Bristol Sound & Vision 2006


René van Es | 09 maart 2006

Het vliegveld van Bristol was gehuld in een natte, druilerige sneeuwbui toen Easy Jet ons zacht schommelend aan de grond zette. Bristol Airport is niet voorzien van de luxe slurven die Schiphol heeft en daarom haastte iedereen zich naar binnen naar de kofferband, om vervolgens kleumend op de bus naar het centrum van Bristol te wachten. Gelukkig maar dat de Sound & Vision show de moeite van het bezoeken en het natte pak waard bleek.

Het was in het Marriott een gezellige drukte, die zich geheel volgens Engelse traditie in de middag concentreerde in de bar, waar menige pint achterover geslagen werd. Terwijl uw verslaggever zich nog van kamer naar kamer begaf om de nieuwe ontwikkelingen te zoeken en de neusjes van de zalm te vangen.

Trouw aan mijn eigen bezoekmethode, boven beginnen en afzakken naar beneden, begint de vrijdag in een ruimte van Naim Audio waar een set staat te spelen die direct een glimlach op het gezicht tovert. Een CDX2, een NAC202 voorversterker met PSC digitale voeding, een NAP200 en een set Allea’s maken snelle, diepe en zuivere muziek. Drums knallen, er klinkt een snoeiharde gitaar en het volume moet de hele gang zo ongeveer wakker schudden. In de tweede Naim kamer staan een paar mastodonten.

Een Naim DBL zie je niet elke dag. Ze winnen het in geluiddruk van de Allea’s. De kamer is een maatje te klein voor dit formaat kast en ik moet zeggen dat de Allea beter bevalt in deze omgeving. Naim komen we andere verdiepingen ook tegen, waar de CD555 wordt getoond en het n-Vi DVD/CD home entertainment center. Vooral de n-Vi heeft veel aandacht van de bezoekers. Standaard heeft de n-Vi Dolby en DTS processing aan boord. DVI aansluiting. Levert 5 x 50 Watt aan 8 Ohm via klasse T digitale versterkers.

Sim2 toont op de 10e verdieping naast elkaar twee projectors. De Grand Cinema HT3000 1080p DLP en de 720p C3X. De single chip projector is rechtstreeks te vergelijken met het 3-chip top model door van kamer naar kamer te lopen. Jammer dat niet in beide kamers dezelfde film wordt gedraaid, toch is te eenvoudig zien dat de verschillen best groot zijn. Beide projectors bieden geweldige kleuren gepaard aan een heel hoge resolutie. Diep zwart met een hoge lichtopbrengst.

Zoals velen op de show laat Spendor zich beluisteren op een Naim set. Dit jaar slechts één luidspreker in de demoruimte, de S8E, die zich voor surround laat combineren met bijvoorbeeld een S5E, SR5 en C9E. Zoals gebruikelijk bij Spendor wordt de demo gegeven op een normaal geluidniveau en blinken stemmen in zuiverheid uit.

Buurman Rega stelde de nieuwe Apollo CD speler op en combineerde die met een Brio versterker en R3 luidsprekers. Samen een set vormend onder de 1300 pond. Het geheel levert een vreemd beeld op. Bekkens die zich net boven de grond bevinden terwijl stemmen juist het plafond van de kamer zoeken. Misschien moet Rega te rade gaan bij hun distributeur Joenit die een dergelijke kleine set altijd de sterren van de hemel laat spelen. Voor het eerst is er geen enkele draaitafel in de Rega kamer te vinden. Is het digitale tijdperk nu echt ingetreden?

In Nederland worden we door B&W altijd verrast met een geweldige demonstratie van diverse modellen. In Bristol koos men voor een heel simpele opstelling van het Mini-Theatre MT-30. Bestaande uit vijf M1 satellieten en de ronde PV1 subwoofer. Aardig maar het viel in het niet ten opzichte van wat de concurrentie toonde. Vremd dat er op de gehele show verder geen B&W te vinden bleek.

Groots aanwezig was dit jaar Vienna Acoustics. Maar liefst vier ruimtes kreeg Sumiko USA ter beschikking. Twee waar geluisterd kon worden, twee waar informatie werd gegeven. Indrukwekkend, in uiterlijk en prestatie, zijn de Vienna Beethoven Concert Grand luidsprekers. Een drie-weg systeem met drie 7” woofers. De Beethoven zag kans een compleet orkest in de kleine kamer te persen. Zeker met hulp van twee forse subs. Is dat te groot voor u dan biedt Vienna een aflopende lijn tot aan de Haydn Grand, een bescheiden twee-weg monitor.

Het viel op dat in elke Vienna ruimte REL subwoofers aanwezig waren. Navraag leerde dat de oprichter van REL, Richard Lord, met pensioen is en zijn bedrijf heeft verkocht aan Sumiko USA. Je mag rustig stellen dat onder de nieuwe directie het roer aardig is omgegooid. Zo is de Q-reeks gestopt en is er een R-Range (205,305 en 505 van 200, 300 en 500 Watt ) die met zijn glimmende uiterlijk niets meer weg heeft van de soms saaie Engelse kasten van Richard. Gebleven zijn de vele aansluitmogelijkheden en de unieke wijze waarop een REL aan de bestaande speakers kan worden aangepast.



Voor ons onbekend is Leema Acoustics die met kleine monitors een heel volwassen geluid wist neer te zetten. De luidsprekers bestaan al langer, de elektronica is zo nieuw van Leema dat er alleen voorlopige specificaties beschikbaar waren. Het uiterlijk moet u aanspreken. In ieder geval was de weergave lekker snel en direct. Goed voor zeer serieus muziek beluisteren. Zelfs in de surround opstelling die Leema had gekozen. Geheel bekabelt met Nordost klonk een muziek DVD prima.

Onbekenden

Meer onbekenden, Pinsh claimt de beste ter wereld te zijn op het gebied van ribbon speakers voor de weergave van hoge tonen. Wederom een kleine monitor stond zijn uiterste best te doen het bijzondere, doch zachte hoog, te paren aan 5” woofers. Als elektronica gebruikte men Icon buizenversterkers. Een kleine Engelse fabrikant die een goede reputatie heeft opgebouwd. Betaalbaar en degelijk. Eén van de weinige trouwens die serieus met buizen demonstreerde. Pinsh gaat op de markt komen met omnidirectionele supertweeters die als add-on bij conus luidsprekers gebruikt kunnen worden. Herleven oude tijden zoals we die kennen van Decca hoorns?

Nbrien zie ik niet voor de eerste keer en zou best naar Nederland mogen komen. Hun DX-5T vloerstaander heeft keramische woofers en een zijde dome tweeter. Zowel de vloerstaanders als de DX-5 monitor gaven een opvallend goed geluid, gekoppeld aan dynamiek. Het speelde op Musical Fidelity CD5 en A5 versterker. Verzoeknummers waren meer dan welkom en de vriendelijke eigenaar zorgde dat je langer bleef zitten dan bij veel andere demo’s. De kasten doen wat lomp aan en volgen niet de laatste modelijn. Iets dat Nbrien kennelijk de kans geeft veel aandacht aan de geluidskwaliteit te schenken.

Bij Neat was de zojuist door Rene Smit geteste Motive range te horen. Spelend op Naim apparatuur was de vorm van de speakers niet alleen erg huiskamer vriendelijk maar ook het geluid. De Motive Two kost in de UK 850 pond per paar. Strak geluid voor een acceptabele prijs. U kunt kleiner naar de One monitor of groter naar de Three.

De stand van Pure was uiteraard geheel gericht op DAB ontvangst. Wat bij ons niet echt door wil zetten. Pure Evoke radio’s worden met de dag flexibeler. Je kunt ze portable gebruiken via zogenaamde powerpacks, ze zijn leverbaar als wekkerradio, met afstandbediening, met USB poort en met een iPod aansluiting. De Evoke-3 neemt voor u uitzendingen op op een SD memory kaart. Hoe ver wilt u gaan met uw portable?

Ter plekke besloot ik mijn huidige wekkerradio om te gaan ruilen voor een Pure Chronos (binnenkort leverbaar in NL). Wat een schatje en wat heerlijk nooit meer met een mini afstemschaal naar zenders te hoeven zoeken waarmee ik mij in de ochtend laat wekken. Jammer dat er voor de losse tuners in Nederland nog niet zoveel te doen is. Al zou u met de DRX-702ES alvast kunnen snuffelen aan DAB en voor de kabel de ingebouwde FM/AM afstemming kunnen gebruiken.

Velodyne staat garant voor innovatieve subwoofers. Een dropje is de overal plaatsbare SPL-1000R met afstandbediening. Toen ik jaren geleden smeekte om een AB op een sub werd ik voor gek verklaard, tegenwoordig werken alle respectabele fabrikanten ermee. Het scheelt heel wat lopen om de juiste afstelling te bereiken. Indrukwekkend is de 1250 Watt DD12 sub van Velodyne. Een beest om te zien en om te “voelen”. Velodyne liet horen dat subwoofers serieus genomen moeten worden om het fundament te vormen voor muziek. Niet alleen bij mini monitors maar ook bij vloerstaanders.

Een beetje tegen viel het geluid bij Anthony Gallo. De Reference AV met center set, die speelde op Arcam apparatuur, gaf zo vreselijk veel hoog dat het ronduit lelijk ging klinken.
Zeker op het niveau dat men uit de Arcam perste. Je moet ervan houden denk ik. Het ging mij te ver.

Nee dan Vivid. Ah, wat een mooie luidsprekers maakt men daar. Het uiterlijk doet denken aan “close encounters of the third kind”. Een uiterlijk dat niet is verzonnen om de vorm maar puur uit functionaliteit. Wat Vivid bereikt is dat de conussen niet of pas heel laat opbreken. Zodat een zuivere lineariteit bewaard blijft.

Naast de grote en kleine vloerstaanders is en een klein type bijgekomen dat aan de wand kan hangen, op een boekenplank kan staan of op liggend kan worden gebruikt. Het stereo beeld dat de V1 geeft is kamerbreed. Een sierraad in een modern interieur en uitermate hoogwaardig. Ze mogen ze zo bij mij thuis neerzetten. De V1.5 is dezelfde luidspreker maar dan op een geïntegreerde stand. De kast is van carbon fiber gevuld met polymeer. De conusmaterialen zijn zonder uitzondering metaal.

Het kost mij weinig moeite het geluid van Tannoy uit te roepen tot het beste op de show. Binnen het betaalbare segment. Tannoy presenteerde de kleine Autograph mini die een afgeleide is, misschien beter om te zeggen een miniatuur versie, van de GRF Autograph. Een 4” Dual Concentric driver zit in een zorgvuldig verkleinde behuizing. Voor wie geen grote Tannoy kwijt kan maar wel is gecharmeerd van het geluid. Leuk en mooi tot dat men overstapte op de nieuwe Glenair die aanmerkelijk groter is en toch een kleine telg vormt in de Prestige serie.

Dat was genieten. De echte Tannoy sound waar men in het Verre Oosten naar snakt. Ruimte, dynamiek, gemak, zuiverheid, detail. De Glenair vult het moeiteloos in. Ik wil ze thuis horen. Liever niet even, maar weken en weken. Met hun 15” Dual Concentric driver moet het een hemel op aarde zijn aan een buizenversterker als die van mij. De afwerking staat op hoog niveau. Het is vooral het gemak waarmee de Glenair speelt wat zo’n indruk op mij maakt. Groots geluid en op één of andere manier vrijwel onnavolgbaar.

Twee opvallende zaken bij de Britse Primare importeur. Ten eerste de Primare CDI-10. Een combinatie van CD speler, DAB en FM tuner en stereo versterker. Denk aan de Arcam Solo. In het bekende Primare uiterlijk met een titanium front is het een hebbeding eerste klas. Intern digitale versterker die 75 Watt per kanaal leveren. Toepassing? Thuis in de woonkamer, in de slaapkamer, op de boot, in de caravan, kortom overal waar u kwaliteit wilt paren aan gemak en een beperkte omvang. Tweede is een Pixel Magic Media Box die een computer of een externe harddisk koppelt aan uw audioketen. Via USB aansluiting of netwerk. Ook een interne HDD is leverbaar. Voor video toepassing is een interne scaler voorzien. Superhandig en goed te integreren. Uitbreidbaar voor speciale plasma toepassing, extra lage jitter waardes, TV tuner etc. In de gaten houden dat Pixel Magic. Ligt kwijlend verliet ik de Primare stand. Het zijn indrukwekkende producten. Jammer dat er niets spelend te beluisteren viel.

Back in Business

PMC is trots op zijn Wafer on-wall luidsprekers. De techniek achter de Wafer is het kenmerk van PMC, een transmission line. In een platte kast dit keer. De Wafer 1 werkt met een 140 mm woofer, de Wafer 2 met een 170 mm. Beide types hebben twee tweeters in de kast.

Afhankelijk van de toepassing (horizontaal, verticaal, als center, onder uw scherm, achter uw projectie scherm) schakelt u de ene, de andere of beide tweeters in. Waarbij een lichte tilt of hoogafval ook instelbaar is. Door de interne transmission line is een subwoofer nauwelijks nodig. Dynamiek en snelheid zijn typisch PMC. Dat wil zeggen direct en snel. Het blijft een kleine speaker dus verwacht geen wonderen, maar denk eerder in het geluid van in-wall luidsprekers. Weinig plaats voor speakers thuis dan is dit de oplossing.

Daarnaast bij PMC de introductie van Bryston’s SP2 C-Series surround processor/voorversterker. 7.1 kanalen met een 7x grotere processor kracht aan boord dan de SP 1.7 kon opbrengen. Volledig THX, DTS, Dolby en Matrix modes. Vier onafhankelijke subwoofer cross over punten (front, center, surround, back). Kost in de UK 4750 pond maar er kan dan ook vrijwel alles mee. Dat Bryston bij PMC staat is geen toeval, PMC is al jaren distributeur voor Bryston in de UK. Iets waar beide firma’s hun voordeel van hebben in zowel de consumenten als de professionele markt.



Ruark is back in business. Anderhalf jaar heeft men gezocht naar een nieuwe kastenbouwer die kon voldoen aan de hoge eisen die Ruark stelt nadat de vorige kastenbouwer de deuren voorgoed sloot. In de tussentijd heeft Ruark niet stilgestaan en brengt naar deze beurs vernieuwde versies van de Sabre, de Crusader en de Talisman. Klassieke Engelse luidsprekers die in Nederland verkrijgbaar zullen zijn. Eerste indruk deed ik op met Vincent spelers en versterkers waar Ruark in de UK de distributie van doet. De kleine kamer vormde nauwelijks een beperking voor de grotere Crusader. Laag bleef beheerst, ook op hoog niveau.

 

De klassieke Engelse sound is losgelaten ten gunste van een meer Europese en moderne klank waar nieuwe drivers gelukkig toe in staat zijn. De Crusader maakt voor het hoog niet langer gebruik van een dome tweeter maar van een ribbon. De middentoner is wel een dome. De woofer traditioneel. Het is een reflexsysteem en bijna klaar voor productie. Naast de klassiekers brengt Ruark een Vita Symphony serie luidsprekers uit die aan de muur kunnen hangen. Met daarbij een kleine en handige subwoofer. Uiteraard met behoud van de Ruark kwaliteit, uitgevoerd in hout, niet in plastic of aluminium. Leverbaar is een center, een compact en een monitor. In vele kleuren verkrijgbaar, plat en onopvallend. Van Ruark gaat u meer horen, de Sabre III zit in de pijplijn voor een review. Ruark is trouwens heel betaalbaar in vergelijk met veel andere Engelse luidsprekers (die veelal uit China komen en niet langer uit de UK).

  

Nog zo’n klassieker, Rogers levert nog 20 originele LS3/5a’s uit als u hele snel bent. Heel snel. Nu is het echt op zeggen ze bij Rogers. Natuurlijk heeft Rogers wel moderne series ter beschikking en komt opnieuw met een buizenversterker. Zelfs met losse buizen al zijn die behoorlijk kostbaar. Wat denkt u van een viertal KT-88 buizen voor 540 pond? Engels is het niet meer, net zo min als de Chinees die alles over Rogers vertelde. De versterker is ontworpen door Karl-Heinz Fink, een Duitser die nogal wat ontwerpen op zijn naam heeft staan. Ook Britse ontwerpen. De moderne Cadet levert 2 x 48 Watt, opgewekt met vier KT-88 buizen. In de voorversterking zitten 6SL7 en 6SN7 buizen. Over het uiterlijk valt te twisten, opvallend is het wel. Typisch retro.

Wel echt Engels is Proac, die met zijn Studio 140 op Pirmare een gortdroge knalharde en snelle bas reproduceerde. Geweldig laag en dat voor 1400 pond het paar. Een aanrader.

 

Wederom aanwezig is Resolution Audio. Het is niet slecht, zelfs best goed, maar zo vreemd in mijn ogen met de elliptische metalen woofers. De apparatuur waar men mee speelde was haast vintage en de Behringer equalizer kan nooit veel goed doen. Als u ervan houdt of een interieur bezit in klassiek hout zou ik eens naar kijken. Veel meer kan ik er niet mee.

  

Speciale vermelding ook voor Living Voice, vertegenwoordigd op de show door Definitive Audio. Vorig jaar kon je er slechts in superlatieven over schrijven, dit jaar gaat men nog een stap verder. Voor de stroomvoorzienig is een complete batterij installatie neergezet die de hele set voedt. De set omvat onder meer Kondo KSL Gakuoh mono eindblokken (48.000 pond per paar) en een Kondo KSL M1000 voorversterker (39.000 pond). Heel fraai is bovendien de keten met Kondo MC element, transformator en phono trap. Alles om een paar Living Voice OBX-RW luidsprekers aan te sturen. En hoe! Het kost vreselijk veel geld om op dit niveau muziek te maken. Leuk dan men de set liet horen met en zonder de speciale stroomvoorziening. Het verschil was wezenlijk. Iets dat zich laat beluisteren in alle facetten waar recensenten zo graag over schrijven. Uitsluitend voor de happy few die zich Kondo kunnen permitteren. Of je moet Living Voice koppelen aan iets anders. Het wordt echt tijd, nu buizenversterkers in Nederland zo populair zijn, dat Living Voice hier verkrijgbaar wordt. Een bijzonder product, puur voor muziek.

 

Joenit uit België begint een trouwe standhouder te worden in Bristol. Ze waren er weer, Totem luidsprekers, Rega bronnen en Einstein versterkers. Meest opvallend was voor mij de Tride luidspreker die je aan de muur hangt. Het wordt een trend zoals u inmiddels snapt. Ze klonken verbazingwekkend goed voor een systeem van die afmeting. Niet goedkoop met 895 euro per stuk. Een plekje naast een plasma verdienen ze zeker. Tijdens de demonstratie waren ze niet aanwijsbaar als bron zo losjes projecteerden ze het geluid de ruimte in. Een subwoofer kon ik niet ontdekken, toch was er meer dan genoeg diep laag aanwezig.

Verbazingwekkend

Het blijft een verbazingwekkend product. De Eclipse luidsprekertechniek die via Fujitsu tot ons komt. De serie “eieren” op stands breidt zich uit, zelfs naar een iPod opstelling van versterker en luidsprekers.

 

Persoonlijk zoek ik het liever in de grote types. Het is ongelofelijk waartoe Eclipse in staat is. Niet voor niets gaan veel studio’s over op monitoring via Eclipse.

Flying Mole legde zijn ziel bloot door de digitale versterkers open te tonen. Hoe klein kan het tegenwoordig allemaal gemaakt worden. 100 Watt uit een mini print. Met gebruikmaking van een op 400 kHz schakelende voeding en een 1,2 MHz PWM versterker. Nu ben ik van het geluid van Flying Mole niet zo gecharmeerd, het geeft wel de weg aan waartoe de industrie in staat is. Verwacht dit soort technieken vooral in home cinema en multi room opstellingen.

Focal laat de naam JMlab steeds verder los. In Bristol was Focal zo’n beetje de enige die een huiskamer situatie trachtte te evenaren. In de ene huiskamer speelde de Electra 1007 naast de open haard, in de andere kamer een complete Profile 900 configuratie. Bestaande uit 918, CC908, SW908 en SR908. Een waardige opvolger van de oude Electra serie die is namelijk sterk opgewaardeerd naar de Be tweeters status.

 

Op de zitbank genoot ik van een muziek DVD en vluchtte snel toen men formule 1 wagens door de kamer liet racen. Dan liever de dCS speler die muziek maakte aan de 1007 in de andere kamer. Focal verklapte dat ons nog een aantal verrassingen te wachten staan dit jaar. Met de introducties wacht men tot de High End show in Munchen. Cobalt is verleden tijd, dat maakte men wel duidelijk. Op mijn vraag welke center het beste combineert met een Electra 927 Be kwam als antwoord: “Geen, als je aan surround begint neem dan speakers uit één lijn en ga niet combineren met andere lijnen. Is surround belangrijk doe dan of een upgrade naar de Electra 1000 serie of een downgrade naar de Profile lijn. Focal doet er alles aan om luidsprekers uit één lijn een gelijke klank en een gelijk fase gedrag te geven. Hetgeen essentieel is voor goede surround weergave”. Ik kon het ermee doen. Focal is als één van de weinigen ervan overtuigd dat we allemaal aan de surround gaan binnen een jaar of vijf. Ik heb zelf zo mijn twijfels daarover.

Acoustic Energy heeft een stunt bedacht die ze geen windeieren legt. Na 20 jaar hebben ze de AE1 opnieuw uitgebracht, geheel in overeenstemming met het oermodel. Ze hadden hem nooit uit productie moeten nemen wat mij betreft. Zet er een sub bij, de kleintjes haken af onder de 80 Hz, en je hebt een geweldig geluid.

Zelfs zonder sub hoor je het grote beeld, de transparantie en de kracht uit de mini’s. Aanrader om ze opnieuw in uw shortlist op te nemen. Elders liet AE zien dat men graag werkt met monitors en er veel ontwikkeling instopt. Toch hè, dat oermodel, het heeft iets heel speciaals.

           

Jamo heeft een systeem ontwikkeld op basis van een open baffle. Met twee enorme woofers om het gebrek aan laag, dat een open systeem nu eenmaal heeft, te compenseren. 10.000 euro het paar mag het kosten. Het geluid was erg losjes maar mij veel te schel in het hoog. Zoals Duitse luidsprekers vroeger klonken. Ik zie er wel mogelijkheden voor maar dan anders opgesteld en met andere elektronica ervoor. Potentie heeft het R909 systeem wel. Nu de rest nog.

Heel veel aandacht

Arcam, nu in een eigen stand, zetten een prima demo neer. Stereo, stereo van DVD en multi channel van DVD. Volledig op PMC luidsprekers. Met 7 kanalen. Een stukje uit een live registratie van Seal liet elke bezoeker, omgeacht zijn plaats in de ruimte, meemaken hoeveel meer een goed surround systeem presteert ten opzichte van stereo bij dit soort opnames.

Je kunt geen tegenstander blijven van multi channel op valse gronden. Iedereen zal moeten erkennen dat je van een plat plaatje terecht komt in de zaal en het concert begint te beleven. Zonder dat (mits je genoeg geld uitgeeft) ook maar iets inlevert van de stereo kwaliteit. De heldere uitleg van de Arcam medewerkers over hoe het systeem werkte en in elkaar zat verdient een pluim.

Sonos liet zien hoe je met kleine units en een universele afstandbediening het hele huis voorziet van muziek. Ik kende het systeem niet van dichtbij. Nu onderken ik de potentie die het heeft. Niet direct bij de ware audiofiel, wel bij een grote groep muziekliefhebbers die gemak paren aan multiroom. Een heel slimme, betaalbare, vooral schaalbare oplossing.

Hé, iets aparts, Quadrasphere laat horen wat een verschil een glasplaat maakt als ondergrond ten opzichte van een acryl plaat. Daartoe heeft men twee meubels gemaakt. Eerst een stukje CD via een Accuphase CD speler op het acryl plateau.

Dan pakt men de speler op en zet hem op glas. Verder verandert er niets. Op glas klinkt het plotseling doods, gecomprimeerd, schel en zelfs vals. Terug naar acryl en daar is openheid, breedte, vrijheid en rust. Een zelfde demo met een netsnoer. Slechts één snoer wordt vervangen door een standaard draadje. Dat standaard draadje verpest het geheel. Net zo als de glasplaat van daarnet, hoewel in iets mindere mate. Vele critici zullen mij wel weer niet geloven, want ze hebben de verschillen nooit in zo’n directe demo gehoord. Een “oor”opener bij Quadrasphere.

The Funk Firm bracht zijn matten en zijn Rega plateau vervangers mee naar de beurs. En een tweetal platenspeler uit eigen fabriek. Wie The Funk Firm niets zegt, heeft mogelijk wel gehoord van Pink Triangle. Welnu, The Funk Firm is eigendom van de belangrijkste man ooit achter Pink Triangle. De matten vonden gretig aftrek. De plateaus waren al snel uitverkocht. Naast deze materialen levert Funk ook een upgrade voor uw Linn die u zal verbazen. Dat men demonstreerde op twee heel oude Spendors laat weer eens zien hoe anders de Engelsen kunnen zijn. Het klonk trouwens prima, dat zeker.

Beter dan wat Linn neerzette. Een demo die gegeven werd door een dame die zo zachtjes en onduidelijk sprak dat niemand in het publiek, behalve degenen heel dicht bij haar, begreep waar het om draaide. Jammer want er staat veel moois van Linn zoals de sexy Komponent set en de nieuwe Classik Movie. Volgende keer een microfoon gebruiken dan maar. Of een tweede ruimte huren en niet alles te gelijk willen doen op één vloer.

Haast dezelfde fout maakt Wilson Benesch. Een forse ruimte met drie sets. Of men maar wilde meeverhuizen van set naar set. Terwijl achter je mensen praten, rondlopen, rumoerig zijn etc. Toen men bovendien de CD speler niet meer aan de praat kreeg, uit pure onwetendheid hoe het ding werkte, ben ik afgehaakt. Jammer van de kans, Wilson Benesch is erg hoogwaardig. Dan maar naar de dealer toe. “The future is carbon”, claimt Wilson Benesch, ik geloof ze best maar dan moet je dat zo niet overdragen.

Pioneer, NAD en Denon kregen van de bezoekers heel veel aandacht. Pioneer zelfs zoveel dat het onmogelijk was met alle folders, camera, notitieblok en tas de stand in te gaan. Waar iedereen naar keek? Ik weet het echt niet.

  

Denon deed goede zaken met een paar aanbiedingen. Op de Sound & Vision show in Bristol wordt namelijk verkocht aan de consument via meerdere verkooppunten. Dat waren niet de topmodellen als de A1XCA DVD speler met 1080 progressive scaling maar de middle of the road modellen. De NAD stand was statisch. Jammer ik had graag de Master serie gehoord. De complete set stond er wel. AV surround processor, zeven kanaal eindversterker, geïntegreerde versterker en de universele speler.

 

Cyrus mocht zich verheugen in bezoekers die de kleine slimme kastjes graag van dichtbij zagen. Ze bogen zich alle kanten op om te zien uit hoeveel kastjes je een set kon samenstellen. Het waren er heel wat. Waaronder het CD XT transport met een DAC XP voor 3000 pond samen. Om de rug te strekken en enige rust te krijgen liep men daarna naar Dynaudio waar bescheiden de Focus 140 “Take five” van Brubeck speelde. Zonder enige opdringerigheid. Gewoon lekker.

 

Buiten voor het hotel stond een Volkswagen Passat geparkeerd waar de Nederlandse directeur van Dynaudio demonstreerde waarom Volkwagen voor Dynaudio heeft gekozen om het akoestisch interieur te verzorgen. Heel wat mensen stapten in en uit. Het uitstappen ging vaak samen met een verbaasd gezicht. Als we als consument doorgaan met het kopen van flutsetjes, dan geniet u straks meer van muziek in uw auto dan thuis zullen we maar denken.

See you next year

Meridian, sinds een poosje gelieerd aan Faroudja, showde beeld en geluid. Een demo startte met Diana Krall (zucht) in stereo op de nieuwe G06 24-bit compact disc speler. Al kunnen de interne dac’s met gemak 192 kHz aan, ook Meridian kiest op basis van het geluid voor de standaard 44.1 kHz sample rate.

 

Een tendens die ik ineens meer zie in high end. Op de digitale luidsprekers systemen van Meridian klonk het geweldig. Daarna Dire Straits in 5.1. Top Gun op High Definition TV beelden en tenslotte een oude muziek DVD. Het was allemaal genieten in de Meridian ruimte. Andere nieuwtjes waren de G61 surround processor, de G91A all-in-one DVD systemen en de M3100 actieve analoge luidsprekers die men showde en liet horen. Vergis u niet, naast Naim is Meridian een heel belangrijke speler op de audio markt. Bovendien is Meridian vrijwel uniek in zijn kennis van digitale technieken en mogelijkheden voor muziekweergave op high end niveau.

Kabelmakers staan er genoeg. Waaronder Chord Company waar de immer vriendelijke Nigel Finn graag zijn nieuwe netsnoeren laat zien. Vooral aan de afscherming is heel veel aandacht besteed. De kabels zouden nog beter kunnen, maar de CE normen verbieden dat. Zo mag de euro stekker aan de apparaat kant wel gesoldeerd worden, aan de zijde van de wandcontactdoos niet.

Hoe graag Nigel dat ook zou willen. Voor ons land zet importeur Joenit zware stekkers aan de snoeren. Nieuw is ook de Indigo RCA interconnect. Zilver beklede binnenaders die het signaal transporteren in een gebalanceerde opstelling. Teflon isolatie en een impedantie die over de gehele lengte van de kabel gelijk is. Zelfs de RCA pluggen zijn grotendeels nieuw ontwikkeld voor dit niveau kabel.

Oehlbach brengt een HDMI switcher op de markt. 2 naar 1 of 4 naar 1. Met autosensing. Ideaal als u meerdere bronnen met HDMI heeft en uw plasma of LCD bezit slechts één ingang. Niet goedkoop, de 2 naar 1 kost in de UK 399 pond. Verder aanwezig is onder meer QED en Ixos. De belangstelling voor kabels leek mij minder dan voorgaand jaar. Het verkopen en samenstellen van kabels leek niet meer aan de orde. Iets dat ook te zien was bij audiomeubels en stands van Spectral, Audiodesign en Atacama.

Isotek brengt met de Centauri en de Aquarii twee spanningsregelaars op de markt die de netvoeding constant houden op 230 volt. Niet via ingewikkelde filters maar via een uitgekiende techniek die speciaal met audio toepassing in gedachte is gebouwd. Beschermt bovendien tegen overspanning, bouwt een 3 minuten vertraging is als er een stroomuitval is geweest en meer van die soort nuttigheden. Bij Isotek kon niemand uitleggen hoe het echt werkte, dus die gegevens blijf ik u schuldig.

 

Uit Oost Europa komt Heed met interessante producten. Zo is er een losse voeding voor het stabiliseren en verbeteren van de spanning voor 4-polige motoren van platenspelers. Werkt met NAD, Rega, Nottingham, Linn en vele andere spelers. Daarnaast zijn er phono versterkers, luidsprekers en losse versterkers. Heel netjes gebouwd, ze doen erg denken aan de Cyrus One van destijds, en zeer betaalbaar. De luidsprekers stralen af naar boven, iets dat mij minder bekoorde. Het schijnt dat Hansted de Heed elektronica gaat voeren in Nederland. Het kan wel eens een aanwinst zijn. Zeker als de prijzen op het UK peil blijven.

Een paar algemene tendensen tot slot. Plasma’s en LCD’s worden steeds groter en steeds beter. Sharp liet een 62” LCD zien om van te watertanden. Fujitsu een nog iets grotere plasma. De ontwikkeling op beeld gebied gaat steeds sneller lijkt het. HD televisie dringt maar langzaam door. Sky bezette een stand om met een charme offensief kijkers warm te maken. Het leek niet echt veel aftrek te hebben. Langspeelplaten zijn volop te koop. Vivante en Diverse Vinyl boden ze aan. CD’s te koop bij Naim en Linn. Platte speakers aan de muur zijn hot. Net als het brengen van USB interfaces op apparatuur zoals Teac doet. Of een iPod aansluiting. De industrie helpt ons zo om kwaliteit van MP3 als normaal te gaan beschouwen en graaft het eigen graf. Zelfbouw lijkt uit in Engeland. World Audio Design heeft de deuren gesloten al komt men terug als World Design. De buizenkits bestaan (voorlopig) niet meer, wel heeft WD een zelfbouw luidspreker gebaseerd op een oude Dynaco techniek van aperiodische demping. Omdat veel mensen van Hifi World en World Design in de luisterruimte aanwezig waren leek het erg vol met bezoekers, maar was het dat ook? Gaaf om te zien dat en Garrard 401 de analoge basis vormde.

Bladen als Hifi Choice, Hifi World, What Hifi en Hifi+ vochten om nieuwe abonnees. Afwezig was Hifi News al liepen de redacteuren wel rond. Diverse acties en kortingen lokten naar lezers. Het aardigste was de actie van Hifi Choice die bij het direct intekenen op een jaar abonnement een Crystal Cable Piccolo interconnect aanbood. Slechts 50 cm lang, maar ik kon het niet laten om snel te beslissen. Je moet Nederland toch een beetje hoog houden op een puur Engelse show.

Na twee dagen was ik rond. Moe en versleten zocht ik mijn hotel op waar ik een forse blaar kon verzorgen. Toch heb ik ook nog iets van Bristol zelf kunnen zien. Door na de show het nabij gelegen centrum op te zoeken. Wie zelf de show wil bezoeken moet er rekening mee houden dat hij erg gericht is op de Engelse consument. Geen super high end zaken, wel introducties, een vriendelijke sfeer, veel aanwezige fabrikanten en natuurlijk heel veel pinten bier die bij heel veel bezoekers vlot naar binnen gingen. “See you next year in Bristol mate?”.