TAD show bij Rhapsody


Jan de Jeu | 14 mei 2014 | TAD

Harry van Dalen heeft, zoals bekend, een uitstekende neus voor het selecteren van topsystemen. Net als Rhapsody lange tijd de enige winkel in Nederland was waar het topsysteem van Sonore te beluisteren was, is het nu de enige plek waar je een referentie systeem van TAD kunt beluisteren. De eerste grote show met TAD kon ik helaas niet bijwonen maar de herkansing van 10 mei 2014 liet ik mij niet ontgaan. Op naar de Borneolaan in Hilversum dus.  

Maar voor ik in de auto stap even een korte introductie over het merk TAD oftewel Technical Audio Devices Inc. Voor de gemiddelde Nederlandse muziekliefhebber zal dat geen overbodige luxe zijn want zoals gezegd; TAD is alleen te horen bij Rhapsody en ook dat kan nog maar sinds kort. Het bedrijf is opgericht op 1 oktober 2007 en heeft zijn hoofdkantoor in het Japanse Tokyo. Toch is het niet Japan maar de USA waar de top producten van TAD ontwikkeld zijn. TAD Labs is namelijk een divisie van Pioneer en dat bedrijf bouwde rond 1997 in California een research center voor luidsprekerontwikkeling. Hoofd development werd Andrew Jones, o.a. bekend vanwege zijn werk aan de Uni-Q driver van KEF. Hij is degene die verantwoordelijk is voor de TAD systemen die ik vandaag ga beluisteren.

In het kader van dit showverslag voert het te ver om diepgaand in te gaan op de technische aspecten van de luidsprekers en de elektronica. Eén belangrijk aspect dat in beide vandaag te beluisteren luidsprekers een cruciale rol speelt wil ik u echter niet onthouden. Zij maken gebruik van een door Andrew Jones ontwikkelde Coherent Source Transducer (CST) waarbij in het hart van de midrange conus een dome tweeter geplaatst is. Met diafragma’s vervaardigd uit beryllium; licht en vormvast. Waarmee dus een perfecte puntbron wordt gecreëerd die alle frequenties van 250 Hz tot 100 kHz weergeeft. Met als groot voordeel dat tijd en fase fouten niet op kunnen treden.

Voorprogramma
Aan het begin van de één uur durende autorit naar de villa van de Sound Masters besluit ik als appetizer radio 4 aan te zetten. De muziek zet ik echter al snel weer uit wanneer ze overstemd wordt door het monotone geluid van de ruitenwissers en de kletterende regen. Het zorgt voor een stukje stilte in mezelf waardoor ik volledig open sta voor de komende muzikale ervaring. Wanneer ik de hal van de villa betreed hoor ik uit de grote luisterruimte stemmen opklinken terwijl in de kleine ruimte volop muziek wordt gespeeld. Ik besluit dan ook om eerst die dj even de hand te schudden voordat ik me naar Harry en zijn set spoed. Zoals altijd is dat ook nu weer Rob Wattimena, een muziekliefhebber pur sang. Bij binnenkomst verstomt de muziek en kijk ik tegen de rug van Rob aan die naar de Moon CD speler loopt om een CD te wisselen. Op het audio rack – dat zoals altijd diagonaal en uit het midden tussen de luidsprekers staat – zie ik verder een Signature 10 draaitafel uit de toplijn van Pro-ject, compleet met Kiseki Blue element, en een Moon phono voorversterker. Met uiteraard een TAD versterkercombinatie; de C2000 voorversterker en de M2500 eindversterker.

De TAD luidsprekers zijn van het type Evolution One.  Een vloerstaande 3-weg basreflex luidspreker met twee 18 cm woofers en een Coherent Source Transducer (CST). Powercords zijn Sunyata Python en Anaconda met triton line conditioners. Interlinks en luidsprekerkabels; Sunyata Anaconda. Voor ik Rob kan begroeten word ik overvallen door Nick Bärtsch Ronin. Ik gebruik bewust de term overvallen omdat het voor mij op geen enkele andere wijze te beschrijven is. Herkent u dat? U staat bij een optreden, hoort om u heen het geroezemoes van het publiek en plotseling begint de band te spelen. Dat is het gevoel dat me overvalt, dat me grijpt. Rob ziet het en knikt begrijpend. Wat ik oppik is de energie van de muziek zoals die gegenereerd wordt tijdens een live optreden. De allesomvattende grootte van het beeld, het gewicht en de massa van de instrumenten. Genietend zit ik het nummer uit, waarna ik gebruik maak van de pauze tussen twee CD’s om afscheid te nemen van dit muzikale voorprogramma en me op te maken voor de hoofdact in de grote luisterruimte. I’m in the mood.

Hoofdact

Daar staat Harry op het punt om te beginnen met een luistersessie. Hij legt een CD in de TAD D600 disc player en kondigt een stuk van Igor Strawinsky aan. Zou hij weten dat het één van mijn favoriete componisten is? De eerste tonen klinken en ik zit in een concertzaal, ik ervaar de ruimte en de energie van de uitvoering. Ik zie de uitvoerenden voor me en kan niet anders dan ademloos luisteren. De betovering wordt doorbroken wanneer Harry het volume terugdraait maar wordt onmiddellijk hersteld zodra ik in de studio ben met een klein jazz combo.

Van de diepte en de ambiance van de grote concertzaal naar de up front situatie in de veel kleinere studio. Ik zie de akoestische bas die snort, knort en resoneert. Krijg de rillingen van de kwastjes die over de drums schuifelen, de sticks die op de bekkens tikken en de hamertjes die op de pianosnaren trommelen. Opnieuw is het de teruglopende volumestand die me in de werkelijkheid terug brengt. En steeds wanneer die volumeknop bij een nieuwe track de optimale stand bereikt waan ik me in de opnameruimte. Ongeacht de muzieksoort of bezetting. Ook een prachtige, in de beginperiode van het digitale tijdperk gemaakte,opname van een werk van Shostakovich onder leiding van Bernard Haitink heeft dit effect. Ondanks de zeker aanwezige digitale artefacten. Tussen twee tracks door, in een pauze waarin Harry een toelichting geeft op een CD van de Catalaanse musicus Jordi Saval, verschijnt voor mijn geestesoog het beeld van een kameleon. Dit systeem weet steeds opnieuw op de meest overtuigende wijze van gedaante te wisselen. Juist omdat het zo waarheidsgetrouw is blijkt het keer op keer onmogelijk om de set te beleven als een afstandelijke toehoorder bij een audio show. Ieder stuk opnieuw voert me naar weer een andere studio, zaal of opnameruimte. Een orkeststuk van Benjamin Britten, met daarin opgenomen een optreden van een groot koor, beneemt me letterlijk de adem. Zelfs een geremasterde  versie van een uitgekauwd en daardoor voor mij normaliter nauwelijks nog te pruimen Dire Straits nummer, de enige track die Harry overigens tijdens de eerste luistersessie vanaf LP afspeelt, doet me in de studio belanden. 

Pauze
Wanneer Harry een luisterpauze inlast neem ik uitgebreid de tijd om de onderdelen van deze uitzonderlijk mooie set van nabij te bekijken. De grootste aantrekkingskracht wordt uitgeoefend door de twee monitor luidsprekers. Ja, de behuizingen staan op stands maar daarmee houdt de vergelijking met wat men normaal gesproken onder een monitor luidspreker verstaat wel op. De TAD Compact Reference CR1 luidspreker (46 kilo) vormt in combinatie met zijn stand (16 kilo) een volwaardig luidspreker systeem met een bereik van dat loopt van 32 Hz tot 100 kHz. Met zijn totale hoogte van 1 meter 16 en een footprint, van de stand, van 407 mm breed en 525 mm diep, heeft hij een voor de gemiddelde woonkamer fors formaat. Toch is dat niet het eerste dat mijn aandacht trekt. Dat is veeleer het uiterlijk en de afwerking. Ze doen me denken aan Italiaanse weergevers die een veelvoud kosten van de prijs waarvoor deze TAD’s van eigenaar wisselen. De elektronica van TAD is al even indrukwekkend. In het audio rack staan de D600 discplayer en de C600 voorversterker. Aan weerszijden geflankeerd door een M600 mono eindversterker.

Alle powerchords waren Sunyata Python en Anaconda met triton line conditioners. Zowel de interlinks als de luidsprekerkabel  zijn van Audioquest ; type WELL. Powercords Sunyata Python en Anaconda met triton line conditioners. Helemaal bovenop het rack staat een digitale muziekspeler van Aurender en aan de zijkant staat zoals altijd de draaitafel. Ditmaal de Signature 12, het topmodel van Pro-ject, met ook hier een Kiseki element, de Kiseki Purple Heart. Daarnaast op een lager niveau een acoustic revive RL 30 demagnetizer waarop de discs behandeld worden alvorens ze in de D600 belanden. Harry is nog steeds in gesprek dus ik besluit, met de klank en de beleving van het grote systeem nog in mijn hoofd en mijn lijf, kort terug te keren naar de kleinere ruimte. Daar plaatst Rob op verzoek dezelfde in de grote ruimte gehoorde Britten selectie in de Moon CD speler. Opnieuw de intense beleving van het stuk en het genieten van koor en orkest. Tegelijkertijd valt me nu het aangezette laag op. Iets wat ook duidelijk wordt bij een lp track van Stevie Ray Vaughan. Nog steeds een fraai systeem maar voor deze ruimte zijn de TAD Evolution One luidsprekers in mijn oren toch een maatje te groot. Snel terug naar de hoofdset waar Harry alweer gestart is.

Toegift
Tijdens de eerste luistersessie zat ik op de eerste rij. Nu besluit ik het anders te doen. Hoewel ik er zonder meer van uit ga dat deze topset op iedere plek in deze ruimte goed klinkt, besluit ik om toch wat verschillende luisterplekken uit te kiezen. Er zit nu een ander publiek en Harry draait om te beginnen enkele van de eerder gehoorde stukken. Op verschillende plekken achterin de grote kamer staand heeft de set nog steeds hetzelfde effect op me. Ook nu is de beleving dermate intens dat ik me na afloop pas realiseer dat ik onmogelijk op enig moment op een afstandelijke, technische manier naar deze set heb kunnen luisteren. Wanneer ik uiteindelijk toch nog even ga zitten doe ik dat aan de zijkant. Harry heeft inmiddels zijn iPad ter hand genomen en selecteert nu muziek die opgeslagen is op de Aurender. Achtereenvolgens klinken enkele mij bekende tracks door de ruimte, waaronder één van Bobo Stenson. Zo heb ik hem thuis nog nooit gehoord. Maar dat geldt ook voor de daaropvolgende Nick Bärtsch Ronin selectie die ik vandaag eerder bij Rob hoorde. Wanneer de muziek uiteindelijk verstomt kom ik voor mezelf tot de conclusie dat dit de perfecte afsluiting is van deze aaneenschakeling van live gebeurtenissen die me op één dag meer studio’s en concertzalen deed bezoeken dan fysiek mogelijk is. Wat een set.