COLUMN

Boeken, sigarettenpeukjes …. en platen

Jan de Jeu | 23 april 2002

Voor de ware liefhebber

Jan de Jeu“Weet jij nog een leuk uitstapje voor het komend weekend?” vraagt mijn echtgenote op een dinsdagmiddag wanneer we samen op weg zijn naar huis. O ja, voor mezelf weet ik iets heel leuks, maar of zij dat wel zo leuk zal vinden? Ik haal even mijn ogen van de weg en werp een blik opzij. In haar groene ogen verschijnt een begrijpende blik. “Oké, zeg het maar. Ik zie dat je iets in gedachten hebt. Wat is het?” Ik weet dat het geen zin heeft om te ontkennen. Ze kent me te goed. En waarom zou ik ook. “Ik heb wel weer eens zin om naar Utrecht te gaan.”

“O ja, laten we dat doen. Leuk!” Waarschijnlijk denkt ze nu dat ik de Oude Gracht af wil slenteren. Winkeltje in, winkeltje uit, gevolgd door een bezoek aan één van de vele kleine restaurantjes waarvan er meerdere een terras aan het water hebben. Normaliter is dat ook zo maar ditmaal wil ik iets anders. Ik haal diep adem en zeg; “Eigenlijk wil ik even naar de platen- en cd beurs die op zaterdag 20 en zondag 21 april in de Jaarbeurs gehouden wordt. “O, dat is goed.” Dit gaat wel erg makkelijk en ik kijk dan ook verbaasd naast me. “Wanneer je ons tenminste daarna mee uit eten neemt”, klinkt het terwijl ze met glanzende kijkers mijn reactie afwacht. “Afgesproken”, zeg ik direct. Samen eten in Utrecht betekende de laatste maal een bezoek aan één van de beste Italiaanse restaurants die ik ken. Bij de gedachte aan de pastaschotel van het huis proef ik de saffraan al en het water loopt me in de mond. Hoewel ik dat vocht meteen doorslik loopt mijn mond acuut weer vol bij de gedachte aan al het andere moois dat ik op die dag ongetwijfeld weer zal zien.

Een dag later vraagt mijn vrouw; “Zijn daar alleen maar platen en cd’s te koop?” “Welnee, het is een verzamelaars beurs dus je vindt er ook munten, postzegels, speelgoed, boeken ….” Terwijl ik het laatste woord uitspreek bedenk ik me dat ik dat beter niet had kunnen zeggen. Tenslotte is mijn echtgenote een fervent verzamelaarster van kinderboeken. Maar het is al te laat. “Boeken? Maar dan kan ik dus misschien nog wel wat exemplaren vinden van de Kameleon reeks of van de …..” De rest van de zin gaat verloren want ze is al op weg naar de studeerkamer waar zij lijsten bewaart van de boeken die ze nog zoekt. Wanneer ze even later terugkomt in de woonkamer, waar onze veertien maanden oude spruit mij onophoudelijk achterna kruipt terwijl ik mij continu tussen de bank en de zich in het kader van een recensie tijdelijk in huis bevindende subwoofer heen en weer beweeg, vertelt ze enthousiast welke exemplaren ze in Utrecht hoopt te zullen vinden. “Schat, als je het niet erg vindt wil ik me beperken tot de platen en cd hal,” zeg ik terwijl ik alle moeite doe om een beeld uit mijn gedachten te houden waarin ik achter mijn eega aansjok die beladen met boeken naar mij roept; “ Ach, let jij even op Isabeau? Ik ben zo terug.”

Op de dag zelf sta ik in één van de zes rijen voor de kassa en om me heen kijkend zie ik niemand anders die op het idee gekomen is om een klein kind mee te nemen. Sterker nog, ik voel enkele verontwaardigde blikken in mijn nek prikken van omstanders die zich afvragen hoe iemand het in zijn hoofd haalt om zo’n jong kind mee te nemen naar een beurs. Antoinette gaat elders in de grote hal geld pinnen en ik hou mijn hart vast. Op het moment dat zij mij bij terugkomst de helft van het niet onaanzienlijke bedrag in handen stopt zijn mijn bedenkingen echter verdwenen als sneeuw voor de zon. Nu moet er nog iets afgesproken worden over die kleine. “Neem jij Isabeau mee?” vraag ik mijn lief wanneer we de kassa’s achter ons gelaten hebben. “Waar zien we elkaar weer?” vraagt ze als antwoord. “Hier, als je wilt. Heb je je GSM aanstaan?” “Ja” zegt ze en in de toon klinkt haar teleurstelling door. “Heb je liever dat we samen gaan?” antwoord ik en meteen zie ik haar gezicht opklaren. “Oké, op naar de boeken”, zucht ik en we storten ons in de eerste hal.

Na een paar stands met postzegels buigen we af in de richting van de kinderboeken. Onderweg komen we kraampjes tegen met wat men in het algemeen omschrijft als curiosa. Mij bekruipt een gevoel dat ik ken uit twee verschillende situaties. De eerste doet zich voor wanneer ik in een mij onbekende stad ben en ik mij, na een hoek omgeslagen te zijn, geheel onverwacht op een rommelmarkt blijk te bevinden. De enige andere plek die ik ermee associeer is de plaatselijke vuilnisbelt waar ik een enkele keer kom om wat oud huisraad af te geven. Met verbazing zie ik tussen de snuisterijen mensen rondlopen die dezelfde blik in hun ogen hebben als mijn echtgenote die inmiddels aangeland is bij een stand met kleurrijke jeugdboeken. Waarschijnlijk krijg ik die blik pas in mijn ogen wanneer we de volgende hal binnen zullen gaan. Over smaak valt niet te twisten. Ze wenkt me en wanneer ik de buggy, tegen de stroom van zoekende fanaten in, uiteindelijk tot vlak naast haar heb weten te manoeuvreren kijkt ze me met een koortsige blik aan. “Ze hebben hier alle titels die ik nog mis om de serie compleet te maken.” “Daar zal dan ook wel een prijskaartje aan hangen”, riposteer ik. Daarmee is zij op aarde weergekeerd, zegeviert haar gezonde verstand en kiest ze voor enkele wat vriendelijker geprijsde exemplaren.

Mijn dochter krijgt genoeg van de buggy en begint aan een huilconcert. Eenmaal in mijn armen lacht ze weer breeduit. Maar ook dat is van korte duur. Ze werpt haar lichaamgewicht met een bruuske beweging naar achteren en zet het op een krijsen. Ik weet niet hoe snel ik haar op de grond moet zetten en haal opgelucht adem als blijkt dat dit is wat ze wil. Ze steekt de handjes in de lucht en werpt een blik omhoog. Och jé, ze wil lopen. Even later hangt er een dreutel aan mijn wijsvingers en loop ik voorover gebogen door het mensengewoel. Als ik even op kijk zie ik aan het eind van de zaal een bord met een richtingaanduiding naar zaal 12. De plek waar zich de platen en cd's bevinden. Die lijkt onbereikbaar ver weg. Met moeite draai ik mijn pols om een blik op mijn horloge te kunnen werpen. We zijn hier al een uur en ik heb zelfs in de verste verte nog geen stand met geluidsdragers gezien. De onnatuurlijke houding maakt dat mijn rug begint te protesteren. Mijn groenoogje staat, naar later blijkt, een aantal Billie & Bollie strips af te rekenen terwijl mijn blauwoogje zich door de knieën laat zakken. Nog net op tijd weet ik te voorkomen dat ze een sigarettenpeuk van de grond opraapt. Ze zit overduidelijk nog steeds in de orale fase, dus het blijft continu uitkijken geblazen.

Tegen de tijd dat de kleine hangerig wordt en een slaapje wil doen is mijn echtgenote uitgeshopt. De dreutel en de boeken worden in de wandelwagen geladen en we begeven ons richting cd’s en lp’s. Voor mij ditmaal alleen maar lp’s. Ik heb een verlanglijstje in mijn hoofd en hoop dat ik enkele verlangens kan realiseren. Hoog op mijn lijst; een lp van Ella Fitzgerald en Louis Armstrong. Op de overgang van hal 11 naar hal 12 eerst nog een verzameling Wurlitzers. Imposant en in mijn beleving mooi van lelijkheid. De daaropvolgende eerste kramen met cd’s en lp’s zijn absoluut niet interessant voor deze liefhebber. Aan de bezoekers van de stand is al te zien wat voor muziek er te vinden is. Met een verzaligde blik in de ogen en een lp stevig onder de arm geklemd voegt een in leder gestoken punker met roze haardos zich weer bij het langs schuifelende publiek. Aan de zijkant stands met gouden lp’s en andere memorabilia. Waar blijft de jazz? Vraag ik me vertwijfeld af.

Nog geen plaat gekocht, bedenk ik me en tegelijkertijd word ik ingehaald door een rocker die een steekwagentje vol cd’s en lp’s achter zich aan zeult. Die heeft de buit al binnen. Eindelijk de eerste bakken met jazz lp’s. Prijzen in D-mark. Aan de tongval te horen komt de eigenaar inderdaad uit “Ze Fazzerlend.” Niet de gezochte plaat maar wel een exemplaar van Ella in combinatie met The Count. Ik heb de cd echter al en de prijs is wat aan de hoge kant. Zal ik hem nemen? Misschien ligt hij ergens anders wel goedkoper. Wishful thinking natuurlijk. Deze handelaars kennen de prijzen voor dit soort platen. De kwaliteit is mint. Een zoen op mijn wang. “Waar twijfel je over. Die wilde je toch graag hebben?” Dat geeft de doorslag. De eerste is binnen. Vrijwel direct daarnaast een Engelsman die met een breed armgebaar zijn waar toelicht. “Jazz from A to Z, from the left to the right, prices in English Pounds” “Ella & Louis?” vraag ik. “Sorry mate, first time here, I’ll bring it along in November.” Zo lang wil ik echter niet wachten. Ik kwijl nog even bij een mooie Miles Davis. “Did you say 100 Euro?” No way. Op naar de volgende kraam. Prijzen in Deense kronen. Ondanks de invoering van de Euro sta ik constant te rekenen. Van vreemde valuta in euro’s en vervolgens, jazeker (nog steeds), in guldens. Bakken met Scandinavische jazz met daarin o.a. drie mooie lp’s van Jan Garbarek op het ECM label. Op één ervan speelt Bill Frisell mee, op een andere Keith Jarrett en Jack de Johnette. Prijs; 5 Euro per stuk. En kijk eens aan; een 180 grams “Ballads” van John Coltrane.

Een Fransman; rijen platen met chansons. En wat jazz. Prijzen deze keer gelukkig in euro’s. “Cooking” with the Miles Davis Quintet. Daarmee is mijn budget wel ongeveer besteed en de laatste plaat maakt me bewust van mijn rammelende maag. “Heb jij ook trek?” vraag ik mijn groenoogje die voor mij een bak met jazz platen aan het doorzoeken is. “Ja, ik lust wel wat.” We besluiten de beurs te laten voor wat hij is en in de stad te gaan eten. “Laten we maar pannenkoeken gaan eten” zeg ik terwijl ik in gedachten de bedragen van de diverse lp’s bij elkaar optel. “Ja, goed idee” antwoordt ze met een blik op onze nog steeds in dromenland vertoevende dochter. Later, met uitzicht op het water van de Oude Gracht, genietend van onze pannenkoeken, maken we de balans op. We zijn beiden blij met onze vondsten. “Alleen jammer dat ik Ella en Louis niet heb kunnen vinden,” verzucht ik. “Dan vrees ik dat we in november nog eens terug zullen moeten gaan” antwoordt Antoinette met een twinkeling in haar ogen. " Tenslotte wil jij ook nog steeds die Kameleon hebben” antwoord ik terwijl ik naar Isabeau kijk en me realiseer dat die kleine nog kan genieten op de meest pure en ongecompliceerde wijze die er bestaat. Van haar kinderpannenkoek heeft ze alleen de uit snoepjes en een spekkie bestaande garnering in haar mond gestopt. Vervolgens heeft ze de pannenkoek zelf keurig in reepjes gescheurd en nu is ze bezig om daarmee stapeltjes rondom haar bord te vormen. Volmaakt gelukkig.

Links
Wandelen Utrecht
Mega Platen en CE Beurs Utrecht
Kameleon-boeken fanpage
Kluitman Site (ook copyright afbeelding)
Krokante pannekoeken met abrikozen


EDITORS' CHOICE