Audyn PRE-2 en AMP-200


Bert Dekker | 03 augustus 2006 | Fotografie Bert Dekker | Audyn

In een tijd waarin veel fabrikanten van audiovisuele apparatuur ervoor kiezen hun productie te verleggen naar lage-lonen landen, met name China, is het een aangename verrassing te ontdekken dat er nog steeds fabrikanten zijn die het lef hebben om kwaliteitsproducten te ontwikkelen en te produceren in ons eigen kleine kikkerlandje. Tijd voor een nadere kennismaking met de PRE-2 voorversterker en de AMP-200 eindversterker van Audyn, logees uit het Brabantse land van wie moest blijken of ze de hooggespannen verwachtingen waar konden maken.




Even voorstellen.

Het productiebedrijf van de Audyn versterkers vindt zijn grondslag in de tachtiger jaren in de professionele (P.A.) geluidsmarkt. Vele grote discotheken en studio’s behoorden tot de klantenkring. Begin 1990 begon Audyn in `s-Hertogenbosch met de ontwikkeling en fabricage van kleine hifi luidsprekersystemen.
De hiervoor verantwoordelijke man, Lion Kwaijtaal, heeft enkele jaren in de Verenigde Staten bij luidsprekerfabrikant Triad Design de akoestische en elektronische systemen voor de daar gebouwde luidsprekers ontwikkeld.
 
Tegenwoordig ontwikkelt en fabriceert Audyn allerlei elektronische eindproducten en  halffabrikaten (versterkers, luidsprekers en modulen voor geluidsapparatuur) voor een reeks internationale afnemers (Sovereign, Aaron,  BNS, Audiovector, Pentango, Audiostatic, Arcus, DAS, Dact, AudioNet en Wyntec). Negentig procent van de huidige productie wordt geexporteerd naar o.a. het verre Oosten en Duitsland.

Bij Audyn kiest men expliciet voor een no-nonsense ontwerpfilosofie.Uiterlijke en innerlijke eenvoud dient te worden gecombineerd met een zeer hoge geluidskwaliteit. De korte signaalweg bestaat uit hoogwaardige componenten. Audyn tracht geen condensatoren in de signaalweg te plaatsen. Doordat  men het hele productieproces, van het uitwerken van het idee tot de daadwerkelijk fabricage, in eigen beheer houdt wordt een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau gehaald.

Audyn heeft een eigen afdeling metaalbewerking in huis. Met geavanceerde CNC machines worden de behuizingen en onderdelen voor luidsprekers en versterkers zelf vervaardigd. Tevens worden veel mechanische onderdelen voor andere (audio)fabrikanten gemaakt.
De printplaten worden handmatig of automatisch bestukt op de elektronica-afdeling. Samen met de mechanische onderdelen wordt op deze afdeling een compleet apparaat geassembleerd.

PRE 2 en AMP 200

PRE 2

Mijn eerste kennismaking met de vernieuwde PRE-2 voorversterker was een aangename verrassing. Dat het hier een preproductiemodel betrof van de nieuwste versie -de sjablonen voor de bedrukking voor de achterwand waren nog niet klaar- deed niets af aan de sterke eerste indruk die het apparaat maakte. Een fraaie vormgeving, een degelijke kwaliteit en een zeer hoge afwerkingsgraad aan de buitenkant.

De PRE-2 wordt, tegen een meerprijs van 135 euro, geleverd met een fraaie afstandsbediening, zeer degelijk en zwaar uitgevoerd, en net als het front van de versterker ook bestaand uit geborsteld industrieel aluminium. Het gebruik ervan vraagt wel enige gewenning, de volumeregeling werkt niet adequaat. Jammer genoeg wordt al gauw het geluid te hard of te zacht weergegeven, hier zullen de ontwerpers van de fraaie afstandsbediening nog extra aandacht aan moeten besteden!

De PRE-2 is modulair opgebouwd. Een duidelijke keuze van Audyn: De standaardversie is opgebouwd rondom de OPA27 opamp, die vaak als basis dient voor andere hoogkwalitatieve voorversterkerontwerpen. Tegen meerprijs kan de klant kiezen voor een discreet opgebouwde versie (met transistoren). Uit de informatie die ik over de PRE-2 heb gekregen blijkt dat de signaalweg zo minimaal mogelijk wordt bewerkt. Liever een goed basisontwerp opgebouwd rondom eersteklas componenten dan een middelmatig ontwerp voorzien van veel overbodige componenten die voor een hoop correctiewerk moeten zorgen moet men hebben gedacht. Dit blijkt bijvoorbeeld aan de ontwerpkeuze voor de volumeregeling. De digitaal geregelde passieve symmetrische volumeregeling kent slechts een buffer voor het laddernetwerk. De tweede versterkende trap met lage (uitgangs)impedantie in de uitgang die daarop volgt zorgt voor een zo optimaal mogelijke verbinding met de eindversterker.

Wie de beschikking heeft over een fiks aantal bronnen zal niet teleurgesteld zijn over de aansluitmogelijkheden van de PRE-2. DVD, CD, MD, DAT, allemaal kunnen ze worden aangesloten en zelfs meer daar de PRE-2 wel 6 ingangen kent. Een phono-ingang is optioneel in de vorm van een losse phonopreamp die als insteekmodule op de moederprint geplaatst wordt.
Deze phonomodule is zowel geschikt voor MM als MC elementen en is d.m.v. dipswitches in versterking (16-voudig), impedantie (16-voudig), en ingangscapaciteit (4-voudig) instelbaar.
De huidige phonomodule is alleen als discreet opgebouwde versie leverbaar.
Last but not least is deze PRE-2 ook nog te gebruiken in een multichannel omgeving. Er is een Processor in- en uitgang op te vinden.


OPA27 module

Niet alleen de buitenkant getuigt van degelijkheid, ook de binnenkant van de PRE-2 gooit hoge ogen. Hier is in één oogopslag duidelijk dat we te maken hebben met een zeer doordacht ontwerp. Een forse ringkerntrafo die niet zou misstaan in menig geïntegreerde versterker. Ingangen die worden geschakeld door relais waardoor overspraak tussen diverse kanalen (wat we helaas nog regelmatig tegenkomen, zelfs bij veel duurdere versterkers) volstrekt afwezig is. Een discreet opgebouwde gelijkrichter daar waar geïntegreerde brugcellen doorgaans de norm zijn. MKT condensatoren en overal 1% ruisarme metaalfilmweerstanden, zo kan ik nog wel even doorgaan. Dat hier geen soldeermachine aan te pas is gekomen, handwerk dus, is duidelijk aan de printplaten te zien. Het soldeerwerk is van goede kwaliteit, nergens is te veel of te weinig tin gebruikt. Alle componenten staan stevig bevestigd op de print. Als ik me realiseer wat de verkoopprijs moet zijn, 930 euro , en ik de binnen- en de buitenkant goed bekijk realiseer ik me dat de consument alleen al op het vlak van materiaalkeuze veel waar voor zijn geld krijgt.


Fraaie binnenzijde van de Audyn PRE 2


AMP 200

Een zwaargewicht, om zo maar te zeggen. De specificaties zijn indrukwekkend als ik de fact-sheet zo bekijk. Het nominale uitgangsvermogen bedraagt bij acht ohm maar liefst 105 Watt, bij vier ohm is dit  een flinke 170 Watt. Ook het gewicht van twaalf kilogram doet een stevige performance vermoeden. De fraaie buitenkant doet degelijk aan, de aansluitklemmen voor de luidsprekerkabels zijn verguld en stevig uitgevoerd. De voorkant is, net als bij de PRE-2, vervaardigd uit een stevig stuk fraai geborsteld aluminium van maar liefst één centimeter dik.


Ook de binnenkant van de AMP 200 is een plaatje

Als ik de binnenkant bekijk krijg ik dezelfde indruk als bij de PRE-2. Alles ziet er netjes en degelijk gemonteerd uit. De voeding is van hoge kwaliteit. Een stevige kerntrafo van maar liefst  500VA is in belangrijke mate verantwoordelijk voor het forse gewicht. Per kanaal is 30.000 microFarad aan opslagcapaciteit te vinden en ook hier is de gelijkrichter discreet opgebouwd. De beide eindtrappen zijn fysiek volledig van elkaar gescheiden en zijn geheel discreet opgebouwd. De eindtransistoren, type multi-emitter, zijn stevig gemonteerd op de forse koelribben. Een blik op het soldeerwerk laat zien dat dit ook hier van hoge kwaliteit is. De prints in de AMP zijn doorgemetalliseerd, hetgeen borg staat voor een extra stevige bevestiging op de print. Een verstandige keuze, zeker bij een eindversterker, waar hogere temperaturen extra eisen stellen aan de montage van de componenten in de kast.

Listen, listen ...

Ondanks de verwachtingen die de PRE-2 en de AMP-200 wekken ten aanzien van de geluidskwaliteit zal een uitgebreide luistertest toch moeten tonen waartoe de logees uit den Bosch op dit vlak toe in staat zijn. Ik ben in ieder geval erg nieuwsgierig geworden.
Voordat er serieus begonnen wordt met luisteren besluit ik de combinatie de tijd te gunnen voldoende ingespeeld te raken. In de regel laat ik een component twee weken “met rust” om het voldoende op klank te laten komen. De inspeelperiode geeft me ook de gelegenheid te wennen aan de klank. Desondanks ben ik altijd benieuwd hoe componenten klinken (presteren is hier vaak niet het goede woord) op het moment dat ze koud uit de doos op het lichtnet aangesloten worden. Gedurende de inspeeltijd is dan goed te volgen hoe de geluidskwaliteit zich ontwikkelt. Voor mij een belangrijke graadmeter hoe een apparaat zich op langere tijd zich zou kunnen ontwikkelen daar de tijd dat een recensent ermee mag “leven” beperkt is. Er staan immers telkens nieuwe apparaten te wachten die beluisterd en beoordeeld moeten worden.

De eerste indruk die ik van de combinatie kreeg was opmerkelijk. Veel versterkers laten hun eerste muzieknoten koud-uit-de-doos vaak mat, ongeïnteresseerd en levenloos uit de luidsprekers vloeien en gaan vervolgens mooi opbloeien. Mijn eerste indruk van de Audyn set was er meer eentje van “ho, ho, even rustig aan”.
Bepaald niet genuanceerd, zo konden de eerste klanken van de PRE-2 en de AMP-200 het best worden omschreven. Een veel te zwaar aangezet laag, wat wollig en traag, een middengebied dat enigszins hard was en in het geheel niet vloeide. Een hoge tonen weergave  die meer weg had van het lopen op een kiezelpad dan van zacht en natuurlijk zijde. Maar ook, een behoorlijk dynamische weergave en een, koud uit de doos, meer dan uitstekende kanaalscheiding.

Als ik een week later even neerplof in mijn luisterstoel word ik plots op een andere sound getrakteerd. Daar waar het een geluid een week geleden als wollig, hard en kunstmatig te omschrijven viel klinkt het nu een heel stuk losser en vanzelfsprekender. Het wollige karakter is vrijwel geheel verdwenen. Het lijkt veel meer onder controle te zijn. Het hoog is niet meer hard, maar heeft zeker nog niet  het timbre en de natuurlijkheid die men zou kunnen verwachten bij een optimale prestatie. De boventonen van bijvoorbeeld cello of viool lijken wat versmeerd te zijn en zijn nog niet in staat het natuurlijke timbre van deze mooie instrumenten weer te geven.

Het geluidsbeeld daarentegen komt steeds losser te staan van de luidsprekers. Zoals ik al aangaf is de kanaalscheiding indrukwekkend. Het beeld strekt zich ver links en rechts uit van de luidsprekers, iets dat ik zelfs bij sommige veel duurdere systemen nog niet zo heb mogen ervaren. Heel leuk is om te ontdekken dat de diepteafbeelding zich steeds beter gaat ontwikkelen naarmate de combinatie steeds beter ingespeeld raakt. De PRE-2 en de AMP-200 slaagden er koud uit de doos er in het geheel niet in slaagden om een dieptebeeld te ontwikkelen. Ruim een week later merk ik dat  de gelaagdheid in het dieptebeeld steeds beter waarneembaar wordt.

Go for it!

Inmiddels zijn meer dan twee weken verstreken, tijd om mijn gasten uit den Bosch eens goed aan de tand te voelen. Jawel, ik mag me verheugen in het feit dat de positieve ontwikkeling die reeds een week geleden is ingezet zich de afgelopen week verder heeft doorgezet.
De CD “Music Box” (Sony Music/Columbia,1993) van Mariah Carey verdwijnt in de CD-speler. “Everything fades away”, een mooi een gevoelig slotnummer. Heerlijk hoe haar stem uit de luidsprekers vloeit, ik word gegrepen door de emotie in haar stem en luister ademloos haar [cursief]sad story[/cursief] aan. Ze staat daarbij volledig los van de luidsprekers terwijl achter haar de ruimte moeiteloos in alle dimensies wordt weergegeven. De achtergrondzang in de refreinen wordt breed uitgemeten in de luisterruimte geprojecteerd.


De Audyn versterkercombi heeft een sobere maar degelijke uitstraling

Ik ben benieuwd of de PRE-2 en de AMP-200 ook goed zijn in het vertellen van sprookjes.  Mariah Cariah maakt plaats voor Andreas Vollenweider op de CD “Book of Roses” (Sony Music/Columbia,1991).  Ademloos luister ik de hele CD af, iets dat normaal zelden voorkomt. Gaandeweg de CD bedenk ik vaak wat ik nog meer ga beluisteren en sta dan ook maar op om daadwerkelijk iets anders op te zetten. Nu niet, het sprookjesboek opent zich en ademloos hoor ik het hele verhaal aan van begin tot het eind. Ik sluit mijn ogen, de sprookjeswereld wordt tot op de vierkante centimeter precies voor mijn ogen uitgemeten in de diepte, breedte en hoogte. Met name het nummer “Jugglers in Obsidian” maakt veel indruk. Elektrische harp en akoestische gitaar zijn hier in een fikse dialoog met elkaar verwikkeld. In mindere systemen wordt deze dialoog al snel een brei waarin deze, welhaast met elkaar aan het vechtende instrumenten, nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. Nee, nu sluit ik mijn ogen en ervaar de zinderende atmosfeer van vuur en passie waar ik deel van uit mag maken.

We blijven nog een beetje in sprookjessfeer als we de landen bezoeken die Path Metheny op zijn CD “Secret Story” (Geffen/Metheny Group Productions, 1992) heeft aangedaan. “finding and believing” een tijdloos nummer dat ik keer op keer graag mag beluisteren. Tja, wat moet ik zeggen.  Als ik geen kompas bij me zou hebben zou  ik volledig verdwalen in het virtuele landschap dat voor mijn ogen wordt neergezet. De breedteafbeelding strekt zich ver uit links en rechts van mijn luidsprekers. Daarbij is, zeer uitzonderlijk in deze prijsklasse, goed te horen hoe de instrumenten zich niet alleen in de breedte, maar ook in de diepte van elkaar onderscheiden. Het vele gebruik van veel kleine percussie-instrumenten maakt dat het nummer op mindere systemen vaak hard en versmeerd klinkt.De controle over het  hoog is hier dik in orde. Ook het “fijne” werk wordt nu met veel precisie weergegeven zonder ook maar op enigerlei wijze hard, scherp of korrelig te klinken.

Tijd om tot rust te komen. Een moment van bezinning, daarom besluit ik ook op  de St. Paul’s Cathedral in Londen te bezoeken waar John Scott het complete orgelwerk van Maurice Durufle (Hyperion Records Limited, 1989) ten gehore brengt. Het eerst dat opvalt is de enorme kracht en vanzelfsprekendheid waarmee de laagste registers van het majestueuze orgel ten gehore worden gebracht. Wat gaat dit diep, wat een kracht! Maar wie denkt dat dit ten koste kan gaan van de fijne nuances in de weergave heeft het volledig mis. Klanken sterven heel geleidelijk uit, je hoort de akoestiek van de kathedraal welhaast ademen. Tijdens momenten van stilte worden zelfs geluiden van buiten de kathedraal zacht hoorbaar, zoals vogelgekwetter op de achtergrond. Het mannenkoor op het nummer “Choral varié” wordt over de volle breedte uitgemeten in de luisterruimte geprojecteerd, heel indrukwekkend.


De AMP 200 beschikt over stevige vergulde luidsprekeraansluitingen

Tot slot verdwijnt de CD “Elegies” van Kim Kashkashian (Altviool); Robert Levin (Piano) (ECM, 1991) in de CD-speler. Zakdoekwerk, zoals ik het wel eens noem. Ik kies het nummer “Romance oubliée” uit 1880 van Franz Liszt (1811 - 1886). Viool en vleugel hebben een eigen rotsvaste plaats in de opnameruimte waarvan ik me voorstel dat deze met veel velours is aangekleed en baadt in gedempt licht. De altviool lijkt welhaast te huilen, zo fraai wordt hier gemusiceerd. Dat daarbij de subtiele boventonen niet in alle natuurlijkheid worden weergegeven en een heel klein beetje versmeerd lijken, net als de boventonen van de vleugel op hetzelfde nummer, is de combinatie in het geheel vergeven. Bedenk dat we hier te maken hebben met een set van net iets meer dan 2000 euro. Voor een volstrekt adequate en natuurlijk weergave van deze zeer subtiele boventonen moet vaak veel meer worden neergeteld.

Ergo conclusio

Bij de meeste logees komt vroeg of laat het moment dat de tijd van vertrek een prettig vooruitzicht is omdat het normale dagelijkse leven daarna weer zijn doorgang kan vinden. Zo niet bij de twee logees uit den Bosch, waarvan ik weet dat ik eerdaags met lede ogen aan zal moeten zien dat ze zullen vertrekken. Recenseren doe ik ze nu niet meer beste lezers. Ik heb hierboven zo goed mogelijk duidelijk proberen te maken welke indruk deze twee gasten op mij maakten gedurende hun verblijf bij ons thuis. Maar heel af en toe ga ik er weer eens even echt voor zitten. Ze staan immers nog steeds ons thuis… Ondanks dat de verschillen vergeleken met een paar weken geleden niet meer zo groot zijn, eerder subtiel, heb ik de indruk dat de goede eigenschappen zich gaandeweg nog verder ontwikkelen.

Laat ik eerlijk zijn, wat hier binnen deze prijsklasse aan bouwkwaliteit, ontwerp en weergavekwaliteit wordt neergezet is buitengewoon goed. Ik durf dan ook te beweren dat deze set zich moeiteloos kan meten met voor- en eindversterkers in de prijsklasse van 2500 tot 3000 Euro. Deze combinatie bepaalt in mijn optiek ook de standaard binnen de prijsklasse waarin ze zich bevinden. De PRE-2 en de AMP-200 bouwen moeiteloos een royaal beeld op in alle drie de dimensies. Dit heeft er zeker toe bijgedragen dat ik tijdens menig luistersessie het gevoel had geheel deel te zijn van de muzikale happening. De combinatie heeft niet het laatste woord op het vlak van de weergave van de allerfijnste klanknuances en texturen, daarvoor zal de consument meer moeten betalen. In die zin ben ik dan ook benieuwd wat het inzetten van de PRE-2 versie waar niet de OP27 opamp het hart van zal vormen maar een discrete voortrap voor uitwerking zal hebben op de geluidskwaliteit.

Een punt van aandacht blijft de, overigens zeer fraai uitziende, afstandsbediening waarmee het volume niet mooi regelbaar is. Een extra vertraging inbouwen zou wonderen kunnen verrichten.

De dynamische weergave geeft de combinatie een levendig en eigen karakter. Degenen die op zoek zijn naar een strikt neutrale weergave zullen wellicht minder gecharmeerd zijn van deze levendigheid. Maar wat heeft de set ervoor gezorgd dat ik uren achter elkaar in mijn luisterstoel gevangen zat, ademloos muzikale avonturen ondergaand. En dat is, beste lezers, waar het volgens mij om gaat!

Met één prangende vraag blijf ik wel nog zitten: hoe krijgen ze het in den Bosch voor elkaar om zoveel muziek voor zo weinig geld in elkaar te zetten …


Prijzen:
Audyn PRE-2:  930 euro
Audyn AMP-200:  1150 euro
Afstandsbediening (optioneel) 135 euro
De geteste uitvoering was in zwart. De PRE-2 en de AMP-200 zijn leverbaar in elke gewenste kleur.

Meer informatie: www.audyn.nl

Gebruikte Hardware: 

Componenten:

Marantz CD 14 ProAc Studio 150

Netsnoeren:

Siltech SPX 30 Classic (2x) Siltech Ruby Hill

Interlinks:

Harmonic Tech Pro Silway II Phantom Cable (Blue)

Luidspreker kabel:

MIT 2 BiAmp modificatie

Overig:

Target Stand met natuursteen/houten plateaus Vibrapod dempers