Digitale televisie (deel 1)


Eric de Boer | 29 oktober 2009 | Fotografie Eric de Boer

(Dit is het eerste deel van het artikel over digitale televisie. Deel 2 is hier te lezen)

In deze tijd floreert de televisie als nooit tevoren. In plaats van enkel een statisch afspeelmedium voor uitzendingen te zijn, biedt de hedendaagse techniek veel meer mogelijkheden om media of content te kunnen benaderen. Afgezien van alle moderne afspeelapparatuur zoals usb-media, externe harddiskrecorders of mediaplayers, bieden ook de aanbieders van televisie steeds meer opties om –weliswaar tegen betaling- gebruik van te maken. Voorwaarde hiervan is wel dat u digitale televisie heeft of neemt. Tijd voor een update, dus. Dit artikel biedt u inzicht in de laatste uitgebreide mogelijkheden van digitale televisie van dit moment.

Achtenvijftig jaren geleden werd de standaard uitzendnorm afgesproken. Deze kreeg voor ons deel van Europa de naam PAL mee, en bestond uit 720 punten per beeldlijn, waarbij gebruik gemaakt kon worden van 576 beeldlijnen.

Alle beeldbuistelevisies die de PAL-standaard ondersteunden konden dit aantal beeldlijnen met gemak weergeven, over een analoge coaxkabel die werd verbonden met de ouderwetse sprietantenne en in een later stadium werd verbonden met de Centrale Antenne Installatie (CAI). Toen het aanbod van zenders toenam en technieken zoals breedbeeld, PalPlus en het betere toepassen van satellieten kwam er al snel een aanbieder van digitale televisie. Canal+ had vanaf de jaren tachtig de hegemonie op het gebied van digitale televisie, met een externe decoder die werd verhuurd aan klanten. De afnemer had nu de keuze uit meer zenders, door toevoeging van filmkanalen, erotiek, sport en niet te vergeten een echt breedbeeldkanaal voor de breedbeeldeigenaren van het eerste uur.

Einde van een analoog tijdperk

In 2006 verviel de analoge uitzending via de ether. Hiervoor in de plaats kwam digitale ethertelevisie. Dit verplichtte de laatste gebruikers van hark- of sprietantennes tot de aanschaf van een decoder. Het aanbod is beperkt, op dit moment alleen nog Ned 1, 2 en 3 en enkele regionale zenders. Deze zijn – en blijven – wel gratis. Al sinds 1993 bestaat er een standaard voor het uitzenden van digitale televisie, die wordt samengevat onder de naam Digital Video Broadcasting (DVB). Natuurlijk bestaan er vele variaties op de ontvangstvorm van een DVB signaal, hierop ga ik later in.

Het invoeren van digitale televisie had enkele grote voordelen. Allereerst zijn er minder factoren van invloed op de kwaliteit van het geboden signaal, de storingsgevoeligheid ligt dus lager. Ook de beveiliging kon hiermee worden verbeterd. In plaats van enkele analoge zenders te kunnen verzenden, werd voor digitale televisie gebruik gemaakt van compressie. Dit heeft het grote voordeel dat er over dezelfde bandbreedte veel meer zenders (data) kunnen worden aangeboden, maar ook data zoals een electronische programmagids (EPG of Guide+) en tegenwoordig zelfs interactieve diensten zoals video-on-demand.

Nog steeds kent de digitale standaard voorwaarden: voor PAL-uitzendingen moet de verticale resolutie 576 pixels bedragen. De horizontale resolutie is maximaal 720 pixels en moet deelbaar zijn door 16 vanwege de MPEG-compressie die wordt toegepast. Over het algemeen worden door het toenemen van het aantal beeldlijnen de digitale beelden wel als scherper ervaren. Ook wordt de grotere bandbreedte benut voor het toepassen van een digitaal geluidsprotocol, veelal Dolby Digital 2.0 (stereo) en sporadisch al meerkanaals (AC3) signalen.

De DVB-standaard kent ook nadelen. Allereerst moet er een contract worden aangegaan met een aanbieder. Tevens moeten een decoder met een smartcard worden gebruikt, die veelal gehuurd of aangeschaft moeten worden. Het voordeel van de nieuwere televisies (LED, LCD, Plasma) is dat er tegenwoordig veelal een DVB-tuner in het toestel zit, waardoor het zappen met een extra afstandsbediening niet meer nodig is. Het is wel zaak om u bij de eventuele aanschaf van een dergelijk toestel goed te laten informeren of de digitale tuner wel aan uw wensen voldoet en past (compatibel is) op de door u gekozen manier van digitaal televisiekijken. Omdat beelden digitaal worden opgebouwd duurt zappen bij DVB ook wat langer dan met analoog kijken. En er kunnen binnen één abonnement maar enkele televisietoestellen worden aangesloten, terwijl u voor ieder toestel een aparte decoder nodig heeft.

 

Compressie en storing

Om zoveel data te kunnen overbrengen wordt er zoals eerder gezegd gebruik gemaakt van compressie. Deze MPEG-2 compressie zorgt voor een beeldopbouw middels kleine blokjes van 8 bij 8 beeldpunten (pixels). Door het toepassen van een kleine transformatie is deze opbouw van het beeld niet zichtbaar voor het menselijk oog en komt het beeld vloeiend op de kijker over. Als deze compressie te ver wordt doorgevoerd, vertaalt zich dit in minder scherp beeld.

Dit wordt vaak als ‘wollig beeld’ ervaren. Kleinere details als haren, gras en dergelijke vallen hierdoor weg… Verdere compressie wordt verkregen door de achtereenvolgende beelden (frames) met elkaar te vergelijken. Dit gebeurt wederom in blokjes, maar nu van 16 bij 16 pixels. Zowel de encoder als de decoder (bij de kijker thuis dus) bezitten een bewegingsschatter, die het volgende beeld als het ware kan voorspellen. De encoder voert vervolgens een controle uit op de schatting van de decoder en stuurt het signaal waar nodig iets bij.

De manier van het digitaal verzenden van verkleinde (gecomprimeerde) signalen geeft wel een kleine kans op bitfouten. Dit vertaalt zich voornamelijk in storende vierkante artefacten in het beeld, omdat de veranderingen tussen twee opeenvolgende beelden niet goed zijn overgekomen bij de decoder. Ook zijn sommige soorten van DVB ontvangst meer gevoelig voor externe omstandigheden als extreem weer of de ruimte waarin de ontvanger staat. Dit komt vooral voor bij DVB via de ether of satelliet.

Soorten TV’s, HDTV en aansluitmogelijkheden

In tegenstelling tot wat veel wordt gedacht is er niet per se een ‘platte’ televisie nodig om van digitale televisie gebruik te kunnen maken. Er bestaan ook decoders die alleen een 576 beeldlijnen ondersteunende SCART uitgang hebben. Hou er wel rekening mee dat deze decoders niet de nieuwe diensten ondersteunen zoals interactieve diensten en het sterk opkomende High Definition televisie.

Mocht u wel in het bezit zijn van een plat televisietoestel, biedt digitale televisie u vaak meer dan de standaard 576 beeldlijnen zenders. Het maakt niet uit wat voor soort platte televisie u bezit, zolang het maar een breedbeeldtoestel is met minimaal 768x1024 beeldpunten en natuurlijk een breedbeeldverhouding om beeldvullend beeld te kunnen krijgen. Tegenwoordig is het ook mogelijk om beeldmateriaal te verzenden via de kabel of satelliet met meer beeldlijnen. De laatste jaren zijn conventionele beeldbuistelevisies vrijwel verdwenen uit de winkels en zijn de platte HD-Ready of Full HD tv’s standaard geworden. Een veelgehoord misverstand is dat mensen denken dat er voor digitale HDTV een Full HD tv moet worden aangeschaft. Een HD-Ready toestel kan al HD beelden weergeven, vaak tot 1080 (interlaced) beeldlijnen. Een Full-HD televisie ondersteunt een maximale resolutie van 1080 bij 1920 beeldlijnen, wat tot nu toe alleen bereikt kan worden met een gameconsole, BluRay speler of middels een HD satellietontvanger met bijpassend abonnement. De laatste optie vergt dan ook een bijpassende schotel die aan of om de woning gemonteerd moet worden. De meeste HD-zenders komen nu niet eens boven 720 echte (progressieve) beeldlijnen.

De decoders die benodigd zijn voor het HD-formaat worden aangesloten middels HDMI- of Componentkabels. Deze laatste heeft wel als nadeel dat er geen Full-HD materiaal ondersteund wordt en ook voor het geluid een aparte kabel moet worden aangesloten. Als u in de markt bent voor een (HD-)decoder, is het ook van groot belang om u bij de keuze voor de uiteindelijke decoder af te vragen of u wilt gaan opnemen vanaf digitale televisie. Vaak zijn er tegen geringe meerprijs decoders leverbaar met een interne harde schijf en twee tuners, waardoor vanaf alle digitale zenders kan worden opgenomen terwijl een andere digitale zender tegelijkertijd wordt bekeken. Hierbij benoem ik dan ook meteen het grote nadeel van het gebruiken van een interne decoder in een televisie, deze beperkt zich tot één enkele tuner en verplicht de gebruiker tot het apart kopen van een PVR (Personal Video Recorder) met veelal een aanvullend abonnement…

In het volgende artikel wordt dieper ingegaan op de verschillende soorten van DVB-ontvangst, de grootste aanbieders en de toekomst van digitale televisie.

(Deel 2 is hier te lezen)