Audio Innovations 500 vs. Audion Sterling ETSE (Deel 2)


Dimitri van Hoven | 29 maart 2002

In het eerste deel van deze reeks hebben we de Audio Innovations en de Audion met elkaar vergeleken. Daarna zou de Audio Innovations een modificatie ondergaan. Zo gezegd zo gedaan. In dit tweede en laatste deel gaan we in op de verschillen voor en na de modificatie en uiteraard nog een kort vergelijk met de Audion.

De modificatie:

Een regenachtige donderdagmiddag in november. Ik parkeer de auto voor de garage van Ed, naast de zij-ingang. Ik klop kort op de deur en stap naar binnen. Ed zit achter de pc wat werk te verrichten, althans daar ben ik vanuit gegaan. We groeten en na het aanbod van een kop koffie niet afgeslagen te hebben lopen we de keuken in. Op de eettafel staat een Audio Innovations 500 die verdacht veel op mijn versterker lijkt. Toch twijfel ik want de eindbuizen zijn geen EL-34’s. Wellicht een 500 Mk III denk ik (triode versie en dus andere buizen). Ed overhandigt een kop koffie en maakt me duidelijk dat dit wel degelijk mijn versterker is. Ik kijk eens goed naar de eindbuizen en kan geen naam of type ontdekken. "Ed, dit zijn toch geen EL-34’s?" zeg ik. "Oh jawel", "zegt `ie, komen uit amerika". "Merk?" vraag ik. "Geen idee, het mannetje waar ik deze buizen vandaan haal wil niet vertellen waar ze vandaan komen. Klankmatig vind ik dit echter een fantastische buis. (inmiddels ben ik er achter welk merk en type buis dit is maar daarover later meer)".

We drinken onze koffie en Ed vertelt over de modificatie. Dat het een ramp het is, te sleutelen aan een Audio Innovations 500 vanwege de slechte bereikbaarheid van de onderdelen en over de luistertest. Een andere (versterker zoekende) bezoeker hoorde de AI 500 spelen op een stel Audio Note speakers en was direct verkocht vertelde Ed. We lopen even de luisterkamer in waar een Single Ended ontwerp van Ed met de machtig grote 211 buizen staat. De versterker is een halve tafel groot en nagenoeg niet te tillen. (ja ik mocht van Ed even een pootje oplichten).
Ik was zeer benieuwd naar de klank en Ed zet altijd even enthousiast een cd op. Hoe dat klinkt? Nou mensen, alsof je er live bij zit! De Audio Note speakers welke halverwege het vertrek staan verdwijnen bij de eerste klanken van de muziek en (ver) daarachter ontstaat een podium, met muziekkanten, bladmuziekstandaards en een zangeres alsof ze er in werkelijkheid echt staan. En dat alles zeer duidelijk. Prachtig!

Goed terug naar de werkelijkheid van vandaag: Wat is er gemodificeerd aan mijn versterker?

Ten eerste zijn er 2 Black Gate condensatoren aan de kathode ingezet. (Op de foto zijn dit de twee zwarte condensatoren boven de eindbuizen. Je kan ook zien dat deze met de buisvoet verbonden zijn.) Daarnaast zijn alle buizen op de phono trap na vervangen. De oplettende lezer zal gemerkt hebben dat ik geen draaitafel bezit en dus ook geen phono ingang gebruik. De precision buizen in de fasedraaier zijn vervangen door 2x E88CC origineel Philips NOS. De ECC-83 van precision in de line input driver is vervangen door een 5751 origineel General Electric NOS.
De Tesla EL34’s zijn vervangen door 4x (matched) Sovtek 5881’s (bleek later). Verder is de versterker geheel gecontroleerd en opnieuw afgeregeld.

Het luisteren


Voor het luisteren is uiteraard gebruik gemaakt van dezelfde componenten als in deel 1. Logischerwijs kon er niet A/B vergeleken worden wat het beoordelen een stuk moeilijker maakt. Eerst heeft de versterker ruime tijd gehad weer in te spelen. In de nieuwe buizen moet een evenwicht ontstaan en ook de Black Gate condensatoren hebben behoorlijk wat uren nodig om op klank te komen. Gelukkig was ik tijdens de inspeel periode muzikaal aardig verwend door in korte tijd een 3 tal klassieke concerten te hebben bezocht. Vlak na de modificatie was hoorbaar dat met name het laag wat strakker en meer aanwezig was. Qua ruimtelijkheid had de versterker een stapje terug gedaan. Hoog en midden waren een fractie fraaier geworden. Al met al had ik het gevoel dat e.e.a. nog niet optimaal was. Ik verwachte meer. Dat meer kwam ook.
Op een zekere avond de versterker en de rest van de set weer eens lekker opgewarmd (als je de kamer binnen stapt ruik je het papier in olie weerstanden ook). Plotseling stond er iets te spelen op een manier die behoorlijk afweek van wat ik er tot nu toe van gewend was. Veel ruimte, fraai midden, fluweel hoog en een prachtig, gedetailleerder laag. In eerste instantie dacht ik dat e.e.a. met het hoog of lage druk gebied te maken had. Je hoort daar wel vaker iets over in combinatie met buizenapparatuur. Echter ook tijdens de daarop volgende luisteravonden bleef het beeld van eenzelfde kwaliteit. Zet een lekkere jazz cd op en men wordt ogenblikkelijk meegenomen door de muziek. Kleine dingen als een geplukte bas, een hoorn of hi-hat geven je kippenvel. Op de fantastisch grote dynamiek van de live concertzaal na (dit lukt niet met cd in een huiskamer) komt deze versterker behoorlijk in de buurt. De Rossini Overtures (DECCA 443-850-2) komen qua klank zeer bekend over. Ook El sombrero de tres picos van Farra (DECCA 446-991-2) brengen weer dat kippenvel op de rug.

Tijdens een van de avonden was er iemand op bezoek die qua installatie niets gewend is. De beste man speelt zelf echter wel actief drums. Na 10 minuten geluisterd te hebben merkte de man op dat hij nog nooit zo’n duidelijk klankverschil tussen de diverse trommels van een drumstel via speakers ervaren had. Je hoort vaak een drum op een nummer achter de muziekkanten, echter nooit wat er op die drum zelf gebeurt, was zijn relaas. Ook gaf hij zonder moeite aan wat en wie op welke plaats op het podium stond. Ook nog niet gekke mensen horen dus de kwaliteiten van eens set, ondanks dat zo velen beweren geen verschil te horen.
Uiteraard ook de Audion nog eens aangesloten. Eerst met de JJ Electronic El34’s. In vergelijking met de AI minder ruimte en klonk het beeld wat verstopt. Bij Track 3 van de HDCD sampler valt op dat de het met de rust van de Audion nog steeds goed zit. In het eerste deel gaf ik aan dat de Audio Innovations wat onrustiger was dan de Audion. Hier heb ik speciaal nog opgelet tijdens een A/B vergelijking tussen beide versterkers. De Audio Innovations is nu veel rustiger dan voor de modificatie. Beide versterkers komen hier op gelijk niveau. Wel was weer duidelijk merkbaar dat de Audion op de B&W’s aan dynamiek tekort komt. Trommels en Pauken klinken wat slap.

Na de versterker te hebben laten afkoelen, zijn de Sovtek 5881 buizen in de Audion gezet en is er weer geluisterd. Omdat de Audion zeer gevoelig is voor buis wisselingen was ik heel benieuwd hoe e.e.a. zou gaan met de sovteks. Onmiddellijk was een toename in ruimte en diepte hoorbaar. Eveneens nam de detaillering toe. Door de toename van ruimte en diepte in het beeld werd ook de zaal een stuk zichtbaarder op de Audion (zie deel 1). Daarnaast leek het dat de Audion iets meer pit gekregen had. Verklaarbaar is dat niet omdat de 5881 buis iets minder vermogen kan leveren dan de EL34. Het ruimtelijk beeld overtreft overigens niet dat van de Audio Innovations met de Sovtek buizen. Ook met deze buizen blijft het beeld minder ruimtelijk in vergelijking met de Audio Innovations.

Audio Innovations 500 vs. Audion Sterling ETSE (Deel 2)

De onbekende buis

Zoals u al begrepen hebt had Ed dus een onbekend merk en type buis in de versterker gezet. Ik ben het met Ed eens dat het klankmatig erg fraaie buizen zijn, echter ik kan heel slecht tegen iets niet weten. Zeker niet als dat iets zo’n cruciale rol speelt in mijn buizenversterker. Ik moest en zou dus weten van welk type en merk de eindbuizen waren. Op het internet heb je zat site’s over buizen dus ben ik daar maar eens gaan spitten. Ook in het forum van HiFi.nl is een stukje geschreven m.b.t. de zoektocht. Mede door een aantal zeer actieve forumleden op HiFi.nl (nog bedankt allemaal) was ik er in 2 dagen achter. Eerst werd het een 6L6 echter klopte de buisvoet dan niet. Uiteindelijk kwam ik op een site de Sovtek 5881 (een equivalent) van de 6L6 tegen met exact dezelfde buisvoet. Wat opvalt is dat de 5881 buis oerdegelijk gebouwd is. Niks rammelende gloeidraden. Een en ander zit zeer solide in elkaar binnen in een stulp van dik glas. Inmiddels heb ik begrepen dat er voor een Audio Innovations 500 een grote keur aan eindbuizen mogelijk zijn. Naast de EL34 is het mogelijk KT66, 5881 of 6L6 buizen te gebruiken zonder aanpassing van het schema. E.e.a. maakt het experimenteren met buizen goed mogelijk. Vergeet niet dat er ook (klank)verschillen zijn tussen de merken onderling bij een zelfde buistype. Een Sovtek EL34 klinkt toch iets anders dan een EL34 van Svetlana. In vergelijking met de 5881’s vind ik een EL34 iets meer eigen karakter tonen.

Resume

Is het ‘t waard een (buizen)versterker te laten modificeren? In dit geval kan ik daar een volmondig ja zeggen, ondanks dat dit soms aardig in de papieren kan gaan lopen. De versterker is er qua klank duidelijk op vooruit gegaan. Uiteraard moet men er bij een buizenversterker op letten dat de buizen in goede staat zijn. Versleten buizen degraderen de klankkwaliteit van de versterker en een kapotte buis (afhankelijk van ontwerp van de versterker) kan zelfs schade aan de versterker aanbrengen. De meeste buizen van tegenwoordig gaan echter aardig wat branduren mee, dus vervang ze ook niet overhaast. Zeker niet als het om niet meer verkrijgbare en dus kostbare merken gaat. Een originele Mullard of Philips die nog 70% plate dissipation meet hoeft echt nog niet vervangen te worden.
Echter ook bijvoorbeeld lekkage (buis gaat dan vaak roze gloeien) kan een reden zijn de buis te vervangen. Bij twijfel kunt u de buis altijd laten nameten.

In principe is iedere Audio Innovations versterker het zeker waard. Dat bleek ook maar weer eens uit een e-mail die ik ontving van Rob Jacobs. Deze persoon heeft een Audio Innovations 300. Naar aanleiding van deel 1 vroeg hij zich af of het zinvol zou zijn de 300 ook eens naar Ed te sturen.
Ook hier moesten de buizen vervangen worden (zaten nog de originele precisions in). Na onderzoek bleek dat er tevens een fout zat in de tegenkoppeling. Deze was verkeerd-om aangesloten door een bedrijf dat eerder een uitgangstrafo vervangen had (krijg je dan mee-koppeling?). Ook een uitgangstrafo moest vervangen worden. Eenmaal terug bij de eigenaar kreeg ik weer een mailtje van Rob. Hij herkende de versterker niet meer terug (positief bedoeld) en is weer zeer tevreden met het geluid van zijn 300.

Vaak kan men met een modificatie het geluid op een hoger niveau brengen. Dit hoeft niet altijd d.m.v. vervangen van buizen te gebeuren maak dat kan b.v. ook door een potmeter te vervangen door een beter type zoals b.v. bij de Audion is gedaan (zie deel 1). Kortom, mits kundig uitgevoerd kan een modificatie van een op leeftijd zijnde versterker de prestatie’s naar een hoger plan tillen, zodat er weer jaren met plezier naar geluisterd kan worden. Met de Audio Innovations zal dat binnen deze set de komende jaren zeker gaan lukken.

Gebruikte apparatuur:
Krell KAV-250cd cd speler
B&W Matrix 802 mk II luidsprekers
Audio Innovations 500 buizenversterker
Audion Sterling ETSE. Single Ended Triode versterker met DACT potmeter
Sugden A21ap eindversterker
Sugden A41 voorversterker.
Siltech LS-80 G3 luidsprekerkabel
Siltech 4/24 & 4/56 interlink
Van den Hul Mainstream Hybrid (op Krell cdspeler), rubber powerkabels
HiFi meubel van Staal en Glas, UPS als netfilter, cones en spikes, van den Hul polechecker

Gebruikte CD`s
Rossini Overtures – National Philharmonic Orchestra – Roccardo Chailly (decca 443 850-2)
Falla El sombrero de tres picos Ernest Ansermet (96Khz – 24bits remastered) (decca 466 991-2)
Miles Davis – Kind of Blue (20-bit remastered) The definitive version
Diana Krall – When I look in your eyes –Verve 050 304-2 HDCD Sampler
Lente HiFi show Volume 1 2001
Good vibes – Jazz at the Pawnshop 3
Ilse de lange – Dear John & World of hurt
Holly Cole – Romantically Helpless
... en vele anderen