen met een 2 Ohm-load. Niet dat het de bedoeling is om luidsprekers aan te sluiten met een gemiddelde impedantie van 2 Ohm, maar de impedantiecurve van luidsprekers kan bij bepaalde frequenties een dip vertonen naar lagere waarden dan het gemiddelde van de curve. Een versterker die dat niet aankan, zorgt voor gehoormatige afwijkingen, gaat in de beveiliging of fikt gewoon uit. Met de KWA-100SE dus niets om wakker van te liggen. De eindversterker heeft ingangstrafo’s voor zowel de symmetrische als asymmetrische ingangen en is uiteraard voorzien van een groundlift. Professioneler kan het niet. Aangesloten op het net staat deze 20 kilogram zware unit op standby. Als u niet de user manual leest, kan het even duren voordat de knop gevonden is die de operationele modus activeert. De ingewanden van het beest zijn door het ingebouwde en ook uitschakelbare blauwe led-licht zichtbaar. Leuke feature, hoewel Amboy WA toch een eind van Las Vegas verwijderd is. Het is altijd de vraag aan welk type consument zulke feestverlichting appeleert. De praktijk is toch dat je zo’n eindversterker op z’n zijkant ergens achter een kast laat hangen?

Pre amp
De LS 36.5 is een linestage met, naast de rca’s, ook symmetrische in- en uitgangen. Er is ook een zogenaamde hometheater-ingang (HT/BP). Niet gebruiken als u niet weet hoe zo’n ingang precies werkt. In de versterker zijn een drietal buizen. Elk kanaal heeft een 6H30 en er is een 5AR4/GZ34 gelijkrichter die voor beide kanalen werkt. Voor de GZ34 mag u een alternatief zoeken, maar wél uit dezelfde familie. Leuk om de originele Philips GZ34 te vinden, hoewel alle kleine krabbelaars op Marktplaats en eBay, de lol daarvan voor muziekliefhebbers grondig hebben verpest. Van de 6H30 dient u af te blijven. Dus, zonder grondige kennis van buizenelektronica simpelweg uit de buurt blijven. De voorversterker beschikt over een choke en de DC- heaters zijn gereguleerd. Met al die buizen aan boord wordt de LS 36.5 warmer dan de gemiddelde solid state amp.  Dus liever geen langspeelplaten op de pre amp stapelen.

Phono versterker
De PH-150 is een tube phono-stage met separate voeding. De bijgeleverde buizen zijn twee stuks 6C45 en een tweetal 6922’s. U dient deze buizen zelf te plaatsen. Vervolgens eerst dichtschroeven en nooit inschakelen zonder gesloten top plate. Don’t even think about it…! Ook de PH-150 heeft per kanaal een choke. Het fraaie van deze phono-stage is dat de voor de phono-cartridge belangrijke settings ‘real-time’ vanaf het frontpaneel zijn te maken. De gain heeft 0dB, -6dB en -12dB settings, De resistance voor de MC is schakelbaar tussen 10K, 50K, 100K, 200K, 500K en 1K. MM heeft een vaste waarde van 47K. De capaciteit voor MM start bij 0pf  en loopt via 100pf, 220pf, 330pf en 470pf naar 680pf. Er kunnen tegelijkertijd twee draaitafels aangesloten worden op deze versterker (of een draaitafel met twee tone arms). Dus een MM en een MC cartridge tegelijkertijd, waarbij de keuze schakelbaar is vanaf het frontpaneel. De PH-150 heeft symmetrische uitgangen en kan als zodanig aangesloten worden op de LS 36.5. De voeding van de PH-150 is solid state. Dat betekent dat voor de rectifier en stabilizer geen tubes ingezet zijn.

Aansluiten

De set is beluisterd met wat hier altijd zeer tijdelijk rondslingert aan luidsprekers, draaitafels en cd-spelers. Onder andere met de TAD CE1. Omdat het hier buizenapparatuur betreft, zal de gemiddelde audiofiel weer het B-woord (breaking in) uitspreken. Moeten buizen ingespeeld worden? Wel, audiofielen willen graag alles ‘inspelen’. Beginnend bij de planken van een audiomeubel, tot en met het user manual. Wie de verschillende fora raadpleegt, wordt niks wijzer. De meningen zijn nog tegenstrijdiger dan binnen de Haagse politiek. Het lijkt daarom zinvol om eens te onderzoeken wat de fabrikanten van buizen daarover zeggen en personen die betrokken waren bij de start van hifi. Helaas niet veel. Hifi was in de begintijd een speeltje van technici, de toenmalige audiobladen hadden een serieuze wetenschappelijke ondertoon en buizenfabrikanten waren  bezig met research en development. Na het losjes raadplegen van meters originele buizendocumentatie vanaf de jaren twintig is er toch iets te melden, zonder te pretenderen hier het ultieme overzicht te bieden.



Tijdens de eerste uren is er sprake van een zekere drift met gevolgen voor de plate-current, de mutual conductance en enkele andere eigenschappen. Doorgaans stabiliseert de drift na een aantal uren. Die drift blijft in geringe mate aanwezig tijdens de hele levensduur van de buis. De testen gingen allemaal uit van een gelijkblijvende spanning.
Het advies uit deze literatuur (1932) is dan ook om buizen enkele uren te laten functioneren, alvorens in operationele productie te nemen. Maar, het gaat hier om extreem kleine veranderingen in spanning en stroom en de buis blijft met betrekking tot de waarde van alle variabelen steeds binnen de specificaties. Er is vervolgens niets te vinden over een relatie tussen deze drift en geluidsmatige eigenschappen. Voorzover de drift stabiliseert, heeft dat al plaatsgevonden tijdens het productieproces. Het heet dan dat buizen ‘inbranden’. In werkelijkheid is het gewoon een test op shorts, productiefouten en het voldoen aan de specificaties. Als de buis vervolgens arriveert bij de eindgebruiker, zal die drift nagenoeg gedecimeerd zijn en voorzover de drift aanwezig blijft, zal die altijd binnen de ontwerpspecificaties bewegen. Als u een buis aanschaft voldoet deze dus per definitie aan de specificaties.



Dan zou ‘inspelen’ een poging zijn om de ontwerpspecs te overtreffen? Dat is dus niet mogelijk. Het inspelen van buizen is dus voorlopig een non-issue en alleen een concept dat tussen de oren van audiofielen zit. Eigenlijk geldt dat een product dat echt ingespeeld moet worden, simpelweg niet voldoet aan de specificaties. Zou dus niet verkocht mogen worden. Maar, voordat er geluisterd kan worden, zijn er nog enkele andere beren op de weg. Aan de kant van de draaitafel is de match tussen cartridge en arm van belang. Er is namelijk een relatie tussen de effectieve massa van de arm en de compliantie van de cartridge. De basisregel is dat een zware arm een cartridge met lage compliantie nodig heeft, om de systeemresonantie (gewenst) ergens onder de 10Hz te krijgen. Dan worden wat invloeden overgeslagen, zoals de verdeling van de massa over de tonearm en de invloed van de draaitafelsuspensie op de resonantie, als zijnde een storende factor. Maar die genoemde relatie geeft een indicatie over welke cartridge met welke arm matched. Wie dat verkeerd doet, zal geen aangenaam geluid uit de platenspeler krijgen. Cartridges worden vaak door consumenten gekocht, zonder na te denken over de combinatie met de arm, maar simpelweg omdat iemand roept dat het zo’n goede cartridge is. Maar dat gaat alleen op als de match klopt. Als laatste dient de PH-150 ingeregeld te worden op de cartridge. In principe staan alle data, tot en met de compliantie, in de meegeleverde specsheet. Toch kan het geen kwaad om eens te experimenteren met andere schakelbare waarden die de PH-150 biedt. Het verhogen van de (geadviseerde) afsluitweerstand kan soms een dynamischer geluid veroorzaken. Bij een te lage afsluitimpedantie klinkt een cartridge vaak ‘geknepen’.



Luisteren
Wel, de match is goed, draaitafel ingeregeld, PH-150 geconfigureerd en alle elektronica op bedrijfstemperatuur. De laatste jaren zijn hier wat experimenten gedaan met de plinth en de resonantiepatronen van draaitafels. Beetje vergelijkbaar met het werk van Ken Shindo, die een heel Japans bos heeft verzaagd om de ideale plinth voor een Garrard 301 te kunnen ontwerpen. Maar nu is het tijd om te luisteren. De ModWright versterkercombi kan erg subtiel, soepel en gedetailleerd bewegen. Dat is vooral knap aan de kant van de eindversterker, want exemplaren die een behoorlijk vermogen kunnen ontwikkelen opereren wel eens ongenuanceerd en minder subtiel. Wat ook opvalt, is de enorme holografische ruimte. De soundstage is maximaal breed en beweegt ver buiten de linker en rechter luidsprekers. Er is diepte en hoogte, maar vooral belangrijk is dat die akoestische bel simpelweg de halve luisterruimte in beslag neemt.



Dat is indrukwekkend vanaf het cd-medium, maar ronduit spectaculair tijdens het draaien van platen. De drie aanwezige ModWright componenten vallen allemaal op door het open geluid, het betrokken en levendige karakter en die fraaie ‘glow’ waarin componenten met buizen het voortouw nemen. Het is een toegevoegde verdieping in klank en de ‘harmonische diepte’ van stemmen en instrumenten. Dat betekent nadrukkelijk niet dat deze buizenapparatuur warm, wollig en suf klinkt. Goed ontworpen buizenapparatuur klinkt neutraal, dynamisch, gedetailleerd en uiterst subtiel. De phono-stage wordt standaard geleverd met buizen van Sovtek en Electro Harmonix. Niet slecht, maar de indruk bestaat hier dat er iets te winnen valt door op zoek te gaan naar NOS-materiaal van Telefunken of andere grote klassieke brands. Overdrijf vooral niet de toegevoegde waarde van die oude ‘nieuwe’ buizen. Maar, soms zijn er kleine verschillen merkbaar in homogeniteit en klank. Voor de phono-stage zou dat kunnen betekenen dat de strakke organisatie van klanken binnen de stage, ook bij zeer hoge volumes en complex programma-materiaal op orde blijft.



Conclusie
Wie hoogvermogen versterking zoekt en waarden zoals muzikaliteit, klank, levendigheid, betrokkenheid, subtiliteit, detaillering en homogeniteit belangrijk vindt, is goed af met de elektronica van ModWright. Naast de gunstige geluidsmatige eigenschappen zijn het apparaten die buitengewoon degelijk en fraai zijn gebouwd, met de focus op elektronische componenten van zeer hoge kwaliteit. Even iets anders dan de door een robot in elkaar gestampte ‘smd-computerboards’, waarmee veel mid-fi is opgebouwd. Bedacht door fabrikanten die iets begrijpen van marge-maximalisatie, maar weinig van goed geluid. Waarmee niet is gezegd dat er met smd-componenten geen goede ontwerpen kunnen worden gemaakt. Dat is afhankelijk van of de focus bij kosteneffectiviteit of bij goed geluid ligt. Wie een ModWright openschroeft krijgt het warme gevoel dat zo’n apparaat met veel liefde gebouwd is uit duurzame discrete componenten, zoals dat vroeger gebeurde in de glorietijd van de hifi. Wat vroeger kon, kan nu ook, maar wel tegen een hoger prijskaartje. Het betaalt zich in ieder geval uit in voortreffelijke geluidsmatige prestaties.

Prijzen
ModWright KWA-100SE € 6.590,-
ModWright LS 36.5 € 6.890,-
ModWright PH-150 € 9.490,-
www.musicalreality.nl