REVIEWB&W

Edgar TP 305

René van Es | 20 april 2006 | B&W

Tot voor kort was de naam Edgar als fabrikant van buizenversterkers mij nagenoeg onbekend. Ik ben het wel eens ergens tegengekomen zonder mij bewust te zijn wie en wat er achter schuilgaat. Mogelijk vanwege het uiterlijk van een Edgar dat wordt bepaald door het kersenhouten frontpaneel. Iets waar je van moet houden. Tot ik de TP 305 phonotrap tegenkwam. Een blik in het inwendige was genoeg om hem los te peuteren van de importeur.

De in omvang niet geringe phono versterker is gehuld in een zwarte stalen kast. Met het kernmerkende kersenhouten front dat een paar centimeter dik is. In het front een groot blauw verlicht logo en de aan/uit schakelaar. Aan de achterzijde van de TP 305 is een MM en een MC ingang te vinden. Met een switch om tussen MM of MC te kiezen (twee draaitafels tegelijk aangesloten laten is daarmee mogelijk), een euroconnector voor 230 Volt en meerdere blokjes met jumpers om de TP 305 in te stellen.

Edgar TP305

De jumpers die ik ken uit computers zijn handig in gebruik en maken bewezen goed contact. Al vrees ik voor de lange duur, reinigen zal af en toe nodig zijn. Met de jumpers zijn voor MC de volgende instellingen te realiseren:
54 dB (500x) versterking met een afsluitweerstand van 400 Ohm
60 dB (1000x) versterking met een afsluitweerstand van 100 Ohm
66 dB (2000) versterking met een afsluitweerstand van 25 Ohm
Voor MM is de afsluitcapaciteit instelbaar op 22, 100, 220, 470 en 1000 pF.
De in Slowakije gebouwde versterker is erg nieuw, zo nieuw dat op de site van Edgar niets staat gespecificeerd over het ding. Een handleiding ontbreekt vooralsnog, ik kan er alleen inkijken en naar luisteren.

Het inwendige is verdeeld in drie compartimenten. Meest links zit de voeding op een printplaat. Een 90 VA trafo voedt een circuit met zowel halfgeleiders gelijkrichters voor de gloeidraden als een EZ81 buis van JJ Electronic voor de hoogspanning. Het midden en rechter deel is gereserveerd voor de print van het linker- en rechterkanaal. Aan de ingang vind ik een Lundahl LL9206 MC step-up trafo. Via een relais, waarmee MC of MM geschakeld wordt gaat het signaal naar een Russische 6SL7GT buis. Vandaar naar een 6H8C uit hetzelfde land. Ten slotte een E88CC. Slordig dat in het linker kanaal een andere E88CC (Tesla) zit dan rechts. De herkomst van de buizen blijft voor mij een geheim, met uitzondering van de Tesla. De echte buizenkenner zal ongetwijfeld de andere types kunnen herleiden. De buizen zitten netjes in keramische buisvoeten, de printen zijn strak en verzorgd. Opvallend detail, op de print staat de aanduiding TP 304. Dat was vast de voorloper van de TP 305. Kennelijk was het niet nodig een nieuwe print te ontwerpen. De printen buigen erg door als de buis gewisseld wordt, doe dat daarom niet te vaak en bovendien voorzichtig. De uitgangen zijn relais geschakeld en geven pas signaal als de versterker is opgewarmd en gestabiliseerd.


Set

Draaiend in de set heb ik geen moment gemerkt dat het linker kanaal met de Tesla buis ook maar enigszins anders klonk dan rechts met de onbekende buis. Misschien maak ik mij druk om niets. Twee platenspelers stonden ter beschikking voor de Edgar TP 305. Een Vyger Timor met Rega RB300 arm en Phase Tech P-3 MC element. Daarnaast een Garrard 301 met Pro-ject 9C arm en een Benz Glider L2 MC element. Beide low output. De inwendige weerstand van de Phase Tech maakte hem geschikt voor 60 dB versterking aan 100 Ohm, de Benz was lastiger toepasbaar omdat die graag 400 Ohm ziet en de daarbij horende 54 dB versterking aan de erg lage kant is.

Edgar TP305

Van enige brom was geen sprake en achtergrondruis was minimaal, zelfs als ik de Phase Tech maximaal met 66 dB versterkte. De rest van de set bestond uit een Ayon 300B single ended triode versterker, een set Focal-JMlab Electra 927 luidsprekers en een Electra SW900 actieve sub. Kabels allemaal van Crystal Cable (Connect Piccolo, Connect Reference, Speak Reference en Power Reference). Stroomvoorziening opgebouwd met Kemp Elektroniks scheidingstrafo, netfilter en power cords. Ter referentie staat er een Van Medevoort PHM3 transistor versterker onder stroom.


Spelen

Hoe speelt een Edgar TP 305 met de genoemde elementen. Welnu, dat wisselt nogal. Wat zijn oorzaak vindt in de inwendige weerstand van de elementen en hun klank. Om met de deur in huis te vallen, de Phase Tech P-3 en de Edgar TP 305 vormen samen een droom. Wat voor muziek ook gebruikt werd, pop, jazz, klassiek, vocaal, instrumentaal, geen seconde kwam één van beide adem te kort. Enige voorbeelden die langs kwamen: Sara K. met “Waterfalls” gaat in de lage tonen ontzettend diep. En transparant. De harp is heel mooi te volgen, de tweede stem is verzekerd van een plek naast de soliste. Eva Cassidy legt een mooie mix bloot tussen rust en speelsheid. Tastbaar met een hoog gevoel voor ritme en timing. De stem van Eva met de instrumenten achter haar dragen bij aan het heerlijke geheel. Thelma Houston en Lincoln Mayorga bieden perfecte opnames met veel dynamiek. Beide platen spelen vrijwel onvervormd, zijn levendig en transparant. In het brede stereobeeld staan stemmen goed op hoogte, zo’n 160 cm boven de vloer. “Bestseller Classic Nr. 1” van Clearaudio brengt “Für Elise” . De klank van de vleugel is vol en harmonieus.

Edgar TP305

Klanken sterven langzaam uit nadat ze lang zijn aangehouden. Je ervaart de rijkdom van de klankkast van een vleugel. In een daarop volgend menuet van W.A. Mozart geeft viool een strakke natuurlijkheid. LP’s van Dead Can Dance, Patricia Kaas, Amanda McBroom, Clair Marlo, Ulla Meinecke en Diane Schuur gaan onder de loep. Natuurlijk ook mijn geliefde Juliette Gréco die bijna maximaal presteert op de Vyger. Sleutelwoorden zijn rijkdom aan klank, hoge mate van natuurlijkheid en diepe rust. Afwezigheid van enige vorm van scherpte. Geweldig breed stereobeeld dat zich eveneens uitstrekt naar voren, achteren, boven en beneden. Snel met gevoel voor ritme. Strak en puntig. Met een hoge impact die verslavend werkt en smeekt om plaat na plaat te draaien.

MERK

EDITORS' CHOICE