Dynaudio Xeo 3


Max Delissen | 18 juni 2012 | Dynaudio

Al zo lang als ik met hifi bezig ben, ken en bewonder ik de luidsprekers van Dynaudio. Dit sympathieke Deense merk blinkt uit in muzikaal klinkende luidsprekers die zowel in studio's als bij muziekliefhebbers thuis hun magische werk doen.

Toch moet ik enigszins beschaamd bekennen dat ik nog nooit een paartje Dynaudio luidsprekers in huis heb gehad. Die stonden altijd ergens anders. Wel in de buurt - bij mijn broer of een vriend - maar niet bij mij. Maar nu komt daar dus verandering in met de super-innovatieve Xeo 3 actieve, draadloze monitorluidspreker. Een verrassend debuut, zo zou blijken...

Xeo is een nieuw concept van Dynaudio dat zowel qua gebruiksgemak als geluidskwaliteit nieuwe maatstaven wil zetten. Daarmee worden nadrukkelijk twee doelgroepen bediend: enerzijds de audiofielen die op zoek zijn naar een zo goed mogelijk geluid, en anderzijds muziekliefhebbers die wel gevoel voor kwaliteit hebben, maar die geen onhandige toestanden met allerlei apparatuur en luidsprekerkabels willen. Die combinatie leek tot voor kort onverenigbare verschillen op te leveren, maar Dynaudio denkt daar met de Xeo serie verandering in te kunnen brengen. Door een zeer hoogwaardige luidspreker te voorzien van uiterst moderne en betrouwbare digitale techniek slaan ze in elk geval twee vliegen in één klap: topgeluid en draadloos bedieningsgemak.

De Xeo 3 is een compacte tweeweg monitor in een basreflex behuizing met ingebouwde digitale versterking. Hij is leverbaar in zwart en wit piano hoogglans lak, en sinds kort ook in satijnglans afwerking. Bij de setprijs van 1500 euro zijn een digitale transmitter, alle benodigde kabels en de afstandsbediening inbegrepen, een paartje stands moet apart worden aangeschaft. De gebruikte units werden eerder al in de Excite X 12 en X 32 toegepast, maar ze zijn op punten aangepast voor gebruik in de Xeo. Zoals we gewend zijn worden alle onderdelen ontwikkeld in Denemarken en ook geheel in eigen huis vervaardigd. De technische gegevens van de Xeo 3 laat ik verder grotendeels buiten beschouwing, maar de website van Dynaudio is zeer informatief voor wie op zoek is naar de specificaties.

Aansluiten, Opstellen en Spelen
Het hart van de Xeo set wordt gevormd door de Transmitter, omdat je daar je bronnen op aansluit. Een zeer prettige eigenschap van de Transmitter is dat hij volledig autonoom werkt. Er hoeft geen software te worden geïnstalleerd en er hoeft geen IP-adres ingevoerd te worden. Dat gebruiksgemak zal zowel de gevorderde technofiel als de traditionele muziekliefhebber aanspreken. Hier is echt sprake van plug-and-play. Of UNplug and play zoals Dynaudio zelf zegt, omdat de Xeo-gebruiker namelijk geen versterker, D/A converter en luidsprekerkabels meer nodig heeft.

Aan een Transmitter kun je trouwens meerdere sets Xeo luidsprekers koppelen. Hoeveel precies is nooit uitgeprobeerd, maar zullen we 'ruim voldoende' zeggen? Al die luidsprekers moeten worden verdeeld over drie zones. Iedere zone kan muziek van een andere bron weergeven, en heeft een eigen, onafhankelijke volumeregeling. Multizone in optima forma dus.

Op de transmitter kun je in totaal vier bronnen aansluiten, verdeeld over drie ingangen. Ingang 1 is voor analoge bronnen, en bestaat uit een parallel geschakelde stereo mini-jack en een RCA stereo-ingang. Die kun je dus niet tegelijk gebruiken. Ingang 2 (Toslink) en 3 (USB) zijn digitaal. Persoonlijk had ik er graag nog een of twee extra digitale ingangen op gezien (coaxiaal), maar in een gemiddelde setup zal dit waarschijnlijk meer dan voldoende zijn.

Volgens de specificaties achterin de folder heeft de Xeo een maximale digitale resolutie van 16bit/48kHz, maar in de praktijk wordt 24/48 ook ondersteund. De digitale hardware in de luidspreker maakt daar on the fly weer 16 bits van. Er kan geen signaal met een nog hogere resolutie (88.2 / 96 / 192) worden aangeboden, want dan geeft de Xeo niets weer. Wanneer een computer als bron wordt gebruikt kun je daarop instellen dat er maximaal een 24/48 signaal wordt uitgestuurd, dan heb je nergens last van. Volgens Dynaudio is het op dit moment technisch nog niet mogelijk om een 24/96 signaal onvoorwaardelijk stabiel draadloos over te brengen, omdat de chips die daarvoor nodig zijn nog niet bestaan. Het overgrote deel van de consumenten zal echter voldoende hebben aan de geboden resolutie.

Met het oog op de pure muziekliefhebber als doelgroep zal ik de set beoordelen zoals hij uit de doos komt. Ik kan er wel meteen mijn gekoesterde eigen kabels aan hangen, maar dat voelt eigenlijk hetzelfde als een sterrengerecht bedelven onder een laag ketchup...niet leuk voor de maker, en onhandig voor het vaststellen van de werkelijke smaak. Natuurlijk is er nog winst te behalen met betere netsnoeren en optische kabels, maar dat is een leuk en spannend experiment dat achteraf kan plaatsvinden. Ik denk dat een groot deel van de doelgroep in eerste instantie niet zoveel interesse heeft in betere kabels. Mensen die Xeo kiezen willen opstellen en spelen.

Draadloos

Het netsnoer is de enige kabel die aan de luidspreker zit. Het muzieksignaal komt draadloos en volledig digitaal binnen vanaf de bijgeleverde transmitter. In de luidspreker passeert het eerst een digitaal wisselfilter dat het signaal uiterst nauwkeurig en zonder faseproblemen in lage en hoge tonen verdeelt. Daarna wordt het omgezet naar een ander digitaal formaat (PWM) en versterkt. Het signaal blijft dus tot aan de luidsprekerunits digitaal!

De bijgeleverde optische kabel wordt afwisselend achterin mijn Squeezebox Touch en de tijdelijk bij mij logerende Cambridge Audio StreamMagic 6 geprikt, en mijn MacBook Pro wordt met de eveneens meegeleverde USB kabel aangesloten. En dan moet ik eerlijkheidshalve meteen vermelden dat ik geen verschil kon waarnemen tussen de Toslink en de USB ingang. Dat is prima, want dan maakt het dus ook niet uit welke keuze je als gebruiker uiteindelijk maakt.

Achterop de luidspreker zit direct boven de netentree een aan/uit knop en daar weer boven vind je twee schakelaartjes waarmee je respectievelijk het stereokanaal kunt kiezen (links, rechts of mono) en de zone (1, 2 of 3). Bronkeuze, zone en volume/mute zijn te bedienen via de afstandsbediening die standaard bij een set luidsprekers wordt geleverd. Die afstandsbediening is overzichtelijk ingedeeld en heeft relatief grote knoppen, maar ik vind hem wel een beetje klein en licht. Dat is trouwens een kwestie van gewenning, ik heb nu eenmaal grote handen...

Op de afstandsbediening zitten aparte knoppen voor Aan en Uit, maar ik heb gemerkt dat de Transmitter zichzelf én de luidsprekers automatisch inschakelt als hij signaal binnenkrijgt. Met een minimale vertraging weliswaar, maar toch is het handig. Nog handiger is dat hij zichzelf én de luidsprekers na ongeveer tien minuten afwezigheid van signaal ook weer automatisch uitschakelt. Eco-vriendelijk is dit systeem dus ook.


Luister en huiver

Hoewel ik een goed ingespeeld demosetje kreeg thuisbezorgd zette ik de Xeo's eerst een weekje op 'chambreren'. Ze staan dan eigenlijk een beetje te dicht bij elkaar, tussen mijn audiomeubel en mijn eigen luidsprekers in. Dat geeft meestal een te smal geluidsbeeld, maar ik gun mezelf hiermee de tijd om aan de tonale balans van een luidspreker te wennen. De Xeo 3 wist tot mijn verbazing zelfs in deze benarde positie al een enorme bel van geluid in mijn huiskamer te projecteren. De tonale balans is zoals ik hem van Dynaudio ken. Neutraal met een lichte maar prettige neiging naar warmte. Het hoog loopt ver door maar is nooit scherp, en het laag gaat aanzienlijk dieper dan het bescheiden formaat doet vermoeden. Stemmen hebben body, en instrumenten hebben een geloofwaardige eigen klank en ‘substantie’. Hulde overigens voor het feit dat de ontwerpers van Dynaudio gekozen hebben voor een open en muzikale balans, en niet alles in het werk gesteld hebben om nog een half octaafje meer laag uit de kastjes te persen.

Na een week zet ik de Xeo's wat verder naar voren en plaats ik ze zo ver uit elkaar dat er ten opzichte van de luisterplaats een driehoek met gelijke zijden ontstaat. Hoewel ze nu een stuk verder van de achterwand af staan resulteert dit nauwelijks in een afname van de lage tonen, maar het beeld wordt wel aanzienlijk groter. Ik begin de luistersessie met het tweede deel (Los Angeles – Affanoso) uit de op ECM uitgebrachte vierde symfonie van Arvo Pärt. Vlak voor de eerste aanslagen op de Kalimba is 'de zaal' te horen, en de enorme hoeveelheid ruimtelijke informatie beneemt me bijna de adem. Ik heb dit al vaker erg goed gehoord, maar dat was op veel duurdere luidsprekersystemen. Dat de concertzaal zo groot en bijna zichtbaar wordt neergezet zegt veel over de kwaliteit van de gebruikte tweeter en de integratie van het laag/mid en het hoog in dit tweewegsysteem. Vrijwel direct na de kalimba vallen de strijkers van het orkest in met een serie krachtige akkoorden die pizzicato wordt gespeeld. Hier weet de kleine Xeo 3 een redelijke hoeveelheid druk achter te zetten die wederom zijn formaat overstijgt. Ik word zo in de muziek gezogen dat ik, zonder het te merken, de rest van de symfonie helemaal beluister en pas weer opschrik van de stilte die aan het einde valt.

Jazz dan. Jimmy Smith, de koning van de Hammond. Op het album The Cat speelt hij een verrukkelijke mix van uptempo swing en bijna filmische midtempo tracks, met een door Lalo Schiffrin gearrangeerd orkest er achter. Het stereobeeld is vanwege de leeftijd van de opname (1964) wat onnatuurlijk van indeling. De drums op rechts en het orgel op links, in de zogenaamde ping-pong opstelling. Het orkest is echter perfect in stereo op de achtergrond geplaatst, met ritmische accenten die je links en rechts om de oren vliegen. De dynamiek is groot, en de kleine Dynaudio’s volgen alsof het geen enkele moeite kost. Hoe hard ik er ook mee speelde, er wilde maar geen vervorming in het geluid komen. Een duidelijk voordeel van de gebruikte digitale versterking. Jimmy swingt de pan uit, en mijn meetappende voet en de gebiedend geheven rechterwijsvinger ("Er moet méér Hammond gespeeld worden!") geven aan dat ik de techniek volledig uit het oog ben verloren, en me volledig op de muziek kan concentreren. Weer een sterk punt van de Xeo 3.

In het kader van muzikale opvoeding schotel ik mijn lezers altijd graag een mix van bekendere en meer obscure artiesten voor in mijn recensies. Het gaat tenslotte om de muzikale ontdekkingsreis, nietwaar? In de serie 'weer eens wat anders' kies ik deze keer voor Monolake, een wisselend samengesteld muzikaal collectief rond de Berlijnse producer Robert Henke. Het gaat om perfect gearrangeerde en zeer goed opgenomen elektronische muziek. Wie anno 2012 nog steeds durft te beweren dat je daar geen hifi mee kunt beoordelen mag zijn set naar de lommerd brengen. Monolake maakt weidse, lichtelijk koele industriële ambient die voorzien is van spannende, hoekige ritmes. Op het jongste Monolake album Ghosts staat de track Toku. Hierin wordt een enorm en schimmig klanklandschap neergezet door een soort holle toon die ver op de achtergrond weerklinkt terwijl op de voorgrond allerlei geluidjes als vallende balletjes door het stereobeeld heen en weer stuiteren. Een omfloerste beat houdt het geheel gevangen in een ritmische samenhang die zich pas na meerdere luisterbeurten prijsgeeft.

Wat deze track vooral spannend maakt is de pijlsnelle en ritmisch sterke weergave en het zeer brede en diepe geluidsbeeld van de Xeo 3. Vanwege de goede spreiding van de tweeter en het kleine frontoppervlak worden de vallende balletjes echt meer dan een meter buiten de luidsprekers geprojecteerd, terwijl de eerder genoemde holle toon zich ver achter de luidsprekers bevindt, zo'n beetje midden in de woonkamer van mijn buurman. Dat is niet alleen uiterst spectaculair, maar getuigt ook van een zeer goede fasereinheid en ritmische samenhang.

Conclusie
De fasereinheid en ritmische samenhang blijken gedurende de vele plezierige uren die ik naar de Xeo 3 heb geluisterd zijn allersterkste punten te zijn. Veel moderne kleine luidsprekers kunnen tonaal goed meekomen met wat de Dynaudio’s presteren, en ook op het gebied van dynamiek zijn er genoeg andere kandidaten. Maar juist vanwege het volledig digitale signaalpad en de perfect afgestemde interne versterking weet de Xeo 3 in zijn prijsklasse (en misschien ook nog wel een stukje daarboven) een overtreffende trap in muzikale kwaliteit te bieden. Ik zie ze met lede ogen weer vertrekken, en dat zegt eigenlijk genoeg.

Qua techniek is de Xeo helemaal van deze tijd. De eenvoudige setup, de innovatieve digitale signaaloverdracht, het feit dat je er zonder gedoe een bron op kunt aansluiten en binnen vijf minuten van zeer goede draadloze muziek kunt genieten is al geweldig. Dat je er zeer snel en gemakkelijk twee aparte zones bij kunt plaatsen is nog eens een dik pluspunt. In elke kamer waar je twee stopcontacten over hebt kun je de Xeo's neerzetten. De Transmitter heeft een fors bereik, dat doorgaans genoeg is om een gemiddeld huis op alle verdiepingen van muziek te kunnen voorzien.

De allereerste Dynaudio die ik in huis kreeg heeft meteen diepe indruk op me gemaakt. Laat ik het tot slot dan maar zo samenvatten: als ik op dit moment op zoek was naar een compleet nieuwe, fraai klinkende en mooi vormgegeven hifi-set, dan zou ik serieus overwegen om al mijn muziek op een netwerk-harde schijf te zetten, een leuke streamer te kopen, en er een setje Xeo 3 (of de vloerstaande grote broer Xeo 5 van 2.900 euro per set) bij te zetten. Simpel en muzikaal, meer heb je echt niet nodig... Een krachtige aanbeveling waard!

Kijk ook eens op de Dynaudio Special