Tom ter Bogt: Je bent wat je luistert


Marco Mulders | 06 mei 2011 | Fotografie PHOTO40

Cultuurpsycholoog Tom ter Bogt (1956) is muziekliefhebber in hart en nieren. In de jaren tachtig draaide hij als diskjockey in discotheek The Swing in Nijmegen. Tegenwoordig verricht hij aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de sociale functies van muziek. “Het is verbluffend hoe goed mensen de persoonlijkheid van een onbekende inschatten op basis van diens muziekvoorkeur.”

Muziek motiveert. Bijna iedereen luistert er naar, soms een hele dag. We besteden veel geld aan vinyl, boxsets, iPods of juist betere speakerkabels voor een perfecte weergave. En natuurlijk wordt er veel over gepraat en geschreven. Het is daarom niet verwonderlijk dat ook wetenschappers zich soms op muziek storten. Zo probeert Henkjan Honing te ontsluieren hoe muziek door de hersenen verwerkt wordt. Cultuurpsycholoog Tom ter Bogt van de Universiteit Utrecht richt zich daarentegen vooral op de sociale functies van muziek. Hij onderzocht onder meer of je de vele muziekgenres overzichtelijk kunt indelen. Op basis van de smaak van tieners en twintigers vond hij vier overkoepelende muziekstijlen: Mainstream, Urban, Rock en High Brow.

Kader 1

Tot welke van de vier overkoepelende stijlen behoren je favoriete genres?

Mainstream:
Top 40
Nederlandse pop
Levenslied
Popballads
Latin
Urban:
R&B
Hiphop
Latin
Dancehall
Rock:
Rock
Metal
Punk
Gothic
Alternative
High Brow:
Klassiek
Jazz
Soul
Blues
Reggae
Singer-songwriter

 

“High Brow laat eigenlijk de meest verrassende mengeling van smaken zien”, legt Ter Bogt uit. “Jazz is in dat rijtje nog wel te verklaren. Dit genre nam in de jaren vijftig sterk in complexiteit toe en kroop daarmee richting de klassieke muziek. Maar soul, blues en reggae associeer je niet zo snel met het elitair klassieke genre. Ze waren in hun begintijd vooral populair in de lagere sociale klassen. Kennelijk zijn die genres in de loop der jaren cultureel opgewaardeerd.”

De voorkeur voor een bepaalde muzikale stijl komt al vroeg tot uiting: ongeveer rond het twaalfde jaar. Je smaak is zelfs zo diep verankerd dat deze nauwelijks nog wijzigt. “Houd je als puber van alternative, dan doe je dat na je twintigste meestal nog steeds”, stelt Ter Bogt. “En als je andere bands mooi gaat vinden, blijken die door de bank genomen tot hetzelfde genre te behoren. Je horizon verbreden? Vaak luister je dan gewoon naar een ander genre binnen dezelfde stijl. Een metalhead zal bijvoorbeeld eerder rock of gothic draaien dan hiphop of jazz.”

Venster op de persoonlijkheid

Wie op een feestje of in het café een gesprek wil aanknopen zonder al teveel over zichzelf bloot te geven, kan beter niet over zijn favoriete artiest of band beginnen. Je smaak blijkt namelijk veel over je karakter te vertellen. “Als een onbekende van een urbanartiest als Beyoncé of Eminem houdt, maakt hij of zij waarschijnlijk graag een praatje”, zegt Ter Bogt. “Sta je echter te praten met een fan van The Gathering of Simple Minds, dan is de kans groot dat je een introvert, maar nieuwsgierig persoon voor je hebt.”

Kader 2

Vertel me wat je luistert en ik vertel je wie je bent:

Mainstream:
praatgraag
gericht op contact met anderen
hulpvaardig
tolerant
Urban:
praatgraag
gericht op contact met anderen
Rock:
in zichzelf gekeerd
slordig
open staand voor nieuwe ervaringen
fantasierijk
High Brow:
hulpvaardig en tolerant
nauwkeurig
gestructureerd
onzeker
neiging naar angst en depressie
open staand voor nieuwe ervaringen
fantasierijk


Muziekvriendschappen
U2 of Simple Minds. De Rolling Stones of de Beatles. Marillion of Fish. Soms lopen de discussies tussen fans zo hoog op, dat het lijkt alsof hun favoriete artiest deel uitmaakt van hun identiteit en een sterk persoonlijke overtuiging reflecteren. Toch is dat niet helemaal zo, blijkt uit het onderzoek van Ter Bogt. Of je het nu toe wilt geven of niet, de mensen in je omgeving beïnvloeden wel degelijk of je liever Frans Bauer of Arvo Pärt op je iPod zet. “Als je met een vriend of vriendin graag naar Urban luistert, zul je in de loop der tijd die voorkeur bij elkaar gaan versterken”, weet Ter Bogt. “Zelfs je ouders dragen een steentje bij. Het lukt met name moeders redelijk goed om hun muziekvoorkeur op hun dochters over te dragen. Zonen zijn iets minder bevattelijk voor de ouderlijke smaak. Met één uitzondering: High Brow. Ouders geven hun liefde of antipathie hiervoor juist wél door aan zoonlief. Het is overigens nog niet onderzocht of jongens na hun dertigste alsnog de smaak van hun ouders gaan waarderen.”

Je omgeving mag dan invloed uitoefenen op de muziek die je luistert, Ter Bogt vond dat het omgekeerde ook geldt: je muzikale voorkeur bepaalt in wiens gezelschap je graag verkeert. “Geliefden vertonen een zekere gelijkheid in de muziek die ze draaien”, stelt Ter Bogt voorzichtig. “Ook bij het aangaan van vriendschappen speelt je favoriete muziekstijl een belangrijke rol. Eerstejaars scholieren die in ons onderzoek bevriend raakten, toonden van te voren al overeenkomsten in hun voorkeur. Een gedeelde smaak bleek zelfs een betere voorspeller voor het ontstaan van vriendschappen dan opleidingsniveau of afkomst. Muziek lijkt daarmee sociale barrières weg te nemen.”

Kansrekening
Op zijn bureau heeft Ter Bogt een rek met zijn favoriete cd’s staan. Oasis, Television en Comsat Angels: het zijn duidelijk rockbands. Maar Hank Williams? Die valt toch onder High Brow? “Nee, ik heb geen gespleten persoonlijkheid,” lacht Ter Bogt. “Ons onderzoek laat zien dat dezelfde karaktertrekken soms tot voorkeuren binnen meerdere stijlen leiden. Het is zeker mogelijk dat je hiphop én klassiek én het levenslied leuk vindt, maar als dit soort individuele voorkeuren relatief weinig voorkomt, raken ze ondergesneeuwd. Onze analysemethode belicht vooral algemene patronen. Je kunt die relatie tussen persoonlijkheid en muzieksmaak dan ook beter relativeren naar waarschijnlijkheden: als iemand van jazz houdt, is de kans groter dan gemiddeld dat hij bijvoorbeeld nauwkeurig en gestructureerd door het leven gaat. En soms moet je het zelfs over een compleet andere boeg gooien als je iemand wilt leren kennen: ongeveer één op de vijf mensen heeft namelijk helemaal niets met muziek.”