THX


Patrick van den Bergh | 31 maart 2005

"Zoals de maker het bedoelt heeft". Meerkanaalsenthousiasten, en dan specifiek de filmliefhebbers, nemen deze kreet maar wat al te graag in de mond. Anders dan bij de tweekanaalsliefhebbers, die vrijelijk discussiëren over bijvoorbeeld een bepaalde klankkleur van een component en of deze nu wel of niet gewenst is, is het de originele intentie die het ‘m doet voor de film- en meerkanaalsliefhebber.

Waar de tweekanaalsliefhebber zich ‘enkel’ hoeft te bekommeren over de audioweergave van hun audioset, ontkomt de filmliefhebber niet aan het visuele aspect. Gelukkig voor hen zijn er echter op dit gebied voldoende professionele afspraken gemaakt om de ware intentie van de maker ook daadwerkelijk in de bioscoop, huis- of Home Theaterkamer te reproduceren. Door de "Image Science Foundation" (ISF) bijvoorbeeld, met hun adviezen naar zowel de zakelijke alsook producerende en huiselijke markt, wordt er een eenduidige standaard neergezet die het mogelijk maakt om de condities van begin (de opname) tot het eind (de weergave) gelijk te houden en daarmee de oorspronkelijke intentie te waarborgen. Maar in de audiowereld is een dergelijk iets nog onbekend, niks geen afspraken over de monitor positionering in de dubbing stage, geen afspraken over frequentiebereik van de monitors, geen afspraken over ruisvloer van de opname, de maximale of minimale dynamiek en ga zo maar door. Al met al is het haast verwonderlijk dat de enthousiast thuis überhaupt nog een goed resultaat weet te behalen met deze potpourri aan verschillende condities. De stereoliefhebber heeft het misschien al lang en breed geaccepteerd en wellicht dat persoonlijke voorkeuren voor een bepaald klankkarakter of weergave-aspecten het leed, of beter gezegd, het gemis aan een duidelijke en eenduidige standaard, ruimschoots compenseert. Maar wanneer iemand het nobele "Zoals de maker het bedoelt heeft" nastreeft dan is er nog maar weinig ruimte voor persoonlijke interpretatie en worden afspraken belangrijk.


1983, het jaar waarin de Jedi terugkeert en THX introduceert.


Lang voordat de NARAS zijn nobele aanbeveling deed voor wat betreft de richtlijnen voor surround sound productie, was er in 1980 al een individu die vond dat het maar bedroefd gesteld was met de bioscoopcondities. De makers van een film deden zeer veel moeite om beeld en geluid optimaal te krijgen maar niets van dit alles kwam uiteindelijk tevoorschijn tijdens de vertoning in de bioscoopzaal, wat uiteindelijk dus resulteerde in het gegeven dat het publiek nooit ‘The Ultimate Experience’ voorgeschoteld kreeg zoals de makers dat graag hadden gewild en eigenlijk ook hadden bedoeld.

Het beeld in de verschillende zalen was niet consistent, het geluid was vaak erg slecht voor wat betreft de weergavekwaliteit, laat staan de op- en afstelling van de luidsprekers, de beeldgrootte varieerde enorm per zaal, akoestische aanpassingen of geluidsisolatie was nauwelijks een begrip waardoor het publiek in de ene zaal vaak het geweld uit een andere zaal kon waarnemen en ga zo maar door. Het was duidelijk voor deze persoon dat hierin verandering moest komen wilde men ‘The Ultimate Experience’ überhaupt realiseren, laat staan naar een hoger platform brengen. Het publiek moest krijgen waarvoor men betaalde, en de maker moest er zeker van kunnen zijn dat zijn artistieke intenties ook daadwerkelijk tot het publiek kon reiken. Deze persoon luistert naar de naam George Lucas en zijn weg naar ‘The Ultimate Experience’ kreeg de naam ‘THX’.

Ergens in de jaren 70 van vorige eeuw werd audioloog Tomlinson Holman door George Lucas gecontracteerd om een serie onderzoeken te doen op de Skywalker Ranche van ‘Lucasfilm’. Zijn onderzoek richtte zich voornamelijk op film en geluid, en in het bijzonder op de bioscoopzaal. Met de uitkomsten kon een ‘control room’ ontworpen worden die aan de basis zou gaan staan voor het uiteindelijke resultaat, namelijk een omgeving waarin het publiek hetzelfde te horen zou krijgen als de editor in de ‘control room’ tijdens de productie. Een audio cross-over technologie voor de bioscoop was een van de eerste zaken welke door Tomlinson Holman onder de loep werd genomen en ontwikkelt. Dit proces werd binnenshuis het Tomlinson Holman’s eXperiment genoemd, en toen een ‘executive’ van ‘Lucasfilm’ eenmaal de relatie tussen deze initialen en George Lucas’s zijn eerste film, ‘THX 1138’ zag, was de benaming ‘THX’ voor het bedrijf een feit. In 1983 kon het grote publiek voor het eerst kennis maken met THX, namelijk tijdens de première van het zesde deel uit de saga "Star Wars", ‘Return of the Jedi’ en geschiedenis werd geschreven.


The early days…

Tijdens het onderzoek van Tomlinson Holman zijn een aantal tekortkomingen naar voren gekomen die vrijwel standaard in elke bioscoop aanwezig waren en een belemmering vormden voor de totale beleving van de film.

Externe geluiden Interne geluiden Vervorming in de weergave Belemmering van zicht en/of ontoereikende kijkhoek Te lange reverb van de zaal Brightness level onvoldoende Audioweergave van algemeen slechte aard

Iedereen zal het wel een keer hebben meegemaakt: Men zit, samen met de partner, te genieten van een heerlijk luchtige film en opeens rennen de dinosauriërs rechtstreeks vanuit ‘Jurassic Park’ uit de andere zaal zo bij u naar binnen. Het mag duidelijk zijn dat dergelijke storende bijgeluiden iemand totaal uit de beleving kan trekken en dus voorkomen dienen te worden. Maar niet alleen geluiden uit een andere zaal of de lobby van de bioscoop kunnen de zaal binnen dringen en als storende factor gaan opereren. Ook geluiden in de zaal zelf, zoals de projector of het luchtcirculatiesysteem kunnen als zeer hinderlijk worden ervaren indien te nadrukkelijk aanwezig....wellicht bij een spectaculaire film niet direct het grootste probleem maar denk je eens in wat een hinderlijke "buzzzzz" op de achtergrond kan doen op moment dat je in een doodstille, spannende film verzeilt bent geraakt.

Om aan dit ongenoegen een einde te maken heeft ‘THX’ een aantal criteria opgesteld waaraan voldaan moet worden. De wandconstructie dient een isolerende, STC waarde te hebben van minstens 75dB, de ruisvloer in de ruimte zelf mag niet hoger zijn dan 30dB per specifieke octaafband.

De geluidsweergave

Op het gebied van de geluidsweergave maakt ‘THX’ onderscheid in twee ketens: de ‘A-chain’ en de ‘B-chain’. De ‘A-chain’ behelst de componenten die de geluidstracks zoals Dolby Digital, DTS of bijvoorbeeld SDDS decoderen, alsook additionele componenten ten behoeve van ruisonderdrukking zoals Dolby A en Dolby SR.

De ‘B-chain’ is de rest van de verzameling componenten die nodig zijn om het geluid ten gehore te brengen. Van de THX cross-over tot en met de luidsprekers en alles wat er zich tussenin bevindt. Een slechte ‘B-chain’ kan een optimale ‘A-chain’ alsnog volledig om zeep helpen en hierdoor heeft men bij ‘THX’ een aantal technische criteria opgesteld waaraan de ‘B-chain’ minimaal moet voldoen. Een lijst met THX-aproved componenten is op de website van ‘THX’ te bekijken, en deze moet, naast de THX cross-over, garant staan voor een optimale ‘B-chain’.



De THX cross-over is een component welke de bioscoopeigenaar niet koopt maar moet leasen op het moment dat er een THX-certificeringsovereenkomst wordt afgesloten. Deze cross-over is een van de kernpunten van een THX-systeem en is ontworpen door Tomlinson Holman na zijn onderzoek naar geluidsreproductie in verschillende bioscoopzalen. De grote mate aan laagfrequent geluid bleek in zeer veel gevallen een stressfactor te zijn voor de aanwezige apparatuur en ruimte. Luidsprekers kenden een te hoge vervorming, de versterkers raakte buiten adem wanneer ze de luidsprekers "full range" dienden aan te sturen, de zaal kon vol lopen met laag resulterende in een stevige verkleuring van het laaggebied, kortom allemaal zaken die hun nadelig effect op de uiteindelijke weergave hadden. Door de onderste octaven te scheiden van de rest van het frequentiegebied ontlaste men zowel de luidsprekers alsook de versterkers en de zaalakoestiek op een behoorlijke wijze. Met een 24dB per octaaf high-pass en low-pass filters stuurt de cross-over het laag onder de 80Hz kantelfrequentie naar subwoofers en zorgt ervoor dat de tonen boven deze kantelfrequentie in de overige luidsprekers terecht komt.

De reverb-tijd, oftewel de tijd die nodig is om een bepaalde frequentie van 60dBspl te doen laten uitsterven, hangt sterk af van het volume van de ruimte en er bestaat dan ook geen eenduidig getal welke als referentie-reverb voor ‘THX’ aangenomen kan worden. Afhankelijk van het volume en frequentie kent ‘THX’ een reverb van pakweg 0,5 tot maximaal 2 seconde.

Het is bij elke Home Theater enthousiasteling bekend maar de grote van het scherm hangt sterk samen met de kijkafstand, beide resulteren in een optimale horizontale kijkhoek welke ervoor zorgt dat het beeld omvattend is maar niet vermoeiend. Het publiek mag tijdens de film in ieder geval niet het gevoel hebben een tenniswedstrijd te bekijken waarbij de nekspieren flink belast worden. Maar het beeld mag absoluut ook niet te klein zijn waardoor het allesomvattende karakter of de kleinere details in het beeld simpelweg verloren gaan. Er zijn diverse verhoudingen of formule’s waarmee een ideale, horizontale kijkhoek berekend kan worden, elke Home Theater liefhebber kun je er ’s nachts voor wakker maken om ze op te noemen. Waar als algemene regel een kijkafstand van 2 a 3 maal de breedte van het beeld wordt aangehouden is een horizontale kijkhoek van 30 graden ideaal volgens de ‘Society of Motion Picture and Televison Engineers (SMPTE)’. Bij ‘THX’ benaderen ze het gegeven ietwat anders en gaan ze altijd uit van een vast schermformaat (zoals je weet kunnen de aspect ratio’s per film behoorlijk variëren) en wel het Cinemascope formaat (aspect ratio van 2.35:1). Volgens de formule "2x (0.5xschermbreedte/afstand scherm tot meest verwijderde stoel)" komt men tot de aanbeveling dat de ideale, horizontale kijkhoek 36 graden moet zijn, de minimale kijkhoek is vastgesteld op 26 graden volgens de THX norm. Voor wat betreft de verticale kijkhoek hanteert ‘THX’ dezelfde aanbeveling als de ‘SMPTE’ die simpelweg stelt dat vanaf een verticale kijkhoek van 35 graden het kijken onplezierig begint te worden.

Maar ‘THX’ stelt zeker nog meer aanbevelingen op het gebied van projectie. Zo moet geluid uit de projectieruimte tot een absoluut minimum gehouden worden om het publiek niet af te leiden.

Men adviseert om dubbel glas te gebruiken waardoor de projector haar beeld op het doek werpt. Dit glas dient onder een bepaalde hoek te staan, gemeten loodrecht op de projectorlens (‘THX’ doet de aanbeveling van 7 graden) om te voorkomen dat het geprojecteerde beeld terug kan reflecteren in de projectorlens. Wanneer men gaat projecteren dan is, wanneer men geen correcties kan uitvoeren, een juiste projectiehoek belangrijk om vervorming van het geprojecteerde beeld te voorkomen. Voor het verkrijgen van een THX certificaat betekend dit dat beeldvervorming ten gevolge van een verticale en/of horizontale projectiehoek maximaal 5% mag zijn, geheel volgens de aanbeveling van de ‘SMPTE’. De aanbeveling van ‘THX’ is om de beeldvervorming niet meer dan 3% te laten zijn, wat er praktisch op neer komt dat in een ideale situatie het centrum van de projectorlens op een lijn ligt met het centrum van het scherm.

Wanneer een bioscoopketen besluit om voor een THX certificatie te gaan dan komen zij terecht in een maalstroom van evaluaties en condities waaraan voldaan dient te worden alvorens het ‘THX certified’ logo vol trots aan de ingang van de zaal of in de lobby mag prijken. Na het sluiten van de overeenkomst en het leasecontract voor de THX cross-over apparatuur volgt een periode van het in kaart brengen welke zaken allemaal aangepakt moet gaan worden om aan de condities te voldoen. Een zorgvuldige planning van de zaal, de akoestiek en isolerende constructie, de zaalindeling voor wat betreft zitplaatsen, het luchtventilatiesysteem, de projectorruimte, de apparatuur voor de geluidsweergave, het scherm, het masking-systeem (een systeem dat het lichte doek variabel kan maskeren afhankelijk van de aspect ratio om zodoende hinderlijke reflecties te verminderen en de waarneembare contrastratio te verhogen) tot en met de lobby, parkeermogelijkheden aan toe (deze laatste zijn uiteraard niet van doorslaggevend voor het THX certificaat). Samen met de bioscoopeigenaar, de architect, de akoestische specialist en het team van THX wordt er gekeken naar de mogelijkheden en aanpassingen om de bestaande of nog te realiseren zaal om te toveren tot een TH zaal waarin zaal, beeld en geluid geheel ten dienste staan van de film en de beleving van het publiek. Zodoende wordt er een situatie gecreëerd die vergelijkbaar is met de dubbing stage waar de film bewerking is genomen en wordt de reproductie van de originele intenties tot een maximum vergroot, althans zo is de bedoeling.

THX, van bioscoop tot Home Theater

Wanneer is Home Theater nu eigenlijk echt begonnen? Sommigen vinden dat de wereld van Home Theater als startte vroeg 1970 toen de eerste videospelers en videorecorders de markt begonnen binnen te dringen. De komst van de videospeler was eigenlijk de eerste, echte mogelijkheid voor de consument om in huiselijke kringen de films uit Hollywood of andere delen van de wereld te kunnen bekijken. Anderen vinden dat echt Home Theater zijn oorsprong heeft toen eenmaal de stereovideorecorders op de markt begon te komen in de tweede helft van de jaren ’70 van vorige eeuw. De stereovideorecorder kon worden aangesloten op de aanwezige stereo installatie en zodoende kon men niet alleen het beeld maar ook een flink stuk beter van het filmgeluid genieten. En dan zijn er weer anderen die menen dat ‘The Ultimate Experience’ van een film pas kan worden beleeft op moment dat je ook de volledige potentie in huis haalt, de intrede van surround sound in de huiskamer is voor hen eigenlijk de enige oorsprong van Home Theater. Welk punt we in de geschiedenis ook nemen is eigenlijk niet echt relevant voor dit artikel, het gegeven dat George Lucus de groeiende markt van de thuisbioscoop als positieve aanleiding zag om de diensten van ‘THX’ uit te breiden wel!

Een bioscoopzaal is geen Home Theater en omgekeerd kan men natuurlijk hetzelfde zeggen, alleen het verschil in volume tussen beide ruimtes is al significant. Om het surroundgeluid, dat speciaal voor films met een groot auditorium in gedachte was ontworpen, te vertalen naar een huiselijke omgeving dient er, volgens ‘THX’, een tweetal belangrijke aandachtspunten te worden bekeken. Hoorbare tonale en ruimtelijke ‘fouten’ dienen gecorrigeerd te worden en de complexiteit van surroundgeluid dient eenvoudig te worden gemaakt voor de thuisgebruiker om een correcte weergave te waarborgen.

Het werd al eerder aangehaald, een bioscoopzaal is geen Home Theater en omgekeerd. In veel gevallen, vooral daar waar geen akoestische aanpassingen gedaan zijn, zal een typische thuisbioscoop een hogere reverb kennen waardoor ook hoge tonen een langere tijd nodig hebben om uit te sterven. Veel commerciële luidsprekers zijn, in vergelijking met de typische bioscoopluidsprekers, klinken sprankelend in de hoogweergave of kennen in ieder geval meer hoogfrequente energie. Dit soort factoren maakt dat een surroundtrack feller van karakter kan zijn dan bedoelt, simpelweg omdat tijdens de eindmix van de surroundtrack niet altijd rekening wordt gehouden met de thuissituatie, enkel de bioscoopzaal. Van oudsher kent de filmwereld al een aantal curven, zoals de ‘Academy Curve’ uit 1938 en de ‘X-curve’ ergens uit de jaren 70 van vorige eeuw. De ‘Academy Curve’ kende een sterke roll-off in zowel het hoog alsook het laag en was vooral ontwikkeld omwille de vaak belabberde kwaliteit van de weergave systemen in de bioscoopzalen destijds. Met het verstrijken van de jaren werd de kwaliteit van de ‘playback-chain’ ook beter en beter, een aangepaste variant op de ‘Academy Curve’ was dan ook gewenst. Deze invulling werd gebracht door ‘Dolby Laboratories’, die met hun curve een vlakke respons genereerde tot zo’n 2KHz waarna een roll-off van 3dB per octaaf plaats vind. Echter, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de ‘Academy Curve’, werd er ook gekeken naar het volume van de zaal waarin een bepaalde surroundtrack werd gespeelt. De inhoud van de zaal staat in relatie tot de reverb-tijd en daarmee ook de aanpassing welke men geeft aan de surroundtrack. Kleinere zalen kenden een andere roll-off vanaf 2KHz dan grote zalen. Alhoewel ‘THX’ de ‘X-curve’ als referentie heeft genomen, kan niet worden gezegd dat beide ook gelijk aan elkaar zijn of dat de Re-EQ functie van ‘THX’ in het leven is geroepen om die typische ‘Academy Curve’ "kwalen" op te lossen. Een serie filters die, na het decoderen van een Dolby Prologic, Dolby PrologicII, AC-3 of DTS surroundtrack, worden toegepast zijn er vooral om die typische, klankmatige verschillen tussen zaal en luidsprekers te reduceren.

Naast de Re-EQ functie zijn er nog een aantal features die worden geïmplementeerd bij een THX gecertificeerde AV-receiver, AV-versterker of meerkanaals voorversterker. ‘Timbre matching’ is er op gericht om een zo’n vloeiend als mogelijk "panning" te verkrijgen tussen de front luidsprekers en de surrounds. Waar in een bioscoopzaal er meerdere surround luidsprekers aanwezig zijn, is het surroundveld in de thuissituatie veelal beperkt van 2 tot 4 surround luidsprekers welke, in het geval van een THX opstelling met zijn typische dipoles, ook nog eens verschillend zijn. Een serie filters moet ervoor waken dat het tonale karakter tussen de frontstage en het surroundveld nagenoeg gelijk blijft en ‘fouten’ in een "panning" tot een minimum houdt. ‘Adaptive Decorrelation’ brengt, door een lichte verschuiving in tijd en fase, een ruimtelijk beeld in het surroundveld om een simulering van het bioscoopeffect, met zijn breed gamma aan surround luidsprekers, te bewerkstelligen. Met de ‘Boundary Gain Compensation’ kan men de gain van de subwoofer-output aanpassen om het beukende karakter, van een sub die te dicht in een hoek geplaatst is, af te zwakken en zodoende het bekende ‘booming’ wat terug te dringen. In tegenstelling tot een parametische EQ die men tegenwoordig steeds vaker tegenkomt, is de ‘Boundary Gain Compensation’ slechts beperkt tot een 55Hz High Pass filter. Waar tegenwoordig steeds meer een variabele cross-over kan worden gekozen in het bass-management menu van de AV-versterker, AV-receiver en surround voorversterker is er bij ‘THX’ nog altijd sprake van een vaste waarde, de 80Hz met een roll-off van 24dB per octaaf. ‘THX’ blijft hardnekkig vast houden aan deze waarde, ondanks dat een andere cross-over in bepaalde situaties absoluut de voorkeur kan genieten.

Afhankelijk van de THX certificering is de ‘THX Cinema Surround Mode’ en ‘THX Music Mode’ een 5.1 of 7.1 surroundweergave. De certificering die men toe past bestaat uit twee delen, een Ultra certificering en een Select certificering. Alhoewel de naam anders doet vermoeden heeft het geen betrekking op de kwalitatieve eigenschappen want die zijn bij beide certificeringen nagenoeg gelijk. Met nadruk wordt het woord "nagenoeg" vermeldt want een Ultra certificering kent weldegelijk andere eisen aan de kwalitatieve eigenschappen van bijvoorbeeld een AV-verterker dan de Select certificering. De oorzaak in dit verschil ligt hem echter de volume van de Home Theater, en niet de kwalitatieve weergave als zodanig. Apparatuur met een THX Select certificatie zijn bedoeld om zonder problemen op referentieniveau (85dBspl) te kunnen spelen in kamers van zo’n 55 kubieke meter terwijl het THX Ultra certificaat speciaal is voor apparatuur die het referentievolume zonder problemen in kamers van 85 kubieke meter of groter, moeten behalen. De grootte van het volume en het zonder problemen behalen van het referentieniveau stelt dus duidelijk andere eisen aan bijvoorbeeld het versterkingsgedeelte van een AV-versterker dan wanneer de Home Theater beduidend kleiner zou zijn. Alhoewel een zwaardere eindversterker absoluut zijn kwalitatieve meerwaarde kan hebben in de weergave, ook in kleinere kamers, is het THX certificaat er dus niet op gericht om op dit punt enige uitspraak te doen. Enkel het technisch vereiste is waar het om draait en waarop gekeurd wordt. Momenteel bestaat de certificering van ‘THX’ uit Select2 en Ultra2. Select2 is sinds de CES 2005 geïntroduceerd en voorziet het oudere Select certificaat van een Surround EX decoder waardoor er dadelijk geen 5.1 TH gecertificeerde AV-versterkers, AV-receivers of surround voorversterkers meer op de markt zullen zijn. Het ‘oude’ Select certificering had een 7.1 playback nog niet als vereiste.

THX at home

Anders dan bij het 4G-principe waarin voor een surroundopstelling gekozen wordt voor identieke luidsprekers rondom, onafhankelijk of de content nu muziekweergave of films betreft, gaat men bij ‘THX’ helaas nog altijd uit van een niet-identieke opstelling. Zelfs voor muziek en filmweergave hanteren ze andere aanbevelingen wat het voor de consument uiteindelijk niet gemakkelijker maakt.

De aanbeveling voor verschillende types luidsprekers in een surroundopstelling volgens de THX methode stamt nog uit het Prologic-tijdperk toen het surroundkanaal zowel mono alsook beperkt in bandbreedte was. In een bioscoopzaal is de afstand tussen de luisteraar en de luidspreker veelal een stuk groter als in een huissituatie, ook zijn er in een bioscoopzaal meerdere surround luidsprekers te vinden aan zowel de zijkanten alsook de achterkant van de zaal. In een thuissituatie veelal een onmogelijke situatie om een dergelijke batterij aan surround luidsprekers te plaatsen, en aangezien het surroundkanaal totaal niet geschikt was voor een "direct-straler" heeft men bij ‘THX’ gesteld dat er dipolaire luidsprekers nodig waren om de tekortkomingen van het surroundkanaal, en eenzelfde ruimtelijkheid als in de bioscoopzaal, thuis te verkrijgen. Anders dan bij een bipolaire luidspreker staan bij een dipolaire luidspreker de twee driver-sets uit fase, resulterend in een nullijn op de 90 graden axis-lijn van de luidspreker. Deze niervormige afstraling maakte de dipolaire luidspreker uitermate geschikt om een diffuus, ruimtelijk surroundveld neer te zetten zonder de kans op een duidelijke "pin-point" van waar het geluid nu vandaan kwam. Gezien de beperkte mogelijkheden van de oudere surroundformaten een handige middel om bepaalde tekortkomingen te maskeren maar met de huidige surroundformaten zoals Dolby Digital of DTS totaal niet meer bruikbaar. Of men moet ontzettend dicht op de surround luidsprekers zitten, in een thuissituatie, welke men niet kan veranderen. Het grote nadeel van een dipolaire luidspreker is dat men als luisteraar precies op de nullijn moet gaan zitten om het omringende effect te kunnen horen, wijkt men eenmaal af dan luistert men meer naar de driver-set en is het effect weg. De bipolaire luidspreker maakt geen gebruik van tegenfase waardoor deze ook op de nullijn een bepaalde ‘output’ kent. Een bipolaire luidspreker maakt meer efficiënt gebruik van de akoestiek, middels reflecties, om een bepaalde ruimtelijkheid te bewerkstelligen. Het grote nadeel hierbij is echter weer dat men een bepaalde symmetrie in de akoestiek dient aan te brengen, of in ieder geval enige akoestische kennis moet bezitten, om de volledige potentie van de bipolaire surround luidspreker te benutten.

‘THX’ hanteert een aantal verschillende adviezen wanneer het om de opstelling gaat. Afhankelijk van de kamer, de opstelling en de content welke gespeelt wordt, kent men een drietal basisopstellingen voor hun Ultra2 certificatie. Aangezien het Select certificaat inmiddels is vervangen door het Select2-certificaat en daarmee ook de "Select range" per definitie tot een 7.1 opstelling wordt berekend, beperk ik mij hier tot hun aanbevelingen voor het Ultra2/Select2-certificaat.

In grotere ruimtes waarin voornamelijk film als hoofdbron geld plaatst men volgens de THX aanbeveling een 4-tal dipolaire luidsprekers in het surroundveld. De side-surround luidsprekers worden ter hoogte van de luisteraar geplaatst om integratie met de nullijn te waarborgen. De back-surround luidsprekers worden op redelijke afstand van elkaar geplaatst, waarbij gelet moet worden dat geen enkele luisteraar direct on-axis met een van de dipolaire luidsprekers zit. Middels de "THX Cinema Surround Mode" worden 5.1 bronnen automatisch omgetoverd tot een 7.1 weergave.

Wanneer de consument niet in staat is om de back-surround luidsprekers op een bepaalde afstand van elkaar te zetten, maar juist gedwongen is om ze dicht tegen elkaar aan te plaatsen. Of waarin de consument 1 opstelling wil hebben voor zowel muziekweergave alsook filmweergave wordt een opstelling geadviseerd welke bestaat uit 2 side-surround dipolaire luidsprekers en twee direct-stralers als back-surround luidsprekers. Middels de ‘ASA (Advanced Speaker Array) technologie’ brengt men een meer ruimtelijk effect aan het mono bacck-surround kanaal. Deze ‘spacializing’ is nodig daar de twee luidsprekers dicht tegen elkaar worden geplaatst en hierdoor een weinig ruimtelijk beeld kunnen creëren en zonder het timbre te verliezen. Wanneer een film in ‘THX Cinema Surround Mode’ wordt gespeelt dan is de overall balans tussen de verschillende luidsprekers zoals het ook op de bron aanwezig is. Speelt men muziek via ‘THX Music Mode’ dan wordt er voor het surroundveld de nadruk gelegd op de back-surround luidsprekers om zodoende de ITU aanbeveling voor een 5.1 luidsprekeropstelling te benaderen. Dit vanwege het gegeven dat meerkanaals muziek tot op heden nog altijd in 5.1 wordt opgenomen en weergegeven.

Speelt men hoofdzakelijk muziek of films in 5.1 weergave op de set dan kan men de twee direct-stralers, die men hierboven nog vlak tegen elkaar plaatste, verder uit elkaar zetten (men dient dit dan ook aan te geven in de ASA-instellingen van de AV-versterker, AV-receiver of surround voorversterker), totdat een 120-150 graden opstelling wordt gerealiseerd. Indien men muziek of een film in een 5.1 surroundformaat laat weergeven dan hoeft men slechts de dipolaire side-surround luidsprekers uit te schakelen. Op moment dat een Surround EX formaat wordt beluisterd dient men uiteraard de dipolaire side-luidsprekers weer aan te zetten, indien dit niet al mogelijk is via presets in de AV-versterker.


THX is geen surroundformaat!


Alhoewel hierboven al meerdere malen is gesproken over ‘THX Surround EX’ of ‘THX Cinema Surround Mode’ dient het nogmaals gezegd te worden dat ‘THX’ niets van doen heeft met surroundformaten zoals Dolby Digital of DTS dat wel zijn. Uit het artikel is hopelijk duidelijk gebleken dat ‘THX’ zich richt op de totale keten, van opname tot weergave en alles ertussen in, zowel in de bioscoop maar ook bij u thuis. Om te garanderen dat hardware maar ook software op een bepaald niveau wordt geproduceerd of ontwikkeld kan een fabrikant besluiten om haar DVD-speler, AV-versterker tot zelfs bekabeling (voornamelijk een bepaalde bandbreedte en kleurcodering) te laten certificeren door ‘THX’. Hier hangt natuurlijk een prijskaartje aan welke uiteindelijk ook weer aan de consument doorberekend zal worden. Was ‘THX’ in de beginjaren wellicht een mythe door hun inzet en overtuiging om een bepaalde standaard neer te zetten, tegenwoordig verteld het haast niets meer dan dat een bepaald product aan bepaalde technische eisen voldoet. Eisen die verder niets zeggen over de kwalitatieve weergave van het product. Een THX gecertificeerde surround voorversterker, of ‘controller’ zoals men ze vaker noemt, zal zeker niet per definitie beter presteren dan een niet THX gecertificeerde controller. Hetzelfde geldt uiteraard voor de luidsprekers, de bekabeling, de DVD-speler en ga zo maar door want haast elk product welke iets te maken heeft met surround in haar algemeenheid is THX certificeerbaar. Men neemt het tegenwoordig dusdanig breed op dat zelfs luidsprekers voor PC’s, car-audio of gaming consoles en de gaming-software zelf een THX certificaat kan behalen. ‘THX’ als certificaat heeft naar mijn idee geen absolute meerwaarde meer, of het zelfs ooit een absolute meerwaarde gehad heeft valt sterk te betwijfelen gezien de vele, uitstekende audiofabrikanten die nooit een THX keuring hebben laten doen op hun apparatuur.Maar als concept kan ‘THX’ absoluut iets betekenen, men dient dan wel voor een volwaardige THX opstelling te gaan en niet slechts enkel een THX gecertificeerde AV-versterker zonder de rest. En kon men eerst alleen als bioscoop een ‘THX certified’ plakkaat aan de deur hangen, binnen niet al te lange tijd zal dit ook voor de eindgebruiker thuis mogelijk zijn.