Creek en Amphion set


Ted Joos | 12 februari 2004 | Amphion

Apparatuur

De hoofdrol wordt gespeeld door een Creek A50iR geïntegreerde versterker in combinatie met een CD50MKII CD-speler. Beiden zijn uitgevoerd in geborsteld glimmend aluminium, met een minimale hoeveelheid knoppen en subtiele afmetingen (43 x 6 x 23cm). De versterker beschikt alleen over een inputselector-switch, een volumeknop, een tape-monitor en, last but not least, de onmisbare aan/uit knop. Voor diegene die ook nog gebruik maakt van vinyl, kan al vanaf 70 euro een MM plug-in aanschaffen; een MC versie is verkrijgbaar vanaf 90 euro. Ook de cd speler is alleen voorzien van de basisfuncties. De MKII versie is uiterlijk overigens identiek aan de originele versie, maar intern volledig nieuw gebouwd. Wat hierbij direct opvalt, is het beter en mooier gebouwde loopwerk, de gescheiden voedingen voor het analoge en digitale deel en ook de componenten zijn van betere kwaliteit. De MKII versie is voorzien van een optische digitale output. Het prijsverschil t.o.v. de standaard-versie is mijns inziens dan ook terecht. De reden dat ik in de inleiding verwijs naar het uiterlijk, komt voort uit het feit dat Creek een geheel eigen uitstraling heeft, wat het zeer de moeite waard maakt om componenten van deze fabrikant te combineren. Een mooi uiterlijk is één ding, naar tevredenheid werken een tweede.

Voor de oorsprong van de luidsprekers gaan we naar Finland, het land waar Amphion gevestigd is. Voor mij is deze fabrikant nieuw. Van Amphion heb ik een 2-weg monitor luidspreker gekregen met een fraai uiterlijk. Hij luistert naar de naam Argon2. De "2" staat voor de verbeterde versie van het oorspronkelijke ontwerp, die ik overigens nooit gehoord heb. De kast-afmetingen zijn 38 x 31 x 19 cm en de luidsprekers wegen 10 kg per stuk. Het hoog wordt verzorgd door een 2 ½ cm aluminium tweeter en het mid/laag door een 17 cm aluminium woofer. De tweeter is keurig in de kast weggewerkt en het massief houten front is voorzien van een uitfrezing in de vorm van een platte trechter. De uitfrezing werkt als een hoorn en komt zowel het rendement als de afstraling ten goede. Eén ding snap ik niet, hoe moet deze tweeter bij eventuele beschadiging vervangen worden? De tweeter is namelijk aan de binnenzijde aan de kast bevestigd. Navraag bij de importeur leert dat het alleen mogelijk is om de tweeter via de woofer te verwijderen. Bij het verwijderen van de woofer valt mij op dat de speakers erg solide gebouwd zijn. De woofer wordt d.m.v. zes boutjes aan de behuizing bevestigd. Achter de woofer bevindt zich een houten balkje voorzien van een rubber laagje. Dit zorgt ervoor dat de woofer zeer stijf in het huis wordt gemonteerd. Het extra tussenschot dat in de kast is geplaatst maakt de kast nog stijver. De woofers zijn voorzien van een aluminium gegoten chassis met een zeer zwaar magneet, compleet met een magnetische afscherming. Plaatsing in de buurt van een TV vormt dus geen enkel probleem. De monitors zijn (helaas) niet voorzien van een frontdoek. Dit zou nadelig kunnen zijn, wanneer een eventuele vrouw des huizes inspraak heeft op de mogelijke aankoop (In het geval dat frontjes vereist zijn, is het ook nog mogelijk twee maal de –als centerluidspreker bedoelde- Origo aan te schaffen. Deze zijn 100% identiek aan de Argon2, alleen dan mét frontjes). Zelf vind ik de luidsprekers zonder frontjes heel fraai en uitermate geschikt voor een modern interieur.
 


Luisteren

In eerste in instantie heb ik de set beluisterd met de “oude” versie (de reden dat de CD50 niet meer gemaakt wordt, is dat het Philips Shortloader mechaniek plotsklaps niet meer leverbaar is: voor alle fabrikanten van cd spelers met dat loopwerk een strop) van de cd-speler. De eerste indrukken waren wel goed, maar niet echt overtuigend. Ik miste regelmatig muzikaliteit en orde in het geluidsbeeld. Noem het geluk, want een aantal weken na levering van de set kreeg ik een telefoontje van importeur Music Matters. Goed nieuws, de MKII versie was net op de markt en of ik misschien dit exemplaar wilde beluisteren. De resultaten daarvan staan hier beschreven.

Dave Matthews Band`s “Live at Red Roks”, is het eerste officiele live-album van de Dave Matthews Band (DMB). Het concert heeft plaatsgevonden in het, door veel muzikanten geliefde, Red Roks amfitheater. De locatie van de opname heeft er zeker toe bijgedragen dat het een prachtige live-registratie is geworden. Bij het inzetten van “Lover” valt direct op dat alle instrumenten lekker los komen en een goede plaatsing hebben. Ook bij het terugbrengen van het geluidsniveau blijft het beeld mooi overeind. Het nummer opent met luchtige drums, en het laag is strak en droog zonder enige vorm van vervelende kastresonanties. De stage is niet echt groots, maar alles staat wel mooi op zijn plek. Gezien het formaat van de speakers is dat ook begrijpelijk. “#36” is nog steeds een van mijn favoriete DMB songs. Voor wie nog niet bekend is met de DMB en drummer Carter Beaufort, moet zeer zeker dit nummer eens beluisteren. Het nummer opent direct met een subtiele drumsolo en laat horen dat drummen voor Beaufort hetzelfde is als voor ons ademhalen. Dat is het resultaat als je een muzikaal getalenteerd wonderkind vanaf zijn vierde jaar achter de trommels zet. Vanaf de opening van het nummer heb je de neiging de volumeknop verder open te draaien, zodat je de drums gaat voelen.Het geheel blijft mooi geplaatst en zuiver, alleen missen de monitoren de kracht om een grote druk op te bouwen. Hiervoor zullen waarschijnlijk de grotere familieleden van Amphion moeten aanrukken, de Creons of wellicht zelfs de Xenons. Iets wat ik zelf wel belangrijk vind, vooral bij weergave van live opnamen. Al bij de eerste aanslag van de snaren bij “Typical” word ik door kippenvel overvallen. Dit nummer is een solo van Matthews, met alleen zijn stem en een akoestische gitaar. Aangezien de hoge en middentonen een belangrijke rol spelen bij deze song, wordt bij een hoger geluidsniveau de live sound heel aardig benaderd, wat erg knap is voor een kleine speaker. De snaren klinken sprankelend met enorme attack en snelheid, het emotionele nasale stemgeluid van Dave Matthews neemt je volledig mee de diepte in. Wanneer Dave op het einde van het nummer volledig losgaat in zijn emotie, bereikt mijn kippenvel zijn hoogtepunt. De set heeft me al weten te overtuigen.

Creek en Amphion set

Het debuutalbum van de Fugees heeft mijns inziens voor een doorbraak gezorgd in de rapmuziek. Niet alleen vanwege de prachtige rapster Lauren Hill. Geen macho-achtige gangsta rap toestanden, maar een heldere en kritische blik naar de eigen "black community" en wereld waarin wij leven. Dit geheel vrij van agressie en haat. Het volledige album kenmerkt zich door veel en diep laag, wat de Amphion`s overigens heel goed weergeven. Het laag klinkt dan misschien niet heel groots maar blijft altijd strak, zuiver en droog. Bij toeval trek ik weer een debuutalbum uit de cd-kast. Ditmaal van Keb’ Mo’. Enige jaren geleden behoorde ik al tot de weinige gelukkigen, die zijn optreden in het Tilburgse 013 hebben bijgewoond. Dat één man, met enkel een gitaar en een hoed, zo weet te boeien mag toch verassend genoemd worden. Gezien de hoge opnamekwaliteit van dit album is het uitermate geschikt voor het beoordelen van geluidsapparatuur. Juist nu valt op dat de set ook goed geschikt is voor het luisteren op een lager volume. Zelfs dan blijft de stage goed. Wat weer ogenblikkelijk opvalt, is het gortdroge laag en het snelle en gedetailleerde hoog. De stem klinkt erg open en direct, de instrumenten krijgen een stabiele plaats en worden los neergezet. Het erg open en frisse midden zou het nadeel kunnen hebben, op de langere termijn, misschien iets te gaan vervelen. Maar dat is natuurlijk ook afhankelijk van gehoor en smaak.Het album “Down To The Waterline (Remastered)” van Dire Straits heeft voor mij iets nostalgisch. Het album brengt me terug naar de tijd dat ik een jongetje was van een jaar of 10. Mijn ouders hebben dit album vast veel gedraaid, wat blijkt uit het vertrouwde gevoel dat ik krijg zodra ik de cd opzet... Het gebeurde wel eens dat ik als kleine jongen het bed uitstapte terwijl ik eigenlijk behoorde te slapen; als ik dan beneden kwam waren mijn vader en moeder plaatjes aan het draaiden. Dit album van de Dire Straits moet er één van zijn geweest. Er was dan altijd nog wel even tijd voor een praatje en glas melk of zo. Deze nostalgie ligt voor mij verborgen in de klanken van Dire Straits. Dat krijg je hè, als je eenmaal de dertig bent gepasseerd... jeugdsentiment. Wat me altijd opvalt aan de oudere albums van Dire Straits, is dat ze zo warm klinken. Of dat nu gedeeltelijk psychisch is kan ik niet met alle zekerheid ontkennen. Neemt niet weg dat de huidige cd’s nogal eens wat te zwaar versterkt kunnen klinken. “Wild West End” is een nummer waarin de instrumenten bijna overdreven geplaatst zijn, de begeleidingsgitaar komt naar mijn idee dan ook wel erg ver linksvoor de kamer in. Het lijkt bijna dat de gitaar over het geheel is heen geplakt. Of dat tijdens het remasteren is gebeurd, weet ik niet, want ik heb helaas geen exemplaar van het origineel.

De cd van A.J. Croce “That’s me in the bar” is uitgebracht in ’95. Ja inderdaad, A.J. is de zoon van wijlen Jim Croce. Geen slap aftreksel maar een waardige opvolger van zijn vader. Wat het meeste opvalt, is zijn doorleefde rauwe stemgeluid. Erg bijzonder voor een dertiger. Qua stem gelijkend op die van Joe Cocker maar dan in het kwadraat. Enige jaren geleden heb ik een concert bijgewoond in het zeer sfeervolle Porky & Bess gevestigd in Terneuzen. Hier hebben de afgelopen decennia de grootste artiesten in de jazz, blues en rock opgetreden. Voor eenieder die ooit nog eens van plan is om Zeeuws-Vlaanderen te bezoeken een echte aanrader. De violen en cello op “Checkin’ In” klinken als fluweel zo zacht. Alle instrumenten en zang worden mooi geplaatst in de sfeervol klinkende ruimte. De bas gaat ver door en klinkt ook hier weer realistisch. Toont dat de speaker solide en stijf gebouwd is, volledig vrij van storende kastresonantie. Vanwege het verfijnde gedetailleerde hoog, het droge laag en de goede plaatsing wordt de weergavekwaliteit ver boven het gemiddelde getild. Wellicht de reden dat ik het mid soms wat als ‘te open’ of ‘te dun’ ervaar. Neemt niet weg dat de geluidsweergave staat als een huis. “Callin’ Home” is een stevig blues nummer. Ondanks de drukke bezetting zijn alle instrumenten goed te onderscheiden en wordt het geheel bij hogere geluidsniveau’s niet vermoeiend. Het swingt echt lekker de pan uit en ademt het gevoel van een live optreden. Na wat langer geluisterd te hebben merk ik dat het geluid me steeds meer gaat bevallen. Op “I Meant What I Said” klinken de bekkens heel natuurlijk en hebben een bijzonder goede attack. Dit is cool. Ook de trompet klinkt zoals een trompet behoort te klinken. Stiltes zijn zeer stil, wat het geheel nog muzikaler maakt. De set voelt zich duidelijk erg comfortabel bij de betere geluidsopnamen.

Samenvattend

Voor de liefhebber van pop, rock, jazz, folk & blues is de combinatie van Creek en Amphion een echte aanrader. Zoek je een set om de broekspijpen te laten wapperen, zoek dan verder. Zoek je een compacte set voor een modern interieur en bestaat je muziekverzameling uit één van de hierboven genoemde muziekgenres, dan wil ik je zeer zeker aanraden deze set bij één van de dealers van Music Matters te beluisteren. Ik ben in ieder geval overtuigd van de zeer hoge prijs/kwaliteitsverhouding van het geheel. Knappe jongen of meid, die mij voor 3250 euro een set kan laten horen die mij net zo weet te overtuigen. Reacties zijn welkom!

Aanvullende informatie

Prijzen

Amphion Argon2 (vanaf) 1300 euro per set (afhankelijk van afwerking)
Creek A50iR 800 euro (A50i, identiek alleen geen AB, €700)
Creek CD50MK2   1150 euro

Importeur

Music Matters
Argonstraat 128
2718 SP Zoetermeer
Tel: +31 (0)79 3622277
Fax: +31 (0)79 3622161
E-mail: info@music-matters.org
Internet: www.music-matters.org