Ik hoor, ik hoor wat jij niet hoort!


Marc Brekelmans | 20 april 2011

Een aantal weken geleden kreeg ik een nieuw product in handen dat beloofde ‘alle muziekinstallaties, ongeacht prijsklasse en samenstelling` te kunnen verbeteren. Voorwaar geen bescheiden claim. Tijdens De Doelen Lente Hifi Show en de Café Engels Hifi Show, beiden in Rotterdam afgelopen weekend, werd het Musicmask, want daar heb ik het over, aan het publiek gepresenteerd. 

Het bijzondere aan dit product - en de reden dat de bewering ook echt hout snijdt - is het feit dat het niet de installatie verbetert, maar degene die ervoor zit in staat stelt om beter te luisteren. Ik zeg met opzet ‘beter luisteren’, want iemand beter later horen is alleen met technische hulpmiddelen mogelijk. Waarom ik in de titel dan schrijf dat ik iets hoor wat jij niet hoort? Nou, omdat we allemaal verschillend horen. Ik hoor dus niet beter, ik hoor anders.

De vorm van mijn oren is hoogstwaarschijnlijk anders, mijn hoofd is kleiner - ja, ik ben ‘gezegend’ met een klein hoofd, wat gelukkig weer geen invloed heeft gehad op mijn verstandelijke vermogens. Al zullen sommige lezers er na het lezen van dit artikel misschien over twijfelen - en misschien ben ik dikker of juist dunner. Dat heeft allemaal invloed op de perceptie van geluid.

Het Oor

Geluid bestaat uit trillingen. Om meer precies te zijn: kleine luchtdrukverschillen die zich als een geluidsgolf door de lucht bewegen. Ons trommelvlies registreert deze minieme luchtdrukverschillen en transporteert ze vervolgens via het bekende rijtje hamer-aambeeld-stijgbeugel (onze ingebouwde versterker) naar het slakkenhuis om uiteindelijk via de gehoorzenuw bij de auditieve cortex in onze hersenen te arriveren.

In principe is het menselijk oor in staat frequenties tussen de 20Hz en de 20kHz waar te nemen. In principe, want naarmate je ouder wordt, zul je vooral de hogere frequenties gaan verliezen. 

Voor een uitgebreide beschrijving van de werking van het oor verwijs ik graag naar een eerder artikel van Henk Boot & Marja Vanderloo.

Externe prikkels

Onze hersenen zijn vergelijkbaar met een computer: ze beschikken over een enorme rekenkracht en geheugen. Het is zelfs een dual core: de linker- en rechterhelft van de hersenen hebben verschillende taken. Maar zoals iedereen weet die wel eens achter de computer zit, kan die traag worden als er veel processen tegelijkertijd in gang gezet worden. Met onze hersenen is dat niet anders. 

Als we thuis lekker naar muziek zitten te luisteren, worden we beïnvloed door externe prikkels: we horen niet alleen muziek, we horen ook ‘het huis’, zien en ruiken dingen, en zijn misschien met onze gedachten met iets anders bezig. Al deze zaken leiden ons af van de muziekbeleving. Vooral als ze geen raakvlak hebben met de muziek, of zelfs ‘botsen’ met de beleving van muziek. Muziek luisteren terwijl je de televisie aan hebt staan of een boek leest gaat ten koste van de waarneming. Onze hersenen raken ook in verwarring van tegenstrijdige informatie (het McGurk effect): je oren horen de akoestiek van een grote ruimte, maar je ogen zien je kleine luisterruimte, zie hieronder voor een filmpje.

Het uitsluiten van zoveel mogelijk externe prikkels helpt dus om beter te kunnen luisteren: je processor wordt minder belast. Veel muziekliefhebbers luisteren dus het liefst met gedimd licht of ze sluiten de ogen tijdens het luisteren. Het onlangs geïntroduceerde MusikMask stelt je zelfs in staat om alle visuele prikkels uit te sluiten. Maar tegelijkertijd kun je wel alert blijven omdat je met geopende ogen luistert. Het sluiten van de oogluiken brengt je namelijk onbewust is een slaappositie, waardoor je minder focust op de muziek.



Maar ook de mate van ontspanning - drukke dag achter de rug of juist een ontspannen wandeling gemaakt - heeft een grote invloed op de beleving van de muziek. En het mag duidelijk zijn dat alcohol of geestverruimende middelen ons in grote mate beïnvloeden tijdens het luisteren.

Met wie luister je?

Misschien wel de meest onderschatte mate van beïnvloeding komt van je mede-luisteraars. Als bij een demonstratie tijdens een hifi-show een gerespecteerde hifi-journalist, de exposant of een vriend met een audiofiele reputatie vol lof spreekt over de weergave, dan zal de mede-luisteraar diens oordeel waarschijnlijk overnemen. Of het tegenovergestelde als de notoire azijnpisser - excusez le mot, maar je lijkt ze bij iedere demonstratie tegen te komen - hardop beweert dat het ‘bij hem thuis veel beter klinkt’.



Hoe luister je?

Muziekliefhebbers en audiofielen luisteren wezenlijk anders naar muziek, het zijn twee aparte groepen waar helaas te weinig overlap in zit. Waar audiofielen bezig zijn met de klank en de ruimtelijke afbeelding van de muziek, zijn muziekliefhebbers vooral bezig met de muzikale interpretatie. En die twee zaken zijn lastig te combineren: het één sluit het ander in meer of mindere mate uit. Je luistert naar muziek óf naar de weergave van muziek.

Onder hifi-liefhebbers zijn er verschillende ‘scholen’. Sommige zijn fervent aanhanger van alles wat analoog is of lijkt, anderen hechten veel waarde aan de digitale perfectie. Zo zijn er liefhebbers van versterkerbuizen, waar anderen zweren bij transistoren. En zo zijn er nog legio andere ‘absolute waarheden’ te vinden in de diverse audiokampen. En zoals altijd is het allemaal niet zo zwart-wit.

Er zijn audiofielen die vinden dat die weergave van muziek een exacte reproductie moet zijn van het origineel, en dat je vooral geen eigen invulling mag geven aan het geluid: het straight-wire-with-gain principe. ‘Zoals de artiest het bedoeld heeft’ is een vaak gebezigde uitspraak. Een nobel streven. Maar wat is er mis met het creëren van een eigen klank? Met het simpelweg genieten van muziek? Want uiteindelijk heeft niemand de audiofiele wijsheid in pacht, ook niet de schrijver dezes.

Het zoeken naar de perfecte installatie is als het zoeken naar de Heilige Graal….je gaat hem nooit vinden. En hoe mooi, gezellig en onderhoudend die zoektocht ook is - het is een leuke hobby - het leidt uiteindelijk wel af van het echte doel: muziek luisteren.

Conclusie

Bovenstaand artikel is een pure observatie en is niet gestoeld op jarenlang psycho-akoestisch onderzoek mijnerzijds. Het is gebaseerd op in de afgelopen 20 jaar vergaarde kennis en ingesleten veronderstellingen. Food for thought, meer is het niet. 

Het artikel pretendeert ook zeker niet volledig te zijn, zo heb ik het bijvoorbeeld nog niet gehad over tweaks, de akoestiek (!) of de invloed van het volume waarop je muziek luistert. Een kort artikel als dit kan nooit volledig recht doen aan de complexiteit van het luisteren naar muziek. 


©Henk Boot en Marja Vanderloo

In de afgelopen jaren ben ik in ieder geval tot de conclusie gekomen dat alles een invloed heeft op de weergave van muziek, hoe vergezocht en onwaarschijnlijk het soms ook lijkt. Iedere wijziging aan het systeem, de ruimte of de luisteromstandigheden heeft invloed: al verhang je een schilderijtje, zitten er meer mensen in de ruimte of heb je net een drankje genuttigd. In het geval van (dure) tweaks worden deze veranderingen maar al te makkelijk als verbeteringen gezien, maar helaas is niet iedere verandering een verbetering. Maar verwijs het nut van tweaks ook niet automatisch naar het land der fabelen, sta open voor verrassingen en vertrouw daarbij op je eigen oordeel. Sluit je af voor externe prikkels, maar vooral: geniet van de muziek! Want daar doen we het toch voor?

Lees hier meer over het Musicmask, de werking in de praktijk en de reacties er op.