Symphonic Line


Ruud Jonker | 04 oktober 2007 | Symphonic Line

Het universum is niet digitaal

Aldus een markante uitspraak van Rolf Gemein, eigenaar van Symphonic Line. Dat valt trouwens te bezien. Wellicht is de schepping gewoon een uit de hand gelopen computersimulatie van iets of iemand daarboven. 

Het stukje autobahn tussen Arnhem en Duisberg is al zo vaak gereden. Met groot enthousiasme passeert de auto de grens. Verlost uit het  flitspaalvervuilde Nederland, krijgen de kiloWatts de vrije teugel. Een hoog fluitend geluid gonst onder de carrosserie als de beide turbo´s op toeren komen. Een enorme schop in de rug gaat net vooraf aan het moment dat de grens met hoge snelheid uit de achteruitrijspiegels verdwijnt.

Een bezoek aan Rolf Gemein initieert filosofische gedachten. Volgens de relativiteitsleer bewegen de flitspalen zich met hoge snelheid in achterwaartse richting ten opzichte van de auto. De flitspaal is dus het object dat de snelheidovertreding begaat. Zulke gedachten komen naar voren na het aanhoren van de, door filosofie en oosterse meditatieve technieken gevormde, denkwijzen van Rolf Gemein. Bij Symphonic Line staat de kwaliteit, of beter gezegd de realiteit, van de weergave bovenaan. Daarmee behoort dit bedrijf tot de overgebleven pioniers van de kwaliteitsweergave. Zij ademen de highend-gedachte. Het zijn diamanten in een wereld waar veel grote audio-bedrijven de audiofiele beweegredenen van de grondleggers verkwanselden in ruil voor het snelle scoren.


Symphonic Line La Musica

Rolf Gemein heeft een heel eigen visie op de weergave van geluid. Heel lang geleden arriveerde hier in de luisterruimte een delegatie van heren uit Duitsland. In hun auto een nieuw geïntegreerd muzieksysteem als totaalconcept, luisterend naar de naam ´La Musica´. Los van wat opmerkingen vanaf de zijlijn, viel er één ding op. Het systeem, bestaande uit een platenspeler, een versterker en twee weergevers, klonk extreem realistisch. Het klonk zó extreem realistisch, dat het een schokkende ervaring was. De achtergronden voor dat overtuigende realisme hebben mij jarenlang beziggehouden. Het latere, productierijpe La Musica systeem, had lang niet meer die fabelachtige performance. Hoe kan dat? De uiteindelijke bevestiging van een jarenlang gekoesterd vermoeden werd onlangs in Duisburg gevonden. La Musica in de toenmalige luisterruimte werd aangestuurd door een Symphonic Line RG14 versterker. Nu wetende wat een Symphonic Line versterker kan, is het absoluut duidelijk dat deze unit verantwoordelijk was voor 80% van de prestatie van La Musica. Tel daarbij op de draaitafeltuning van Alfred Rudolf, de keuze van een stel uitgelezen grammofoonplaten en de speciale schoonmaakgrap voor vinyl van Peter Suchy en het plaatje is compleet. Tot op de dag van vandaag klinkt die lp nog steeds significant beter dan een identiek exemplaar dat (express) niet behandeld werd.

Verschillende Symphonic Line producten werden beluisterd, waaronder prototypes van nieuwe eindversterkers. In de luisterruimte staat de RG10  uitvoering. Voordat het apparaat wordt beschreven volgt een gesprek met Rolf Gemein.

Het interview

Rolf, je bent duidelijk geïnteresseerd in esoterie?

Ja, sinds ik een kleine jongen was. In filosofie, medidatie, oosterse denkwijzen en gevechtssporten. Ik heb vele reizen naar het buitenland ondernomen, waaronder Thailand. De dingen die je dan ontdekt dienen ervoor om de persoonlijkheid te verrijken. Als je op een bepaald gebied iets wilt bereiken, dan is het belangrijk dat je een enorme gevoeligheid ontwikkeld. De vele dingen die ik gedaan heb, zoals aziatische gevechtssporten, filosofie en meditatie hebben een verdere sensibilisering van mijn zenuwstelsel bewerkstelligd en daarmee kan ik dingen waarnemen die anderen ontgaan. Met betrekking tot muziek heb ik géén andere luidsprekers of versterkers nodig en ben ik niet geïnteresseerd in wat anderen maken. Ik weet wanneer iets goed is en hoe een toon zich opbouwt en hoe de menselijke stem klinkt. Ik heb een live-opname van Pavarroti gemaakt. Mijn vader was van jongs af aan met opera bezig en mijn grootvader gaf zangonderricht. Dat heb ik allemaal meegekregen. Mijn hobby was hifi. In de zeventiger jaren zag ik al die fraaie apparaten, die ik niet kon betalen. Toen dacht ik: ik maak mijn beroep ervan en ben met drie man gestart in een eigen bedrijf. Ik vind het belangrijk dat een klant vele jaren hetzelfde product houdt en dat dat steeds te upgraden is naar de laatste stand van de techniek. Muzikaal gezien is het voor mij erg belangrijk om een driedimensionale afbeelding te hebben. Daarnaast zijn het oplossend vermogen van luidsprekers, attack en dynamiek heel belangrijk en niet te vergeten de natuurlijkheid. Stemmen moeten uit het corpus komen. Bij veel fabrikanten gaat dan in de verkeerde richting. Het oplossend vermogen neemt toe, in het bijzonder in het hogetonen bereik, maar het geluid komt niet meer uit het corpus. B&W heeft bijvoorbeeld meetapparatuur en computers ter waarde van miljoenen euro´s. Die gebruik ik niet. Het frequentiebereik van onze versterkers gaat tot het megahertz bereik. Je kunt slechts horen tot 20k, maar muziek is erg complex. Je kunt tot in het megahertz bereik waarnemen hoe een toon zich opbouwt. Voor mensen is het horen van richting belangrijk. Als je in je hol zit, moet je horen uit welke richting de beer komt. Om goed te kunnen luisteren moet ik volmaakte rust hebben. Dan kan ik goed beoordelen of de toon klopt.

Je hebt een goed idee over wat systemen behoren te doen. Hoe kunt je dat concept vertalen naar het electronische circuit?

In de tachtiger jaren heb ik electronische bouwdelen beoordeelt op basis van klankeigenschappen. Dat doe ik vandaag de dag nog steeds. Of het nou een component, een kabel of een bepaald type soldeer is. Je hebt nieuwe weerstanden en supersnelle condensatoren. Die bouw ik dan op een print en hoor dat het klankbeeld niet meer natuurlijk is. De toon bouwt zich niet meer op de goede manier op en dat kun je bij stemmen erg goed horen.

Bij veel transistorversterkers kan de toon zich niet goed opbouwen. Het gaat te langzaam en dan is de live-belevenis kapot. Als de versterker té snel is, zoals bij een bekende Amerikaanse firma, waarvan ik de naam niet zal noemen, dan klinkt het alsof iemand zijn hoofd uit het venster steekt. Dat is fout, want de toon moet zich van onder tot boven gelijkmatig opbouwen. Ook de kracht moet zich gelijkmatig opbouwen. Er zijn cd-spelers, versterkers en luidsprekers die de kracht in bepaalde delen van het bereik concentreren. Je hoorde net, op basis van die oude Three Blind Mice sampler, dat de druk in alle bereiken hetzelfde is. Je moet de voeding erg nauwkeurig instellen op het aantal transistoren om die druk in alle bereiken gelijkmatig te krijgen. High end betekent dat alles in orde is. De fout van veel fabrikanten en tijdschriften die het niet begrijpen, is dat ze zich concentreren op enkele eigenschappen en die eruit lichten. Maar, als enkele eigenschappen opvallen en je kunt die eruit pikken, dan is er iets niet in orde. Ik moet mijzelf steeds opnieuw controleren om het huidige niveau te kunnen handhaven.

Je luistert dus holistisch, naar de totale performance?

Ja, ik hoef maar drie seconden te luisteren naar de opbouw van de toon en dan weet ik hoe het ervoor staat.

Wat is het probleem met buizenversterkers?

Dat probleem ligt bij de klanten. De één wil kracht in het laag, de ander een zekere warmte in het middengebied en de derde heeft een uitgesproken klankbeeld in z´n hoofd. Wij hebben een buizenvoorversterker gebouwd die speelt als een goede transistorversterker. Dat bevalt niet elke klant met belangstelling voor buizenversterkers, want veel daarvan zoeken naar een heel uitgesproken geluid. Ze komen uit een bepaalde muziekrichting of ze hebben een luidspreker die alleen met een bepaald type buizenversterker iets bijzonders presteert. Daar kun je dus niets mee. Ik heb niets tegen buizen en we hebben hier fraaie tuners en versterkers met buizen gebouwd. Maar, als een transistorversterker in orde is, kun je die voor vele jaren vergeten. Een buis verandert continue van eigenschappen. Daarom werken we hier graag met transistoren. Maar er is ook grote vooruitgang geboekt. Net zoals met cd- spelers, kunnen de goede eigenschappen van buizen en cd-spelers benadrukt worden, zonder dat het problemen geeft.

Analoog versus digitaal?

Een grammofoonplaat is absoluut de maatstaf onder voorwaarde dat de combinatie van element, arm en phonoversterker op elkaar afgestemd is. Op die plaat staat informatie tot 50000Hz. De analoge aftasting is organischer ten opzichte van ons zenuwstelsel. Het gehele universum is niet digitaal opgebouwd maar analoog. Dat zeg ik als metaphysicus en filosoof.
In de natuur is niets echt volledig symmetrisch opgebouwd, dus dat heeft ook weinig zin voor elektronica. Ook de hersenhelften zijn niet volledig symmetrisch opgebouwd. Natuur functioneert anders dan techniek. Eigenlijk zouden we de techniek een beetje méér organisch moeten maken.
Ik heb veel plezier van de platenspeler met het massieve 24kg plateau (Symphonic Line bouwt ook platenspelers). Alles is massief en er is een overbemeten netdeel met een klasse-A sturing. Toen de cd-speler kwam heb ik eerst geweigerd daarnaar te luisteren. De eerste converterchips waren mij niet goed genoeg. Na de komst van de 20bit-converters brachten we een speler uit, maar die moest niet zo onnatuurlijk klinken als de meeste spelers op de toenmalige markt. De grammofoonplaat werd als maatstaf genomen. We ontdekten dat er een probleem was in de filterfrequentie van de cd-speler. Door het zogenaamde brickwall filter onder handen te nemen, werd de speler veel ruimtelijker. Een ruimtelijkheid die wél degelijk op de cd´s geschreven stond.


Je luistert met je hele lichaam?

Eigenlijk doet iedereen dat, maar dat is nog niet beschreven. Waarneming gaat niet alleen via de oren. Ook de huid en de andere zintuigen spelen een rol. Het is een gesommeerd systeem dat als totaal een beleving veroorzaakt. Als je daarvoor open staat, dan neemt de waarneming toe. Je wordt je bewust van veel méér frequenties en tussentonen. Bij een goede opname kun je de bewegingsrichting van de lucht waarnemen. Als er géén muziek is, kun je de vibrerende luchtbeweging in de opnameruimte waarnemen. Als je een opname uit 1963, van bv. Fritz Wünderlich, hoort dan moet die spelen zoals die toen werd opgenomen. De opname moet dan niet klinken alsof deze in 2007 werd gemaakt. Veel recensenten maken die fout. Ze menen dat zo´n opname moet klinken alsof die in 2007 werd gemaakt. Het totale gamma van frequenties moet feitelijk overgebracht worden, zodat elke cd of plaat en heel eigen individuele signatuur krijgt. Als het allemaal gelijk klinkt, dan klopt er iets niet. Dat is eigenlijk waar het om gaat.
Voor een klant zijn, naast de geluidskwaliteit, nog andere dingen belangrijk. Het produkt moet een lang leven hebben en het moet degelijk gebouwd zijn met goede componenten. Onze oudste producten worden vandaag de dag nog steeds verder ontwikkeld. Het product is massief met dikke frontplaten en feitelijk een tijdloos ontwerp. Vandaag is erg belangrijk dat de klant een waardevol product krijgt voor het verdiende geld. We zien er daarom op toe dat de prijs/kwaliteitsverhouding klopt. Ook bij de voorversterkers geldt dat men nergens ter wereld een beter product kan kopen voor de gedane investering.     


Holisme versus audiofiel luisteren

Fascinerende gezichtspunten en niet alléén theorie. Symphonic Line is gevestigd in Duisburg. De werkplaats en luisterruimte zijn ondergebracht in een aantal geschakelde, half onder de grond liggende, basements van een groot appartementencomplex. Geheel in stijl worden hier groene thee en andere filosofische gedachten inspirerende bladextracten geserveerd. Samen met Ben Hoedjes, de Nederlandse importeur van het merk, wordt een poging ondernomen om het logische systeem van ordening in de wandhoge platenkast te ontdekken. Het is niet gelukt. Geen enkel wiskundig model binnen het Newtoniaanse paradigma verklaart op afdoende wijze de plaatsingssystematiek. Voer dus voor een datamining-exercitie.
Het luisteren laat direct alle kenmerken horen die inherent zijn aan werkelijkheidsweergave. Uit het interview blijkt dat je dat zo niet mag zeggen. Je moet oppassen dat je niet teveel de aan lager wal geraakte- en in de goot verdwaalde audiofiel of recensent uithangt. Die luisteren niet naar muziek, maar alleen naar een uiteengerafeld setje eigenschappen, dat per item gekleurd en misvormd is, door via marketing en kontakt met mede-audiofielen opgezogen denkbeelden. Holistisch luisteren naar muziek leert dat er iets fundamenteel klopt in een Symphonic Line systeem. De analyse komt later, terug in ons land en uit de buurt van Rolf.


De luisterruimte

De ultieme ´place to be´ en jachtterrein van de audiofiele inquisitie. In deze multimediale grot sleur je een vriendin binnen aan haar blonde haren. De overige ingrediënten voor een leuke luisteravond bestaan uit een Symphonic Line RG10, twee Dynaudio´s, kabels van Twisted Pair Design, een EMT, een cd-speler en Sonny Rollins at the Village Vanguard (Blue Note 1522).

De RG10 beschrijving

De RG10 is gearriveerd in de meest luxe uitvoering. Dat betekent een volledig chromen uitvoering met een losse ´pre amp reference power module´. De RG10 is feitelijk een integrated amplifier, maar het voorversterkergedeelte krijgt dus een externe voeding. Deze unit is in zwart uitgevoerd en verstop je doorgaans achter het audio-rack. De RG heeft drie line-ingangen en een phono-ingang (MM/MC). De beluisterde uitvoering is de 2007 MK4. Symphonic Line kan de oudere MK3 versies ombouwen naar het huidige niveau. De bouw van deze versterker is extreem Duits degelijk. Een RG10 met bijbehorende power module neem je niet even achteloos onder je arm. Symphonic Line apparaten ademen ook niet het el cheapo gevoel dat veel andere componenten oproepen. Wat moet je met een receiver die vrijwel niets weegt? Als je een stapeltje cd´s op de bovenplaat neerlegt hoor je zo´n klikgeluid alsof je in een bierblikje knijpt. Niet met Symphonic Line. Dat is apparatuur die blijft, die je soms laat updaten en misschien ooit een keer laat repareren. Maar je zet het nooit achteloos naast de container.  Daar is het te mooi en te waardevol voor.


Luisteren

De RG10 is beluisterd op Verity Ovation Parsifal monitoren, de Dynaudio C2, de Dynaudio Audience 42, de Kharma Reference en wat modellen van Wilson, Infinity en Dali. Welke weergever er ook wordt ingezet, het basiskarakter van de versterker is altijd hetzelfde. De meest opvallende eigenschappen zijn de ervaring dat je bovenop het live-gebeuren zit. Er is als het ware geen muur tussen de musici en de luisteraar. Het geluid is héél direct en grijpbaar, met een enorme snelheid, transparantie en tonale integriteit. Het is feitelijk een beetje vergelijkbaar met wat een Audio Note systeem doet. Je hoort daar hetzelfde soort realisme, maar de Symphonic Line voegt daar méér harmonische diepte aan toe en is tonaal veel beter. Er is dus sprake van een neutraal geluid, maar het is zeker niet aan de witte- en uitgebeten kant. Wie ervaring heeft met live-geluid en hoe iets terugkomt over studio-afluistering, zal direct herkennen dat het Symphonic geluid erg dicht bij de waargenomen realiteit staat. Het zal de lezer duidelijk zijn dat het geluidsbeeld nu schaamteloos in stukjes wordt beschreven en dat is tegen de opvattingen van Rolf Gemein. Luister je holistisch, dus gewoon naar de muziek en niet naar de losse eigenschappen van het systeem, dan is er sprake van een soort natuurlijke integratie. In de beleving van Rolf zijn er een aantal basiseigenschappen waaraan weergave moet voldoen om betrokkenheid op te wekken. Dat zijn tonale integriteit, dynamiek en snelheid. Als een audiosysteem extreem saai klinkt, is er altijd iets mis met één of meerdere van deze parameters. Het is wellicht een gemeenschappelijke ervaring, maar veel sterk gecomprimeerde muziek, of het geluid van Sky Radio, veroorzaken binnen een korte tijdsspanne een enorme vervelingsfactor. De natuurlijke dynamiek van de muziek is hier teruggebracht to vrijwel nul.



Niet met een versterker van Symphonic Line. Wie iets wil horen met een extreme dynamiek, moet deze versterker maar eens aansluiten op een Audience 42. Het gereproduceerde geluid klinkt ten eerste alsof er een groot full range systeem staat te spelen en ten tweede zijn de dynamische uithalen zodanig dat je vreest voor het leven van die kleine weergevertjes. Het belangrijkste is echter dat het luisteren naar muziek heel spannend en onderhoudend wordt. De live performance staat werkelijk als een huis. 
De mate van haalbaar realisme is een beetje afhankelijk van de gebruikte luidspreker. Concepten die van nature al snel zijn, hebben vaak ribbons, bandtweeters of snelle keramische drivers. Wie de ultieme live-beleving zoekt, kan dus dergelijke luidsprekers selecteren. De modellen luidsprekers die Symphonic Line zélf op de markt zet, blinken uit in dat hele directe-, gedetailleerde en coherente live-geluid. Maar ook op ´rustiger´ weergevers biedt de Symphonic Line versterker de fraaie tonaliteit, het dynamische gedrag en die hele directe live-confrontatie. Als audiofiel, gewend om muziek in stukjes te beluisteren, wordt je feitelijk gedwongen om dat op te geven. Tijdens een live-concert ga je ook niet alleen naar een stukje focussering luisteren of naar de microdetaillering. Een goed opgebouwd Symphonic Line systeem plaatst je in het centrum van de actie en het concert wordt als een enerverende totaalbeleving geconsumeerd.

Epiloog

Zoals met alles moeten er keuzen worden gemaakt. Een Symphonic Line systeem zal niet geschikt zijn voor iedereen. Wie bang is om de confrontatie aan te gaan en denkt dat stemmen en instrumenten in werkelijkheid niet klinken zoals Symphonic ze laat horen, zou vast kunnen blijven zitten in een zelf geschapen ´aangenaam´ geluidsbeeld. Naar muziek luisteren is een leerproces. Begonnen we niet allemaal met goudeerlijke- en uiterst beleefd klinkende Engelse luidsprekers? Niets mis mee, maar live muziek doet dingen die op sommige systemen niet helemaal uit de verf komen. Die groei in het herkennen van live-weergave, met alles wat daar bij hoort, past in de visie van Rolf Gemein. Gaan de Oosterse filosofische systemen en de moderne fysica niet uit van de onderlinge verbondenheid van de natuurwetten? Is de menselijke beschrijving van de natuur niet vergelijkbaar met een ´kaart´ van de werkelijkheid en niet die werkelijkheid zélf? Scheppen audiofielen niet hun eigen stelsel van wetmatigheden, los van de integriteit en het holistische karakter van een échte live-performance? Geoffrey Chew beschreef de zogenaamde schoenveter-hypothese. De veronderstelling dat het universum een web is van onderling verbonden gebeurtenissen. Rolf Gemein stopt die verbondenheid en dat holisme in het ontwerp van zijn elektronica. Voor wie dat herkent zetten de Symphonic Line producten indrukwekkende prestaties neer. In ieder geval bijzonder aanbevolen voor wie de audiofiele lat een keertje structureel wil verschuiven.