Tot u spreekt de kamer 3/3


Gastauteur | 06 april 2006

Deel 3 (van 3)

Klik hier voor deel 1 van dit artikel
Klik hier voor deel 2 van dit artikel

Een bijdrage van Transtec, geschreven door Peter Walker

 

Als de luidspreker opgesteld is op een zware solide vloer, parket of plavuizen op beton, zullen de kabinetresonanties niet geabsorbeerd worden, rnaar meestal ook niet versterkt. De bewegingen van de kast lopen via de plint of de voeten van de speaker naar de vloer, die niet gaat meetrillen, zodat ze worden teruggekaatst naar de speaker. Het hoorbare effect is verwaarloosbaar. Of de vloer van de kamer een hoorbare bijdrage levert (die wat ons betreft altijd ongewenst is), is gemakkelijk na te gaan. door tijdens het spelen van muziek de luidspreker(s) even van de vloer te tillen. Als dat een duidelijk verschil oplevert, is de vloer niet solide genoeg. In zo`n geval is het misschien mogelijk een betere plaats te vinden op een plek waar de vloer beter ondersteund wordt, bij een wand bijvoorbeeld, of op een vloerbalk.

Voor alle duidelijkheid : wat we hier aanstippen heeft niets te maken met de eveneens vaak enorme invloed van de vloerbedekking van de kamer - daar komen we nog op.


Panelen

De invloed van panelen (wandbeschieting) is minder éénduidig: ze kunnen zowel dempend als ondersteunend werken, afhankelijk van hun relatie tot de geluidsbron. De zangbodem van de piano wordt, net als het tafelblad door de stemvork, in trilling gebracht door direct contact met de snaren, en draagt door zijn grote oppervlak de trillingen veel efficiënter over aan de lucht Maar wanneer een geluidsgolf bij een houten paneel aankomt, is slechts een fractie van de energie die door de bron werd afgestraald bij die ontmoeting betrokken. Het paneel zal al of niet in beweging gebracht worden door de luchttrillingen. Als het paneel-oppervlak nief meedoet, werkt het als spiegel en kaatst de luchttrillingen weer de ruimte in.

Als het paneel wel mee gaat trillen, zullen de houtdeeltjes door onderlinge wrijving energie absorberen uit de geluidsgolf, die daardoor navenant verzwakt wordt. Het paneel kan niet meetrillen wanneer de golflengte korter is dan de kleinste paneelafmeting, want zo`n golfje zal op de ene plaats de luchtdruk vergroten, en even verderop verkleinen. Zodoende kunnen we door het aanbrengen van panelen de kameracoustiek een prettig karakter geven. De afmetingen van de panelen (en hun afstand tot de wand) kunnen we bijvoorbeeld zo kiezen dat spraak helder opklinkt, maar bastonen ontmoedigd worden bij hun pogen een holle of galmende akoestiek op te bouwen.

Het grootste paneel in onze kamer is de vloer (en zijn spiegel, het plafond) en aan de constructie daarvan kunnen we niet veel doen, en zeker niet op eenvoudige wijze. Wanneer de bas monotoon klinkt alsof de bassist alsmaar eenzelfde noot strijkt of plukt, kunnen we proberen of meer absorbtie helpt. Door meer demping (meubels, gordijnen) in de kamer te brengen, veranderen we niet het aantal of de frequentie van de staande golven, maar wel hun bandbreedte. We vervagen als het ware iets van hun definitie. Uitdovingen en opslingeringen zullen nu een groter aantal tonen omvatten, die echter elk voor zich wat minder uitgesproken zullen zijn.


Aan de slag

Niet alleen schuiven met de luidsprekers, ook experimenteren met een andere opstelling van het aanwezige meubilair kan een ophoorbarend verschil maken. Daarbij moeten we natuurlijk wel groot denken: verplaatsing van telefoon, asbak of schemerlamp haalt niets uit. Het gaat om zithoek, bank, grote fauteuils, dressoir, boekenkast en dat soort zaken.

Omdraaien van de hele kamer kan soms een radicale verbetering teweeg brengen: luidsprekers tegenover de schoorsteen, of voor de ramen (maar vooral niet in een erker) waar ze demping kunnen krijgen van de (zware) gordijnen (ook weer niet denken dat vitrage iets doet - wel invloedrijk, maar nooit zegenrijk, zijn inpandige jalouzieën van aluminium of lamellen van kunststof. Ze maken de acoustiek koud en ketserig).

Positief daarentegen werken goedgevulde boekenkasten of -planken, vooral als de collectie boeken een aanmerkelijk deel van de wand inneemt. En zoals we al aangaven, kan een (gedeeltelijke) lambrizering een heilzaam effect hebben op diepe eigentones die de bassen in de meest letterlijke zin eentonig maken. Voor het uitrekenen en aanbrengen van zulke panelen dient u wel een akoestisch adviseur in te schakelen. Deskundig advies is trouwens ook raadzaam wanneer de wijzigingen grote omvang gaan aannemen of van structurele aard zijn.

De grootste invloed van veranderingen in de plaats van de weergevers treffen we aan in de buurt van de wanden. Tot hiertoe hebben we stilzwijgend verondersteld dat de weergevers een meter uit de (zij- en achter) wanden waren opgesteld, zoals door de meeste fabrikanten aanbevolen wordt (er zijn uitzonderingen -raadpleeg de documentatie van uw speakers !). Als we de luidspreker dichter naar de wand schuiven, in het extreme geval in de hoek - waar drie wanden tezamen komen - gebeuren er twee belangrijke dirtgen,


Onharmonisch

Om te beginnen zullen de vroege reflecties nu zo vroeg komen dat ze met het directe geluid gaan interfereren. Bij een verschil in weglengte van een meter of minder zullen (alweer!) de frequenties in het gebied van 400 tot 3000 Hz worden aangetast, een kleuring die als heel onprettig ervaren wordt. Beschrijvende termen voor dit verschijnsel zijn: bllafferig, bonkend, scherp, gesluierd, rauw, brutaal of gemeen. Of nog beeldender (Jan Kool placht in Luister te klagen over sopranen die de bocht uitgierden).

Zulk soort toevoegingen aan de muziek storen ons omdat ze er geen harmonische relatie mee hebben. De omvang van dit euvel zal afhangen van details in de afstralingskarakteristiek van de weergever, het percentage direct versus indirect geluid en de richtingen waarin de indirecte componenten worden afgestraald. Een verplaatsing van 10-15 cm zal al een enorm verschil maken en maakt nader advies overbodig. Nabijheid van de wanden zal ook nadelig uitwerken op de waarneming van het stereo-effect, vooral wanneer ook de symmetrie in de opstelling verloren is gegaan.

Overdrijvende wolkenvelden

Het andere goed-waarneembare gevolg van de hoekpositie is dat bij vrijwel alle luidsprekers de laagweergave sterk opgejaagd wordt. Bij een afstand groter dan een meter zal dit effect beperkt blijven tot de allerlaagste frequenties en meestal zeer welkom zijn. Kleinere afstanden maken de bas luider en minder "droog", maar eerder wolkerig, zwabberend en toonloos. Dit wordt aanvaard door mensen die liever veel bas dan goed-gedefinieerd laag horen. Nog kleinere afstand geeft dan de effecten die we hierboven beschreven en die bij niemand in de smaak zullen vallen.

De invloed van de aangrenzende wanden op de weergave valt in het ontwerp van de speaker te compenseren, maar dit is verre van gebruikelijk. Compensatie is ook eleclronisch uitvoerbaar, maar minder exact dan op de eerste manier. Sommige versterkers bezitten een stand (bass step) voor laagafval die deze functie aardig benadert voor het geval dat weergevers met grote band-breedte onverhoopt hoekposities moeten innemen.


Parket - karpet

Een veel-gehoorde, maar weinig onderkende verslechtering van het geluid ontstaat, in grote zowel als kleine kamers, doordat het directe geluid van de weergever via twee wegen het oor van de luisteraar bereikt: langs de rechte lijn, en via de spiegeling in de vloer, zie nogmaals fig. 1. Hoe minder deze beide wegen van elkaar verschillen (dus hoe lager de luidspreker staat), des te meer interferenties (en des te erger de kleuring) in het gebied (alweer!) waar onze oren het gevoeligst zijn. Gelukkig is dit euvel niet moeilijk te verhelpen: een dempend oppervlak tussen speaker(s) en luisteraar(s) doet wonderen.

Deze absorptie hoeft zich nu niet tot zeer lage frequenties uit te strekken, dus een niet al te dun tapijt of biezen mat geeft meestal al een duidelijke verbetering. In kleine kamers hoeft het niet de vloer te zijn, die roet in ons muzikale eten gooit, ook een tafelblad kan als spiegel werken. Als uw speakers omhoog zijn gebracht om boven een tafel of bureau uit te komen, let er dan op dat ze royaal boven zo`n spiegel verheven zijn - of verberg die spiegel onder een perzisch kleedje (echt, het helpt).

Bij veel luidsprekers zijn de motoren onder elkaar geplaatst zodat de maximale afstraling naar beneden gericht is, als de dimiichten van een auto. Of dit bij uw eigen weergevers ook het geval is, is natuurlijk eenvoudig te constateren door de speakers op hun kop te zetten. Klinkt dat beter maar is het visueel niet aantrekkelijk, dan wordt de weergave ook al verbeterd door de speakers iets (15 graden) achterover te laten hellen.


Afronding

We hebben het erover gehad hoe het directe geluid, de vroege reflecties en de nagalm samen de geïuidsindrukken opbouwen die onze oren te verwerken krijgen. We hebben een paar subtiele trucs beschreven waarmee onze hersenen de binnenkomende geluldsindrukken analyseren om niet alleen oorsprong en karakter van het geluid vast te stellen, maar ook uit welke richting het komt, en in welke omgeving het opklinkt.

We zagen ook hoe veranderingen in die omgeving kunnen helpen of hinderen bij de appreciatie van muziek die door luidsprekers in onze eigen kamer wordt gereproduceerd. Onze beschouwingen gingen daarbij uit van het meest voorkomende type weergever: electrodynamïsch, spreekspoel, conus met voorwaartse afstraling, en 2 of 3 motoren ondergebracht in één behuizing, die zowel geheel gesloten, kan zijn, of labyrint- of reflextype, met of zonder passieve componenten.


Dipool

Er zijn weergevers met een ander soort aandrijving, aan te duiden als dipool- of doublet-luidsprekers. Zij bewegen de lucht niet zozeer als pomp, maar meer als peddel. In principe gelden de paragrafen van dit artikel ook voor dipolen, alleen roepen die een ander patroon van staande golven op en zijn zelf transparant voor geluidsgolven. De invloed van nabije vlakken en kamenvanden op een dipool-weergever is daarom anders dan hier geschetst, en daardoor is ook zijn optimale plaats een andere.

Stereo

We hebben aangenomen dat de weergever er een van een stereo-paar zal zijn en gingen verder niet in op specifieke eisen van stereo-weergave. Dat is een hoofdstuk dat los staat van de zorg voor een correct muzikaal timbre. De kamer drukt zijn eigen stempel op de weergave, zowel in mono, stereo als in surround.



Peter J. Walker, OBE is ontwerper-in-ruste van versterkers en (eletrostatische) luidsprekers en oprichter van The Acoustical Manufacturing Company in Huntingdon, Engeland, later herdoopt in QUAD Electroacoustics Ltd.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk als The Sound of the Room in het augustusnr van HiFi News & Record Review, 1991.

Wij van TransTec vergeten wet eens dat er een hele generatie rondloopt die de worsteling om werkelijkheids-weergave niet heeft meegemaakt. En dan is "een hifi" al gauw iets dat je koopt, liefst met korting, en op de fiets mee naar huis neemt, en daar staat-ie dan. Met specificaties die er niet om liegen. Of wel. En 5 jaar garantie, Of 20. Vandaar dat we blij zijn met deze bijdrage van Peter Walker die het allemaal weer eens op een rijtje zet, High fidelity, je moet het zelf maken.