Apogee Mini-Dac


René van Es | 12 september 2003 | Apogee

Mini in formaat

Het is november 2002 als ik met pijn in het hart een digitaal analoog converter van het merk Apogee Electronics retour importeur zie vertrekken. In schreef toen onder andere naar aanleiding van de hoge aanschafprijs van het apparaat dat zowel A/D als D/A conversie verzorgt: “Stel nu eens dat Apogee een converter uit zou brengen die geen A/D conversie in zich heeft. Dan zou de prijs een flink stuk kunnen zakken en meer in de buurt komen van het voor mij maximaal haalbare.” Mijn wens lijkt verhoord te worden als de Mini-Dac op de site van Apogee is aangekondigd en ongeduldig blijf ik alert of bij TM Audio tot de eerste doosjes arriveren. Nauwelijks een dag terug van vakantie blaas ik richting Utrecht en dezelfde middag klinken de eerste noten uit dit 1285 euro ontwerp van Nederlander Lucas van der Mee.

Lucas van der Mee is senior ontwerper bij Apogee Electronics. De Nederlander heeft een aardige historie. Zo is hij begonnen als technicus en geluidsman bij de groep De Dijk. Daarna werkte hij eerst als manusje van alles en later als belangrijkste technicus jarenlang bij Wisseloord Studio`s en deed en passant de HTS. Gezien zijn opmerkelijke prestaties bij Wisseloord werd hij gevraagd te komen werken voor de Ocean View Way Studio`s in LA. Met als resultaat dat hij de technische manager werd over vijf studio`s. Een van zijn zelfopgelegde taken was het modificeren van o.a. Apogee converters, omdat in zijn ogen de analoge ingang en uitgang veel beter kon. Toen de studio`s deels werden verkocht stapte hij over naar Apogee en werd daar de ontwerper van alle SE versies (veel, veel betere analoge uitgangen wat ook door een concurrentie is bevestigd). Hij is nu de belangrijkste man binnen Apogee voor de hardware ontwerpen. Hoewel Apogee marktleider is in de USA op zijn gebied, is het bedrijf maar twintig man groot. Ontwerp van alles doen ze zelf, het etsen van printen en de assemblage daarvan is uitbesteed

Mini-Dac

De eerste verantwoordelijkheid van Van der Mee is inspelen op de markt voor professionele toepassingen van A/D en D/A converters. Dat hij daarnaast zelf audiofiel is en veel van zijn vrienden daartoe gerekend kunnen worden is leuk, maar van veel minder belang voor het bedrijf zelf. Het is dan ook vanuit de professionele hoek dat de wens naar voren komt om een portable D/A converter te ontwikkelen waarmee het mogelijk is om op locatie direct controle te hebben over een opname. Apogee heeft dan in het leveringspakket al een microfoonversterker-A/D converter, welke naadloos via een USB bus aansluit op een laptop geschikt voor opnames. De ontwikkelde Mini-Dac gaat in een zelfde soort behuizing en vormt zo een interface tussen microfoon, de luidsprekers en  de harddisk, middels de USB bus die signalen naar beide kanten doorlaat. Zowel voor een Mac OS als voor Windows gebaseerde opslagsystemen.

Tot zover heb ik er niets aan, een opnametechnicus wel. Een seminar bij TM Audio geeft me de kans met Lucas van gedachten te wisselen over de Mini-Dac en hij maakt mij erg blij als ik in zijn uitspraken meer en meer de audiofiel herken. Ik vertel hem mijn enthousiasme over de PSX100SE. De Mini-Dac zou wel eens “my cup of tea” kunnen worden denkt hij. Met alle functionaliteit voor thuis, naast de studio opties.

De Mini-Dac biedt zoals gezegd via een bronkeuze schakelaar opties voor studio’s die thuis niet nodig zijn. Daaronder schaar ik het werken via de USB poort. Een optie die ik niet eens kon proberen omdat de USB kaart additioneel is en niet is meegeleverd met het recensie exemplaar. Ook heb ik niets aan aansluitingen voor ADAT, S/MUX en Double AES/EBU. U wel? Wel maak ik gebruik van normaal AES/EBU, S/PDIF via een cinch en een optische interface en de mogelijkheid om 44.1, 88.2, 48 en 96 kHz signalen om te zetten van digitaal naar analoog formaat. Een bron voor 192 kHz signalen staat hier helaas (nog) niet thuis. De Mini-Dac kan op zich wel signalen van 176.4 en 192 kHz aan. Probleemloos bleek tijdens het seminar.

De voorzijde is voorzien van LED’s die de monster frequentie aangeven en zelfs twee LED’s die als VU-meter werken. Resteren drie dingen, de aan/uit schakelaar, een hoofdtelefoon uitgang (6,3 mm) en een volumeregelaar. De volumeregelaar is via jumpers te omzeilen voor puristen onder ons. Op de achterzijde van de Mini-Dac van links naar rechts: de voeding aansluiting, de cinch en optische S/PDIF ingang, de AES/EBU input (daarover straks meer), een USB bus, een mini-jack line-out en links en rechts analoog uit via XLR stekers. Meegeleverd wordt een externe schakelende voeding met Nederlandse netstekker. Op de mini-jack line-out kunt u een hoofdtelefoon aansluiten maar ook een versterker of actieve luidsprekers. Met de volume regelaar aan de voorzijde stelt u het volume in. Hetzelfde geldt voor de XLR aansluitingen. Wie geen gebalanceerde ingang heeft op zijn of haar versterker kan met verloopjes het signaal op de XLR bus naar cinch omzetten of met behulp van een verloopje van mini-jack naar cinch.  De AES/EBU digitale ingang, waarop ik terug zou komen, is wegens ruimtegebrek uitgevoerd met een 9-polige Sub-D connector zoals u die aantreft op uw PC. Een verloopje van Sub-D naar 2 x XLR zit in de doos. Via het verloopje kunt u twee digitale bronnen aansluiten of gebruik maken van Double AES voor studio formaat.

Apogee geeft in de handleiding geen informatie wat er in het doosje te vinden is. Behalve hoe je jumpers omzet, het uitgangssignaal kalibreert of de USB kaart inbouwt. Via mail en uit gesprekken met Lucas kan ik u het volgende citeren. “De basis van een dac is een multilayer print plaat waar per layer de voeding, de aarde en het signaal gescheiden is. Als voorbeeld, layer 1. voedingsignaal, 2. ground, 3. signaalvoeding, 4. groundvoeding, 5. voedingground, 6. groundsignaal. Op de printplaat voorzie je elke opamp van een  de kortste weg naar de stroombron. Bovendien buffer je elke opamp met een set elco’s om de eerste vraag naar stroom op te vangen. Analoge uitgangen moet je goed maken, lage impedantie en sterk genoeg om een hoofdtelefoon rechtstreeks aan te sturen. Alles wat je tegen jitter kunt doen, doen!” Dan ben je er nog niet want er moet nog een converter in. De converter gebruikt in de Mini-Dac is een Analog Devices AD1955. Vergelijkingstesten zijn gedaan met de nieuwe chips van de concurrentie, maar volgens Apogee is deze inmiddels een jaar oude chip in gehoortesten nog steeds glansrijk de winnaar. De verschillen zouden niet subtiel zijn.

De voeding van de Mini-Dac is een super high speed switcher. De externe voeding doet feitelijk niets anders dan een DC (gelijkspanning) aanbieden. In de Mini-Dac wordt de DC omgezet in ultrahoog frequente wisselspanning (AC in de orde van ongeveer 750kHz), een meervoud van de sample rate. Vervolgens wordt de AC gereguleerd tot de normale DC spanningen. Het voordeel van dit principe is dat de externe voeding bijna alles kan zijn, de gegenereerde noise is onder controle en ver boven de audiorange. De snelheid waarmee dit circuit kan reageren op een veranderende vraag is ook ver boven elke hoorbare transient. Apogee claimt heel wat overcapaciteit in zowel de voeding als in lokale condensatoren. De dynamische range van de Mini-Dac is meetbaar 3 dB groter dan die van de PSX100SE. Op THD en ruis is volgens de ontwerper de Mini-Dac zo`n 10 tot 15 dB beter. Het verschil voornamelijk te vinden in de derde harmonische. De AES/EBU digitale ingang is gelijk aan de S/PDIF ingang, ware het niet dat de XLR gebalanceerd is en trafogescheiden. Dat verlaagt de aanwezige noise aanzienlijk en daardoor zal de jitter nog geringer zijn. Uniek ten opzichte van veel andere dac’s is ook het klokken van het signaal. Als fabrikant sta je voor de keuze: klok ik het ingangssignaal binnen te nauwe toleranties dan moet de bron optimaal zijn of klok ik het ingangssignaal zo dat elke bron wel lockt, al moet ik dan leven met jitter? Apogee lost dat op door met twee klokken intern te werken waartussen een data buffer zit. De klok aan de ingang is tolerant voor de bron, de tweede klok aan de conversie zijde zorgt dat de data exact getimed uit de buffer komt. Kostbaar maar de ultieme oplossing.

Apogee Mini-Dac

Integratie

Ik heb een wat ingewikkelde digitale bron tot mijn beschikking, die echter wel van hoge kwaliteit is. Het loopwerk is een Teac VRDS-T1 met een Trichord Clock 2 en wat kleinere modificaties als loodbitumen en een beter netsnoer. Het signaal gaat ongebalanceerd naar een Monarchy Audio Digital Interface Processor die jitter vermindert. Van daar uit ga ik gebalanceerd naar een Assemblage (Sonic Frontiers) D2D-1 sample rate converter die het signaal nogmaals van jitter tracht te ontdoen en bovendien upsampled naar 24 bit 96 kHz. Dan pas gebalanceerd naar de Dac. Voorheen een M-Audio Superdac 2496, voor deze recensie de Apogee Mini-Dac. Na de dac met verloopjes van XLR naar cinch. Om synergie in de set te krijgen zijn alle digitale kabels van Apogee (Wyde-Eye). Als tweede digitale bron staat er nog een Marantz DV6200 DVD speler. Ik probeerde ook nog optische kabels, maar de resultaten met Wyde-Eye zijn veruit superieur. Omdat de oplossing met het Sub-D verloopje voor mij niet noodzakelijk is, ik heb maar één bron met XLR, soldeerde ik aan een 110 Ohm Wyde-Eye kabel een Sub-D in plaats van de Neutrik XLR. Ik kan niet zeggen dat daarmee het resultaat beter werd, mijn gemoedsrust nam wel iets toe, het geen volkomen subjectief is.

De Mini-Dac bleek gevoelig voor inspelen en heeft minimaal een week nodig gehad om tot volle wasdom te komen. Was het beeld eerst zo groot als de poef die tussen de speakers staat, na een week was er breedte, hoogte en diepte die tot buiten de speakers reikte. Ik heb de moeite genomen om de dac rechtstreeks aan te sluiten op het loopwerk, of alleen via de DIP of te werken zonder upsampling. In alle gevallen liep de weergave kwaliteit achteruit, niet verwijtbaar aan de dac, maar verwijtbaar aan niet onderdrukte jitter of een mindere signaal kwaliteit. De dac bleef te allen tijde beter presteren dan andere dac’s of op een minimaal gelijkwaardig hoog niveau. De keuze om de luistersessie te beschrijven met zowel de jitter box als de sample rate converter actief is tweeledig. Ten eerste ben ik gewend zo te luisteren en ten tweede waarom zou ik genoegen nemen met een inferieur signaal als het optimale in het audio rek op de kabel te vinden is? De keuze voor een XLR aansluiting boven een S/PDIF is puur op gehoor gemaakt. Wie XLR tot zijn of haar beschikking heeft moet dat zeker toepassen. De winst is zeker ongeveer 20% in kwaliteit van de weergave. De Apogee staat daarin niet alleen. Op digitaal niveau blijkt AES/EBU telkenmale superieur.

Het analoge deel van de set bestaat uit een Clearaudio voorversterker met twee Monarchy Audio monoblokken van elk 100 watt. Luidsprekers komen van JMLab (Electra 926 met een SW900 actieve subwoofer). Bekabeling is grotendeels van Siltech en ik gebruik SQ-88 Classic interlinks met LS-110 Classic speaker kabels. Waar mogelijk zijn standaard netsnoeren vervangen door Siltech SPX-30 Classic. Onder de speakers en de eindversterkers vindt u Masterbase. Tegenover het digitale geweld staat een Garrard 301 platenspeler met een Pro-ject 9Carbon arm en een Benz Micro L2 element. De phonoamp is een Linto van Linn. Ook hier Siltech kabels, niet uit de Classic serie maar MXT New York. De complete set staat te draaien achter een Kemp netfilter. Het netfilter aangesloten op een separate groep rechtstreeks vanuit de meterkast bedraad. Als alternatief voor de versterkers is nog geluisterd via een beschikbare Lua Sonata SEL (geïntegreerde buizen versterker). In die omstandigheid zonder de subwoofer aan te zetten. Wie graag alle in-and-out’s wil weten vindt een apparatuur opsomming onder aan deze tekst.

Met bewondering

Ik citeer nogmaals Lucas van der Mee: “De beste D/A converter heeft geen ‘gat’ in het midden. En plaatst goed. Zolang je dat niet hebt bereikt (ik denk nu heel dicht bij een analoge sound te zijn) heb je geen goede dac. Zelfs Apogee kan nog steeds niet helemaal tegen analoog op. Ik vergelijk mijn converters met analoge systemen om tot een goed resultaat te komen. Het ‘gat’ wordt met elke generatie dac`s kleiner. En de plaatsing beter. De Mini-Dac (en de Apogee Rosetta 800) is van de laatste generatie en verslaat o.a. de Cello dac van enige jaren terug met sprongen. Dan heb je het toch over nog altijd zeer kostbare systemen (DA2000).”

Beweren is één ding, waarmaken iets anders. En wat is een ‘gat’ waar over gesproken wordt? In de afgelopen tijd hebben meerdere dac’s de woning onveilig gemaakt, waaronder de niet te versmaden Chord Dac 64. In mijn geheugen spookt nog de PSX100SE, al moet ik daar teren op vroegere informatie. Geheugen kleurt, ook dat van een audio recensent en maakt vaak dingen mooier dan zij waren. Of je merkte iets niet. Dat ‘gat’ bijvoorbeeld. Nooit erg opgelet tot Apogee erover begon. Ga ik nu voor mijn M-Audio zitten dan hoor ik het inderdaad. Links en rechts zijn gescheiden en als ik mijn hoofd beweeg gaat een zangeres naar links of naar rechts. Stilstaan is er niet bij. Ook waargenomen tijdens een bezoek aan een dealer voor een “set van de week” verhaal in een totaal andere set-up en ruimte. De Mini-Dac doet dat inderdaad anders en laat zich rechtstreeks vergelijken met mijn platenspeler die geen ‘gat’ heeft. Een mooi breed beeld waar iedereen op zijn of haar plek blijft staan. Daardoor mag ik ook ineens op veel meer plaatsen in de kamer gaan zitten en is de hot-spot minder vast omlijnd. Gaaf. Ik ga het u nader toe lichten wat ik hoorde met diverse muziekfragmenten.

Ik start net als destijds met de PSX100SE met Patricia Barber. Dat is wederom een sterke opening op stem, slagwerk en piano. De drums zijn beter en strakker, meer imposant dan ik normaal weet/wist te bereiken. De Mini-Dac geeft een sterk ritme gevoel. Een breed en stevig gedragen beeld dat ruimte geeft aan de solistische bijdragen van elke muzikant. ‘Two for the road’ is een eye opener. Wow dit is waar ik op zit te wachten. Wat een meesterlijke en natuurlijke sound. De weergave laat eigenlijk nauwelijks te wensen over van hoog tot laag. Van bekken tot bas en van piano tot stem geniet ik van een ongekende afbeelding. Dat is ook zo met Mary Black als ze zingt over ‘Adam in the window’.

Wat ik terug lees in mijn aantekeningen betreffende de Apogee PSX100SE van destijds en nu hoor komt aardig overeen. Mary staat in het hart van een kom met de bandleden om haar heen. De meerstemmige zang is sfeervol en het is goed te bepalen waar welke stem staat. Wie Mary Black ooit live heeft gezien snapt mijn enthousiasme. Dit is een live optreden thuis. Destijds trok ik van leer tegen opname technici die alleen maar als ijkpunt het 0 dB niveau kennen. Ik onderga de martelgang wederom met Sarah Connor. Dynamiek vrijwel afwezig en uitsturing lekker in de digitale vervorming. Toch gaat het beter dan ik mij herinner ooit gehoord te hebben. Ik geniet zelfs van de bas en bij vlagen van Sarah zelf die ver weg aan Mariah Carey doet denken. Het is leuk dit nummer weer te horen al blijft het daar bij. Van stereobeeld of fraaie weergave hoeven we niet te spreken. De Mini-Dac straft meedogenloos af.

Wel mooi is ‘Home of whipers’ van Lori Liebermann. De opname kenmerkt zich door een doodstille achtergrond. Zo vreselijk schoon. Plaatsing van elk instrument is exact te bepalen en de dynamiek omvang is ten volle benut. Wat ik steeds al denk is dat ik naar een platenspeler luister in plaats van een cd speler. De vloeiende klanken zijn daar debet aan. Niet vloeiend in de zin van suf en taai, maar rond, warm en vol. Juist stemmen zijn akelig natuurlijk weergegeven. Door de schone opname hoor ik voor het eerst de pedalen van de piano als zij worden losgelaten. Niet wat de snaar daar mee doet, maar het geluid van het mechaniek als de toon al uitgestorven is.

Tijdens ‘Let the sun come down on me’ is het kippenvel. De hele cd is een prachtige mix van emotie en techniek die briljant klinkt. Van fijnheid naar stemacrobatiek met Rachelle Ferrell. Live in Montreux in 1991 en 1997. Hier neem ik de verbetering waar van de Mini-Dac ten opzichte van de PSX100SE. Ik sta niet langer aan de achterkant van het podium, mar gewoon ervoor, net als iedereen. Ik garandeer u heren dealers, draai deze cd als demo met een Mini-Dac in een winkel en de set is verkocht. Wat een optreden hebben we gemist door niet op dat moment in Montreux te zijn. Wat een prima idee van Verve de tapes alsnog uit te brengen zodat we tenminste na kunnen genieten. Het is spanning en sensatie. De basdrum is meer dan indrukwekkend tijdens ‘Prayers dance’. Ik zoek naar het ‘gat’ in de hoop Van der Mee te betrappen op een onvolkomenheid, het lukt me niet. Plaatsing is strak en rotsvast. Op de cd zijn delen van twee optredens vastgelegd. Het is eigenlijk voor het eerst dat ik zo gemakkelijk een onderscheid maak tussen 1991 en 1997. De zaal is anders, de luchtwerveling, de sfeer. Dat nam je toch niet zo snel waar als daarvoor.

Apogee Mini-Dac

Met bewondering (2)

Het is juist het pakkende van de sfeer tekeningen die de Mini-Dac voor mij tot een topper maken. Even terug naar de Chord Dac 64. Die wist met uiterste precisie elke bit neer te zetten. Als door een vergrootglas bekeken. De Apogee Mini-Dac gaat daar anders mee om. Ik mis niet zozeer detail, maar het geheel is ronder en zachter van aard. Het kille is er af maar daarmee ook het uiterste detail. Als of de Chord dac op de lange buffer stand staat. De indruk die de Mini-Dac geeft is waarlijk analoog. Ik pak de cd en de lp van Kari Bremnes ‘Norwegian mood’. Die gebruiken we altijd om onszelf snel te bewijzen dat analoog superieur is aan digitaal.

Voor het eerst is dat onderscheid weg. De Mini-Dac zorgt meer nog dan de grote broer dat het verschil tussen plaat en cd is gereduceerd tot een verschil tussen elementen. U snapt hoop ik wat ik bedoel, analoog versus analoog. Weg met de digitale indruk die toch altijd met een cd aanwezig was. Hoe makkelijk een Mini-Dac voor opname technici zal zijn komt naar voren als ik in opnames beluister waarop men verkeerd omgaat met panorama regelaars of een foute microfoon techniek niet corrigeert. Al is het telkens meer genieten dan kritiek uitoefenen. Je moet er gewoon eens op letten. Stilte en het resultaat van een dac bij zachte signalen laat ik graag weergeven met Miles Davis. Zijn ‘Time after time’ houdt een hele zaal in de greep. Slechts af en toe onderbroken door een toehoorder, tingelen de zachte tonen ijl in de ruimte voor mij. De trompet van Davis scheurend, triest, ingetogen, wisselend van stemmingen. Subtiel is het juiste woord. Subtiel tegen een doodse stilte. Het moet niet eenvoudig zijn voor een muzikant dit speltempo aan te houden. Ik kan mij voorstellen dat mindere musici steeds sneller zullen gaan spelen. Zo niet Davis en zijn band.

Er is weinig bekend werk dat ik niet draai. Of het gaat om de Keltische klanken van Méav, de lazy soft jazz van Norah Jones, om Locatelli, Bach, Mozart klarinet werken van Musical Fidelity’s chef Antony Michaelson, het passeert de revue. Elk genre lijkt passend en de Apogee vertoont geen bepaalde voorkeur. De sfeertekening blijft het meest opvallend, net als de vloeiende zuivere weergave. Detail is er zat, zonder te spreken van een analytisch karakter. Waar solisten een plek verdienen krijgen ze die. Waar zij deel vormen van het orkest of de band blijven ze aanwezig in het samenwerkingsverband. Soms is het geluid op het enge af goed. Meestal beter dan ik normaal mocht ervaren. Nooit minder dan ik mij herinner van andere dac’s. Goed beschouwd is de Mini-Dac dus een koopje. Zeker afgezet tegen de PSX100SE maar ook afgezet tegen kostbaarder concurrenten. Wie goedkoper kan slagen moet het niet laten, mij zal het niet lukken als ik een analoge weergave verwacht uit een digitale bron. Het is mooi. Heel mooi in mijn oren. Punt uit.

Prachtig

Ik blijf aan de gang met muziek en verbaas me. Vooral om de geringe verschillen die bestaan ten opzichte van mijn platenspeler. Dire Straits, Tina Turner, Sade, het zijn opnames die ik dubbel bezit. Waar ik altijd standaard greep naar de LP hoeft dat niet meer. 20 jaar was er voor nodig om zover te komen. Ik heb nu als het ware twee platenspelers. De een speelt vinyl de ander polycarbonaat. Aanvankelijk viel de weergave mij wat tegen van de Mini-Dac. Het beeld was niet zo breed en het was zo afgerond. Het heeft gewoon tijd gekost om mij te realiseren dat de digitale weergave die wij zo gewoon zijn, afweek van het analoge origineel. Hoe meer ik de Mini-Dac zijn werk liet doen, hoe groter mijn bewondering werd. Of ik nu luister met gespannen oren of luister naar achtergrond muziek, ik herinner mij niet eerder een dergelijke rust en zo’n gemakkelijke weergave te hebben waargenomen. Avond aan avond holde ik uit mijn werk naar huis om even snel een cd te draaien.

De Mini-Dac is vast niet ieders keus. Juist al omdat hij anders is dan vele dac’s die ik eerder beluisterde. Voor mij is de Mini-Dac het einde van een tijdperk. Komt er geen SACD en geen DVD-Audio dan maakt het mij minder uit. De 500 cd’s die de kast bevolken hoeven niet vervangen te worden als de Mini-Dac de mijne zou zijn. Genieten van elk stuk muziek, pop, zang, klassiek, easy listening. Wijs de Mini-Dac af als het uw keuze niet is. Want dat kan ik mij ondanks de bovenstaande lofzang voorstellen. Dan vindt u hem vast te glad. Te weinig digitaal. Mark my words!

Prijs:
Apogee Mini-Dac exclusief USB optie kaart 1285 euro
Apogee Mini-Dac inclusief USB optie kaart 1625 euro

Importeur:
TM Audio
Zonnebaan 52
3542 EG Utrecht
Tel: (+31) (0)30 2414 070
Fax: (+31) (0)30 2410 002
E-mail algemeen: info@tmaudio.nl
Web www.apogeedigital.com en www.tmaudio.nl

Gebruikte apparatuur

Garrard 301 motor unit op DIY console met Pro-ject 9” carbon fiber arm
Benz-Micro Glider L2 low output MC element
Linn Linto phono amp
Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Trichord Clock 2
Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box
Assemblage D2D-1 sample rate converter
M-Audio Superdac 2496 D/A converter
Apogee Mini-Dac D/A converter
Musical Fidelity Elektra E50 tuner
Clearaudio Balance voorversterker
Monarchy Audio SE-100 klasse A mono eindversterkers
Lua Sonata SEL buizenversterker
JMlab Electra 926 luidsprekers
JMlab Electra SW900 actieve subwoofer
Interlinks analoog: Siltech Mxt Professional Series New York, Siltech SQ-88 Classic cinch en XLR
Interlinks digital: Apogee Wide-Eye
Interlinks digital optisch: Audioquest, Deltac
LS-kabels: Siltech LS-110 Classic
Accessories: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, ferriet clamps, Standesign Saturn 5 audio meubels, Master Base Mbase/1 plaatjes, Kemp, Lapp, en rubber netsnoeren, Siltech  SPX-30 Classic netsnoeren, WBT stekker materiaal, Rothwell In-Line Attenuators, separate audiogroep