Tube Rolling


Dimitri van Hoven | 09 februari 2005

Beste HiFi.nl lezers. Een artikel over tube rolling staat voor u op uw scherm. Dit keer mag ik dat als gastauteur schrijven voor het magazine waar ik vroeger vaker voor schreef. Zoals u misschien gehoord zult hebben, heeft mijn baan bij het Audio Note Auditorium in Den Haag wegens een faillissement niet lang mogen duren. Doodzonde, maar; …wat een baan!

Goed, Tube Rolling, wat is dat? Tube Rolling is niks anders dan de klankmatige verschillen tussen buizen vergelijken in een versterker. Iedere eigenaar van een buizenversterker (of bijvoorbeeld een cd-speler met buizen uitgangstrap) die wel eens andere buisjes heeft geprobeerd weet dat het verschil zeer groot kan zijn. Voor de gemiddelde mens is een buis echter maar een buis, als ze al van het bestaan afweten. Dit bleek enkele weken geleden maar weer eens toen ik met een buizenversterker van mijn voordeur naar de auto liep om mijn goede vriend en ex collega Ed de Jong te bezoeken. Een man die zijn hond aan het uitlaten was keek mij met grote ogen aan en vroeg me wat dat voor iets was (de man dacht eerder aan iets als kernfusie gezien zijn reactie). Eenmaal aangekomen bij de auto, die tegenover het bejaardenhuis stond, sprak een bejaarde man mij met een glimlach aan; “ze zijn er dus nog!”. “Jazeker”, zei ik glimlachend terug. Zo ziet u maar, de oude generatie is ze zeker nog niet vergeten. Beide personen zullen er echter geen idee van hebben dat wij hifi-o-fielen klankmatig verschil horen tussen kabels en/of buizen.

De afgelopen jaren ben ik veel met buizenapparatuur en buizen in het bijzonder in de weer geweest. Dat begon in de privé-sfeer, maar later ook op het werk (auditorium) en tot op de dag van vandaag gebeurt dat nog steeds. Wat mij in het begin heel erg heeft doen verbazen is dat er zeer grote verschillen kunnen optreden bij het vervangen van het ene buisje door het andere. Zo groot zelfs, dat het lijkt alsof er een andere versterker of set staat. Het verschil tussen een koperen interlink van zes tientjes en één van zilver/goud met dubbele injectiepluggen, Turbo en eigen batterijvoeding die 20x zoveel kost valt hierbij in het niets. Let wel, we hebben het hier dan over een echte verbetering die een fractie kost van bovenstaande duurdere interlink en niet een klein klankmatig verschil die de ene persoon wel en de andere niet waarneemt. Menig zelfdempend voetje kost bij 4 stuks vaak al meer dan de buis waar we het over hebben. De hele audioset wordt op een hoger plan gezet en dat door 1 buis. Het verbaasde me daarom nog meer dat mensen dit in vele gevallen negeren. Veel mensen die ik spreek zijn lyrisch over hun buizenversterker maar spelen al vele jaren met de standaard buizen. Ik denk dan, “man, man ut kan nog zoveel beter”, je zou eens moeten weten. Kortom het wordt tijd dat we dit onderwerp eens onder de aandacht brengen.

Door de vele jaren waarin ik met buisjes stommel ben ik inmiddels enigszins in staat het koren van het kaf scheiden. Zoals u wellicht weet bestaan er vele soorten buizen. De materie is voor menigeen ingewikkeld met de vele type nummers, en even zovele equivalenten . Men moet dus eerst wat kennis op doen alvorens zomaar een buis te vervangen, want veelal kan dit niet. Laat u daarnaast niet vangen door promotiekreten van de fabrikant met opmerkingen als SQ, Gold Pins, Gold grid, Mesch Plate etc. Dit zegt niets over de klank, echter meer over de bouw van de buis. Een “Gold Grid” of “Black plate” uitvoering hoeft niet, bij voorbaat, beter te klinken dan een exemplaar zonder. Luisteren is ook hier weer het enige middel. Overigens is het opvallend dat een buis die in versterker A een verbetering betekent, dit ook in versterker B doet met min of meer dezelfde eigenschappen; iets dat we bijvoorbeeld bij kabels en zeker bij netsnoeren niet tegenkomen. Overigens moet de betreffende versterker wel de extra kwaliteit kunnen weergeven maar dat spreekt voor zich.


 
Helaas heb ik gemerkt dat ook lang niet iedere importeur of winkel weet waar ze het over hebben maar wel een “upgrade” buis op de prijslijst hebben staan. Ik ga geen namen noemen, de hifi wereld is al zo vriendelijk tegen elkaar, maar wel wil ik een voorbeeld noemen omdat het eigenlijk te gek voor woorden is. Een importeur raadde mij onlangs als upgrade voor een ECC88 buis een PCC88 aan. Niks mis mee zou u denken, maar wat is nou de bittere waarheid. Een PCC88 verwacht een gloeispanning van 7.6 volt op de pinnen. Een ECC88 verwacht echter 6.3 volt. (beide buizen zijn dus geen equivalenten van elkaar) Gevolg is dus dat de PCC88 op 6.3 volt staat te draaien (83% van wat ie zou moeten krijgen). Dat kan dus nooit klinken want het ding staat amper aan, in ieder geval onder de specificatie’s van de buis. Het kan technisch echter wel, want de buis gaat niet stuk, geeft geluid en mogelijk (hoeft niet) zal de buis erg lang mee gaan. Helaas gebeuren dit soort dingen. Ook is het niet zo dat een ECC83 beter klinkt dan een ECC82 omdat het typenummer hoger is (ik heb werkelijk een keer iemand aan de lijn gehad die hiervan overtuigd was). Beter is het je te richten op meerdere websites en mensen die al jaren met buizen bezig zijn. Via het Internet zijn er vele te vinden.

Ik wil nu graag wat voorbeelden de revue laten passeren van de opmerkelijke verschillen die ik in het verleden ben tegengekomen. Begrijp dat onderstaande verschillen in de genoemde versterker optraden en dit niet hoeft te garanderen dat dit effect ook in een andere versterker optreedt, echter zoals eerder aangegeven is dit wel opvallend vaak het geval. Als je echt buizen op klank wilt gaan testen (iets wat ik in de toekomst nog eens hoop te kunnen doen) moet je met meerdere versterkers werken en het liefs ook met meerdere recensenten. Dit is echter een zeer langdradig proces omdat iedere buis moet inspelen en in alle testversterkers, door alle recensenten beluisterd dient te worden. Even 10 min. naar die buis luisteren werkt ook niet want vaak klinken ze pas stabiel na een uurtje spelen en als je er dan wat over schrijft, dan moet het wel ergens over gaan, zeker als je er zoveel moeite in steekt. In dit artikel wil ik echter proberen een indruk te geven van wat er kan gebeuren en hier een paar voorbeelden van geven, puttend uit eigen ervaring.

Bendix JAN-CEA-5852 en ECC83 / 12AX7

Bendix JAN-CEA-5852

Deze bijzondere ervaring had ik in het Auditorium. Enkele dagen eerder waren er wat nieuwe producten binnengekomen waaronder een Audio Note M2 balanced voorversterker. Deze producten hadden een plekje op de meubels gevonden, echter hadden we, nieuwsgierig als we waren, nog niet de tijd gevonden om er naar te luisteren. Dus met drie man sterk de luisterruimte in om de trouwe M8 te vervangen door de M2. Uiteraard ook de kap eraf, omdat we graag weten waar we naar luisteren. De eerste klanken waren zeker niet slecht. In de Audio Note level 0, 1 en 2 componenten zitten echter altijd nieuwe productie buizen, dat kan dus beter. De Philips 6X5 ECG gelijkrichter ging er uit en een Bendix JAN-CEA-5852 kwam hiervoor in de plaats. Nou moet ik hier even een opmerking maken omdat deze buis geen equivalent is voor een 6X5 aangezien deze een veel hogere stroom vraagt dan een 6x5. Wij wisten echter dat de voeding dit aan kon en daarom was dit geen probleem. Bij de eerste klanken viel de mond bij alle drie aanwezigen van verbazing open. Er ontstond enorm veel meer rust en ruimte in het beeld dan bij de Philips het geval was. Dit is precies zo’n voorbeeld van wat een buis van een paar tientjes kan doen. De Bendix JAN-CEA-5852 is overigens een buis die speciaal is ontwikkeld voor de ruimtevaart en deed (of doet nog steeds, Voyager etc) dienst als een betrouwbare gelijkrichter. De buis is waarschijnlijk naar de maan geweest (Apollo missies) en weer terug. Qua bouw en ontwerp zou je er ook een letterlijk een spijker mee in de muur kunnen slaan. Kortom een fantastische upgrade voor een 6X5 gelijkrichter ALS de voeding het aankan EN je ze kan vinden. Zeer schaars helaas. Ben ze in al die jaren slechts 1x tegengekomen op het Internet waar toch vaak de nodige exoten de revue passeren.


ECC83 / 12AX7

Dit is een buis die heel veel gebruikt wordt in buizenversterkers waaronder in mijn eigen Audio Innovations 500, waar er 2 dienst doen in de phonotrap en 1 als line driver. Met dit type buis heb ik heel veel geëxperimenteerd. In een doos hier thuis liggen wel 20 merken en equivalenten. Ik zal er dan ook een paar bespreken die in mijn oren wel of juist geen bijzondere kwaliteiten hebben.

General Electric 5751
Voordeel van deze buis is dat hij goed verkrijgbaar en betaalbaar is. Deze buis is zeer geschikt uw set een trapje hoger te laten presteren. Ondanks dat deze buis slechts 70% gain heeft t.o.v. een echte ECC83 kan hij in de meeste gevallen uitstekend worden toegepast. De buis heeft een warm karakter. Plaatsing en detaillering zijn prima in orde. Door de iets lagere gain krijgt men vaak een beter regelbereik van de potmeter als de buis als driver buis wordt toegepast.

Golden Dragon 12AX7A 
Toen buizen weer in de mode kwamen kregen de Golden Dragon buizen veel aandacht. Helaas bleken ze niet zo betrouwbaar en vele type’s bleken geen lang leven te hebben. Net als veel andere Chinese buizen (niet allemaal) bleken de meeste slechts brandhout. Een uitzondering daarop is de bovenstaande A versie. Qua klank een zeer fraaie buis, gedetailleerd en open, met een fraaie klankkleur.

Siemens ECC-83 
Een graag en veel geziene gast in vele versterkers. Prima buis met een ver doorlopend hoog, die afhankelijk van de set en smaak (in mijn oren) soms wat te klinisch & audiofiel kan klinken.

Raytheon 7025 
Erg mooie buis met een volle klank. Nadruk ligt op het middengebied zonder het hoog in de steek te laten. Ook het laag is dik in orde. Lange levensduur.

Telefunken ECC-83 Smooth Plate 
Mijn absolute favoriet, evenals die van vele anderen. Heeft als nadeel dat ze door hun reputatie als “de beste 83” erg duur zijn. Prijzen van 70 dollar voor een goed metende, maar gebruikte, buis komen vaak voor op b.v. Ebay. Qua klank bezit deze buis een fluweelzacht hoog met net dat beetje smoothness er in. (dit heeft overigens niks met de smooth plate te maken, er zijn namelijk 2 versies). Ook het middengebied en de detaillering zijn prachtig. Opvallend is de enorme rust en ruimtelijkheid in het beeld, die geen enkele andere buis schijnt te kunnen overtreffen. Ik heb er velen verkocht ten tijde van het Audiotorium, veelal met “niet goed, geld terug” garantie. Nooit meer één van teruggezien. De andere versie is de zogenaamde Ribbed plate die qua klank iets minder, maar zeker niet slecht is. Bovendien is de ribbed versie stukken goedkoper.

Electro Harmonics 12AX7 
Electro Harmonics schrijft op hun website, “Forget about telefunken”. Mede door de prijs van deze buisjes, die relatief laag is, was mijn interesse dan ook meer dan getrokken. Totaal 5 van deze buisjes gekocht in een aanbieding. Wat een teleurstelling was dat! Qua ruimte kan deze buis best mee (maar haalt bij lange na de Telefunken niet). Het algehele beeld wat ze echter op mij nalaten is er een van verveling. De zaak klinkt niet. Ik mis leven, bijna alsof je naar transistoren zit te luisteren. Ook het hoog is totaal anders dan de Telefunken en mist dat ongrijpbare wat de Telefunken, en bijvoorbeeld ook een Western Electic 300B (op een andere manier), wel heeft. Een kennis van me is er echter blij mee en ook op het Internet staan genoeg positieve reactie’s over dit buisje. Ik hou het er maar op dat het aan mij ligt.

Note: Meettechnisch waren de buisje (die nieuw waren) ook zeer slecht. Grote verschillen (soms meer dan 60%) tussen beide triode’s (kanten).



ECC88 en CV378

ECC88

Sovtek 6922 
Een veel gebruikte buis in allerlei buizen producten, van een Musical Fidelity X-10D tot aan dure versterkers. Toen ik deze buis leerde kennen vond ik hem overmatig warm en dof klinken. Maar als je goed luistert, zitten er wel degelijk kwaliteiten in en dat voor een heel zacht prijsje. Een warm en vol klankbeeld. Een vergelijk met de Philips JAN ECC88 ECG viel uit in het voordeel van de Sovtek. Buis bevatte veel meer leven dan de morsdood en zeer onrustig klinkende Philips JAN 6922 ECG.

Philips ECC88 
Dit is niet de ECG versie waarover hierboven gesproken is, maar betreft een echte NOS Philips medio jaren 60 met witte opdruk. (ECG versie is jaren 80 productie, veelal met groene of blauwe opdruk) Qua klank een van de mooiste 88’s die ik ken. Vele versies zijn er op de markt, waaronder E88CC goldpins of ECC88 miniwatt. Allemaal erg fraai met kleine verschillen onderling (niet noemenswaardig) Mooi vol klankbeeld met uitstekende detaillering en klankkleur zonder een moment naar scherpte te neigen.

Siemens ECC88 
Wat voor de Siemens ECC83 gold, geldt ook hier. Fraaie buis maar soms iets te fel of klinisch. Doet het vaak zeer goed in uitgangsstage van b.v. warm klinkende Cd-spelers of hybride versterkers. De E288CC versie (die fysiek ook wat groter is) is een van de mooiste die ik ken en is vergelijkbaar met de Philips ECC-88. Een Philips 88 klinkt over het algemeen net een fractie voller dan een Siemens 88. Mogelijk komt dit doordat het middengebied bij de Philips’en wat meer naar voren komt en bij de Siemens juist wat meer op de achtergrond blijft. Kwestie van smaak en de eigenschappen van het hifi systeem.

Amperex E88CC Bugle Boys 
Een voor kenners bekende buis uit de jaren 60. Zeer fraai qua klank en zit dicht tegen de Philips ECC88 aan. Heeft wellicht een tikkeltje meer warmte en een wat vettere afbeelding maar zeker niet te veel.

Mullard E88CC 
Ook weer zo’n berucht merk uit de jaren 50 en 60. Ik heb er een haatliefde verhouding mee. De Mullard E88CC’s (mijn paartje heeft een gele opdruk) zijn zeer microfonisch. Hier dient men dus rekening mee te houden. Veelal helpt een dempingsring om de buis voldoende om hem redelijk stil te krijgen. Deze buis (eigenlijk het merk) is ZEER muzikaal maar laat het op b.v. beeld opbouw en plaatsing weer volledig afweten, althans naar mijn mening. Menigeen is er echter zeer enthousiast over. Het laag van deze buisjes gaat zeer diep, stemmen zijn erg upfront en detaillering is prima. Qua ruimtelijkheid valt hij weer tegen, waardoor het geluid meer uit de speaker lijkt te komen i.p.v. tussen de luidsprekers in. Een buis die je eerst eens zou moeten beluisteren alvorens te kopen.


CV378 

Valve Electronic CV378 
In totaal heb ik vijf van deze gelijkrichter buizen. Twee daarvan hebben een Mullard Logo en drie dat van Valve Electronic. Qua bouw en klank zijn het echter exact dezelfde buizen. Wie in Nederland een Border Patrol voeding koopt krijgt deze buis er bij. Voorheen deed de fabriek in de UK dat ook maar deze is er doorheen en moet nu noodgedwongen de voedingen leveren met een andere gelijkrichter. De importeur van Border Patrol, de Jong Systems vervangt deze echter door deze fraaie buis, zo ook bij mijn Border Patrol. Om toch een indruk te krijgen van deze buis (die ook in de Audio Note Ongaku & Gaku-on word toegepast) heb ik deze vervangen door een Chatham 5R4wga gelijkrichter die toch ook een zekere reputatie heeft in buizenland. De 5R4WGA is een supersterke zeer zware JAN versie en ontworpen voor militaire zenders en ontvangers, dat kun je ook halen uit de specs. De 5R4 kan een aangeboden spanning van 2,8 Kv (kilo volt dus!) aan, kortom een soort (gelijkrichter) bom op pennetjes dus. Lang hoefde ik echter niet te luisteren. Met de CV378 vloeide de muziek meer en ontbrak het wat harde randje in het hoog. Tevens was er meer diepte en ruimte. Kortom het hele geheel klonk gewoon veel muzikaler dan met de Chatham knots, al klonk deze, in algemene zin, zeker ook niet slecht. Er zijn ergere gelijkrichters van dit type op de markt.


300B

Tot slot nog twee 300B buizen die bij velen zo populair zijn. Iedereen heeft wel van die vreselijk dure, maar oh zo mooie, Western Electric 300B buizen gehoord. In tegenstelling tot de voorgaande buizen zijn dit eindbuizen waartussen de verschillen kleiner zijn, maar zeker aanwezig. Daarnaast zijn deze buizen niet vergeleken in mijn eigen set maar op een set in het Auditorium, waarbij de mono eindversterkers de Audio Note Conquest’s waren die van twee eindbuizen per kanaal gebruik maken. Eveneens is er geluisterd met een Audio Note Kit One NL Signature (1 eindbuis per kanaal)

Western Electric 300B  Qua bouw zijn de WE’s maar een erg fragiele buis waarbij in dit geval de buisvoet zelfs ten opzichte van het glas kon bewegen (frictie). Ook het wel erg dunne glas van de tube envellope maakt hem erg kwetsbaar. Desalniettemin een verschrikkelijk mooie buis. Er zijn 300B’s met een voller en met name dieper laag maar de betovering die je meemaakt als je naar een WE 300B luistert vergeet je niet snel. Geen enkele andere 300B die ik gehoord heb (en dat zijn ze lang niet allemaal) bezit dat magische, dat verslavende en die klankkleur wat deze buis een WE maakt. Detail, ruimte, allemaal zeer fraai en zoals het hoort te zijn. Nadruk van de buis ligt in het middengebied en dat maakt dat de WE een licht warm karakter heeft. Neutraal wil ik hem dus niet noemen, maar die betovering, dat magische zorgt ervoor dat je dat snel vergeet en je uren naar muziek kan luisteren, zeker met bijvoorbeeld Jazz. Wat een uurtje luisteren had moeten zijn werd al gauw een hele middag. De WE heeft echter één heel groot nadeel. Ze zijn peperduur en bovendien slecht leverbaar. (op dit moment van plaatsing zijn ze weer leverbaar)

TJ 300B Mesh anode  Deze 300B heeft een Mesh anode. Dit betekend dat je door de buis heen kan kijken en de gloeidraden kunt zien gloeien als deze aanstaan. Of het qua klank wat uitmaakt weet ik niet, want de normale versie heb ik nooit kunnen beluisteren. In vergelijking met de Western Electric brengt de buis het er niet slecht vanaf. Laat duidelijk zijn dat dat speciale wat de WE heeft er niet was, maar daarentegen waren er weer dingen die de WE niet heeft. Een van die dingen is o.a. een wat dieper en strakker laag. Alle overige eigenschappen als ruimte en afbeelding kropen heel dicht tegen de WE aan. De TJ klinkt echter wat minder warm waardoor het beeld wat doortekender en frisser overkomt.



Een eventuele keuze tussen bovenstaande buizen vind ik zeer moeilijk te maken. Voor een paartje WE kun je ongeveer 3 paartjes van de TJ kopen en dat betekent dat je een heel fraaie buis hebt waar je bovendien jaren mee kan draaien. Ook de levensduur van de TJ is goed, dat hebben ze inmiddels wel bewezen. Het magische wat de WE bezit is in mijn ogen ook (veel) geld waard. Je kunt met deze buis uren betoverd zitten luisteren. Kortom een keuze is moeilijk en bovendien afhankelijk van de inhoud (of juist het gebrek daaraan) van de portemonnee. Als men het geld wel heeft, koop ze dan beide. Een paartje TJ’s op de totaalprijs van de Western Electric maakt dan ook niet zoveel meer uit en men heeft bovendien nog wat te kiezen ook.

Note : Er zijn inmiddels vele merken en versie’s 300B’s op de markt. Sommige versie’s beweren een hoger uitgangsvermogen. Let hierbij goed op de specificaties omdat deze veelal afwijken van een normale 300B. De instellingen van een 300B versterker dienen dus aangepast te worden ! In feite zijn deze buizen dus geen plug-in equivalenten. 
 
Zoals uit bovenstaande duidelijk mag zijn is het zeer de moeite waard om eens met buisjes te experimenteren. Sommige buisjes zijn duur, anderen kosten amper wat en ook die kunnen verschil uitmaken. Ga u eens raden op het Internet. Enkele links naar andere artikelen over tube rolling vindt u hieronder. Het Internet staat er vol mee.

Succes met experimenteren, maar onthoud één ding goed. Het gaat uiteindelijk om de muziek, niet om de buis of versterker.
Enjoy the Music !

 

Artikelen over tube rolling:
http://www.positive-feedback.com/Issue15/845.htm
http://www.pmillett.addr.com/Wheatfield/rolling.pdf
http://www.6moons.com/audioreviews/tuberolling/tuberolling.html
http://www.enjoythemusic.com/magazine/equipment/1201/300b


Hobbyisten:
www.machmat.com (Matthijs de Vries)
www.triodedick.com (Triode Dick)