De geheimen van de uitloopgroef
De uitloopgroef (ook wel ‘dead wax’) is een het stuk aan het eind van een plaat, meestal zonder enig geluid. Toch zit er meer achter dit ogenschijnlijk nutteloos stukje vinyl dan je denkt: er zijn meer dan genoeg redenen om van de uitloopgroef te houden.
Laten we het eerst eens hebben over waarom dat stukje blanco vinyl er zit. Vroeger, in de begintijden der vinyl, werd vrijwel alles analoog gedaan. Dat betekent in dit geval dat er een stuk minder precies gewerkt kon worden. Daarom werd er bij het persen van het vinyl rekening gehouden met een uitloop van de opname – een buffer, als het ware. Nadat de muziek is afgelopen moest er namelijk rekening gehouden worden met eventuele echo’s en achtergrondgeluiden, die met het blote oor wellicht nauwelijks hoorbaar waren. Die buffer heeft uiteindelijk de naam ‘uitloopgroef’ gekregen. Je zou het een bijeffect van muzikaal perfectionisme kunnen noemen.
“Oke, verborgen geschreven teksten zijn leuk,” dachten veel artiesten. “Maar met zo’n uitloopgroef moet je toch méér kunnen?” En inderdaad! Zo liet een bepaald obscuur bandje uit Liverpool (je kent ze misschien wel) op hun album Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band (1967) een ultrasone toon in de uitloopgroef persen die je als mens niet kunt horen, maar honden wel laat janken. Op Pink Floyd’s Atom Heart Mother (1970) is een oneindig druppelende kraan te horen – erg irritant als je vergeet je plaat stop te zetten. Op de LP Reign in Blood (1986) van Slayer wordt je na de muziek getrakteerd op een eindeloze onweersbui. Hoe toepasselijk.
Zoals eerder gezegd zijn er nog ontelbaar veel platen waar een verborgen boodschap in is geschreven of geperst. Zoek de volgende keer dat je een plaat op de draaitafel legt dus even goed naar verborgen boodschappen.