Review Bowers & Wilkins 804 en 805: iconische smaakmakers


Werner Ero | 27 mei 2016 | Bowers & Wilkins

Tijdens mijn halverwege 2011 geschreven megatest over de (uit vijf modellen) bestaande 800 D2 serie, maakte ik al uitgebreid kennis met de enorme aantrekkingskracht die dit merk wereldwijd heeft op veel muziekliefhebbers. Zelden zijn mijn verhalen namelijk zo veelvuldig gelezen en heb ik er zoveel reacties op gekregen als bij deze in twee delen onderverdeelde test. Inmiddels zijn we vijf jaar verder en heeft bij Bowers & Wilkins de grootste technologische revolutie uit haar geschiedenis plaatsgevonden. Daardoor is niet alleen de laatste en meest recente incarnatie van de beroemde 800 serie ontstaan, maar heeft het merk ook enorme ontwerptechnische risico’s genomen. In dit eerste deel ga ik van start met de nieuwe ‘instap’ 805 en 804 en kijk - en vooral luister - ik op welke aspecten deze nieuwste generatie verschilt van de vorige.

Tijdens mijn fabrieksbezoek voor het bijwonen van de wereldintroductie van de 800 D3 serie in de tweede helft van vorig jaar, vernam ik met verbazing dat de onderzoeken voor deze derde generatie zelfs tijdens mijn test van de D2 modellen al in volle gang waren. Het eerste wat op dat moment hevig in mij naar boven borrelde, was de brandende vraag waarom men toen niet wat langer met het uitbrengen van de (op dat moment nog actuele) D2 editie had gewacht? Nu, inmiddels vijf jaar later, begrijp ik veel beter dat het onderzoeksteam in die periode nog voor dermate veel te maken keuzes en op te lossen fabricage- en productievraagstukken stond, dat zelfs een uitstel van enkele jaren nog altijd niet toereikend zou zijn geweest.

Toch was het pas tijdens mijn fabrieksbezoek eind 2015, dat ik ten volle de enorme impact en zeker ook de gigantische financiële risico’s die het merk met dit nieuwe technologische paradepaard was aangegaan besefte. Enkele willekeurige voorbeelden hiervan zijn het afscheid van het iconische gele ‘boegbeeldmateriaal’ Kevlar ten gunste van het nieuwe materiaal Continuum, de compleet nieuwe Turbine kop die niet meer van Marlan maar van massief aluminium is vervaardigd en de verbazingwekkende 180° draai van de kastconstructie voor de drie grootste modellen. Verderop in dit artikel ga ik hier dieper op in, maar het moge duidelijk zijn dat de vele honderden verschillen en verbeteringen tussen de D2 en deze D3 serie van een totaal andere orde zijn dan het meer evolutionaire onderscheid tussen de voorgangers.

Bowers & Wilkins 805 D3

Terwijl ik u zojuist nog over de 180° behuizingsdraai van de 803, 802 en de recent geïntroduceerde nieuwe 800 vertel, lijken de 805 en 804 bij een globale eerste indruk nog steeds over hun oude en vertrouwde vormgeving te beschikken. Toch blijft het al snel bij lijken, want ook bij deze twee ‘instapmodellen’ blijkt nagenoeg alles te zijn gewijzigd. Om maar meteen een mooi statement te maken is, op de diamanten tweeterdome en de verchroomde knoppen van de luidsprekeraansluitingen na, letterlijk alles aan deze nieuwe modellen ten opzichte van hun roemruchte voorgangers veranderd. Dat de 805 D3 bij een eerste aanblik nog steeds heel herkenbaar en vertrouwd oogt, blijkt vooral een knap staaltje verschaling te zijn. Vooral omdat ook bij dit model onderhuids ontzettend veel zaken zijn gewijzigd. Dit begint al bij de in mijn ogen zeer fraaie en vooral veel beter bij het design van de luidsprekers passende nieuwe standaard. Een ontwerp dat, met zijn dubbele metalen staanders en strakke gelakte MDF voetplaat, duidelijk is geïnspireerd op de enorm luxe uitgevoerde speciale 805 Maserati editie. Bijna vanzelfsprekend zijn de afwerking, pasvorm en aansluiting op deze 805 luidsprekers allemaal op het topniveau dat hoort bij deze substantieel geprijsde prestigeproducten.

Continuum

Ook al heb ik het tot nu toe bewust niet aangehaald, het toverwoord, of beter gezegd het materiaal wat de ontwerpspeerpunt voor deze nieuwe D3 serie heeft gevormd, is natuurlijk het zilverkleurige Continuum. Wat ik met name interessant vind aan deze behoorlijke 805 (42,4 cm (H) x 23,8 cm (B) x 34,5 cm (D) en 12,6 kilo zwaar) is dat dit bijzondere materiaal door zijn 2-weg basreflexconstructie met 16,5 cm diameter bas/midden weergever, als enige van de serie op deze wijze wordt toegepast. Bij alle andere modellen van de serie wordt Continuum namelijk alleen ingezet voor het zo belangrijke middengebied. Door het bij dit 2-weg systeem combineren van het laag en middengebied in één enkele unit, kun je beter dan welk ander 800 D3 serie model dan ook, bestuderen hoe dit nieuwe materiaal zich bij een groter frequentiebereik gedraagt.

Maar laat ik eerst nogmaals vertellen wat het materiaal Continuum nu eigenlijk inhoudt. Feitelijk is het een inmiddels gepatenteerd samenspel van verschillende polymeren en andere materialen in een door Bowers & Wilkins zelf ontwikkeld procedé. De zilverkleurige looks ontstaan doordat de vezels in het proces worden gemetalliseerd, maar de feitelijke kracht van het ontwerp zit toch vooral in de combinatie van zeer nauwkeurig gekozen grondstoffen, de inzet van Multiphysics designsoftware en uitgebreide laser-interferometermetingen. Hierdoor bleek al snel dat de Continuum conus een schot in de roos was en over veel betere eigenschappen beschikte dan met Kevlar ooit mogelijk is geweest. Niet alleen was de energieafgifte van Continuum over een groot frequentiebereik veel egaler, maar ook was er een veel lagere vervorming en minder versmering zichtbaar.

Een ‘ideaal’ conusmateriaal voor het middengebied is één, maar zonder een optimale chassis-, motor- en magneetstructuur, komt van al die mooie theorie natuurlijk nog steeds niets terecht. Ook daarvoor is deze in het Engelse Worthing gelegen onderneming wederom tot het uiterste gegaan. Van de compleet herziene luidsprekerchassis en de nieuwe van massief aluminium vervaardigde ‘tweeterbuis’ met compleet herzien beschermrooster, tot de 6 dB/octaaf wisselfilters waarbij van nog betere (Mundorf) filtercomponenten gebruik is gemaakt.

Bowers & Wilkins 804 D3

Bowers & Wilkins 804 D3

Van de ‘boekenplank’ 805 naar de grotere vloerstaande 804 lijkt misschien een enorme stap, maar dat blijkt in de praktijk toch reuze mee te vallen. Natuurlijk is deze 3-weg basreflex luidspreker alleen al door zijn afmetingen van 102 cm hoogte, 23,8 cm breedte, 34,5 cm diepte en een gewicht van 33 kilo, een stuk zwaarder en vooral hoger dan de meer compact gestileerde 805. Maar ook hier zijn dezelfde technieken gebruikt en is weer dezelfde fanatieke aandacht voor details en constructie te vinden.

Naast de grotere afmetingen komt het leeuwendeel van de verschillen door de heel andere luidsprekerbezetting. Want in plaats van het complete midden en laaggebied te moeten verwerken, wordt bij de 804 D3 het nieuwe conusmateriaal Continuum vooral gebruikt voor de in dit geval 13 cm grote FST (Fixed Suspension Transducer) middenunit. Het laag wordt bij dit model weergegeven door een tweetal 16,5 cm basluidsprekers met Aerofoil conussen. Waar het voorheen gebruikte Rohacel vooral een extreem sterk, licht en stijf materiaal is, gaat Aerofoil nog een flinke stap verder. Net als Rohacel is ook dit gebruikte materiaal extreem sterk en stijf, maar voor maximale eigenschappen bij zware belasting is de dikte van de conus variabel gemaakt. Bij een dwarsdoorsnede is bij het nieuwe ontwerp dan ook heel duidelijk zichtbaar dat de conusopbouw aan de uiterste binnen- en buitenzijde veel dunner is dan in het midden.

Net als bij Continuum is ook bij de Aerofoil connussen veel gebruik gemaakt van multi-physics ontwerp software en uitgebreide laser interferometer metingen. Zelfs bij de meest extreme belastingen blijft deze constructie hierdoor nog steeds als een (bijna) volmaakte zuiger werkzaam en weet de ultieme voordelen zoals een hoge stijfheid en een laag gewicht, dichter te benaderen dan ooit! Door het vloerstaande principe en de volwassen afmetingen komen bij de 804 uiteraard de optionele standaards te vervallen en kan naar keuze voor de bijgeleverde inschroefbare witte rubbervoetjes of spikes worden gekozen.

Indrukwekkende specificaties

Zoals eigenlijk min of meer verwacht bezitten beide modellen uitstekende technische specificaties. Het rendement van 88 dB voor de 805 en 89 dB voor de 804 zijn in eerste instantie nog moeilijk schokkend of bijzonder te noemen, maar het opgegeven frequentiebereik van 42 Hz tot 28 kHz bij 3 dB voor de relatief kleine 805 is dat al wat meer. Uiteindelijk ronduit spectaculair is het bereik wat de 804 kan laten zien en wat reikt van 24 Hz tot 28 kHz (wederom bij 3 dB)! Uiteraard heb je niets aan dit soort opgaven als het om half verzonnen marketingkreten zou gaan. Maar aan zo’n soort onwerkelijk rookgordijn heeft Bowers & Wilkins zich bij mijn weten nog nooit schuldig gemaakt.

Wanneer ik vervolgens in de ‘white papers’ lees dat beide modellen gebruik maken van 6 dB/octaaf filtering en topkwaliteit componenten, word ik steeds nieuwsgieriger. Dit soort flauwe filtering is namelijk alleen maar een goede keuze indien de units er daadwerkelijk geschikt voor (en vooral tegen bestand) zijn! Bij een eerste orde filter is namelijk niet alleen de overlap per unit groter, maar bestrijkt iedere eenheid ook een veel groter bereik dan bijvoorbeeld bij een tweede orde (12 dB/octaaf) opzet. Als je dan niet oplet krijg je al snel fors hogere vervormingswaarden en een lagere belastbaarheid op de oren. Uiteraard is hier bij Bowers & Wilkins geen sprake van en is iedere unit specifiek ontworpen voor het specifieke werkgebied.

Kritisch samenstellen

Net als bij mijn uitvoerige test van de D2 generatie, is het ook voor deze nieuwe D3 incarnatie eerst weer zaak om af te tasten waar de aandachtspunten liggen. Wat al tijdens de introductie in Engeland en de daaropvolgende winkel- en showdemo’s heel duidelijk naar voren komt, is de compleet andere klankmatige inslag. Waar de D2 modellen nog de typisch kenmerkende warme Bowers & Wilkins gloed en een soort van prettig gevulde klankbalans bezaten, is de nieuwe generatie duidelijk neutraler, preciezer en meer accuraat afgestemd. Direct overschakelen van een gelijknamig D2 naar D3 model, geeft dan ook een fors klankmatig verschil dat je niet kunt negeren. Directe consequentie is dan ook meteen dat de best mogelijk bijpassende versterkers van de vorige generatie, niet automatisch met de nieuwe modellen wederom de beste match zullen vormen.

Toch zijn er twee enorm positieve aspecten waar ik meteen al ontzettend blij mee ben. Want in tegenstelling tot hun voorgangers, blijkt de nieuwe generatie veel gemakkelijker aan te sturen. Dermate gemakkelijk zelfs, dat indien gewenst nu wel van goede en kwalitatief hoogwaardige buizenversterkers of mooie maar minder krachtige transistor versterkers gebruik kan worden gemaakt. Uiteraard is dit geen vrijbrief om maar iedere willekeurige versterker te gebruiken, maar het geeft wel aan dat hier goede en positieve stappen zijn gezet. Toch is er nog wel één heel belangrijk punt: terwijl de aanstuurbaarheid enorm is verbeterd, zijn de modellen wel een stuk kritischer om een juiste tonale match te bereiken. Onder een juiste tonale match versta ik een weergave die in geen enkel bereik of muzikaal aspect te veel (valse) nadruk legt en vooral raakvlakken heeft met de klank van echte muziekinstrumenten.

De nieuwe 800 D3 generatie heeft dit in basis beslist in zich. Maar in een tijdspanne waar veel audiocomponenten aspecten als helderheid, detaillering en bovenharmonischen te veel benadrukken, kan zoiets ook snel verkeerd gaan. Het is dus zaak om op zoek te gaan naar elektronicamerken en componenten die in basis liefst wat zacht en vloeiend qua omlijning klinken, maar dat ook weten te combineren met een ietwat rijkere en volle klankbalans en een stabiele voeding. In het ‘gebruikte componenten’ overzicht kunt u een aantal versterkermerken vinden die optimaal met deze 800 D3 modellen samengaan. Maar het is gezien het enorme marktaanbod natuurlijk geen complete lijst en zelfs dan blijven er ook nog steeds persoonlijke voorkeuren bestaan. Toch geeft het wel een goede indicatie voor een mooie en goed passende match die in basis gewoon goed klopt. 

Bowers & Wilkins 804 & 805: Luisteren

Bowers & Wilkins 805 D3: Luisteren

Het eerste wat bij het opstellen in de luisterruimte opvalt is dat de afstemming van de nieuwe 805 veel meer de neutrale lijn bewandelt dan de voorgaande series. Aangesloten met zeer mooi bijpassende merken zoals Accuphase, Luxman en T+A blijft de neutraliteit mooi behouden, maar krijgt de weergave ook de benodigde zachtheid, vulling en klankkleuren. Waar ik tijdens het luisteren echter vooral van onder de indruk raak, is de mate waarin dit 2-weg systeem als een werkelijke eenheid klinkt. Nu is dit bij een kleiner systeem door de geringere complexiteit doorgaans gemakkelijker te realiseren dan bij een gecompliceerde meerweg constructie. Toch weet Bowers & Wilkins hier een aantal mooie en zeldzame aspecten aan toe te voegen die je niet vaak tegenkomt. Enerzijds is dat snelheid en definitie in combinatie met een mooi natuurlijk timbre. Ook is deze 805 D3 door zijn grote precisie en lage vervorming, een meer realistische monitorluidspreker dan dit merk ooit heeft vervaardigd.

Om dat gegeven te illustreren kies ik voor het derde trio-album van de Noorse pianist Tord Gustavsen, genaamd Being There. Deze in 2007 op ECM Records uitgebrachte opname past de 805 D3 als een goed zittende jas. Iets wat vooral heel goed tot uiting komt door de rijke en natuurlijk aandoende klankbalans die eigenlijk alle ECM opnamen wel typeert. Het interessante aan Being There is dat de opnames in de Zweedse Rainbow Studio plaatsvonden: een wereldwijd befaamde studio die in de afluisterruimtes ook gebruik maakt van Bowers & Wilkins 800 luidsprekers en dat is direct te horen. Bij het beluisteren over de 805 beschikt deze bezielende muziek over nog net wat meer magie en emotie dan gebruikelijk. Zelfs de soms zeer subtiele tempowisselingen en de mate waarmee de instrumenten worden bespeeld zijn hier prachtig terug te horen.

Ook bij de andere gedraaide muziekstukken blijkt de 805 over een mooi ongekleurde weergave te beschikken, die daadwerkelijk in staat is langdurig te boeien. Vooral in een juiste setting. De presentatie is daarbij volwassener en grootser dan je normaliter van zo’n relatief kleine behuizing mag verwachten. Het is vooral mooi dat het oorspronkelijke muzikale gebeuren nooit geweld wordt aangedaan door het onnatuurlijk groot of juist te klein af te beelden. Nog belangrijker vind ik dat de klankbalans van zacht tot luid nagenoeg niet wijzigt en ook bij zelfs heftige pianoakkoorden of drumaanslagen nog steeds stressvrij en ongedwongen blijft klinken. Qua audiofiele aspecten staat het geluidsbeeld goed gedefinieerd tussen de luidsprekers en is bij muziek die dat bevat, ook in staat een stukje buiten de weergevers te treden. Dieptebeeld is goed en duidelijk beter dan de D2 generatie, maar nog steeds niet concurrentieverpletterend. De werkelijk toegevoegde waarde van deze D3 loot zit hem verder vooral in een betere tonale integratie van laag tot hoog, een aanmerkelijk lagere vervorming en een meer open en ongekleurde weergave dan voorheen.

Bowers & Wilkins 804 D3: Luisteren

In de volgende ronde is het de beurt aan de grotere 804 D3 en dat is, als ik heel eerlijk ben, voor mij nog altijd visueel het meest evenwichtige model van de serie. Ook in de D3 incarnatie heeft hij nog niets van zijn charme en aantrekkingskracht verloren. Recht van voren zie je de uitstekende ringen waar de units op bevestigd zijn zelfs niet en valt eigenlijk alleen nog maar het zilverkleurige continuum als ‘anders’ op.

Toch is ook hier de weergave weer een heel ander verhaal. Neutraler, sneller, ietwat lichtvoetiger qua timbre en zeker ook strakker in het laag zijn hier de eigenschappen van dit model. Na de aansturingsvriendelijke 805, valt deze positieve eigenschap ook bij de nieuwe vloerstaande 804 nadrukkelijk op. Zozeer dat je zelfs met een goede modale receiver of ander minder kostbaar spul al vlot uit de voeten zou kunnen. Ook in onze huiskamer weet de 804 samen met de toch beslist niet kostbare Naim 5i een weergavekwaliteit tevoorschijn te toveren die ik hier nog maar zelden als zodanig heb kunnen ervaren. Mooi diep laag wat zelfs aan zo’n kleine versterker nog opvallend goed gedefinieerd is, een egaal en goed gevuld middengebied en een eerste klas spraakverstaanbaarheid en hooginformatie welke je normaliter pas bij veel duurdere componenten kunt waarnemen!

Nieuw uit de doos vind ik overigens de hoogweergave en eigenlijk het complete hogere harmonische spectrum nog wat schril en vooral overgeaccentueerd. Maar na verschillende weken lekker doorspelen veranderen deze zaken duidelijk ten goede en staat er ‘gewoon’ een heel mooi gebalanceerd geluid voor je neus. De voordelen van de 804 boven de 805 zijn vooral bij hogere volumes en bij verwerking van complex materiaal goed waar te nemen. Bij deze 804 is er namelijk nog wat minder kleuring, nog minder vervorming en een opvallend schoon geluid te ervaren. Toch is het juist dit op zich positieve laatstgenoemde aspect wat de liefhebbers van de oudere, warmer klinkende Bowers & Wilkins modellen een beetje verdeelt. Ja, het is waar en ze zijn inderdaad wezenlijk anders van klank dan de voorgaande 800 generaties. Ook kan ik mij voorstellen dat mensen die al met de andere modellen vertrouwd zijn geraakt in het begin zullen moeten wennen aan deze meer neutrale afstemming.

Het goede nieuws is dat het goed mogelijk is gebleken om ook bij deze D3 generatie een bepaalde warmte/vulling en een natuurlijke vloeiendheid in de weergave aan te brengen. Alleen in plaats van de luidsprekereigenschappen dient u dat door middel van de match met de aansturende elektronica te realiseren. Daarbij zijn de weergevers het transparante doorgeefluik zoals het feitelijk ook hoort. Als muzikaal voorbeeld heb ik bij de 804 D3 voor het relatief onbekende in 2006 uitgebrachte album Mythologies van Patricia Barber gekozen. In deze ode aan het gedicht ‘Metamorfoses’ van de Romeinse poëet Ovid, bezingt Patricia in haar eigen onvolprezen stijl dit bijzondere thema. Qua spanning diepgang en zeker ook de dynamische en muzikale kwaliteiten, behoort Mythologies bij de beste en meest bijzondere albums die deze eigenzinnige Amerikaanse componist/zangeres tot op heden heeft uitgebracht. Ondanks de voor haar doen afwijkende bezetting met soms werkelijk gillende elektrische gitaren en scheurende sax, is Mythologies toch een heel sterk samenhangend album geworden. Het eerste nummer The Moon begint met een oude krakende mono plaatopname, waarna de echte overigens prachtig geregistreerde vleugel van Patricia het overneemt. Net terwijl je denkt dat het nummer toch wel wat in begint te zakken, komt de band op volle sterkte erin en ontstaat een extreem dynamisch en spetterend optreden zonder weergave.

Juist bij dit soort grote dynamiekerupties blijkt de grote kracht van de nieuwe 804 - en eigenlijk het hele D3 concept. Zonder enige vervorming, zonder compressie en met een aanstekelijke en goed gedoseerde drive, overzicht en controle, stroomt de muziek uit de luidsprekers. Prachtig! De werkelijke kracht van de 804 D3 ligt wat mij betreft dan ook in de mooie samenhang van alle muzikale  parameters en het feit dat deze luidsprekers zelfs al met een eenvoudige maar goede versterker prima aan te sturen zijn. Hoewel een betere versterker door de grotere zuiverheid en zeggingskracht zeker aan een nog (veel) betere weergave zal kunnen bijdragen.

Bowers & Wilkins 804 & 805: Conclusie

Conclusie     

Zo, de aftrap is gegeven en de kop is eraf. Hoewel de 805 en 804 D3 modellen qua uiterlijk nog veel op hun voorgangers lijken, is onderhuids en bij nadere beschouwing toch echt alles anders. Ondanks dat de weergave van de D3 modellen nog steeds herkenbaar Bowers & Wilkins is, blijken de muzikale en technische eigenschappen wezenlijk verschillend te zijn. Hierbij moet u denken aan sneller, transparanter, schoner, eerlijker en meer neutraal. Houdt u nog steeds van het oude Bowers & Wilkins geluid met wat meer jus en warmte, dan is dat gelukkig zelfs bij deze meer realistisch afgestemde nieuwelingen nog steeds heel goed mogelijk. Wel wordt het dan zaak extra aandacht te besteden aan de systeemsamenstelling en samen met uw winkelier voor componenten te gaan die in basis al deze gewenste eigenschappen bezitten. Klasse A georiënteerde ontwerpen zijn hier een mooi voorbeeld van, maar ook van andere werkingsprincipes als klasse A/B en zelfs enkele klasse D ontwerpen zijn goed bijpassende modellen te vinden.

Wat de 805 en 804 D3 betreft vind ik dat Bowers & Wilkins een grote stap heeft weten te maken. Geen stap in de veel gemakkelijkere richting van een bewust mooier, prettiger of een meer (romantisch) gekleurd geluid. Maar veel meer een stap in de richting van compromisloos realisme, accuratesse en een hogere kwaliteitsstandaard. Dat daarbij de prijzen ook behoorlijk zijn gestegen is in dat licht eigenlijk volstrekt logisch. Zeker als je ook de gebruikte materialen en de enorme ontwikkelingskosten in overweging neemt. Dus bent u in de race voor een volgende stap in kwaliteits- en realiteitsbeleving? Dan zijn deze huiskamervriendelijke modellen de ‘voordeligste’ instap in de nieuwe wereld van Bowers & Wilkins.

Prijzen

Bowers & Wilkins 805 D3 € 3.000,-  per stuk
Bowers & Wilkins FS 805 D3 standaards € 500,-  per stuk
Bowers & Wilkins 804 D3 € 4.500,-  per stuk

Gebruikte componenten

Gebruikte componenten

Cd-spelers/drive: T+A PDP 3000 HV, Luxman D-08u en D-06u, North Star Design T192 
Streamer: AudioAanZee Reference flow
DAC: Accuphase DC-37, North Star Design Extremo
Geïntegreerde versterkers: Constellation Audio Argo, Luxman L-590AX mk II, Naim Nait 5i, Zanden 6000
Voorversterkers: Accuphase C-2120, Luxman C-900u, T+A P 3000 HV
Eindversterkers: Accuphase A-47, T+A A 3000 HV, Luxman M-900u
Audioracks: Finite Elemente Pagode Master Reference HD12 en MR34
Interlinks: Siltech Royal Signature Empress RCA+XLR, AudioQuest Fire RCA+XLR
Digitale kabels: AudioQuest Diamond USB + ethernet, Sonore AC Reference coax + AES/EBU, North Star Design White Gold I2S
Luidsprekerkabel: AudioQuest Castle Rock, Nirvana SX
Netkabels: Nirvana PC, Kemp Reference, Essential Audio Tools Current Conductor, AudioQuest NRG-1000