REVIEWMicromega

Recensie: Micromega MyAmp

René van Es | 02 juni 2015 | Micromega
Dit artikel werd oorspronkelijk geplaatst op 20 januari 2015

Ontwerpers in Frankrijk zijn creatief, kijk maar eens naar de auto's die uit Frankrijk komen of naar producten die met audio te maken hebben. Of het nu gaat om vormgeving, om technische oplossingen of de combinatie van beiden, ik heb inmiddels heel wat fraaie zaken onder handen gehad die een blijvende indruk achter hebben gelaten.

Binnen de audiogerelateerde producten mag een fabrikant als MicroMega met zijn "My"-serie niet ontbreken. Een merk dat langer op de markt is dan menigeen zich kan herinneren, zich altijd staande heeft weten te houden door technisch innovatief te zijn. Wie anders dan Micromega kan een geïntegreerde versterker met ingebouwde D/A converter op de markt zetten, die in Frankrijk is ontworpen en in Frankrijk wordt gemaakt, die slechts 14 x 16,5 x 7,5 cm meet en toch niet werkt met PWM-technieken.

Filosofie
Het in ABS kunststof uitgevoerde ‘doosje’ met een gewicht van één kilo staat trots tussen componenten die heel wat zwaarder en groter zijn, zonder van de MyAmp te winnen op basis van specificaties. Micromega bereikt dat door precies andersom te werken dan de meeste fabrikanten. Normaliter paart men in een modern ontwerp een conventionele voeding met een zware transformator aan PWM-versterkers die weinig warmte produceren, een fors vermogen leveren en over een hoog rendement beschikken. De kosten van dergelijke versterkers gaan grotendeels in de voeding zitten. Met PWM-techniek hebben veel fabrikanten de klassieke versterkerschakeling verlaten, waarbij versterkers stonden ingesteld op een lage ruststroom die door de eindtrap loopt en die dynamisch toeneemt wanneer meer vermogen nodig is. De zogenaamde Klasse A/B-schakeling. Micromega heeft de zaak in zoverre omgekeerd dat in de MyAmp is gekozen voor een schakelende voeding (zonder zware transformator) en een Klasse A/B versterker die het vermogen levert.

Bovendien moest de gehele schakeling passen in een doosje, dat maar iets groter is dan een cd en dat slechts zeven opgestapelde cd's hoog is. Het eerste probleem is de koeling van de transistors in de eindversterker, die aan 8 Ohm twee maal 30 Watt leveren, oplopend tot 60 Watt per kanaal aan 4 Ohm luidsprekers. Om die reden loopt dwars door de behuizing een geforceerd gekoelde tunnel, waarin een fan de lucht onhoorbaar verplaatst. Aan de zijkanten van de MyAmp moet daarom wel wat ruimte blijven voor een optimale koeling. Vanaf de voorkant gezien heeft Micromega flink wat LED’s toegepast om de gekozen ingang, de stand van het volume en de stand-by functie aan te duiden. Intern zijn er naast de versterkerschakeling ook de Bluetooth aptX BT3.0 elektronica te vinden (48 kHz max.) en een volwaardige digitaal/analoog-converter. Uiteindelijk komt alles samen op het achterpaneel waar de aansluitingen zitten.

Natuurlijk die voor de netspanning (inderdaad, ondanks het formaat zit de voeding in de MyAmp) en volwaardige luidsprekerterminals. Verder zijn drie analoge ingangen beschikbaar. Digitale ingangen bestaan uit een coaxiale S/PDIF en een optische TOSLINK (16-24bit/32-192 kHz) en een USB B 1.0 connector (16-24bit/44.1-96 kHz). Om het geheel compleet te maken zijn verder te vinden: een subwoofer-uitgang, een analoge directe uitgang, een hoofdtelefoon-aansluiting, 5-12 Volt triggers. Ook behoort een afstandsbediening van creditcard-formaat tot de meegeleverde accessoires. Specificaties zijn indrukwekkend voor de kleine MyAmp. Zo is de dempingsfactor groter dan 100, kent de volumeregeling 256 stappen met een nauwkeurigheid van 0,5 dB, is de bandbreedte 10 Hz tot 100 kHz binnen 1 dB en is de S/N > 100 dB.

Prestaties
Tijd om te gaan beschrijven wat de MyAmp presteert als er naar geluisterd wordt. De bronnen zijn de analoge uitgang van een TV, een iPad met muziek, een RipButler muziekserver die via USB wordt aangesloten en tenslotte een Naim UnitiQute die via een coax kabel streamt over de S/PDIF ingang. De luidsprekers zijn voor het eerste deel PMC Twenty.23 vloerstaande transmissielijnen, later zal ik die vervangen door een set Focal Aria 905 monitors op stands. Natuurlijk kan ik nog alle kabels opnoemen, maar dat is niet relevant in de prijsklasse van de MyAmp, waarbij opgemerkt moet worden dat snoertjes van één euro echt niet kunnen. Maar voor luttele tientjes zijn deugdelijke en goede interlinks of luidsprekerkabels best te krijgen.

Tijdens het luisteren ontstaat een lichte voorkeur voor de coaxiale S/PDIF ingang, waarbij de interne D/A-converter van de MyAmp actief is tot sample-rates van 192 kHz. Deze ingang klinkt net wat warmer en aangenamer dan de USB-poort, mede met dank aan de UnitiQute, zo is al eerder gebleken. De verschillen tussen USB en S/PDIF zijn echt maar klein en naar mijn idee eerder te linken aan de bron en de kabels dan aan de MyAmp. Muziek spelen vanaf een iPad werkt snel en handig via de Bluetooth aptX ontvanger maar haalt niet het niveau van de coaxiale verbinding, wat logisch is. Analoog gaat eveneens prima, al is een TV geen maatstaf. Vandaar toch de keuze voor de S/PDIF-ingang, die het maximum aan geluidskwaliteit biedt.


EDITORS' CHOICE