REVIEWNaim Audio

Review Naim New Classic 200 Serie: Gemoderniseerde Naim sound, nieuw design, nog meer gebruiksgemak

Max Delissen | 14 juni 2023 | Naim Audio

SAMENVATTING

De naam New Classic is om meerdere redenen goed gekozen. Deze serie markeert een stilistische en muzikale koerswijziging die naar Naim-begrippen ongekend groot is, maar ook geweldig. Bovendien twijfel ik er niet aan dat de apparaten in deze serie de nieuwe klassiekers van het merk gaan worden. Hier kan ik zonder obligate woordgrappen met de merknaam gerust mijn onvoorwaardelijke goedkeuring aan verlenen. Hoewel je jezelf als recensent ook weer niet al te serieus moet Naimen…

PLUSPUNTEN

  • Moderne maar herkenbare Naim-sound
  • Uitstekende drive maar meer subtiliteit
  • Geweldige geïntegreerde streamer
  • In principe voldoende digitale ingangen
  • Voortreffelijke MM phonostage
  • Eenvoudig aan te sluiten
  • Goede verbindingskabels zitten erbij
  • Mooi nieuw uiterlijk
  • Prettige afstandsbediening

MINPUNTEN

  • Geen AES/EBU ingang
  • Kwaliteit en duurzaamheid hebben hun prijs
  • Voeding uitproberen gaat geld kosten
  • Moet eigenlijk op een geaard stopcontact

Tijdens de introductie van de Classic 200 Serie van Naim eerder dit jaar wist ik met een beetje geluk al in een vroeg stadium beslag te leggen op een complete set van deze opmerkelijke nieuwe modellen. Als oud-eigenaar van twee opeenvolgende Supernait geïntegreerde versterkers heb ik voldoende ervaring met dit verrukkelijk eigenzinnige Engelse merk om mezelf tot de fanclub te mogen rekenen. Tijdens de introductie had ik al een impressie opgedaan, maar er gaat natuurlijk niets boven een uitgebreide review vanuit de eigen luisterruimte.

De afgelopen weken heb ik de set in verschillende samenstellingen (namelijk met en zonder de optionele voeding) aan de tand gevoeld, en dat is zowel een vertrouwde als verrassende ervaring geworden.

 Naim Classic: de erfenis

De Naim Classic Serie bestaat feitelijk al sinds de legendarische ontwerper Julian Vereker het bedrijf in 1973 oprichtte. Hét kenmerk van de Classic Serie  de historici zijn het er niet over eens sinds wanneer die naam wordt gebruikt  was dat die bestond uit losse componenten en optionele externe voedingen van verschillende prijsniveaus, waaruit de liefhebber zélf naar believen  en budget  een set kon samenstellen. Wie het merk in de loop der jaren heeft beluisterd heeft de klank weliswaar horen evolueren en verfijnen, maar een zeer aanstekelijke ‘drive’ liep daar altijd als een rode draad doorheen. En zoals het een klassiek Engels merk betaamt waren er ook eigenzinnigheden. Zo werd bij de oudere (eind)versterkers geen zogenoemd ‘Zobel netwerk’ bij de luidsprekeruitgangen geplaatst. Zo’n netwerk is nodig om ervoor te zorgen dat de versterker niet uit zijn bandbreedte vliegt en gaat oscilleren, maar Julian Vereker vond dat het ‘zijn’ beoogde sound in de weg stond.

Hij loste het op door een eigen luidsprekerkabel met een specifieke combinatie van capaciteit, inductie en weerstand te ontwikkelen, de NAC A5, waarvan je dan ten minste 3,5 meter moest gebruiken, maar liever vijf, en niet meer dan 10. Ook de verschillende externe upgrade-voedingen waren zelfs voor veel die-hard fans van het merk een bron van verwarring. Er waren er op een gegeven moment ook best veel, en de secties in de gebruiksaanwijzingen waarin stond uitgelegd hoe je ze moest aansluiten en welke kabels je daarvoor nodig had besloegen soms méér dan de helft van het boekwerk.

Een laatste ‘quirk’ die Naim zich jarenlang veroorloofde was het gebruik van de DIN verbinding. Niet om ‘moeilijk te doen’, maar omdat die verbinding met losse geleiders van signaal en aarde (en eventueel voeding) beter paste bij de filosofie van Vereker om het hele hifi systeem centraal te aarden. Waarom deze geschiedenisles? Omdat de New Classic Serie behoorlijk van deze aloude ontwerp-principes afwijkt. Met een uitstekende reden overigens: méér eenvoud en gebruiksgemak zónder dat het ten koste gaat van de geluidskwaliteit.

De Naim New Classic 200 Serie 

De Naim New Classic 200 Serie was, zoals verwacht, een voorbode van wat er nog ging komen. Onlangs werd namelijk ook de New Classic 300 Serie geïntroduceerd. En hoewel ik geen glazen bol heb zou het me niet verbazen als er op termijn ook nog een New Classic 500 Serie komt om de prijsafstand tot de machtige Naim Statement overbruggen. Enfin, de New Classic 200 Serie dus.

Deze serie bestaat uit de NSC 222 voorversterker met ingebouwde streamer, de NAP 250 eindversterker en de bijpassende NPX 300 voeding, die overigens óók voor de New Classic 300 serie kan worden gebruikt. En ja, daar staat inderdaad “voorversterker met ingebouwde streamer”.

Dat is dus het eerste punt waarop de New Classic 200 Series afwijkt, hoeveel we natuurlijk eerder ook al de uiterst succesvolle NAC-N 272 hadden. Die werd echter als ‘streamer met uiterst capabele ingebouwde voortrap’ in de markt gezet, waarschijnlijk om de weg naar de toekomst niet te bochtig te maken voor de toch wat traditioneel ingestelde klandizie van het merk.

Hoe dan ook, het succes van de NAC-N 272 was, samen met de duidelijke trends van integratie en gebruiksgemak die zich in de markt aftekenen, voor Naim ontwerper Steve Sells een reden om de integratie van een voorversterker en een streamer uiterst serieus aan te pakken. Wie zich zorgen maakt over een niet gelijk oplopende veroudering van de digitale en analoge technologie in de NSC 222 moet zich eens afvragen waarom er op de tweedehands-markt nog steeds zoveel vraag is naar oude cd-spelers en streamers van Naim. Simpel gezegd: een digitaal apparaat dat nu extreem muzikaal klinkt, klinkt over 20 jaar óók nog extreem muzikaal.

Met de bouwkwaliteit van Naim is die leeftijd ook gemakkelijk haalbaar, en omdat software updates draadloos gaan via de Focal Naim app en WiFi uitstekend backward-compatible is, hoef je je bij de NSC 222 over toekomstige ontwikkelingen óók niet zo’n zorgen te maken. De streaming-engine van de NSC 222 is Roon-ready en kan met álle huidige casting- en audio-bestandsformaten (tot 384kHz/32-bit) overweg – behalve met MQA. De New Classic 200 Serie is uitsluitend leverbaar in zwart.

De robuust aanvoelende kasten zijn opgetrokken uit dikke platen aluminium en het esthetische design is geïnspireerd op de Statement versterker. Wat we eerder óók al zagen bij de Uniti Serie. Het ‘crescent moon’ Naim logo is dan ook niet meer groen verlicht maar wit, iets waar ik even aan moest wennen. Maar gelukkig is het geen blauw, en je kunt de verlichting van de hele set via de app of de meegeleverde afstandbediening in drie stappen dimmen.

Op het optisch in drieën gedeelde front van de NSC 222 vind je uiterst links de grote volumeknop die voorzien is van een dunne wit verlichte rand die bij inschakelen van de versterker als een waaier ‘opent’ en bij uitschakelen ‘sluit’. Voor de geluidskwaliteit maakt het niets uit, maar het straalt een zekere luxe uit wat mij betreft. Op het linker frontpaneel zitten verder een 6,3 millimeter hoofdtelefoonuitgang (uiteraard voorzien van een uitstekende eigen versterker) en een USB-A poort waar je bijvoorbeeld een USB stick op kunt aansluiten. Het hoogglans middenpaneel ligt iets dieper, en bevat alleen het verlichte logo. Het rechterpaneel wordt bijna helemaal ingenomen door het multi-functionele kleurendisplay waarop je de menu-functies en de bron- en volumestatus van de NSC 222 kunt zien, of het afspeelscherm van de streamer, dat wisselt tussen de track-info en het artwork van het album. Uiterst rechts bevinden zich de standby-knop, en knoppen voor play/pause, bronkeuze en de presets.

Op de achterzijde vind je de IEC ingang met zekeringhouder, de RJ45 netwerk-entree, een USB ingang voor audiobestanden, vier digitale ingangen (twee keer TosLink, en BNC en RCA coaxiaal). Ook vind je er de ingang van de uitstekende MM phonostage en de aardaansluiting daarvan, een analoge DIN en RCA lijningang, de gebalanceerde (XLR) en single ended (RCA) uitgangen, een ‘ground lift’ schakelaar en de twee ‘Burndy’ chassisdelen (Type 3 en Type 4) waarmee je de NSC 222 met de NPX 300 voeding kunt verbinden.

De benodigde kabels worden bij de voeding meegeleverd, bij de NSC 222 twee XLR kabels. Deze kabels zien er verraderlijk eenvoudig uit. De connectoren zijn van kunststof en de kabel is naar audiofiele maatstaven erg dun. Toch is het, gezien mijn ervaringen met Naim’s eigen kabels  waarschijnlijk verstandig om ze niet in de doos te laten zitten ten gunste van ‘betere’ en vooral ‘duurdere’ exemplaren, want met de eigen kabels bereik je eigenlijk altijd de beste systeem-synergie. Deze heb ik dan ook gedurende de hele luisterperiode gebruikt.

Over de NAP 250 is wat minder te vertellen, maar interessant is het zéker wel. Het klassieke ontwerp van de schakeling is namelijk volledig vernieuwd. Naims eigen DR (Discrete Regulator) technologie is vanzelfsprekend aanwezig, maar óók de inmiddels beroemde en unieke NA009 vermogenstransistoren, die in opdracht van Naim speciaal werden ontwikkeld voor de Statement eindversterker. De NAP 250 levert 100 Watt aan 8 Ohm, 190 Watt aan 4 Ohm en kan kortstondig 300 Watt leveren aan 2 Ohm. De dempingsfactor is met 36 relatief laag, maar in de praktijk is dat ruim voldoende. Op de achterzijde is ook een kleine en extreem stille ventilator te vinden die voor geforceerde koeling moet zorgen. Die heb ik gedurende de hele recensieperiode geen enkele keer gehoord.

Bij de NAP 250 wordt een optische systeemkabel meegeleverd om hem via de NSC 222 op afstand áán en uit te kunnen zetten. De NPX 300 is aan de voorkant niet te onderscheiden van de NAP 250.

Aan de achterzijde vind je naast de IEC net-entree alleen maar de twee Burndy chassisdelen. Het op afstand uitzetten van de voeding gebeurt via deze kabels.

De meegeleverde afstandbediening is van glanzend zwart kunststof en daarom vrij licht en een beetje gevoelig voor vingerafdrukken, maar hij ligt lekker in de hand en de indeling is logisch. Hij werkt niet via infrarood maar gebruikt het draadloze Zigbee protocol, wat de bediening snel en eenvoudig maakt. Zelfs achter een gesloten deur als je dat zou willen. Een handige functie is dat de afstandsbediening ‘wakker wordt’ als je hem oppakt, en dan laat hij door middel van een rij witte ledjes rondom de cursorpijltjes bij benadering de volumestand zien, wat handig is wanneer je ervoor gekozen hebt om het display (dat niet te dimmen is) tijdens het afspelen automatisch volledig te laten uitschakelen. Wat de App betreft: die heb ik vooral gebruikt voor de instellingen.

De grafische interface is overigens heel netjes en de app werkt snel en stabiel, maar ik zal nooit echt een liefhebber worden van de achterliggende UPnP structuur. Er is goed mee te werken wanneer je er eenmaal aan gewend bent, maar het mist toch de intuïtieve en rijke ervaring van Roon. Enfin, dat zijn details, de keuze voor UPnP is gewoon heel goed te verantwoorden, want het werkt gewoon áltijd en je zit niet met rare verschijnselen na updates van je smart-device of de firmware van de NSC 222.

Luisteren naar de Naim Classic 200 Serie 

De Naim set nam in mijn Creaktiv meubel de plaats in van mijn Auralic Altair G2.1 streamer en mijn PrimaLuna EVO 400i versterker. Voor de verbinding tussen de NSC 222 en de NAP 250 werden de meegeleverde XLR kabels gebruikt, de overige bekabeling  dus óók de luidsprekerkabels  was van AudioQuest. Hoe zit het dan met die NAC-A5 kabel van Naim? Vlogen de tweeters van mijn Kharma Ceramique prototypes me niet om de oren met die AudioQuest William Tell Zero luidsprekerkabels? De montage van die kabel zorgt ervoor dat de elektrische waardes voldoende op die van de NAC-A5 lijken. Een goede indicatie dat er wat fout gaat is dat de eindversterker dan erg heet wordt. Maar zoals ik al eerder zei heb ik de ingebouwde ventilator volgens mij niet eens aan het draaien gekregen, en ik heb het volume af en toe toch echt flink van Jetje gegeven.

Bij de introductie had ik dus al een voorproefje gehad, maar ook in mijn eigen vertrouwde omgeving was het op Naimiaanse wijze feest. Omdat de NAP 250 nog nieuw was toen ik hem uitpakte had ik de set eerst twee dagen op intensieve inspeelcorvee gezet, wat betekende dat 24 uur per dag de IsoTek Full System Enhancer Burn In (jaja…) stond te spelen. Soms op volumestand 1, maar als ik alleen thuis was op fors volume. En dat werkt. Klonk de set aanvankelijk nog wat wollig in het laag  ik hoorde de dempingsfactorfetisjisten al “Aha!” roepen  maar na twee dagen was het geluid krachtig en gebalanceerd.

Wat vooral opviel was de grotere controle over het laag. Ik kan niet zeggen dat de NSC 222 / NAP 250 combinatie díéper ging dan mijn buizenversterker, maar het laag was gedetailleerder en korter, en vooral bij wat zwaardere muziek - ik draaide onder meer de heerlijke psychedelische neo-krautrock van Giant Brain (Grade A Gray Day) en de elektronische 80s retro wave van Weval (Remember). Maar ook de prachtig geproduceerde vocale jazz van Lisette Spinnler (Sounds Between Falling Leaves) en de zalige ambient van State Azure (Beyond The Gates Of Kunlun) klonken fantastisch.

Waar oudere Naim apparatuur (en dan bedoel ik de generaties nog vóór mijn eerste Supernait) nog wel eens wat subtiliteit en dieptebeeld opofferde voor die extreem aanstekelijke ritmiek is er sinds Steve Sells aan het ontwerp-roer staat een duidelijk subtilisering in gang gezet. De drive en ritmiek bleven, maar ze ontstaan meer uit een soort voorname zelfverzekerdheid dan uit brute kracht. Dat hoorde je al bij de Statement, die zowel kan brullen als een leeuw als kan spinnen als een kitten. En dat doet de nieuwe Classic 200 serie dus óók.

Ik heb in het verleden meermaals reviews geschreven over de upgrade-voedingen van Naim, en het moet gezegd: ze brachten altijd een duidelijke sprong voorwaarts. Het gevaar van uitvergroting in hifi-recensies (een instrument dat recensenten soms toepassen om verschillen beter te kunnen omschrijven) is echter dat de verwachting bij de consument soms wat te hoog gespannen raakt.

Het positieve effect van de voedingen was altijd zeer goed hoorbaar, zowel in detaillering als plaatsing en wat betreft ruisvloer en dynamiek, maar het was nooit ‘om van je stoel te vallen’. Dat geldt ook voor het toevoegen van de NPX 300, met dien verstande dat het verschil groter leek te zijn dan ik had verwacht. Dat was me bij de luisterdemo tijdens de introductie óók al was opgevallen, maar het is dus reproduceerbaar. Ook bij mij thuis bracht de voeding een méér dan subtiele verbetering in de weergave.

 

Een kijkje binnenin de Naim NSC 222

De afbeelding van de instrumenten zélf werd niet veel groter, maar de ruimte er omheen wél. De schitterend geregistreerde contrabas van Milo Fitzpatrick (Vega Trails - Tremors In The Static) stond opeens in een véél grotere studio. Nee, een kathedraal leek het wel! Ook de zeer ongebruikelijke combinatie van mondharmonica en orgel (Sigmund Grove/Iver Kleive  HarmOrgan) klonk alsof de stookkosten van de kerk waarin de opname is gemaakt opeens een stuk hoger waren geworden. Tsjongejonge, wat ongelooflijk prachtig, ik moest er zowaar een traantje bij wegpinken. Dat was trouwens dé reden waarom ik ooit voor Naim gevallen ben, weinig merken kietelen mijn gemoed zó sterk. Omdat ik even geen Fisherman’s Friend binnen handbereik had schakelde ik ter maskering van mijn gesnotter snel over op de snoeiharde metal van Enforced (War Remains), en dat scheurde als een dolle. Waarmee andermaal bewezen is dat Naim geen ‘one note wonder’ is waarmee je één bepaalde muzieksoort heel mooi kunt afspelen, terwijl een ander genre wat minder goed uit de verf komt.

Een eveneens goed hoorbaar voordeel van de NPX 300 is dat de ruisvloer daalt. Dat hoor je niet fysiek door de luidsprekers, het speelt zich allemaal ver onder de -50dB af, maar het resultaat is wél dat er meer ruimte is voor subtiele details en verschillen in klankkleur. Dat was goed te horen bij de jazzy elektronica van het album To All Our Escapes van Sunzoo Manley, een éénmalig project van saxofonist Frank Deruytter en Piet Goddaer (Ozark Henry). Hun experimentele maar opwindende muziek liet duidelijk meer gelaagdheid en diepte horen met de NPX 300 in de set.

Een paar kleine puntjes vóór ik ga afronden… 

Hoewel de logeerpartij van de Naim Classic 200 Serie als uiterst succesvol de boeken in gaat waren er een paar kleinigheden die ik de lezer niet wilde onthouden. Ze zijn niet van invloed op het eindoordeel, maar niettemin ‘good to know’. Als eerste de voetjes die onder de apparaten zitten. Die zijn relatief klein (wat wel een mooie lage ‘stand’ in het meubel oplevert), maar dat betekent ook dat je je vingers een beetje plet als je de redelijk zware apparaten op hun plek zet. Dat is overigens een éénmalig probleem, tenzij je van plan bent om veel met de apparaten te gaan sjouwen. Een ander probleem is dat het rubber onder de voetjes een rechthoekig patroon van vier zwarte kringetjes achterliet op mijn meubel. Dat was weliswaar gemakkelijk te verwijderen, maar misschien komt dat omdat de versterkers er maar een paar weken hebben gestaan. Het kan dus handig zijn om er iets onder te leggen, maar wát laat ik aan de vindingrijkheid van de koper over.

De introductie van de Naim 300 serie op High End München 2023

Het andere aandachtspunt is dat je de set het beste op een geaarde wandcontactdoos kunt aansluiten. Dat klinkt logisch, maar in veel huizen van vóór 1980 zitten nog ongeaarde stopcontacten. Het is absoluut niet geváárlijk om de set ongeaard aan te sluiten, en de geluidskwaliteit had er zo te horen óók niet onder te lijden, maar ik hoorde bij het in- en uitschakelen van de set wel steeds een hoorbare ‘pets’ over de luidsprekers zodra het relais aan de uitgangen open of dicht ging. In de luisterruimte van Latham Audio, waar wél geaarde stopcontacten zijn, gebeurde dat niet. Dat hebben ze voor me gecontroleerd.

Concluderend 

De Naim New Classic 200 Serie heeft álle klankmatige kenmerken die Naim zo’n aantrekkelijk merk maken. De weergave is gecontroleerd, snel, dynamisch en ruimtelijk, ritmisch ijzersterk en vooral zeer meeslepend en muzikaal. De NSC 222 en de NAP 250 spelen samen al op een uitzonderlijk hoog niveau. Met de NPX 300 voeding erbij speelt het geheel echter nog een niet-subtiele trede hoger.

Is dat de meerprijs van de voeding waard? Wat mij betreft is daar geen twijfel over mogelijk. De meegeleverde gebalanceerde interconnects hebben me geen enkel moment in twijfel gebracht, dus je zou je de kosten van duurdere XLR interconnects kunnen besparen. Leg dat geld bij de voeding zou ik zeggen, daar heb je méér aan.

De naam New Classic is om meerdere redenen goed gekozen. Deze serie markeert een stilistische en muzikale koerswijziging die naar Naim-begrippen ongekend groot is, maar ook gewéldig. Bovendien twijfel ik er niet aan dat de apparaten in deze serie de nieuwe klassiekers van het merk gaan worden. Hier kan ik zonder obligate woordgrappen met de merknaam gerust mijn onvoorwaardelijke goedkeuring aan verlenen. Hoewel je jezelf als recensent ook weer niet ál te serieus moet Naimen…

Naim New Classic 200
Naim NSC 222 | 7.000 euro
Naim NAP 250 | 7.000 euro
Naim NPX 300 | 7.000 euro
www.lathamaudio.nl

Beoordeling
NSC 222 + NAP 250 = 4.5 / 5
NSC 222 + NAP 250 + NPX 300 = 5 / 5 

MERK

EDITORS' CHOICE