King-size demo met Tannoy bij Klankbeeld


Guido de Kanter | 05 november 2010 | Fotografie Guido de Kanter | Tannoy

Mocht Wageningen zich tijdens prins Bernhards leven nog jaarlijks verheugen op bezoek van ons vorstenhuis, nu hij er niet meer is, is het met de koninklijke glans van het Gelderse stadje wel zo’n beetje gedaan. Of toch niet? Klankbeeld, dé hifi-zaak in Wageningen, toont dezer dagen Tannoys nieuwe luidspreker de Kingdom Royal.

De naam alleen al verraadt Tannoys ambitie, die nog onderstreept wordt door de omvang, het gewicht en de prijs van deze luidsprekers. HiFi.nl liet zich de kans niet ontgaan om Tannoys meest prestigieuze speakers te gaan zien en horen. Ook al omdat McIntosh tijdens de Luisterdagen van de partij is met een gloednieuwe eindversterker, de MC 452.



Meteen begint Piet Hiensch in superlatieven te praten, als ik binnenstap bij Klankbeeld in Wageningen. Het onderwerp: de doorlopende demonstratie, bij Klankbeeld, van Tannoys gloednieuwe Kingdom Royal luidspreker. De Wageningers zijn de enige dealer in Nederland die de Kingdom Royal voert; en tot zaterdag 13 november staan ze permanent demonstratieklaar, voor iedereen die geïnteresseerd is. Ook McIntosh` MC 452 is een primeur, en beleeft bij Klankbeeld zijn Nederlandse debuut.

Als ik Klankbeeld bezoek, heeft Hiensch net het eerste weekend van de Luisterdagen achter de rug. “Onvoorstelbaar positief”, noemt hij dit eerste weekend. “Omdat ik de enige ben, kwamen er bezoekers uit het hele land, en de reacties zijn heel enthousiast.”

“Ik organiseer niet zo heel vaak een show,” vertelt hij, “gemiddeld zo’n twee keer per jaar. Want ik wil dat áls ik een evenement organiseer, er iets bijzonders te horen is.” Aan die voorwaarde lijkt bij deze editie van de Luisterdagen te zijn voldaan. Piet Hiensch wordt zichtbaar geestdriftig als hij over de Kingdom Royal spreekt: “Ik zit al 40 jaar in de hifi,” vertelt hij, “en ik heb al veel gehoord. Maar dit is het mooiste wat ik ooit gehoord heb.”



‘Dit is me allemaal veel te positief’, denkt nu natuurlijk de kritische lezer, en niet ten onrechte. Ik dacht het zelf ook: ‘Die man overdrijft.’ Maar laat ik vast een tipje van de sluier oplichten: het geluid van de Kingdom Royal blijkt wel enige aanleiding te geven tot enthousiasme.

Electronica

Alleen al optisch is de Kingdom Royal, die vier jaar in ontwikkeling is geweest, een statement: met zijn 127x58x60 cm is het ontwerp met recht kloek te noemen. Het gewicht trouwens ook: maar liefst 120 kilo per stuk. Hierbij speelt enerzijds mee dat de wanden zijn uitgevoerd in dikke High Density Fibreboard, en anderzijds dat de drivers zeer fors zijn uitgevallen. Ook in de Kingdom Royal ontbreekt de voor Tannoy typische driver niet: een concentrische unit, die een breed spectrum afdekt en een puntbron nabootst. Dat betekent dat de koper ook bij de Kingdom Royal mag rekenen op de vertrouwde Tannoy-deugden: homogeniteit, ruimtelijkheid en natuurlijkheid. De concentrische driver mag geen nieuw concept zijn voor Tannoy, maar het betreft wel een nieuw ontwerp. Met zijn diameter van 30 centimeter gaat het om een editie die rijkelijk groot is uitgevallen. Krachtige neodymiummagneten zorgen voor een efficiënte aandrijving. Sowieso is efficiëntie een sterk punt van de Kingdom Royal: hij haalt een rendement van maar liefst 96dB.



Deze concentrische unit gaat vergezeld van een supertweeter, die het bereik boven 17 KHz voor zijn rekening neemt. In het laag springt een woofer bij, die een diameter heeft van ook weer 30 centimeter. Niet nieuw bij Tannoy, maar nog steeds wél uniek aan dat merk, is dat de korven van de drivers geaard kunnen worden. Een truc die door het Duitse vakblad Stereoplay bejubeld werd, en die volgens hen veel meer rust in het klankbeeld brengt.

Elektronica
Een speaker als de Kingdom Royal zou nergens zijn zonder toeleverende elektronica van niveau. Daar is bij Klankbeelds Luisterdagen niet op bespaard. De Tannoys worden bediend door een zeer indrukwekkende set van McIntosh-apparatuur: de cd/sacd-speler MCD 500 (EUR 9.300), de buizenvoorversterker C 2300 (EUR 7.900), en de transistoreneindversterker MC 452 (EUR 10.500).

Die laatste is een primeur. De MC 452 is nét op de markt, en speelt in Wageningen voor het eerst. Het gaat hier om een stereo eindversterker, die per kanaal minimaal 450 watt levert (ongeacht de impedantie). Quad balanced, noemt McIntosh de opbouw van de MC 452, een term die slaat op de vier identieke versterkingsmodules die erin worden ingezet. Deze leveren een vermogen van 225 watt elk.

 

Zowel de Tannoys als de zeer herkenbaar vormgegeven McIntosh-apparatuur hebben een klassieke, zeer ‘classy’ uitstraling, die optisch een stemmig geheel vormt. Klankmatig trouwens ook.

Luisterimpressie
“Wat is je referentie?”, vraagt Hiensch me, voordat hij de eerste cd opzet. Leuke vraag. Ik vertel over een mooie ervaring bij de Groningse dealer De Groef, waar ik als 19-jarige een middag mocht doorbrengen met de toen nieuwe Burmester luidspreker de ‘First’ 949, gecombineerd met elektronica van hetzelfde merk. Onvergetelijk, ook na 14 jaar. En ik vertel dat Quads ‘grote’ ESL’s –de 989, en later de 2905– me elke keer als ik ze hoor weer kippenvel bezorgen, en dat ik, daar naar luisterend, steeds weer denk: ‘Dit zijn de beste.’ In mijn oren geven de ESL’s het meest authentieke, meest overtuigende geluid—zelfs gegeven de grote beperking ervan, die iedereen wel kent. Het begrensde maximumvolume.

Hiensch blijkt ook een liefhebber van de grote Quads, maar zegt, wijzend op de Kingdom Royals: ‘Deze zijn beter.’ (En ik denk nog: ‘Ja, ja.’)

Luisteren

Maar mijn aantekenblok blijft leeg, als Hiensch de eerste cd heeft gestart. De muziek, in dit geval Melody Gardots Our Love Is Easy, pakt ogenblikkelijk, en neemt me eigenlijk volledig in beslag. De stem van Gardot wordt zó levensecht gebracht, dat ik er kippenvel van krijg. En dat is iets wat ik maar heel zelden meemaak. Op een vreemde manier viel er verder ook niet heel veel meer over te zeggen, dan dat de indruk was: dit klopt helemaal. Het klinkt zo natuurlijk, zo vanzelfsprekend, zo juist; en in die zin herinnerend aan beroemde elektrostaten. Zij het dan dat de Kingdom Royal beschikt over veel royalere reserves en een dieper, ja, ‘royaler’ laag. Er wordt veel meer energie verplaatst dan bij volbereikselektrostaten.

Vervolgens luisteren we naar Nils Lofgrens overbekende live-cd, en daarvan het nummer Keith Don’t Go. Een klassieker, in audioland. Maar de demonstratie op Tannoy en McIntosh is er wel een van de buitencategorie. ‘Uit één stuk’, noteer ik. ‘Een krachtig en gecontroleerd laag. Strak. Puntig.’ Ook met Lofgren viel weer op hoe makkelijk het allemaal klonk, en hoeveel spelvreugde de set aan de dag legde. Alles was voorhanden: detaillering, lucht, plaatsing—maar tegelijk waren het termen die niet meer zo van belang leken. De belangrijkste indruk was een heel simpele: dat alles precies is zoals het moet zijn.



Opvallend is, dat dit resultaat bereikt wordt in een niet al te grote luisterruimte: 4 bij 7 meter. De Tannoy Kingdom Royal heeft dus kennelijk geen balzaal nodig om tot klinken te komen. Hiensch bevestigt: “Hij trekt zich geen bal aan van de ruimte. Hij kan bijna overal opgesteld worden.” Het opstellen wordt nog vergemakkelijkt doordat zowel de concentrische driver (in het hoog) en de supertweeter kunnen worden bijgeregeld tussen -3 dB en +3 dB.

Na Lofgren gaan we over op klassiek: om te beginnen van vinyl. Bij Klankbeeld staat de Creek Wyndsor (EUR 2800), met een door Van den Hul gemodificeerde versie van een Sumiko-element. We luisteren naar een oude plaat van Michael Newman, die Bach speelt op klassiek gitaar. Vinyl klinkt formidabel, wat volgens Klankbeeld niet in de laatste plaats te danken is aan de phonotrap in de McIntosh voorversterker. Vinyl heeft altijd iets organisch, iets levensechts, wat digitale bronnen niet in die mate hebben. Op de McIntosh/Tannoy-set komt dat fraai naar voren.



Ten slotte gaat Radiohead de cd-speler in. We draaien No Surprises van het overbekende album OK Computer. Ook na 12 jaar blijf ik No Surprises een formidabele compositie vinden. Een harp en een klokkenspel in een rocknummer! Enfin, wat zweefden die instrumenten mooi door de ruimte heen met de Tannoy/McIntosh-set. Wat parelde het klokkenspel mooi. En wat bleef de zangpartij indrukwekkend soeverein gescheiden van de instrumentale partijen. De afbeelding was volkomen stabiel.

Wie wil weten wat high-end audio op zijn best vermag, traktere zich op een bezoek aan Wageningen. Knoop er eventueel een bezoek aan de bijzondere Beeldengallerij Het Depot aan vast, of een wandeling door de botanische tuinen van de Landbouwuniversiteit, om weer een beetje ‘terug op aarde’ te komen. U zult het nodig hebben.

Klik hier voor meer informatie over de luisterdagen bij Klankbeeld.