Harbeth HL Compact 7ES-2


René van Es | 07 november 2003 | Harbeth

Harbeth HL Compact 7ES-2 - Zo Engels als High Tea & Sandwiches

Over de Britse luidspreker historie kun je denken wat je wilt, hij is redelijk uniek. Veel ontdekkingen zijn door de Engelsen met verve tot uitvoering gebracht en wie vroeger naar top hifi keek, keek naar de overkant van de Noordzee. Dat de industrie in Engeland zo invloedrijk was, kwam voor een groot deel voort uit de inspanningen van de BBC om de weergave thuis en in de studio’s zo goed mogelijk te maken. Auntie, zoals de BBC vaak werd genoemd, had een grote research afdeling waar men eigen producten ontwierp en zelfs bouwde. Onze nationale omroep deed dat ook, maar ik geloof niet tot in de passie die Auntie kenmerkte. Beperken we ons tot luidsprekers dan zijn klinkende namen als Rogers, Wharfedale, Kef, Richard Allen en Harbeth op enige manier verbonden met Auntie. Harbeth tot op de dag van vandaag in hevige mate. Waarom? Lees en zie. Nieuwsgierig? Luister zelf. Mooi? Dan zijn de alternatieven schaars en duur. Niet mooi? Dan is de Engelse sound niet die van u. Ik loop te hard van stapel. Eerst terug in de tijd.

 

Harbeth

Harbeth is in 1977 opgericht door Dudley Harwood, de laatste directeur van BBC’s beroemde ontwikkelafdeling voor luidsprekers, en de oervader van de beroemde LS3/5A. Onder de handen van Harwood ontstond de polypropylene conus voor woofers en middenluidsprekers (als opvolger van een andere vinding van Harwood, bextrene). Een conus materiaal dat de meeste Engelse luidsprekers gebruikten in die tijd. Goedkoop, vormbaar, redelijk kleurloos en bestendig. Maar met nadelen. De nadelen zijn onder meer de geringe stijfheid van het materiaal, de kleuring, de afwijkingen per unit doordat het materiaal vaak uit gerecyclede bronnen stamt en de grens waar verbeteringen niet meer mogelijk zijn. De conussen altijd vacuüm gevormd. Harwood verkocht in 1986 het bedrijf Harbeth aan Alan Shaw, de huidige directeur. Onder Shaw bleef de traditie van Harbeth gehandhaafd. Alleen zag Shaw kans een flinke hoeveelheid geld los te krijgen van de Britse overheid om fundamenteel onderzoek te doen naar conusmateriaal. Shaw ontdekte na jaren de beste formule. Gebruik van maagdelijk materiaal en geen als afval verwerkte flessen of yoghurt potjes. Niet het materiaal vacuüm vormen, maar een techniek die in vaktermen “injection moulding” heet. Spuitgieten is de Nederlandse term. Het materiaal onder hoge druk in een mal spuiten en langzaam laten afkoelen. Dat heeft tot voordeel dat het materiaal vele stijver wordt zonder in gewicht toe te nemen. En het voordeel dat de conus vorm dieper kan zijn en dus meer een trechter vorm. Harbeth noemt het conus materiaal “Radial”. Een volgend probleem was de productie. Shaw kwam er al snel achter dat levering in duizenden kilo’s geen probleem was. Kleine hoeveelheden wel. En Harbeth is maar klein. Enige oplossing bleek zelf de machines aanschaffen en zelf produceren. Duurder maar het kon niet anders.

Conus materiaal is maar en deel van het verhaal achter Harbeth. Minstens zo belangrijk zijn de filters, de tweeters en de kasten. De filters worden met de hand gemaakt en aangepast aan de units. Elk filter hoort bij een unit. De gegevens worden vastgelegd en raakt er ooit een unit defect, dan heeft Harbeth een exacte vervanger. De tolerantie minder dan 0,5 dB. De tweeters koopt men in. Zoals velen. Harbeth gebruikt een aluminium dome met een raster ervoor. De units en het filter gaan in een kast die ook afwijkt van de gangbare theorie. Vrijwel elke fabrikant maakt de kast akoestisch dood en zo stijf mogelijk. Harbeth niet, daar zijn de wanden zo afgestemd dat ze daadwerkelijk bijdragen aan de basweergave. Zoals een instrument met een klankkast (gitaar, bas, piano etc). Op die manier mag de kast kleiner zijn en de invloed van de aanwezige reflexpoort beperkter. Bij de “bewegende” wanden hoort, volgens de beste traditie van de BBC een front en een achterpaneel dat geschroefd is tegen de zijwanden en niet vast verlijmd. Over de poort nog een korte opmerking, het is een opening in het front zonder een pijp. Shaw heeft gekozen voor een afstemming van de tweeter die een frontdoek toelaat. Ook dat is vernuftig bedacht, geen plastic nopjes maar een frame dat tussen het front en de kastwanden schuift. Hoewel de technische specificaties niets zeggen over het geluid toch enige kenmerken. De afmetingen van de kast zijn 520 x 273 x 315 mm (h x b x d). De impedantie is een vriendelijke 8 ohm en het rendement 87 dB/1 Watt/1 meter. Een te gebruiken versterker heeft minimaal 25 watt beschikbaar en de belastbaarheid van de Harbeth is maximaal 150 watt muzieksignaal. De aansluiting is geschikt voor bi-wire. Het fineer is standaard kersen of eucalyptus, andere houtsoorten op aanvraag. De units zijn magnetisch afgeschermd, de kast weegt ruim 13 kilo en de stands horen de tweeter op oorhoogte te brengen. De opstelling vrij in de ruimte. Tenslotte het frequentiebereik in vrije opstelling en met een frontdoek, 46 Hz tot 20 kHz binnen +/- 3 dB.

Neerzetten

De importeur bracht twee stands mee die elk 30 kilo wegen. Met blue-tack werden de Harbeth’s “vastgezet” op de stand. In een vrije opstelling en met de tweeters op oorhoogte. Misschien had Harbeth mazzel met de hoeveelheid apparatuur die (deels tijdelijk) in huis stond. Digitaal front end van Teac/Monarchy/Assemblage/Apogee en een digitaal front end vanTeac in de vorm van de 16.200 euro kostende combinatie P-70 en D-70. Voor analoge weergave zorgde een Garrard/Pro-ject/Benz-Micro/Linn setup. Voorversterkers waren van Clearaudio (Balance), Lua (Serenada SEL) en Marsh Sound Design (P2000b). Eindversterkers komen van Monarchy Audio. De kabels alle uit de Classic serie van Siltech, SQ-88 interlinks en LS-110 luidspreker kabel. Stroomvoorziening via een Kemp netfilter met Siltech SPX-30, Kemp en Lapp netsnoeren. Misschien vloek ik in de kerk, maar met regelmaat schakelde ik een JMLab SW900 actieve subwoofer bij, die normaal mijn JMLab Electra 926 ondersteunt in het laagste laag. Ter info, de scheidingsfrequentie van de sub op 40 Hz, het volume erg laag en de fase normaal. Dat ik ook nog een tuner en een dvd speler bezit ziet u aan de lijst apparatuur onder de recensie. De speakers kwamen ingespeeld binnen en werden door de importeur in eerste instantie neergezet (dank heren, die 30 kilo stands zijn erg zwaar). Geen bi-wire maar single-wire aangesloten op de terminals van de woofer en niet op de terminals van de tweeter. Dat eerste klonk wonderlijk genoeg een heel stuk beter. Dat heb ik nooit zo opvallend kunnen waarnemen als met deze HL Compact 7ES-2 monitor (u neemt het mij toch niet kwalijk als ik die mondvol afkort tot 7ES-2 in de rest van het verhaal). Verder geen tweaks, geen gepruts, recht-toe-recht-aan de oren open vanaf nu.

Harbeth HL Compact 7ES-2

De klank van Auntie

Harbeth levert aan de BBC. Dat heeft gevolgen voor de ontwikkeling en het geluid. Eigenlijk is elke luidspreker van Harbeth een luidspreker die thuis hoort in de professionele wereld.

De BBC stelt een aantal specifieke eisen waar wij als consumenten van profiteren. Een kleine opsomming van die eisen. De klank dient neutraal te zijn. De weergave moet instrumenten en stemmen op de juiste afmeting reproduceren. Hoe meer detail hoe beter, zonder de muziek uit het oog te verliezen. Stemmen moeten nagenoeg perfect klinken en exact als de bron. Het karakter van de diverse types luidsprekers moet van groot tot klein gelijk zijn. Slechts het bereik van de basweergave mag gezien de afmetingen van de diverse types groeien of inboeten. Dat maakt het mogelijk voor de BBC om op locatie te monitoren met kleine Harbeth’s en in de studio af te mixen op grote monitors zonder verandering in de klankbalans. Verder moeten de complete kasten met units binnen zeer nauwe toleranties gefabriceerd zijn, omdat het voor de BBC (of een andere studio) niet te doen is om steeds met gepaarde speakers te werken. Heeft u ook zin om voor de BBC te fabriceren? In behoorlijke hoeveelheden kasten per jaar? Binnen die grenzen? Sterkte! En profiteren wij er in de huiskamer van? Ik ga het u vertellen wat mijn impressie was. En een beetje wat mijn vrouw op te merken had over de 7ES-2.

De eerste dagen gebruikte ik de Harbeth set om een keuze te maken uit voorversterkers en om een impressie te krijgen van de kwaliteiten van de Teac P-70 en D-70 loopwerk/Dac combinatie. De voorversterkers omdat ik graag eens een andere regelneef op de plank wil hebben, de Teac omdat daar een recensie van komt (ondertussen is verschenen - red.).

Zonder namen te willen noemen, het gaat om de luidsprekers en niet om de elektronica, kan ik melden dat de Harbeth’s exact laat horen welke kwaliteit of welk gebrek naar voren komt. Zo is kraakhelder welk apparaat de meeste diepgang heeft in de laagweergave. Wat een versterker kan bijdragen aan hoogte en diepte, naast breedte in het stereobeeld. Hoe omgegaan wordt met de weergave van de menselijke stem en met slagwerk. Wie een piano het meest natuurlijk reproduceert etc etc. Met andere woorden, een monitor waardig die verbluffend veel kan laten horen. Het onderscheidende vermogen is beslist groter dan dat van mijn trouwe JMLab’s. Ruiling van voorversterker leidde tot de woorden van mijn vrouw “hé, het geluid komt veel minder ver de kamer in en is ineens veel scherper, bah”. Woorden die elke audiofiel in de bek bestorven liggen, maar mijn vrouw is helemaal geen audiofiel. Het verschil tussen de cd spelers is ook duidelijk hoorbaar. Met wat aanwijzingen als “let eens op dit en let eens op dat”, maakte ik haar met drie cd’s duidelijk waarom de Teac cd combinatie beter weergeeft dan mijn eigen elektronica. Met de Harbeth heb je geen geoefend oor nodig. Haar conclusie was al snel, laat de Harbeth’s maar staan. Ondanks de gedateerde vormgeving die zeker in haar ogen geen sieraad is in de huiskamer. Ze luistert naar kwaliteit.

Maar ik heb zelf ook nog iets te melden en daarom nam ik ruim de tijd om zowel vinyl als cd te draaien in diverse opstellingen. De Harbeth heeft in mijn oren een licht donkere uitstraling. Dat komt denk ik doordat het middengebied niet sterk de aandacht vraagt. Dat zou het gevolg kunnen zijn van de redelijk grote woofer die het middengebied moet weergeven. De 7ES-2 laat heel lang en heel gemakkelijk naar zich luisteren. Een aangenaam geluid dat niet geheel vrij is van een romantisch trekje. Het typisch Engelse geluid, maar dan op een hoger niveau.

Opvallend zijn de studio monitor eigenschappen die het de engineer heel makkelijk maken om bronnen te plaatsen en te lokaliseren. Bovendien zijn verschillen in mijn muziekbronnen overduidelijk waarneembaar. Af en toe schakelde ik mijn subwoofer bij om een streepje meer ruimte en een streepje meer body te veroorzaken. De Harbeth en de JMLab integreerden opmerkelijk goed. Op de kostbare Teac set blinkt de Harbeth opnieuw uit in het weergeven van diepte en hoogte. Je kijkt diep in het orkest en ervaart een volkomen drie dimensionaal beeld uit twee luidsprekers. In de breedte gaan de speakers wat minder ver. Het geluid staat vrij en plakt niet aan de kasten. Tot zover een algemene indruk, over tot de pinpoints met cd’s en lp’s.

De Buena Vista Social Club bijt met een sampler de spits af. Opvallend hoe ver de percussie achter de instrumenten staat. En hoe zuiver de Harbeth tweeter zijn werk doet. Het is een droge rustige weergave met een wat geknepen dynamiek. Solisten krijgen alle ruimte en kun je zo aanwijzen.

Het ontbreken van een stukje dynamiek is ook te horen op Diana Krall. Ik heb al meer opgemerkt dat haar “Peel me a grape” dominant moet worden weergegeven. Een meesteres dwingt haar slaaf. De Harbeth maakt het te lief waardoor het nummer aan kracht inboet. Dat het heel anders kan hoorde ik de dag ervoor op Master speakers van Dynamic Solutions. Luisterend naar de rest van de cd is een aangename ervaring. Luistermuziek op luister weergevers. Nooit extreem, of het moet in 3D weergave zijn.

Op de draaitafel belandt Mark Knopfler met “The ragpickers dream”. Jammer dat Knopfler kwijt is hoe hij vroeger de Dire Straits opnames maakte. Het is op kant twee, track één een kakofonie aan blubberig laag. Leuk voor mini weergevers, maar niet voor een serieus merk als Harbeth. Misschien moet Mark eens gaan afmixen op Harbeth-achtigen. De volgende track is gelukkig veel beter. Opener en helderder. Weg is het gonzen. De muziek blijft wat knullig en leent zich voor een avond voor de open haard. Pas de derde track pakt me en laat de voet meewippen. Mede vanwege de pianoloopjes die de Harbeth doet excelleren.

Karen Carpenter vraagt steun aan een kinderkoor op “Sing, sing a song”. De Harbeth laat het hier afweten. Ik weet dat je in het kinderkoor de kinderstemmen moet kunnen herkennen. De 7ES-2 maakt er gewoon stemmen van, het kinderlijke is er af. Zou het conusoppervlak toch de boosdoener zijn? Wel imposant is de opname van de Weavers in Carnegie Hall. Zelden hoor je zo goed dat het een opname is met drie microfoons. Dat plaatst nog eens opmerkelijk. Waar een steekje viel, haal je dat nu dubbel en dwars in. De sfeer zit er goed in en luister eens naar het klappende publiek, dat ruist alsof je een kamer vol mensen hebt.

Meer naar klassiek met L’Estro Armorico van Vivaldi. Ik krijg een déjà vu gevoel alsof de tijd van de Spendor BC1 herleeft. Maar dan in een modern jasje dat meer prijs geeft van de opname en de instrumenten. De klanksignatuur is zeker Brits te noemen.

Solo piano op een Clearaudio opname waar achtereenvolgens de Turkse Mars klinkt en Fur Elise. Kenmerkend voor de weegave is de soepelheid, naast de mindere betrokkenheid van de luisteraar. De vleugel laat zich technisch gezien heel fraai neerzetten. De virtuositeit van de pianist is ontleed zonder expressie te verliezen. Dit is een monitor waardig al zou de kracht wat groter mogen zijn. Een Harbeth is geen kast voor een head banger, wel voor een mind bang. Een track later klinkt een messcherp opgenomen viool. De opname is wel heel erg close en direct. Kleuring lijkt niet aan de orde. De Harbeth is een verlengstuk van het instrument geworden.

 Terug naar cd en iets moderner, ik draai “The Violin Player” van Vanessa Mae. Hier laat de Harbeth tijdens de zware passages niet het achterste van zijn tong zien. Hoe hoger het rendement van een speaker, hoe dynamischer hij meestal zal zijn. De 7ES-2 is geen spetteraar in dit opzicht. Meer geschikt voor kamermuziek, melodieuze pop, stem en easy listening jazz (om te kunnen knallen heeft Harbeth ook een professional serie heeft die meer power aankan). Maar bent u het desnoods geheel met mij oneens en draait u lekker uw muziek in alle toonaarden en toonsoorten.

Ik sluit af, zoals vaak, met het Combattimento Consort. Wederom geen groot daverend orkest en daarom goed weer te geven. De muziek is niet gemakkelijk in het gehoor liggend en vraagt kwaliteit van de set om lang te boeien. Mede omdat de Harbeth op zich al de aandacht vraagt en graag de structuur bloot legt. Ik wissel tijdens het draaien van deze cd een aantal keer tussen de Teac/Apogee en de Teac D-70 + P-70. De eerste helderder en minder goed plaatsend, de laatste ingetogen en opener. Met deze opname zou ik eigenlijk op de Harbeth de goedkope combi prefereren terwijl de dure Teac’s elders uitblinken met andere opnames. Wat eens te meer bewijst hoe belangrijk systeem tuning is.

Harbeth HL Compact 7ES-2

Buy British?

Toon mij de luisteraars thuis die eindelijk de upgrade willen maken van hun oude Kef, Spendor, Rogers of Wharfedale kasten naar het jaar 2003. Gegarandeerd gaan ze plat voor Harbeth.

De herkenbaarheid van de klank, in een jasje en met een detaillering die anno 2003 verwacht mag worden. Doch helaas vroeger niet mogelijk was met gewoon polypropylene laat staan bextrene conusmateriaal. Is dat nu de conclusie? Nee want een ieder die zoekt naar een luidspreker die in staat is om het typische van een studio monitor te koppelen aan een huiskamer weergever zou eens een HL Compact 7ES-2 moeten horen.

Hij bekoorde mij om redenen als boven omschreven. Niet genoeg om een overhaaste aanschaf te rechtvaardigen, daarvoor is de klank mij te Engels, te beschaafd, wel genoeg om terug te kunnen denken aan twee opmerkelijk aangename weken luisteren. Naar een systeem dat mij meer dan eens verbaasde in positieve zin. Met zijn natuurlijke weergave, de fantastische plaatsing, het gemak waarmee ik kon luisteren en de romantische indruk. Een keuze van mijn vrouw zou de Harbeth zeker zijn. Zou het zover komen dat ze haar zin doordrijft dan zorg ik wel voor een fraaie front-end. De Harbeth verdient die zeker. Wie weet moet mijn vrouw maar eens recensies gaan schrijven.

Prijs:
Harbeth HL Compact 7ES-2  2.795 euro per paar exclusief stands

Importeur:
Audio Excellence
Looierij 11
4762 AM
Zevenbergen (NB)
Telefoon: 0168-335180
Fax: 0168-335973
www.audioexcellence.nl

Gebruikte apparatuur

Garrard 301 motor unit op DIY console met Pro-ject 9” carbon fiber arm
Benz-Micro Glider L2 low output MC element
Linn Linto phono amp
Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Trichord Clock 2
Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box
Assemblage D2D-1 sample rate converter
Apogee Mini-Dac d/a converter
Teac D-70 cd loopwerk
Teac P-70 d/a converter
Musical Fidelity Elektra E50 tuner
Clearaudio Balance voorversterker
Marsh Sound Design MSD p2000b voorversterker
Lua Serenada SEL voorversterker
Monarchy Audio SE-100 klasse A mono eindversterkers
JMlab Electra 926 luidsprekers
Harbeth HL Compact 7ES-2 luidsprekers
JMlab Electra SW900 actieve subwoofer
Interlinks analoog: Linn Analogue, Belden, Siltech Mxt Professional Series New York, Siltech SQ-88 Classic cinch en XLR
Interlinks digital: Gotham GAC-2, Apogee Wide-Eye
LS-kabels: Siltech LS-110 Classic
Accessories: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, ferriet clamps, Standesign Saturn 5 audio meubels, Target VW1 wandbeugel, speaker stands, Master Base Mbase/1 plaatjes, Kemp, Lapp, en rubber netsnoeren, Siltech  SPX-30 Classic netsnoeren, Sign PC-150 netsnoer, separate audiogroep