Vloerstaand, satelliet of boekenplank - Canton CD 310


Thomas van den Bossche | 10 februari 2013 | Fotografie Fabrikant | Canton

Vrijdag startten we een drieluik over luidsprekers: een vergelijkend verhaal over vloerstaanders (Boston A360), een paartje boekenplankmodellen (Elac BS 243) en een combinatie van twee satellieten met een subwoofer (Canton CD 310). Het eerste stuk vind je hier, deel 2 staat daar, en vandaag sluiten we af met een satellietsysteem en de conclusie.

Drie: Satellietsysteem met subwoofer

Canton CD 310 (satellieten) - € 518 per paar & Sub 600 (subwoofer) - € 499

Wat de hoogte (25 cm) en breedte (13.5 cm) betreft, komt de CD 310 satelliet in de buurt van de afmetingen van een boekenplankluidspreker. Om maar te zeggen dat de typische satellietluidspreker meestal wat minder hoog en breed is. Daar staat tegenover dat de diepte (8 cm) dan weer zeer beperkt is. En dat maakt dat deze luidsprekers bijzonder geschikt zijn voor muurmontage. Als je dat wil doen, moet je trouwens enkel een uitstekende schroef in de wand aanbrengen, waarna je de CD 310’s er gewoon kunt aanhangen. Heel low tech dat, maar net om die reden ook heel elegant. Want elke andere oplossing kost weer extra centimeters, waardoor het allemaal minder fraai en strak gaat ogen.

De luidsprekeraansluitingen – full size schroefaansluitingen, geen petieterige klemmetjes zoals je die zo vaak ziet op satellietluidsprekers- zitten verzonken in de behuizing, zodat het montageverhaal geen geweld wordt aangedaan. De vormgeving van de CD 310 is weinig opmerkelijk te noemen – lees: het is een doosvorm -, maar de afwerking in zwarte pianolak is heel chique. We zijn hier duidelijk ver verwijderd van het knullige plastic waarin veel goedkope satellietluidsprekertjes worden gestoken. De CD 310 is een gesloten, houten 2-weg kast(je) waar vooraan een 25 mm tweeter genesteld zit boven een 11 cm grote mid/laagdriver. Beiden in aluminium. Canton geeft een +/- 3 dB frequentiebereik op dat loopt van 88 Hz tot 22kHz.De gevoeligheid bedraagt 87 dB/1w/1m.Hetzelfde als bij de boekenplankluidsprekers van Elac.

Subwoofer Sub 600
In de handleiding geeft Canton aan dat de subwoofer best op zo’n 30 à 40 cm van de muur moet gepositioneerd worden. Dat willen we wel geloven, maar het was natuurlijk beter geweest als de subwoofer zodanig ontworpen was dat hij op zijn best presteerde als hij tegen de muur stond. Een subwoofer/satellietoplossing zoals deze is namelijk een hoogst interessante optie als de inrichting van je interieur niet toelaat om vloerstaanders of boekenplankluidsprekers te plaatsen, en dan kan het eigenlijk toch niet de bedoeling zijn dat zo’n subwoofer alvast de vloerruimte van één zo'n vloerstaander gaat inpalmen, wel? De subwoofer is een gesloten, kubusvormige kast en is op dezelfde – hoogstaande – manier afgewerkt als de satellieten. De 22 cm grote driver zit onderaan in de kast.

Het regel- en aansluitpaneel bevindt zich achteraan. Er zit daar een stereo in- en uitgang voor cinch stekkers en een 'high level' gecombineerde in/uitgang voor luidsprekerbekabeling. Als je een AV-receiver hebt, dan kan je de daarop aanwezige subwooferuitgang gebruiken, en van daaruit een mono cinchkabel aanleggen naar de ingang van de Sub 600. Als je een stereoversterker hebt, dan kan je de subwoofer aansluiten op de luidsprekeruitgangen van je versterker. De luidsprekerpoorten op de subwoofer laten namelijk toe dat je de luidsprekerbekabeling vanuit een stereo versterker aansluit en van daaruit het signaal met weer andere luidsprekerkabels naar de satellieten doorstuurt. Zolang je niet met polsdikke luidsprekerbekabeling aan de slag wil, lukt dat prima.

Op de achterzijde van de Sub 600 zit verder ook nog een volumeregelaar, een traploze regeling – van 50 tot 100 Hz - voor een crossoverfilter en eentje voor de instelling van de fase. Tot slot zitten er ook nog twee schakelaars. Met de eerste kan de sub worden afgestemd op de kamergrootte en met de tweede kan de automatische inschakelmodus voor de ingebouwde 200 watt klasse D versterker worden geactiveerd.

Luisteren

Om de luistertest in optimale omstandigheden te kunnen uitvoeren, plaatsen we de twee satellieten tegen de muur aan, op oorhoogte. Daar tussenin hebben we de subwoofer een plaatsje op de vloer gegeven, zo'n 40 cm bij de muur vandaan. Wat de aansluitprocedure betreft, hebben we geopteerd voor de methode met de luidsprekerkabels.

Tijd voor het afregelwerk aan de subwoofer achteraan. Naar gelang de omstandigheden – denk hierbij vooral aan de akoestische omstandigheden van de kamer en de plaats die de subwoofer daarin inneemt –kan dat een tamelijk moeilijke operatie zijn. Een stuk moeilijker dan gewoon een koppel full range stereoluidsprekers aansluiten, alleszins. Maar bij deze Canton set gaat het allemaal erg soepeltjes. Zodat we binnen de kortste keren muziek horen. Nadat we het nagelnieuwe trio een uur of zestien hebben laten inspelen, konden we aan het serieuze luisterwerk beginnen.

We starten voor de verandering met het album ‘Supernature’ van Goldfrapp. In Apple Lossless kwaliteit, dus dat zit wel goed. Het eerste wat daarbij opvalt is dat het trio véél volumineuzer klinkt dan je verwacht. Je ziet immers slechts twee kleine dingetjes aan de muur – de subwoofer hebben we uit ons gezichtsveld geplaatst, iets wat iedereen in de praktijk wel zal proberen, durven we te veronderstellen –, maar je hoort wél een stevige 'wall of sound' op je afkomen. Het hoog is ietsje aan de felle kant – zou het te maken hebben met het toegepaste aluminium in de drivers? – maar gelukkig niet overdreven. Het mid – in dit geval wordt dat grotendeels ingepalmd door de fraaie stem van Alison Goldfrapp – heeft iets fels, en wel op een zodanige manier dat je meer dan gemiddeld betrokken wordt bij wat je hoort. Vinden we prima.

En dan nu een streepje kritiek op het laag? Dat kan heel gemakkelijk. Sommige bastonen klinken namelijk zomaar een stuk luider dan andere. En dat hoort natuurlijk niet. Alleen heeft dat niets te maken met de kwaliteiten van de Sub 600, maar wel met de opbouw van staande golven in de ruimte. En als we dat buiten beschouwing laten? Dan is het laag zeer goed. Zodanig goed zelfs, dat de theorie dat eigenlijk geen enkele luidspreker – ook niet de exemplaren die evenveel kosten als een kleine gezinswoning – een laagweergave kan neerzetten op hetzelfde niveau als dat met een subwoofer dat kan. Daarmee bedoelen we niet dat deze bescheiden Canton sub een perfecte match is voor een +100K luidspreker, maar je begrijpt vast wat we hier proberen te vertellen.

Conclusie
Als je binnen de categorie van subwoofer/satellietsystemen blijft, dan behoort dit trio tot de top. Twee kanttekeningen daarbij. Ten eerste zijn dit soort systemen doorgaans wel een stuk goedkoper. Daarbij zijn de satellieten toch wel tamelijk voluminueus, zodat het in dat opzicht niet verwonderlijk dat hun prestaties meer naar die van de boekenplankluidsprekers neigen. En de prijs/kwaliteitverhouding? Die is prima.

Concluderend

Natuurlijk is het vanuit een wetenschappelijk oogpunt not done om conclusies te trekken over complete productgroepen – in dit geval: vloerstaanders, boekenplankluidsprekers en de subwoofer/satellietcombinaties die hier zijn besproken – op basis van een test waarbij slechts één exemplaar van elke productgroep getest werd. Maar dat is niet wat we hier doen. In werkelijkheid hebben we er namelijk al vele tientallen tests opzitten, en dienen de drie deelnemers uit het verhaal van hierboven slechts als voorbeeld om die ervaringen te illustreren. Of – wie weet? – om ze te ontkrachten.

De conclusies dan. Als de ruimte waar je je luidsprekers wil plaatsen de mogelijkheid biedt om er op een praktische manier een koppel vloerstaanders neer te zetten, dan is dat de beste optie. Als dat niet kan of om andere - esthetische? – redenen niet wenselijk is, dan heb je de keuze uit boekenplankluidsprekers of satelliet/subwoofer systemen.

Boekenplankluidsprekers zijn qua hoog –en midweergave tot grootse prestaties in staat. Ze hoeven in dat opzicht helemaal niet onder te doen voor vloerstaanders. Maar dat is wel het geval voor de laagweergave. Er valt een flinke brok laag weg – hoe kleiner de luidspreker, hoe beperkter de laagweergave -, en dat is een gemis. Hoe groot dat gemis is, hangt af van de muziekgenres die je verkiest, van je persoonlijke luistervoorkeuren en van wat je gewend bent.

Over naar de satelliet/subwoofersystemen. Deze zijn in principe in de eerste plaats ontworpen vanuit een praktisch oogpunt. Ietwat oneerbiedig zou je kunnen stellen dat de geluidskwaliteit bij dit soort systemen dus op de tweede plaats komt. Daar is iets van, maar aan de andere kant zijn boekenplankluidsprekers en vloerstaanders ook niet geheel compromisloos. Tenzij de allerduurste exemplaren. En dan nog. Wat het hoog en het mid betreft, zullen satellietluidsprekers in de meeste gevallen een klasse lager spelen dan boekenplankluidsprekers en vloerstaanders. Daarbij verloopt ook de overgang tussen de satellieten en de subwoofer niet altijd probleemloos. Het laag kan dan weer zeer sterk – en dan hebben we het zowel over kwaliteit als kwantiteit – uit de hoek komen en kan zelfs zomaar een vloerstaander uit dezelfde prijscategorie naar huis spelen.

Als je dus geen vloerstaanders kan of wil plaatsen, dan bestaat de beste oplossing uit een koppel boekenplankluidsprekers in combinatie met een subwoofer. Dit dan wel op voorwaarde dat je de twee perfect afregelt op elkaar.