Multitest All-In-1 designsets


Max Delissen | 29 januari 2009 | Fotografie Paul Vermeulen | Meridian

Dit artikel is eerder verschenen in de eerste editie van Hifidelity, hét nieuwe magazine over mensen, muziek en film.

De markt voor compacte en gemakkelijk plaatsbare geluidsapparatuur heeft de laatste jaren een flinke vlucht genomen. Moest de muziekliefhebber het een decennium geleden in de keuken of op de slaapkamer nog doen met een gettoblaster of een microsetje met dito geluidskwaliteit, tegenwoordig is de keuze heel wat groter, en klinkt het allemaal een stuk volwassener.

In deze test komen drie systemen aan bod, die boven het gemiddelde uitsteken qua design en geluidskwaliteit. Er is gekeken naar de functionaliteit, de aansluitmogelijkheden, en er is geluisterd naar de klankmatige prestaties.

Om de apparaten op hun klankmatige merites te beoordelen werd gekozen voor twee verschillende tracks. Op het album The Sailor Not The Sea van de Belgische band Ozark Henry staat het nummer Give Yourself A Chance With Me. Het hele album is geweldig opgenomen, en bevat naast akoestische instrumenten als piano en gitaar ook veel gedetailleerde synthesizerpartijen. En de fraaie stem van Piet Goddaer. Mooie, melancholieke muziek die veel vergt van de geluidsinstallatie. Het geheel zou open en ruimtelijk moeten klinken, en de akoestische instrumenten moeten voldoende ‘echt’ worden weergegeven.

 

De tweede track is van Talk Talk, van het prachtige album Spirit Of Eden. Het nummer Inheritance bevat veel ruimtelijke informatie, en ook weer een keur aan akoestische instrumenten. Waar bij deze track vooral op gelet moet worden, is of het zacht aangeslagen bekken aan het begin van het nummer goed hoorbaar is, en tot ver in het steeds voller wordende nummer te volgen blijft.
De gekozen tracks demonstreren uitersten in de weergave. Deze apparaten zijn niet te vergelijken met losse stereocomponenten, en mogen dus eigenlijk ook niet als zodanig beoordeeld worden. Toch noopt de aanschafprijs van alle geteste apparaten tot kritisch luisteren.

Geneva Model M

De Geneva Model M is een strak vormgegeven, kubusvormig geluidssysteem. Het kleinste model uit een reeks van drie, die al naar gelang hun grootte de typeaanduiding M, L en XL hebben. De afmeting is 18,7 x 36,6 x 24 centimeter (HxBxD), en het geheel weegt 7,3 kilo. De kast heeft afgeronde hoeken, en het testmodel is uitgevoerd in hoogglans zwart. Het front is van geperforeerd metaal, en precies in het midden bevindt zich een ronde uitstulping. Aan de achterkant zijn aansluitingen te vinden voor een iPod (aansluitkabel wordt meegeleverd), een stereo mini-jack voor een tweede extern apparaat, een hoofdtelefoonaansluiting, en een aansluiting voor de meegeleverde draadantenne voor FM-ontvangst. Ook is er op de achterzijde een brede basreflex-sleuf te vinden, die voor de ondersteuning van de lage tonen dient.

De afstandsbediening die bij de Geneva hoort is relatief groot, maar erg licht van gewicht. Ondanks de geringe dikte ligt hij goed in de hand en voelt redelijk stevig aan. De trend van tegenwoordig schijnt te zijn dat afstandsbedieningen platter dan plat moeten zijn. Op zich is daar niets mis mee, maar het betekent wel dat er geen ‘gewone’ batterijen meer in zitten, maar zogenaamde ‘knoopcellen’. Die gaan over het algemeen iets minder lang mee, en ze zijn niet op elke straathoek verkrijgbaar. Maar dat is slechts een detail.

Als de Model M wordt ingeschakeld (met de afstandsbediening) licht in de rechterbovenhoek een rood LED-display op achter het geperforeerde front. De afleesbaarheid is prima, ook van een wat grotere afstand. De functionaliteit van het display is relatief beperkt, en vergt enige gewenning. Wat aan de Geneva verder opvalt, is dat er geen enkel bedieningsknopje op het apparaat zelf zit. Uit design-oogpunt is dit een geniale zet, maar alles moet dus via de afstandsbediening worden bediend. Daarom is het zaak om die niet uit het oog te verliezen.

Luisteren naar de Geneva

De Model M is, in tegenstelling tot de modellen X en XL, niet voorzien van een geïntegreerde iPod- dock, en het bijbehorende iPod-snoertje zat bij het testexemplaar niet in de doos. Daarom is gekozen om de luistertest met cd’s te doen, maar daarover later meer. Aan de bovenzijde van de kast bevindt zich een met vilten stroken stofdicht gemaakte gleuf waar het cd-mechanisme achter schuil gaat. Het cd-plaatje dient rechtop in het apparaat gestoken te worden, waarna het slot-loadingmechanisme de cd soepel naar binnen trekt. Het inlezen van de tracks gaat redelijk snel, waarna de weergave meteen start.

Het display kent twee standen van helderheid. Tijdens gebruik brandt het display op halve sterkte, als er een commando wordt gegeven brandt het tijdelijk feller. Het volume loopt van 0 tot 100, en verloopt in stappen van 1. Als de knop langer ingedrukt wordt, neemt de snelheid toe. De volumeregeling is zo ingesteld dat de Geneva altijd binnen de grenzen van de ingebouwde versterker opereert. Langdurig spelen op de hoogste volumestand is mogelijk zonder dat de elektronica te zwaar wordt belast. De klankkleur van de lage en hoge tonen is ook bij te regelen, en verloopt in stappen van 5 (tot maximaal + of – 60), en is redelijk subtiel.
De ingebouwde 4x25 watt klasse ‘D’ versterker stuurt twee 4 inch-woofers en twee 1 inch-tweeters aan. Twee van ieder? Jazeker, want de Geneva maakt gebruik van moderne digitale techniek om een breed stereobeeld te genereren.

Luisteren

De Geneva laat bij de track van Ozark Henry met de toonregeling op neutraal een redelijk diep laag horen. Wat overigens nog verbetert als het apparaat op een steviger ondergrond wordt geplaatst dan op een tafel van het bekende Zweedse woonwarenhuis waarop hij nu staat. Het digitale ruimte-effect is goed hoorbaar, maar klinkt toch anders dan echte stereo.
Ook dit wordt overigens beter op een andere ondergrond. Let hier dus op bij het plaatsen. Het hoog klinkt wat terughoudend, maar de tonale balans is daardoor vol en warm. Met Talk Talk valt het laag iets minder op, en het lage midden is wat rommelig. Wat spelen met de toonregeling kan dit een heel eind verhelpen, maar een solide ondergrond is de beste remedie. De hoogweergave is rustig en een beetje terughoudend, waardoor het wat lastig is om de genoemde bekkenaanslag te volgen.
De kunstmatige ruimtelijkheid lijkt redelijk goed te werken. Hoewel het in mijn oren nog steeds een beetje gemaakt klinkt, zijn veel van de lelijke fase-effecten die deze techniek eerder met zich meebracht de laatste jaren opgelost. Er is wel een brede wolk van geluid die een geloofwaardige illusie van stereo neerzet. Nogmaals: het is geen vervanging voor echte stereo, maar het kan er prima mee door.

Tivoli Model 2 en Model CD

Tivoli maakt al een flink aantal jaren kleine kastjes met een retro-design (van Henri Kloss) en een uiterst modern binnenwerk. De geteste Model Two is een zeer compacte stereo-receiver met ingebouwde luidspreker. Hierop moet, om van echte stereo te kunnen genieten, de bijgeleverde Model Two-luidspreker worden aangesloten. De cd-speler van Model CD kan los worden aangeschaft. Zowel de Model Two als de Model CD werkt op 230 volt wisselstroom als op 12 volt gelijkstroom, zodat ze bijvoorbeeld ook in een caravan of boot kunnen worden gebruikt.

De receiver meet 10,1 x 21,4 x 12,7 cm. (HxBxD), en heeft een full-range-luidspreker van 3 inch aan boord. Het afgegeven vermogen wordt nergens opgegeven. Op de achterkant zijn inputs te vinden voor het netsnoer, de DC-adapter, een connector voor de antenne (omschakelbaar tussen intern en extern), Mix in (voor aansluiting van een computer) en Aux in. Daarnaast vindt men er een Rec out, Sub out, een hoofdtelefoonuitgang, een aansluiting voor de rechter luidspreker. Op de achterkant is verder ook de balansknop te vinden. Dat klink onlogisch, maar in de praktijk zal die vrijwel nooit gebruikt worden.
De tuner is zeer gevoelig, en de dubbele draaischijf waarmee de zender wordt gezocht doet lekker ouderwets, maar zeer solide aan. Zelfs met de interne antenne zijn er genoeg zenders te vinden, al lukt dat met een externe antenne nog veel beter. Er zijn geen zenderpresets op te slaan.



De cd-speler heeft exact dezelfde afmetingen als de receiver, en heeft een slot-loadingmechanisme. Geen openschuivende lades of klepjes dus, wat de plaatsing een stuk gemakkelijker kan maken. Het LCD-display is van een afstandje redelijk moeilijk afleesbaar, maar geeft voldoende informatie. De meegeleverde afstandsbediening is klein en plat, en maakt ook gebruik van een knoopcelbatterij. Met de afstandsbediening van de cd-speler kan ook het volume van de receiver bediend worden, en het apparaat kan desgewenst ook op een andere geluidsinstallatie worden aangesloten door middel van de gewone rca-connectoren op de achterzijde. De bediening is probleemloos, zowel via de afstandsbediening als op het apparaat zelf.

Luisteren

De Tivoli moet het zonder digitale stereoverbreding doen. Het laag is bij de track van Ozark Henry niet erg volumineus, maar loopt, gezien de geringe afmetingen toch verrassend diep door. Het middengebied is wat gedekt, maar neutraler dan bij de Geneva. Het hoog is ook hier wat terughoudend, wat dat kan worden veroorzaakt door het feit dat er breedbandluidsprekers worden toegepast. Toch is er iets meer detail te horen dan bij het vorige apparaat. Wat opvalt, is dat de Tivoli met ‘gewoon’ stereo bijna net zo ruimtelijk klinkt.
De track van Talk Talk onthult dat bij de Tivoli de hoge tonen wat verder doorlopen, waardoor het bekken beter te horen is. Het is overigens maar een fractie helderder ten opzichte van de Geneva, maar in mijn oren net iets beter. En dat is opmerkelijk, aangezien de Tivoli gebruikmaakt van breedbandunits, waarbij alle frequenties uit één klein luidsprekertje komen.

Meridian F80

De Meridian F80 is een bijzondere verschijning. De ronde vorm geeft het apparaat een retro-futuristische uitstraling. Voor de productie van de F80 werkte Meridian samen met autofabrikant Ferrari. Die pasten de modernste materialen toe om de kast zo stevig mogelijk te maken, en zo ongewenste vibraties tegen te gaan. Er zit een geïntegreerde subwoofer in de F80, die wordt aangestuurd door de 80 Watt 2.1 klasse ‘D’ versterker. Volgens Meridian zorgt de Ferrari-techniek ervoor dat op elk volume de integriteit van de kast wordt gegarandeerd. En het moet gezegd: zelfs bij onplezierig hoge volumes geeft de kast geen krimp. Fraai is trouwens dat het beroemde Ferrari-logo met het steigerende paard de voorkant van de F80 siert (een naam die overigens associaties oproept met de sportbolides uit Modena, dus goed gekozen).

De F80 is het enige apparaat uit deze test dat ook beeld kan weergeven. Hiervoor zijn op de achterkant een Composite Video- en een S-Video-uitgang voorhanden. Als we de achterkant wat beter bekijken, vinden we daar twee antenne-ingangen met zogenaamde F-connectoren. Hier kunnen de meegeleverde FM-telescoopantenne en de DAB-spiraalantenne worden aangesloten. Verder zijn er een analoge Aux-1-ingang, een optische (digitale) Aux-2 en een speciale Aux-3-ingang voor de los leverbare i80 iPod-dock te vinden (te koop voor 299 euro). Verder is er nog een gecombineerde hoofdtelefoon/optische digitale pre-amp uitgang voorhanden. De F80 wordt zonder adapter rechtstreeks op het lichtnet aangesloten door middel van een meegeleverd snoer met een speciale randgeaarde connector er aan.

De afstandsbediening is klein, formaatje creditcard, maar heeft wel alle functies aan boord. En weer zo’n knoopcel; ik zal er aan moeten wennen. Het display van de F80 is bijzonder fijnzinnig, en geeft veel informatie. Een paar bijzondere vermeldingen: de F80 heeft zeer uitgebreide instelmogelijkheden. Zo zijn er verschillende equalizerstanden voorgeprogrammeerd, die overeenkomen met de gekozen plaats die men voor de F80 kiest. Op een boekenplank, op een tafel, op de grond, losstaand of in een hoek, de F80 is hier klankmatig op aan te passen. Verdere verfijning kan met een instelbare bas, en een echte ‘tilt’-regeling die sommigen nog wel zullen kennen van oude Quad-voorversterkers, waarbij het laag en hoog in verhouding tot elkaar worden aangepast.
Een andere instelling betreft de breedte van de stereoweergave. Want ook de F80 heeft digitale techniek aan boord om een verbreding van het geluid te bewerkstelligen. Die verbreding is in zes standen aan te passen. De gebruiksaanwijzing geeft overigens zeer goede informatie over alle instelmogelijkheden, ondersteund met duidelijke foto’s. Als laatste extra heeft de F80 een instelbare alarmklok, zodat hij ook als wekkerradio kan dienen.
De DAB-ontvangst is ten kantore van Hifidelity niet zo geweldig, maar dat komt enerzijds door de betonnen muren met veel ijzeren vlechtwerk erin, en anderzijds door het feit dat DAB-radio in Nederland nog steeds niet landelijk dekkend is. Een stuk beter gaat het met FM, zelfs met de meegeleverde telescoopantenne. De F-connector kan echter ook voor de vaste kabel gebruikt worden, wat meer en vooral andere zenders oplevert. Echt portable is de F80 dan natuurlijk niet meer...

Laatste luistersessie en conclusie

De onbetwiste winnaar van de luistertest is de Meridian. Zowel bij Ozark Henry als bij Talk Talk is de weergave vrij neutraal en krachtig, met onverwacht diep doorlopend laag, een open middengebied, en veel detail in het hoog. Het ruimtelijk effect is voor deze luistertest op maximaal gezet, maar zelfs dan blijkt de Meridian net niet de breedte van de Geneva te halen.

Het effect is wel duidelijk hoorbaar, en in dit geval blijft het middengebied net iets neutraler dan bij de Geneva. Bij Ozark Henry resulteert dat in een mooie open sound, die - ook weer in het hogere middengebied - vrij breed uitwaaiert. Het grootste deel van het geluid komt nog steeds uit het midden (waar het apparaat zich ook fysiek bevindt), maar de toegevoegde ruimtelijkheid werkt echt.
Talk Talk blijkt ook erg goed te klinken op de Meridian, met een goede balans tussen alle frequenties, diep en strak laag, en redelijk ver doorlopend hoog. Daardoor geeft de F80 ook de meeste details in de muziek weer.

Conclusie

Klankmatig is de Meridian de testwinnaar, en ook wat de instelmogelijkheden en de bediening betreft zou mijn voorkeur naar dit apparaat uitgaan. De overige extra’s, zoals de ingebouwde dvd-(audio)speler, DAB-radio en subwoofer, en het gebruik van bijzondere materialen maken wel dat de prijs aanzienlijk hoger is dan van de andere apparaten. Maar dan kun je op feestjes wel vertellen dat je thuis een echte Ferrari F80 hebt staan. De aanzienlijk goedkopere Geneva en Tivoli volgen op korte afstand. Het is aan de uiteindelijke gebruiker om een keus te maken, want de drie apparaten verschillen uiterlijk nogal veel van elkaar. Alle systemen zijn in staat om redelijk hoogwaardige weergave te bieden, en bij gewoon, dagelijks luistervoer verwacht ik in alle gevallen een lang en gelukkig samenlevingsverband.

Prijs en verkrijgbaarheid

De Geneva Model M kost 699 euro, en is leverbaar in wit, rood en zwart (allen hoogglans)
www.audiac.nl

Voor een Tivoli Model Two en Model CD moet respectievelijk 259 euro (398 in hoogglans) en 289 euro (389 in hoogglans) worden neergeteld. De goedkoopste combinatie kost dus 538 euro.
www.audiac.nl

De Meridian F80 kost 2.599 euro, en is leverbaar in zeven officiële Ferrari-kleuren: Bianco Avus (wit), Modena Giallo (geel), Nero (zwart), Nurnburgring (grijs) en Rosso Corsa (het originele, gepatenteerde Ferrari-rood), Rubino Micallizato (metallic rood) en Grigio Silverstone (zilvergrijs metallic).
www.viertron.nl