Benjamin Herman Muziekbeleving


Dieter van den Bergh | 31 oktober 2010 | Fotografie Jiri Büller

Saxofonist en bandleider Benjamin Herman (9 mei 1968, Londen) is niet alleen een van de acht best geklede en Greatest Men van Nederland, hij is ook de meest productieve muzikant van de Nederlandse jazzscene. En misschien ook wel de beste. We ondervroegen hem voor onze serie De Muziekbeleving Van….

Benjamin Herman begon op zijn tiende als drummer, maar switchte onder invloed van de Britse 2 Tone-ska op zijn dertiende naar de saxofoon, die hij kreeg voor zijn bar mitswa. Een jaar later begon hij professioneel te spelen. Op zijn zeventiende stond hij voor het eerst op het North Sea Jazz Festival. In 1994 richtte Herman de (inmiddels wereldberoemde band) New Cool Collective op, waar hij nog steeds muzikaal leider van is. Hij maakte vijftien soloplaten en nam er negen op met New Cool. Ook speelde hij met artiesten als Misha Mengelberg, Pete Philly & Perquisite, Tony Allen, C-Mon & Kypski, Hans Teeuwen en Paul Weller, zijn meest memorabele muzikale ervaring. Speciaal voor de 65e verjaardag van zijn vriend Jules Deelder nam hij vorig jaar een 10 inch-plaat op, inclusief gratis cd.

Benjamin Herman groeide als jongste van zes (naast een tweelingbroer, twee oudere broers en zussen) op in Noord-Londen, als zoon van een (joodse) Engelse vader en Nederlandse moeder. In 1977 verhuisde het gezin naar Zaandijk in de Zaanstreek. Kort hierna overleed Benjamins zusje Susannah op dertienjarige leeftijd bij een verkeersongeval, een gebeurtenis die een enorme impact had op het gezin Herman. Momenteel pendelt muziekfreak Benjamin Herman op en neer tussen Rotterdam en een Amsterdamse appartementje. HiFi.nl zocht hem op thuis in Rotterdam, en sprak met hem - onder het wakende sensuele oog van Debbie Harry in matrozenpak - over zijn muzikale herinneringen, zijn roots (punk en ska), de beste jazz en hoe je die moet beluisteren.

Jazzmuzikant & rabbijn
“We speelden allemaal een instrument thuis. Mijn broers gitaar, mijn moeder piano. Iedereen kon wel Für Elise spelen. Mijn vader was voor hij ging trouwen jazzmuzikant, zong en speelde trombone. Hij trad op met saxofonist Ronnie Scott, die in Londen de beroemde jazzclub Ronnie Scott’s begon. Maar hij deed er ook allerlei baantjes bij. Werkte in z’n vaders koosjere slagerij, totdat hij voor rabbijn ging studeren en ook nog in de psychologie terecht kwam als therapeut. Mijn moeder was vooral heel druk met het opvoeden van zes kinderen. Nadat ze uit elkaar zijn gegaan heeft mijn moeder zich ontpopt als organisator, eerst in de vrouwenbeweging en later als oprichter van een sociëteit. Regelen heb ik niet van een vreemde.”

 

78 toeren & Sex Pistols
“Mijn vader is vorig jaar overleden. Sommige platen uit zijn 78-toerencollectie draai ik nog wel eens. Flamenco, tango, jazz en opera. Mijn oudere broers waren bezig met de Beatles en Queen, voor mij begon het pas met de punk. Never Mind the Bollocks Here’s the Sex Pistols was mijn eerste plaat, zo rond 1977. Een kado voor mij en mijn tweelingbroer van mijn oudste broer die nog in Engeland woonde. Waanzinnige plaat, helemaal geweldig.”

Vakantiebaan & no fun

“We woonden net in Zaandijk, ik was een jaar of negen. Mijn broer en ik hadden allebei een vakantiebaantje bij een fotobedrijfje op de Zaanse Schans. Bussen toeristen werden er gefotografeerd, wij moesten de rolletjes naar de donkere kamer brengen en helpen met ontwikkelen en afdrukken. We werkten vijf, soms zes dagen per week, voor zeven gulden per dag. Elke week konden we daar een of twee platen van kopen. No Fun in Amsterdam was onze dealer, een schitterende punkwinkel op de Rozengracht. Ik krijg kriebels in mijn buik als ik eraan terugdenk; zo mooi, met vers verdiend geld door de bakken grazen op zoek naar iets moois.” 

Do it yourself & gekleurd vinyl
“Ik speelde drums. En probeerde punk te zijn. Dat was niet zo moeilijk. Je hoefde helemaal niet goed te kunnen spelen. Integendeel, muzikanten die goed waren werden juist met argusogen bekeken. Het was niet alleen de muziek, de energie en het tempo dat me aansprak, maar zeker ook de do-it-yourself-mentaliteit, de creatieve kant die veel verder ging dan muziek alleen. Kocht je een plaat van The Stranglers, kreeg je er gratis wit vinyl bij met een live-gig. Of Less Than Zero van Costello op groen vinyl. Helemaal kicken. In de Zaanstreek had je allerlei bandjes die door die mentaliteit geïnspireerd waren, zoals The Ex en de band van m’n broer Dave, The Spuds, die maakten ook singletjes in eigen beheer.”

 

Ska & rocksteady
“Daarna kwam de crossover van 2 Tone-ska met punk, met al die blazers. Dé reden dat ik op mijn dertiende sax ben gaan spelen. The Specials, met de Jamaïcaanse trombonist Rico Rodriguez, wáánzinnig. The Beat, vanwege ‘Saxo’, die oude saxofonist, en Madness, superleuk, dat speelde ik allemaal na op de sax. Via Engelse ska kwam ik terecht bij oude rocksteady, zoals Studio One, Tommy McCook en de Skatalites. En natuurlijk Trojan Records, hun calypso-box is helemaal te gek. Ik heb hem laatst aangeschaft, was moeilijk te krijgen. Die zit nu standaard in mijn iPod.”

Brood & Stampei
“Ik ging al vroeg naar concerten. Mijn één na oudste broer had een band, mochten m’n tweelingbroer en ik soms mee. M’n oudste broer nam ons mee naar andere concerten. Mijn ouders hadden daar niet zoveel problemen mee, het was positieve afleiding: mijn zusje was net overleden, mijn ouders waren blij dat we iets hadden waar we vrolijk van werden. Ik moet negen geweest zijn toen ik Herman Brood voor het eerst live zag. Indrukwekkend. In het Vondelpark zag ik ook op de zondagmiddagen Joan Jett, The Mo-dettes, Django Edwards. Mooie tijd, er was nog geen gedoe met buren over het geluid. Rond 1978 zag ik Elvis Costello, The Jam en Black Uhuru in Paradiso. En we gingen ook vaak kijken bij concerten van mijn lagere schoolleraar, die speelde in Stampei [voorloper De Dijk -red].”

Wilco & White Denim

“Ik ga nog geregeld naar concerten. Laatst zag ik drie bands op één avond. The Whitefield Brothers, een vage, maar gave Duitse funkband, het fantastische Wilco en rockabillyzangeres Imelda May. Ze speelden alle drie in een andere zaal van Paradiso, maar we konden zo doorlopen zonder er uitgetrapt te worden. Niet doorvertellen, hè! Wat betreft nieuwe muziek probeer ik op de hoogte te blijven, koop veel blaadjes en ga op de recensies af. Mijn laatste ontdekking is White Denim, te gekke freakband.”

Deejayen & platenjacht
“Ik ben niet zo’n muzikant die in zijn vrije tijd niets liever wil dan rust. Ik heb dat nooit begrepen. Nee, ook dán wil ik muziek. En zeker ook in de tourbus. We staan met New Cool veel in de file. Dan ben ik de deejay. Niks leukers dan in een bus vol muzikanten plaatjes draaien; komt het door de ballotage? Cd’s kopen vind ik leuk. Ik heb er enkele duizenden. Ik ga vaak naar Phantasio, vroeger de platenwinkel van Phill Tilly [gitarist van  Moke -red], en naar Concerto in Amsterdam. Of Demonfuzz hier in Rotterdam, daar hebben ze uitsluitend vinyl. Vinyl klinkt gewoon beter, dat is wetenschappelijk vastgesteld, punt. We zijn massaal voor de gek gehouden toen de cd kwam. Onlangs heb ik nog drie vuilniszakken met cd’s bij het straatvuil gezet. Dat zou ik met vinyl nooit doen. Maar ik ben niet iemand die heel vaak op vinyljacht gaat en twaalf meter platen heeft staan. Heb daar gewoon geen geld voor. Ben laatst wel met Jules [vriend Deelder -red] nog naar Londen geweest op platenjacht. [Lachend:] Maar eigenlijk is daar voor hem niks meer aan: ‘heb ik al, heb ik ook al, heb ik al drie keer’, zo gaat dat dan in die platenzaken. Maar hij is wel een goede graadmeter voor wat ik koop, alles wat hij heeft is namelijk goed. Je kunt blind afgaan op zijn smaak.”

 

Junkies & genieën
“Ik ben als liefhebber redelijk allround ingesteld. Ik kan alleen niet zo goed tegen mainstream. Alsof mainstream de enige keuze zou zijn. Zo’n Borsato, vreselijk. Het is niet eens van hemzelf wat ‘ie zingt, maar vaak van die Italiaanse troep. Hetzelfde verhaal bij Hazes, die doet me niks, al is mijn vriendin, een rasechte Rotterdamse, er af en toe dol op. Geef mij maar de dingen aan de rand, links van het midden, veel interessanter. Ik ben een groot Nick Cave-fan. Hou van wereldse dingen als latin en afrofunk, zoals Fela Kuti en Manu Dibango. Maar jazz is wel echt mijn ding ja, om het even lekker fout te zeggen. Al ben ik niet zo dol op de huidige ‘echte’ jazz, met van die esoterische nummers waarvan het lijkt alsof het hele nummer één lang intro is. Het moet met de deur in huis vallen, rocken. Denk aan oude boppers als Hank Mobley, Stan Getz, Sonny Rollins, Charlie Parker, John Coltrane en Art Blakey, kun je allemaal blind kopen. Als je de jazz wilt leren spelen, dan moet je Art Blakeys At The Cafe Bohemia volume1 & 2 [uit 1955 -red] uit je kop leren, dan ben je een flink end. Daar wordt verschrikkelijk goed op gespeeld. En daarna ga je verder met alle andere oude Blue Note-platen. De meeste heb ik zelf wel.”

Oude jazz & rock ‘n roll

“Ik heb alles van saxofonisten als John Coltrane, Sonny Rollins, Charlie Parker, Jackie McLean. Veel van hun solo’s heb ik als studie zelf uitgeschreven en vaak speel ik hun composities. Oude jazz heeft vaak meer rock ’n roll. Junkies waren het, alcoholisten en rokkenjagers. En toevallig ook nog muzikale genieën. Kregen ze een paar dollar om een plaatje op te nemen, gingen ze gauw de studio in en daarna meteen een shotje halen. Dan weer een plaatje opnemen, en zo ging het door. Mooie platen zijn dat. Van de nieuwe jazz volg ik wel Roy Hargrove en de downtown New York-scene met mensen als Marc Ribot, Joey Baron en John Zorn, die de meeste weirde platen maakt.”

 

Charlie Parker & 16 toeren
“Een audiofiel ben ik nooit geweest, maar echt slechte spullen heb ik nooit gehad. Mijn eerste set bestond uit een buizenversterker van National met ingebouwde radio, en een pick-up van Dual. We kregen ook vaak oude spullen van mijn vader, die was helemaal into Marantz. Rond mijn twintigste heb ik hele goede Translator-speakers gekocht, die heb ik nog. En laatst heb ik een ouderwetse versterker/pickup van Braun gekocht. Een wijnhandel op het Amsterdamse Frederiksplein verkoopt die oude Braun-installaties, mooi spul. Daarnaast heb ik een Onkyo-versterker en op mijn slaapkamer gewoon een gettoblaster. De Dual heb ik nog steeds, ik kan daar ook 78 toeren op draaien en 16: erg handig. Op deze manier heb ik veel solo’s van Charlie Parker kunnen uitpluizen. Ook heb ik een usb-pick-up. Om analoge dingen te digitaliseren.”

Mp3 & weirde mengtafels
“Op het gebied van muziekopnames ben ik veel meer een purist. Het is compleet belachelijk dat musici daarop bezuinigen en van die goedkoop opgenomen troep uitbrengen. Vanwege de ingezakte verkoop is er veel druk om goedkoop te produceren. Hele cd’s worden op een laptop met plug-ins bij elkaar gemixt, het klinkt nergens naar. Maar ja, iedereen luistert tegenwoordig toch op mp3-formaat, is de redenering. Maar dat is onzin; een plaat moet de tand des tijds kunnen doorstaan. Over twintig jaar wil ik op een waardige manier naar mijn platen terug kunnen luisteren. Daarvoor moet je de computer zo veel mogelijk mijden. Na een paar slechte ervaringen produceer ik sinds 2005 zelf. Sommigen van mijn platen werden daarvoor in een dag gemixt, erg zonde. Nu nemen ze daar in Studio 150 ruim de tijd voor, gebruiken veel analoog spul, zelfs de meest weirde Duitse randapparatuur, maar het klinkt fantastisch.” 



Borrelen & chillen
“Maar ondanks alle techniek gaat het bij het luisteren naar muziek toch vooral om de juiste state of mind. Muziek klinkt namelijk veel beter als je niet nuchter bent. Als ik lekker gespeeld heb, in Amsterdam of Rotterdam, en een paar borrels op heb, is er niets fijners dan op mijn iPod naar muziek te luisteren terwijl ik naar huis fiets. [lachend:] Dus als je straks naar de kroeg gaat, vergeet je iPod niet voor de terugweg! En als je niet weet wat je moet luisteren: Campert, de Tijd Duurt een Mens Lang van ene Benjamin Herman, de ultieme chillplaat!”

Benjamin Herman heeft sinds kort zijn eigen show op Radio 6. Elke maandag van 19u tot 21u draait hij zijn favoriete soul- en jazzplaten. Tune in via deze link. Of luister hier naar oude shows.

Benjamin Hermans laatste album Hypochristmastreefuzz Special Edition is nu gratis te beluisteren op de Radio 6 Luisterpaal.