Rock and Roll Hall of Fame


Rob van Ginneken | 06 juni 2013 | Fotografie Rock and Roll Hall of Fame and Museum

Een rockmuseum met de uitstraling van het Louvre. Het klinkt raar, maar de enorme glazen piramide van de Rock and Roll Hall of Fame lijkt als twee druppels water op de toegangspiramide van die immense Franse cultuurtempel.

Het is echter niet zo vreemd, want de architect is één en dezelfde persoon – de Chinees-Amerikaanse Ieoh Ming Pei. Maar verder berust elke overeenkomst op puur toeval natuurlijk… Rob van Ginneken maakte tijdens zijn vakantie een zomerse road trip in de Verenigde Staten, en bracht verslag uit van zijn bezoek aan de Rock and Roll Hall of Fame.

Eerlijk gezegd is het al weer een aardig tijdje geleden dat ik in het Louvre rondwandelde. Toegegeven: als het om kathedralen en schilderijen gaat, schuilt er een beetje een cultuurbarbaar in me. Alleen het Museum of Modern Art in New York en Petra in Jordanië staan wat dat betreft wel met stip genoteerd. Een museum op het adres ‘1100 Rock and Roll Boulevard, Cleveland’ heeft natuurlijk een magnetische werking op iedere zichzelf respecterende audio- en muziekliefhebber. Zeker als je ergens in de buurt vertoeft. Tijdens een zomerse roadtrip, bijvoorbeeld.

Tijdens een rondrit door Noord-Amerika luisteren we in ons Jeep Grand Cherokee SRT8 al weken via XMS satellietradio naar de sixties-, seventies en vinyl stations die soms ook vanuit het befaamde Rock and Roll Hall of Fame komen. Zo gauw Cleveland, Ohio dus op de route opduikt, staat dan ook vast dat we aan gaan leggen bij deze grote toeristenattractie aan de boorden van Lake Erie.

Misschien even een geheugensteuntje? Cleveland ligt hoog in de USA. Je kunt letterlijk met een veerboot oversteken naar Canada. Het ligt een paar uur rijden verwijderd van Detroit, Michigan, waar ze overigens een eigen Motown ‘museum’ hebben. Een groter verschil is echter niet mogelijk. Tegenover de enigszins kneuterig gepresenteerde moederschoot van de Motown sound staat in buurstaat Ohio een bijna absurd modern gebouw. Aan de buitenkant ogeveer zo sfeervol als het hoofdkwartier van een mondiale bank, dat wel.

1100 Rock & Roll Boulevard

Het is bij ons bezoek eigenlijk alleen als rockmuseum herkenbaar aan de enorme aankondiging van een Grateful Dead expositie – ‘sponsored bij McIntosh’ - en een serie manshoge gitaren die het toegangsplein omzomen. Van een grote dosis subtiliteit kun je Amerikanen uiteindelijk ook niet beschuldigen.

Aftikken
We wandelen binnen tussen bezoekers uit alle hoeken van de States, maar ook Japanners en Indiërs schuiven aan. Commercie is hier troef. Dat wordt meteen helder als je de glazen piramide betreedt en in de rij aan mag sluiten om 22 dollar af te tikken. Maar niet voordat je foto door de huisfotograaf is genomen. Na je bezoek kun je die digitaal in een achtergrond van eigen keuze laten monteren, alsof je zelf in het rockmuseum thuis hoort. Tegen een fikse betaling, uiteraard.

Onze kloeke professionele fotocamera wordt met enig afgrijzen bekeken. Bij het binnenwandelen wordt hij met een trekbandje ‘gezekerd’ om te zorgen dat we niets fotograferen dat – vanzelfsprekend ook tegen fikse betaling – in de museumcatalogus beschikbaar is. Of zou het echt kloppen dat er zoals gezegd copyrights op rusten? Dacht het niet…

We gaan met een lange roltrap omlaag naar de enorme ondergrondse afdeling van de Rock & Roll Hall Of Fame. Een beetje zoals in het Louvre start daar namelijk de rondgang, met een kijkje in de vroege historie - de roots van de rockmuziek.

Roots
De gehele collectie is onderverdeeld in de cruciale tijdperiodes van de ontwikkeling van de muziekstijl, en dat wordt uiteraard ‘uitgetimmerd’ met exhibits van allerlei grote namen. Je moet er wel even voor in de stemming komen; ondanks een tentoonstellingsoppervlak van dik vijfduizend vierkante meter kun je er soepel in een paar uur doorheen wandelen. Maar dat is dan kijken zonder iets in je op te nemen. Terwijl elke meter een verhaal apart is. Trek er daarom gerust minstens een halve dag voor uit.

Overigens kunnen al te jonge bezoekers zich die moeite besparen, want die komen nauwelijks aan hun trekken. Heel veel grootheden zijn hier alleen te vinden als ze toevallig tijdens een bezoek hun handtekening ergens hebben neergezet. Of op een van de muziekevenementen die in Cleveland worden gehouden aanwezig zijn.

Zwijmelen

Wat er allemaal te zien is in een museum waarvoor de eerste spade in 1993 de grond in is gestoken door Chuck Berry en Pete Townshend? En waarvoor de opening werd verricht door onder andere Yoko Ono en Little Richard?

Het antwoord op die vraag hangt voor een deel af van de datum van je bezoek, want in de top van de achterste – halve – piramide wisselt de ‘hoofdpersoon’.

In ons geval is The Grateful Dead leidend onderwerp, en dat geeft maar meteen aan dat je rock and roll volgens de organisatoren kennelijk heel breed mag nemen. Maar inderdaad zijn er in de wereld ontelbare ‘Deadheads’ (fans), dus waarom ook niet? Zij zwijmelen zonder twijfel bij de podiumopstelling van de band, met de fameuze Wall of Sound speakers, McIntosh versterker-rekken en natuurlijk de instrumenten, inclusief de Rosebud gitaar van Jerry Garcia.

Eigenlijk is dat ook waar het in dit museum om draait: je voelt bijna de aanwezigheid van de grootheden zelf. In andere speciale tentoonstellingsruimtes vinden we bijvoorbeeld een fotocollectie van een befaamde Cleveland deejay uit de fifties. Een speciale The Beatles expositie met instrumenten uit de sixties en seventies. Inclusief de grote drum van Ringo Star (’64), de Yamaha piano van Lennon (’79) en de 1969 Rickenbacker 425 gitaar van Harrison.

Elvis, Pink Floyd en The Doors

Letterlijk een paar passen verder staat de enorme 1975 Lincoln Coupé van Elvis, maar ook de witte ‘overall met roesjes en glitters’ die je vanzelf voor de geest springt als je aan Elvis denkt. En een handgeschreven setlist van de bijbehorende performance (’74, Memphis). Zijn volledige collectie (inmiddels) klassieke auto’s vind je overigens nog altijd op zijn landgoed Graceland, in Memphis, Tennessee.

We hebben even stilgestaan bij de hotrod van ZZ Top (zie onder), een enorme collectie gitaren van alle mogelijke grootheden en een heel aardige collectie klassieke platen- en tape spelers. Niets wordt echt heel uitgebreid uitgewerkt, maar als je er even de tijd voor neemt, vind je ontelbare zaken waar je toch even je aandacht aan wil geven. En die soms zelfs kippenvel bezorgen. Zo is er een enorme opstelling van The Wall, en U2’s Zoo TV.

'ZZ Top-mobiel' ((c) Rob van Ginneken)

Toch zit de echte pret hem vooral in de films, oude televisiebeelden en vaak ook ogenschijnlijk kleine objecten als de opvallend uitgebreide Doors collectie. Inclusief zeer herkenbare leren jacks – maar ook het padvindersuniform - van hun kopman, een handgeschreven gedicht van een 10-jarige Morrison, en een brief van ‘justitie’ aan de ouders van Jim Morrison – waarin geschreven staat hun zoon is veroordeeld voor obsceniteiten op het podium in Miami. En zelfs zijn overlijdensverklaring, afgegeven door de Amerikaanse ambassade in Parijs.

Kortom: je kunt in twee uur door het rockmuseum heen wandelen om sfeer te proeven, maar je kunt er ook soepel twee dagen doorbrengen. Ook dan mis je zeker diepgang bij sommige grote namen, maar de collectie is imposant en zorgt zo hier en daar voor heus kippenvel.

Veel van die indrukken – we komen niet elke dag in Cleveland immers - kun je trouwens ook digitaal opdoen als je eens flink gaat zwerven door alles wat de website www.rockhall.com te bieden heeft. Vergeet zeker niet om ook naar hun bibliotheek en archieven te surfen, die eerder dit jaar zijn geopend.

Al het beeldmateriaal courtesy of Rock and Roll Hall of Fame and Museum, Cleveland, Ohio