Rogue Audio Ninety-Nine en Stereo 90


Philip van Deijk | 10 juni 2004 | A Capella

Ondanks dat het nu een moeilijke tijd is voor de detailhandel weerhoudt dat een bepaalde groep mensen niet om nieuwe wegen in te slaan. Importeur Multitrade uit Belgie windt er geen doekjes om en is begonnen met het importeren van een serie uitzonderlijk goede kabels. Ik bedoel Acoustic Zen kabels, waarover u een aantal weken geleden hebt kunnen lezen op Hifi.nl. Nu is het de beurt aan een versterkerlijn van Roque Audio. Afkomstig uit Amerika waar ze veelvuldig gebruikt worden in combinatie met Acoustic Zen kabels. De versterkers worden in mijn systeem opgenomen “as is”.

Rogue Audio

Zoals ik opmerkte is Rogue Audio afkomstig uit Amerika. Daar is het een beroemd merk en wordt op diverse grote shows gedemonstreerd samen met Acoustic Zen en Meadowlark luidsprekers. Rogue Audio is een buizenmerk pur sang. Ze hebben beschikking over een gigantische eindversterker, de Zeus, die weegt maar liefst 95 kg en geeft 2 x 225 watt per kanaal. Uiteraard volledig dual mono opgebouwd. Verder hebben zij onder meer een geïntegreerde versterker en een losse phono-versterker. In eerste instantie was alleen de Zeus eindversterker bedoeld voor een recensie, ware het niet dat het om organisatorische redenen niet gelukt is deze gigant in mijn luisterruimte te krijgen. Hij is immers een beetje zwaar om alleen te tillen en te vervoeren. Uiteindelijk is daarom besloten een handzamer model eindversterker te recenseren in de vorm van de Stereo 90. Met 2 x 90 watt per kanaal en een slordige 30 kilo ook niet echt een kleine jongen, maar wel meer handelbaar. De eindversterker is voorzien van 4 x KT88/6550, 2 x 6SN7 en 2 x 12AX7 buizen. Verder kan men, door middel van een schakelaar achterop de eindversterker, nog kiezen of de eindversterker in een triodeschakeling zijn werk moet doen of via de ultralineare schakeling het aangeboden signaal moet versterken. De aansluitpunten voor de luidsprekers zijn van zware kwaliteit en verguld. Indien men wil kan men die met een steeksleutel aandraaien, wat resulteert in een klemvaste verbinding.

Zonder voorversterker beginnen we niet veel. Zodoende werd de duurste van de Rogue Audio voorversterkers meegeleverd, die luistert naar de naam Ninety-Nine. De 99 is zowel als lijnvoorversterker te leveren als met ingebouwde phonotrap zoals in mijn recensie exemplaar. Helaas is die gebaseerd op het versterken van een MM element en niet geschikt voor een low output MC element waar ik mee speel. Over deze phonotrap kan ik dan ook niets zeggen. Het kloppende hart van deze versterker wordt gevormd door vier 6SN7 buisjes. Die mogen zich over het muzikale invoersignaal ontfermen. De voeding zit in een aparte behuizing en kan ver van de voorversterker weg gezet worden.



Aansluiten

Nadat de voorversterker zijn plaats in het Creaktiv audiorack had gevonden, moest de eindversterker genoegen nemen met een plaats voor het rek. Op de grond tussen de luidsprekers in. Een buizeneindversterker heeft ruimte nodig om zijn warmte af te kunnen voeren en een plaats in het rack zou de eindversterker geen goed doen. De Stereo 90 werd met een paar Nirvana SL luidsprekerkabels aan de Avalons verbonden. Eén voordeel met een eindversterker voor het audiorack op de vloer is dat ik me niet zoals gewoonlijk in allerlei bochten moet wringen om de kabels aan de achterzijde aan te kunnen sluiten. Vanaf de Stereo 90 liep een Sign@Audio interlink naar de Ninety-Nine voorversterker. Die op zijn beurt werd verbonden met de voornaamste bronnen. Waaronder een Clearaudio Basic Symmetry phono-versterker, op zijn beurt aangeslosten op de VPI Scout draaitafel voorzien van het Clearaudio VictoryGold-H element. Digitaal geweld kwam van een Teac/M-Audio/AudioAlchemy combinatie. Alle interlinks waren verder van Sign@Audio.

Ik zal u een korte impressie geven over mijn kamer waar de set in speelt. De luidsprekers staan ongeveer een meter van de achterwand verwijderd en hebben links en rechts voldoende ruimte tot de zijmuur. Na wat geexperimenteer bereikte ik het meest optimale resultaat door de Avalons nog wat verder uit elkaar te schuiven tot een onderlinge afstand van tweeenhalve meter. De afstand tot de luisterplaats bedraagt ongeveer vier meter. Verder is de kamer ongeveer acht meter lang, is één wand bijna geheel voorzien van glas en daarvoor gordijnen. Ook halverwege de ruimte hangen gordijnen om de ruimte enigszins te dempen. De vloer is voorzien van plavuizen, terwijl de wanden zijn voorzien van een Spachtelputz laag. Al met al is het een redelijk harde ruimte, maar gelukkig ken ik de ruimte goed en weet wat de beperkingen en zeker ook de sterke punten ervan zijn.

Luisteren

De muziekkeuze varieerde van zogenaamd “audiofiele “ opnamen tot eenvoudig opgenomen LP’s en CD’s. Ik probeer echter altijd wel een groot aantal CD’s en LP’s als vaste referentie te gebruiken. Die worden echter niet altijd bij naam en toenaam genoemd in de luisterervaring.

De versterkers hebben de tijd gehad om tot rust te komen door ze van een zacht signaal te voorzien waarnaar niet echt werd geluisterd. Zij hadden namelijk een behoorlijke afstand in een rijdende auto afgelegd. Dat de versterkers nog niet tot topniveau waren gekomen was zeker te horen nadat zij koud aan werden gesloten. Wel was in dit stadium al te horen dat de combinatie potentie in zich heeft om uit te groeien tot een bijzondere combinatie. Ik zal met u deze ervaring niet delen, het gaat er uiteindelijk om hoe de combinatie onder optimale condities klinkt. Zo stonden de Rogue Audio’s geduldig te wachten tot de eerste CD in de Teac schoof en de eerste klanken van Dead Can Dance de luisterruimte vulden. Daarbij viel op dat de set makkelijk klinkt. De weergave van de karakteristieke stem van Lisa Gerard stond duidelijk omlijnd in het midden. Het geluid dat de rollende balletjes in de maracas voortbrengen wordt schuin voor de linker luidspreker neergezet. Even later komt de diepe trom invallen die ver achterin staat. Er is ruimte, er is lucht en het wordt met gemak weergegeven, de galm van de stem sterft langzaam uit. Ik speel op dit moment met de eindversterker in de ultralineare schakeling. De diepe trom en de percussie van Dead Can Dance leiden mij naar een CD van Ry Cooder met Ali Farka Toure, “Talking Timbuktu”. Hier hoor je op nummer negen, “Al Du”, het invallen van een kickdrum, niet zo droog als ik gewend ben maar zeker diep en vol van klank. De onderlinge samenhang tussen de instrumenten is in een juiste balans. De ietwat “holle” klank van de opname studio is zelfs aanwezig. De soms doordringende stemmen van de Afrikaanse muzikanten kennen nergens een scherp randje en klinken eerder warm en vol dan koel en kil. Ook hier staan weer, net als op de CD van Dead Can Dance, de percussie-instrumenten duidelijk omlijnd op een vaste plaats. Zij gaan niet zweven en worden ook niet vaag, zelfs niet bij luid draaien.

Patricia Barber mag aantreden. Ook deze CD kenmerkt zich door een warm en rijk geluidsbeeld, het typische buizengeluid. Echter met deze combinatie klinkt het laag niet wollig en wordt het hoog niet afgetopt, zoals bij sommige andere buizenontwerpen. Nee, het laag is dik voor elkaar met de Stereo 90 eindbak. De CD’s van Barber kenmerken zich over het algemeen door een basrijke sound die bij mindere eindversterkers volledig over de kop gaat. Deze combinatie weet goed om te gaan met de laagweergave. Alleen in de allerlaagste regionen blijft de detaillering wat achter, maar het middengebied met in het bijzonder de stem maakt een hoop goed. De onlangs uitgebrachte LP van Sarah K. is een juweeltje om te draaien. Zeker het eerste nummer waar straatmuzikanten door Sarah zijn uitgenodigd een deuntje mee te spelen is zeer realistisch. Het verkeer en de stemmen doen denken aan een drukke dag op de Dam in Amsterdam. De opname is transparant, dynamisch en legt nadruk op de stem. Iedere wisseling in toon is waarneembaar. Ook de plaatsing van de instrumenten is perfect, een stabiel en rustig beeld. We gaan nog even door met vinyl. De beurt is aan Oscar Peterson. Hij krijgt met zijn trio bezoek van de tenorsaxofonist Ben Webster. Een prachtig samenspel volgt tussen twee grootheden. Vooral de sax loopt prachtig door in het lage middengebied. De klank is vol en warm, de lucht voelbaar uit de mond van de sax. Het inademen van de lucht, het tikken van de kleppen, alles is aanwezig. Daaromheen het subtiele pianospel van Oscar himself. De instrumenten staan duidelijk los van elkaar geplaatst. De sax in het midden vooraan, de drum rechts achterin, de piano net links achter de sax en daar schuin achter de bas. Er is voldoende ruimte tussen de instrumenten. Ik heb combinaties gehoord waar de tussenliggende afstand veel minder groot werd en het beeld soms werd vertroebeld.

Zo warm en vol als de sax van Ben Webster klinkt, zo helder en fel klinkt de trompet van Louis Armstrong op de LP “Louis Armstrong meets Oscar Peterson”. Hier geen vast trio maar op drum Louis Bellson, gitaar Herb Ellis en Ray Brown uiteraard met de bas. De stem van Louis is het best te omschrijven als warm, rond en sfeervol. Precies zoals de Rogue Audio combinatie het neerzet. Ondanks dat het geheel warm en rond klinkt is er nog voldoende ruimte over voor het weergeven van detail. Hoewel in het laag de definitie er wel is, blijft het in het allerlaatste laag soms wat vaag. De zachte gorgelende geluiden die uit de keel van Louis komen zijn er. Hoewel in een iets mindere mate dan bijvoorbeeld de Marsh voor- en eindcombinatie biedt. Wat Marsh minder biedt is het warme, ronde en sfeervolle aspect dat de Rogue combinatie voortbrengt. Daarna volgt een experiment met de krachtige A400s eindversterker van Marsh en de Ninety-Nine voorversterker van Rogue Audio. De voorversterker heeft geen gebalanceerde in- of uitgang en werd daarom ongebalanceerd op de Marsh aangesloten. Wat bleef was de warme sound, nu gekoppeld aan een strakker en dieper doorlopend laag. De bas werd slanker en kreeg in het diepste laag meer detail. De zachte keelklanken van Louis werden met volle overtuiging weergegeven. De pianoaanslagen feller en puntiger, daardoor kwam het hele geluidsbeeld in een realistischer plaatje te staan.

Na een aantal CD’s en LP’s ben ik toch terug gekeerd naar de Stereo 90 eindversterker omdat die toch ook een aantal prettige eigenschappen heeft. Er wordt een groot en breed stereobeeld neergezet en de Avalons laten zeker met deze Rogue buizenversterkers hun uitmuntende 3D-eigenschappen horen. Draai een live LP en je zit midden in het publiek, draai Pink Floyd en het geluid komt al zwellend, denderend en rollend de kamer in om je volledig op te slokken. De speelsheid en soepelheid die door de Stereo 90 neergezet worden zijn met een transistor eindversterker nauwelijks te halen. Hetzelfde geldt voor de vloeiendheid waarmee blaasinstrumenten weer worden gegeven, het gaat allemaal even prettig. Hier speelt de “plezierige vervorming” die een buizenversterker heeft zeker een rol van betekenis. Terug tot de orde van de dag, de triodenstand van de Stereo 90 had ik nog niet gebruikt. De schakeling geeft een subtieler beeld met meer gevoel in de muziek, echter het beeld loopt wat dicht bij groot werk als je eens op een vrij hoog volume speelt. Een Big Band op oorlogssterkte kon in mijn luisterruimte met mijn luidsprekers niet gedraaid worden. Klein werk zoals een jazz trio of kwartet kan zeker heel goed. De puntjes worden dan op de “i” gezet, maar ook hier geldt dat het geluidsbeeld in het allerdiepste laag een beetje versluierd blijft. Ik had zo snel geen paar kleinere luidsprekers voor de hand, maar ik weet zeker dat met een makkelijk aan te sturen monitor in een niet te grote luisterruimte in de triodenstand bijzonder fraaie resultaten behaald kunnen worden.

Conclusie

Ik heb genoten van het kunnen van de Rogue Audio combinatie, het is er zeker één die je niet snel gaat vervelen. Luistermoeheid komt totaal niet voor, de klank is zeer fraai, warm en vol. Er is geen ongekende definitie en detaillering in het laagste laag maar de sfeertekening die neer wordt gezet maakt heel veel goed. De Stereo 90 heeft voldoende vermogen om ook lastige luidsprekers in een grote ruimte aan te sturen, zeker in de ultralineaire stand. Erg gecharmeerd was ik van de voorversterker, die weet de eindversterker van het juiste signaal te voorzien waarmee een mooi, groot en realistisch beeld wordt neergezet. De Stereo 90 zorgt erachter voor voldoende drive, autoriteit en kracht om je luidsprekers te laten doen wat de voorversterker wil. Ten opzichte van de prijs bieden beide componenten veel waar voor hun geld. Moet de kwaliteit nog hoger zijn dan zal er flink diep in de geldbuidel getast moeten worden. Ik denk dat we er in Nederland en België een zeer fraai High End merk bij hebben.


Prijzen:
Rogue Audio Stereo 90 eindversterker 2850 Euro
Rogue Audio Ninety-Nine voorversterker zonder phono 2950 Euro
Rogue Audio Ninety-Nine voorversterker met phono 3450 Euro.

Importeur:
Crusade Audio
Telefoon: +31(0)575 - 545656
Website: www.crusade-audio.nl 
Website fabrikant:  www.rogueaudio.com


Gebruikte apparatuur: 

VPI Aries Scout draaitafel
Clearaudio Victory H element
Clearaudio Basic Symmetry phono versterker
Sony SA5ES tuner
Teac VRDS-7 transport met Peter van Willenswaard modificatie
Audio Alchemy DDE 32+ jitter reductie/upsampling
M-Audio Superdac 2496 d/a converter
Sony DVP NS900V DVD/SACD speler
Marsh Sound Design P2000 voorversterker
Rogue Audio Ninety-Nine voorversterker
Marsh Sound Design A400s eindversterker
Rogue Audio Stereo 90 eindversterker
Avalon Avatar luidsprekers
Monster / MIT / Supra / Clearaudio / Sign-Audio Interlinks
MIT / Siltech / Nirvana luidsprekerkabels
Sign-Audio netsnoer
Creaktiv audio meubel