Projectieschermen


Michel Hazen | 25 augustus 2003

Passie, projectieschermen en compromissen

Laat ik eens beginnen met een situatieschets waarbinnen ik mijn passie, alles met betrekking tot Hifi en specifiek Homecinema, deel met anderen. Of door de ogen van mijn vriendin gezien, mij positief opdring aan mijn omgeving. Het zal velen niet onbekend voorkomen. Vaak genoeg worden er grappen gemaakt over de zogenaamde WAF-factor (Wife Acceptance Factor) binnen HiFi en Homecinema land: m.a.w. hoe krijg ik mijn vrouw zo gek? Maar de kern achter de steeds terugkerende verwijzingen naar de WAF-factor heeft te maken met het feit dat velen onder ons zich ook meerdere zijden van het uitleven van je passie kunnen voorstellen, anders hadden we deze term nooit verzonnen tenslotte. Laten we eerlijk zijn, hoeveel eega’s staan te springen om minimaal 5 luidsprekers, één subwoofer en een joekel van een TV in haar leefomgeving te accepteren?

Degenen onder ons die verplicht of vrijwillig met hobby en al verbannen zijn uit de woonkamer naar hun specifieke Homecinema-ruimte zullen in ieder geval de discussie herkennen, voor alle anderen hoop ik met dit artikel een aantal goede compromissen voor te stellen in hun streven naar een verhoging van de WAF-factor bij een Homecinema setup thuis.

Inhoudsopgave van wat besproken gaat worden:

1. Projectie -schermen
2. Waar op letten bij aanschaf
3. Typen en bediening
4. Beeldverhouding en grootte
5. Technische eigenschappen
6. Compromissen?

Projectie en -schermen

Projectie en projectieschermen

Omdat je nooit een ‘strijd’ op meerdere fronten tegelijkertijd kan winnen begin ik bij de beeldweergave-kant van Homecinema en daarbij specifiek bij projectie en projectieschermen. Projectie op een scherm bestaat uit 2 delen: de projector en het projectiescherm. Over projectoren en de gebruikte techniek van projectoren is een uitstekend stuk van Björn op deze site te vinden, ik richt mij in dit artikel op projectieschermen.

Op zich zijn projectieschermen al tientallen jaren in gebruik in verschillende omgevingen. Van de eerste super 8 filmpjes in familiekring, de verplichte diavoorstelling na een vakantie tot de min of meer verplichte overheadprojectors en PowerPoint PC´s in het bedrijfsleven. Niets nieuws onder de zon dus…niet dus. De nu brede acceptatie van de DVD heeft meerdere invloeden op de entree van elektronica in de thuisomgeving gehad. Zo zijn bijvoorbeeld de verkopen van breedbeeldtelevisies (16:9) niet zozeer gestegen door breedbeelduitzendingen, maar meer door in 16:9-formaat opgenomen DVD’s. Een bijkomend effect van de verbeterde beeldkwaliteit ten opzichte van de videorecorder is de mogelijkheid om alles op een grotere beelddiameter te kunnen bekijken. De beelddiameter draagt nadrukkelijk bij tot het belevingseffect van Homecinema en je ziet dan ook steeds meer aanbod op de markt van weergave apparatuur op grotere diameter dan de standaard 82 cm TV’s. Er is dus een stijgende vraag naar weergave mogelijkheden met een grote diameter.

Op dit moment zijn er verschillende mogelijkheden tot het weergeven van DVD of andere beelden:

1. Televisie (tot ca 37 inch/92 centimeter beelddiameter)
2. Projectietelevisies (tot ca 60 inch/152 centimeter beelddiameter)
3. Plasmaschermen (tot ca 60 inch/152 centimeter beelddiameter)
4. LCD schermen (tot ca 37 inch/92 centimeter beelddiameter)
5. Projectoren (onbeperkte variabele beelddiameter)

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat projectie het grote voordeel heeft dat de beelddiameter binnen een ruime bandbreedte variabel is. Een ander voordeel is een relatief gunstige prijs/diameter-verhouding in vergelijking met andere weergave mogelijkheden. Op dit moment is er een duidelijke trend waarneembaar naar verbeterde kwaliteit bij steeds lagere prijzen. Een goede en betaalbare mogelijkheid tot een echt GROOT beeld dus!

Een argument dat niet vaak genoemd wordt, is dat projectie ook een aantal esthetische voordelen heeft: de projector kan heel klein zijn (uitzonderingen daargelaten) en het projectiescherm hoeft niet steeds prominent in de ruimte aanwezig te zijn en kan goed verborgen worden in het interieur:

Boven en onder: Home Cinema hoeft niet op te vallen

In tegenstelling tot het directe beeld van bijvoorbeeld een televisie kijk je bij een projectiescherm naar het gereflecteerde licht. Hierin zit een bepaalde tegenstrijdigheid: aan de ene kant heb je een behoorlijke hoeveelheid licht nodig (meestal uitgedrukt in ANSI lumen) om überhaupt iets te zien. Aan de andere kant kan een te hoge lichtopbrengst de contrastratio (de mate tussen wit en zwart) negatief beïnvloeden. Het contrast tussen de kleuren vermindert en dit is bijvoorbeeld te zien aan de zwarttinten die grijzig worden.

De hoeveelheid ANSI lumen is absoluut niet de enige voorwaarde voor een goed beeld. Iets wat duidelijk gedemonstreerd werd tijdens mijn bezoek aan Marantz Nederland (www.marantz.com) in Eindhoven. Daar werd de VP-12S2 DLP projector gedemonstreerd met een op het eerste gezicht beperkt lijkende 700 ANSI lumen. Na de demonstratie werd bevestigd dat alleen op basis van de lichtopbrengst een projector kiezen geen goed idee is. De VP-12S2 leverde een gestoken scherp, onvervormd en zeer contrastrijk beeld op het lichtversterkende scherm. Goed, mijn referentie op projectiegebied was duidelijk.

Tips voor aanschaf

Waar moet u op letten bij de aanschaf van een projectiescherm?

Op de eerste plaats bekijk de ruimte waar het scherm geplaatst zou moeten worden en bepaal aan de hand van de plafondhoogte, de muurbreedte en de bevestigingsmogelijkheden de maximale afmetingen en type. Een ander aspect om mee te nemen is de optimale kijkhoek, m.a.w. hoe gaat u ten opzichte van het scherm zitten.
 
Wanneer je het maximale uit je projectorscherm wilt halen, zorg dan dat je het scherm in een ruimte plaatst die goed te verduisteren is. Daarnaast kan het scherm het beste opgehangen worden tegen een donkere achtergrond. Ik besef me goed dat een witte wand meer gangbaar is en daarbij is een goede beeldkwaliteit ook mogelijk, maar een donkere achtergrond (inclusief plafond) is beter. De meeste schermen hebben overigens rondom een zwarte buitenrand om zo het contrast beter uit te laten komen en kleine tekortkomingen in het ‘passend maken’ van het projectiebeeld op het scherm te camoufleren. Handig, dit ‘verkoopt’ intern beter dan uw muur èn plafond zwart willen verven…

De levensduur van een projectiescherm is erg lang (reken op 10 jaar en meer), dus maak een afweging tussen de kosten en de investering: koop liever in één keer iets goeds dan een paar keer iets matigs. M.a.w.: bezuinig niet op uw scherm en maak er dus ook geen sluitpost van bij de aanschaf van een projector. Gelukkig zijn goede projectieschermen betaalbaar, zoals het door Beamax (www.beamax.com) ter beschikking gestelde M-serie projectiescherm. 

Kies een type dat het meest geschikt is voor de toepassing die u in gedachten heeft:
 
1. Type (portable, vast formaat, oprol)
2. Bediening (handmatig, elektrisch)
3. Beeldverhouding (1:1, 4:3  of 16:9)
4. Grootte (diameter) in relatie met de projector
5. Technische eigenschappen (lichtneutraal, lichtversterkend, “anti-leathermark” of “tab-tensioned” systeem)

Bovenstaande punten worden vervolgens afzonderlijk besproken...

Typen en bediening

Type scherm

Natuurlijk bestaat de mogelijkheid het beeld van de projector op een lichte muur te projecteren (geen scherm dus) maar het kwaliteitsverschil met een goed projectiescherm is echt enorm. Mijn stukadoor heeft echt zijn best gedaan om alle muren zo glad mogelijk te krijgen, maar ik kan dit echt niet aanraden. Nogmaals, maak van het projectiescherm geen sluitpost.

Er zijn verschillende types projectieschermen:

1. Portable, oprolbare projectieschermen
2. Vast formaat (permanent) projectieschermen (wordt vaak een ‘display’ genoemd)
3. Oprol projectieschermen (handmatig of automatisch)

Omdat portable projectieschermen en displays over het algemeen gebruikt worden in bedrijfsomgevingen en een permanent vast formaat scherm wel het functioneel voordeel heeft dat het nooit op zal kreukelen of krullen maar, naar mijn mening, minder esthetische voordelen dan een oprolscherm heeft, ga ik op beide types in dit artikel niet verder in. Ik zal het in dit artikel voornamelijk hebben over oprol projectieschermen.

Bediening

Oprol projectieschermen hebben het voordeel dat ze vrijwel volledig in het interieur verborgen kunnen worden. En dit is een absolute plus voor degenen onder ons die wel willen genieten van homecinema, maar niet daarvoor hun hele interieur in dienst willen stellen. Een belangrijk aspect in de keuze tussen een handmatig- of een elektrisch bedienbaar projectiescherm is het comfort. Of noem het de ‘time-to-view’ tijd: hoe lang duurt het voordat er genoten kan worden van het beeld op het scherm? Er dienen een aantal handelingen verricht te worden, zoals de projector aanzetten en het scherm naar beneden laten. Eerlijk gezegd zie ik mezelf niet iedere keer handmatig het scherm naar beneden en boven draaien of trekken. Proefondervindelijk kwam ik erachter dat de opstarttijd van de door Marantz beschikbaar gestelde VP-7200 projector vrijwel gelijk was aan de ‘neerlaat-tijd’ van mijn Beamax scherm. Een TV heeft natuurlijk een kortere ‘time-to-view’, maar eerlijk gezegd vind ik het verschil voornamelijk gevoelsmatig: tenslotte voelt 10 minuten file ook als een uur aan.

Beeld en grootte

Beeldverhouding, ofwel ‘aspect ratio’

De getallen die genoemd worden om het formaat van een scherm aan te geven is de verhouding tussen de breedte en de lengte.

Een vierkant scherm heeft een 1:1 verhouding, uw gewone TV is 4:3 en de breedbeeld verhouding is 16:9. Voor projectie van overhead projectoren en dataprojectie in zakelijke omgevingen is een vierkant scherm vaak het beste (1:1). Ook 4:3 is mogelijk voor dataprojectie vanaf een PC of een videopresentatie op normaal formaat.

Wilt u voornamelijk genieten van DVD’s e/o andere breedbeeld bronnen, kies dan voor een 16:9 formaat. Stem wel het formaat van de projector en het scherm op elkaar af. Heeft de projector 4:3 beeldpanelen, is het toch verstandig om voor een 4:3 scherm te kiezen. Doet u dat niet en kiest u voor een16:9 scherm, dan heeft u voor 4:3 beelden een veel minder groot beeldoppervlak beschikbaar en gebruikt u niet de volledige resolutie van uw projector. Bij een CRT-projector is de keuze van schermverhouding flexibeler en meer afhankelijk van uw smaak en wensen.

Grootte (diameter)

De grootte van het scherm is een afweging waarin 4 factoren een rol spelen:

1. De minimale en maximale kijkafstand
2. De kijkhoogte
3. De weergavemogelijkheden van de gebruikte projector
4. De locatie waar het scherm opgehangen wordt.

De minimale en maximale kijkafstanden zijn sterk afhankelijk van de gebruikte beeldtechnologie en resolutie van de beeldbron: de beperkingen van gebruikte beeldmedium bepalen de minimale kijkafstand: hoe dicht kunt u bij het display komen zonder teveel beperkingen (beeldlijnen, pixels, blokvervorming) te zien? De maximale kijkafstand wordt enigszins bepaald door de details die nog waargenomen kunnen/willen worden. Wordt de beperking van het beeldmedium niet in ogenschouw genomen, dan kan er gekeken worden aan een optimale kijkafstand, die bepaald wordt door de kijkhoek. Een optimale kijkhoek ligt tussen de 28 en 35 graden. Dit is te vertalen naar ongeveer 1,5 – 2,0x de beeldbreedte.

Er zijn niet zoveel dagelijkse omstandigheden waarbij we ons hoofd gedurende langere tijd zo weinig bewegen als bij het kijken naar TV of film. De stand van ons hoofd t.o.v. de nek is comfortabeler als we niet te lang òf naar beneden òf omhoog kijken. De optimale hoogte is  het midden van het scherm op ooghoogte, of iets daarboven of beneden, waarbij een mooie maximum hoogte de onderkant op ooghoogte is en de minimale hoogte er eigenlijk niet echt is.

De gebruikte projector heeft ook een minimale en maximale weergave diameter. Omdat dit van projector tot projector verschilt, kan ik hier geen regel voor geven, behalve dat het scherm een kleinere diameter moet hebben dan de maximale weergave diameter van de projector. Het laatste punt, de omstandigheden waar het scherm opgehangen wordt, mogen duidelijk zijn: je hebt natuurlijk de fysieke ruimte nodig. Bovendien zal een groter scherm ook minder licht per oppervlak bieden, waardoor er meer verduisterd moet worden en het beeld minder spetterend en scherp zal zijn dan met een kleiner scherm. De meest gebruikte fout bij projectie is een te groot scherm. Kies gerust het scherm dat bij uw smaak past, maar overdrijf niet met de grootte en probeer desnoods eerst eens te projecteren zonder scherm om uit te testen wat voor u een prettige beeldgrootte is. Doe dit tenminste een week of 2.

Technische aspecten

Technische eigenschappen

Een projectiescherm heeft een aantal technische eigenschappen, waarbij een aantal als vanzelfsprekend mogen worden geacht, zoals een effen, glad oppervlak en geen invloed op de geprojecteerde kleur.

Een andere eigenschap kan zijn dat het scherm lichtabsorberend, lichtneutraal of lichtversterkend werkt. Lichtabsorberende schermen zijn perfect voor LCD- projectoren met slecht zwartniveau. Schermen met een witte coating zijn over het algemeen meer lichtneutraal dan schermen met een lichte zilverkleurige coating of parels die lichtversterkend werken (die lichtversterking noemt men ook wel ‘gain’). Stelt u zich overigens niet al te veel bij de lichtversterkende eigenschappen voor: Een scherm met een lichtversterkende eigenschap van ongeveer 1.1 tot 1.5 is het meest geschikt voor Home cinema.

Het laatste aspect met betrekking tot de meer technische eigenschappen betreft of het scherm reflectief en retroreflectief is. Reflectieve schermen zijn beter voor projectie vanaf het plafond en retroreflectief beter voor projectie vanaf de grond.

Zoals ook eerder gezegd, is het de bedoeling dat een projectiescherm behoorlijk wat jaren meegaat en dus ook vele malen op en neer gelaten gaat worden. Om te voorkomen dat tijdens het oprollen van het scherm de boel gaat kreukelen zijn goede schermen uitgerust met een zogenaamd ‘anti leathermark’ of ‘tab tension’-systeem. Dit zijn een aantal geleidende rollen of touwen gespannen door ringen in de behuizing van het scherm die het kreukelen en opkrullen van het doek voorkomen.

Compromissen?

Waar zitten nu de compromissen?

De compromissen bij projectie liggen op een aantal fronten:

Lichtsterkte: zoals eerder in dit artikel aangegeven is er een technische tegenstrijdigheid tussen lichtsterkte (ANSI lumen) en het contrast tussen de kleuren. De beste oplossing hiervoor is een goed te verduisteren projectieruimte, maar niet iedereen beschikt hierover of wil de woon- en leefruimte hierop aanpassen. Een mogelijke oplossing is een scherm met ‘gain’ of een zeer lichtsterke projector (> 1000 ANSI lumen). Bedenkt u zich dan wel dat het contrast in dat geval omlaag moet.

Geluidsproductie: op dit moment zijn er nog maar weinig projectoren te vinden zonder ventilator voor koeling. Alleen een handjevol CRT projectoren van fabrikanten als Barco en DWIN zijn `fanless`. De andere projectoren produceren altijd een bepaalde mate van geruis wat sommigen direct, of na verloop van tijd als hinderlijk kunnen gaan beschouwen. Zelf vind ik een geluidsproductie van ongeveer 32 dbA (of minder natuurlijk) prima acceptabel voor home cinema gebruik, 40 dbA en meer is echt hinderlijk.

Opstartsnelheid (time-to-view): in tegenstelling tot de time-to-view op een gewone-, plasma- of lcdtelevisie kost het een paar handelingen (en dus tijd) voordat het beeld op het scherm zichtbaar is.

Zelf vind ik bovenstaande zaken te overkomen, en bij gebrek aan onbeperkte ruimte en budget, maakt projectie het mogelijk om tegen acceptabele kosten te genieten van een kwalitatief goed groot beeld. Een goed projectiescherm is daarvoor wel essentieel. Tevens biedt projectie een aantal mogelijkheden om de techniek niet in uw interieur te laten domineren. En vooral dat laatste aspect zal u helpen in de eventuele ‘onderhandelingen’ met uw eega.

Gebruikte apparatuur

Lexicon DC-1 digital controller software versie 4
Marantz MA-700 THX mono’s (2 maal)
Marantz MA-500 THX mono’s (6 maal)
Toshiba SD-220E DVD speler
Sony SACD-555ES SACD speler
Sony JA-20ES minidisk
Sony Playstation2
Linn AV5140 front luidsprekers (bi-amped)
Linn Centrik center luidspreker (bi-amped)
Chario Constellation Lynx surround luidsprekers
MIT terminator 3 bekabeling
REL Q100E subwoofer
Behringer DSP8024 digitale equalizer voor subwoofer aanpassing
Micro Seiki DD33 draaitafel met Stanton 681EEE element

Marantz VP7200 projector
Beamax M-serie projectiescherm