Daudio W1 Dipool High End luidspreker


Jan de Jeu | 17 november 2014

Soms hoor ik het nog wel eens: “Een dipool luidspreker kan geen laag weergeven”. Degene die dat zegt heeft duidelijk nog nooit geluisterd naar de dipool luidsprekers van het Nederlandse Daudio. Want daar zit wel degelijk echt laag in. En de rest van het weergavespectrum is daarmee mooi in evenwicht.

Hans Beckeringh en Jeroen Dezaire, de twee ontwerpers achter het merk, zijn al ruim twintig jaar actief in de luidsprekerbouw. Pas in de laatste jaren heeft het idee om een high-end referentie luidspreker te ontwerpen vaste vormen aangenomen en eind 2012 hebben de beide eigenaren hun bedrijf ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

De X-Fi show in Veldhoven was eind 2013 de eerste gelegenheid waar het merk zich aan het grote publiek presenteerde en de kritieken waren over het algemeen zeer lovend. Voor mij reden genoeg om hun systeem in mijn eigen luisterruimte eens nader aan de tand te voelen en mij daarnaast wat verder te verdiepen in Daudio. Laat ik met dat laatste beginnen. De D waarmee de firmanaam begint staat zowel voor Dipool als voor Design en Direct. Het zijn de drie pijlers die tezamen de kern van Daudio vormen.

Dipool, Design, Direct
Daudio wil geen reguliere luidsprekerfabrikant zijn die voor ieder prijssegment een model of een lijn ontwerpt en vervolgens op de markt brengt. Het enige doel is om een referentie high-end luidspreker op de markt te zetten. Een luidspreker die niets toevoegt, niet kleurt, geen kastresonanties heeft en een natuurlijk geluidsbeeld neerzet waar je onafgebroken naar kunt blijven luisteren. Om dat te realiseren is er gekozen voor een Dipool type luidspreker met een open baffle. Zoals u ongetwijfeld zult weten straalt een dipool zowel naar voren als naar achteren af. Door te kiezen voor de open baffle wordt het naar achteren geprojecteerde geluid bij dit dynamische luidsprekersysteem, de zogenaamde backwave, niet opgesloten in een kast en kan er geen sprake zijn van terugkaatsing van het geluid die de klank van de conus negatief zou beïnvloeden.

Naast de aandacht voor de technische eisen die zo’n ontwerp stelt is er door de ontwerpers evenveel aandacht besteed aan de Design factor. Daarvoor is de hulp ingeroepen van professionele binnenhuis architecten en ontwerpers. Die hebben adviezen aangedragen voor zaken als de symmetrie in het ontwerp, het gebruik van rechte en afgeronde hoeken, de plaatsing van het frame met het topdeel ten opzichte van de kast met de woofers etc. Direct staat voor de directe verkoop aan de consument, zonder tussenkomst van dealers. Hierdoor kunnen de producten goedkoper geleverd worden, kan de klant beter gebruik maken van adviezen voor de toepassing van het systeem in zijn eigen luisterruimte en kan hij persoonlijke wensen met betrekking tot de uitvoering direct met de ontwerpers overleggen.

Luidsprekers en meer
Op een zonnige zondagmiddag komen Jeroen en Hans de set full range 3-weg dipool design Daudio W1 luidsprekers bij mij afleveren en plaatsen. Dit betekent dat ze de luidsprekers met een afmeting van 30,6 bij 30,6 bij 100 cm (bxdxh) zelf - met transportkisten en al - de twee trappen op dragen die de hal van de luisterruimte scheiden. Eenmaal daar aangekomen plaatst Jeroen vier grote siliconen dempers op elk van de twee granieten tegels waarop normaliter mijn Audiovector Si3 Avantgarde Arreté luidsprekers staan. Daarop komen de Daudio luidsprekers. Standaard is de W1 leverbaar in zwarte of witte hoogglans maar een afwerking in iedere andere RAL kleur of in een houtuitvoering is tegen meerprijs leverbaar.

Terwijl ik de, in mijn ogen, mooi vormgegeven luidspreker bewonder vertellen Jeroen en Hans dat de W1 onder andere geïnspireerd is op de Orion van Linkwitz, gecombineerd met de Kithara van Oskar Heil en dat hij meerdere Apple design trekjes heeft. Wat ik zie is een vakkundig wit gespoten vierkante kast met mooi afgeronde hoeken. Het materiaal is berkenmultiplex met deuvel (houten) verbindingen. Aan de zijkanten staanders van geslepen RVS waar de baffle met de Audio Technology middentoner op rust. Tussen de middentoner en de kast met de twee – speciaal voor gebruik in een open baffle systeem – 10 inch Seas woofers hangt de, zoals tijdens de luistersessies zal blijken, prachtige Mundorf AMT tweeter. Zoals een dipool open baffle luidspreker betaamt, kunnen de units zowel naar voren als naar achteren onbelemmerd afstralen. Voordeel is dat er geen sprake is van drukopbouw en dus ook geen kastkleuring. De woofers spelen tegenover elkaar waardoor trillingen worden uitgedoofd. Nadeel van dit systeem is dat er sprake is van een snelle laagafval. Dit is echter te compenseren in het filter.

Terwijl ik me bedenk dat bij deze twee grote parallel geschakelde woofers een versterker in staat moet zijn om de nodige controle uit te oefenen, vertelt Hans dat zij er bij dit ontwerp voor gekozen hebben om het laag actief aan te sturen. Dat gebeurt met de Daudio asp/amp, een krachtige dubbele versterker met geïntegreerd actief filter. De ene versterker stuurt het laag aan, terwijl de andere het hoog/midden voor zijn rekening neemt. Het gaat hier om een rond twee Hypex modules van 250 Watt opgebouwde klasse D versterker die met het uitpompen van grote hoeveelheden Watts geen enkel probleem heeft. Het zijn Hypex versterkers zonder het voorversterkerdeel, hiervoor heeft Jeroen een eigen ontwerp gebruikt. Het actieve filter, inclusief de twee versterkermodules, voorversterkers en de schakelende voeding kunnen door de compacte vorm zonder problemen gezamenlijk een plek vinden in de elegante behuizing van 24 cm breed en 5 cm hoog. Eventueel kan de consument zelf met zijn eigen versterker het passieve hoog/midden aansturen, hiervoor is op de asp/amp een hoogwaardige lijnuitgang aanwezig. Deze mogelijkheid is bewust gecreëerd omdat sommige geïnteresseerden het hoog/midden mogelijk aan zouden willen sturen met een mooie (single ended) buizenversterker of een hoogwaardig solid state (klasse A) ontwerp.

Hans en Jeroen hebben ook geëxperimenteerd met een actief hoog/midden maar puur op het gehoor is uiteindelijk besloten om toch te kiezen voor de passieve versie. Het laatste kastje dat de twee ontwerpers te voorschijn toveren is de Daudio DAC. Dit is een OEM versie van de non oversampling Octave Metrum DAC. Hij heeft twee digitale ingangen en twee volledig analoge ingangen alsmede een Tentlabs volumeregeling, naar een concept van Jos van Eijndhoven, in de vorm van een relais gestuurde stappenregelaar. Ook de totale bekabeling van het systeem wordt door Daudio geleverd waarbij gekozen kan worden tussen koper en zilver/goud interlinks. Beiden met een teflon omhulsel en lucht als diëelektricum. Voor deze testopstelling wordt gekozen voor de zilver/goud versie. In feite behoeft er nu alleen nog maar een hoogwaardige bron aangesloten te worden om aan de W1 luidsprekers geluid te ontlokken. En daarvan zijn er meerdere in mijn luisterruimte aanwezig.

Samen luisteren

Tijdens het opstellen besluiten we dat ik het totale systeem in zijn geheel zal beluisteren en beoordelen. Het enige wat ik zelf zal toevoegen is de bron. Direct na het opstellen is dat als eerste de NAD 50 Digital Music Player in combinatie met de NAD M 52 Digital Music Vault. In plaats van de NAD M51 Direct Digital DAC die normaliter het trio completeert gebruik ik nu de Daudio DAC die ik met de M50 verbind door middel van een coaxiale digitale Sonore Reference interlink. We starten de luistersessie met de luidsprekers op de plekken waar de meeste typen en merken het best presteren. Uiteindelijk kiezen Hans en Jeroen er voor om de luidsprekers wat meer naar voren te zetten en ook de afstand tussen beiden te verkleinen. Daarmee de focussering optimaliserend.



Tijdens het luisteren draaien we aan de beide aan de achterzijde van het actieve filter geplaatste potmeters waarmee de hoeveelheid laag per kanaal kan worden aangepast. Al snel zijn we het er over eens dat in mijn geoptimaliseerde houten luisterruimte de maximale hoeveelheid laag kan worden gegenereerd zonder dat dit vervelende resonanties met zich mee brengt. Voor de gemiddelde Nederlandse huiskamer - veelal kleiner en vaak opgetrokken uit harde materialen zoals beton - zal de mogelijkheid om het laag te kunnen beïnvloeden evenwel ronduit een zegen zijn. Met behulp van mijn iPad selecteer ik enkele nummers en al snel wordt me duidelijk dat dit systeem uitstekend de kwaliteit van de opname blootlegt. Heerlijk natuurlijk wanneer het een prachtige geluidsopname betreft, maar niet altijd even prettig wanneer dit niet het geval is. Om een voorbeeld te noemen; Schubert’s liederen cyclus Winterreise heb ik in de uitvoering van Werner Güra en van Christoph Pregardien. Beiden vind ik prachtig maar bij Werner Güra is de begeleidende pianopartij minder goed opgenomen. Met het Daudio systeem wordt het verschil nog groter en voor het eerst erger ik me nu aan die mindere pianoklanken. Misschien juist omdat de stem werkelijk subliem klinkt.

Alleen met de set
Zodra de voordeur achter de beide heren dichtgetrokken is haast ik mij weer naar mijn luisterruimte. Ik verlang naar ‘Regular Pleasures’ van Patricia Barber zoals dat te vinden is op haar album Verse. Want ik wil die twee woofers nu wel eens echt aan het werk zien. En boy, is that what they do! Prachtig, die harde percussie klappen. Een geweldige diepgang en, samenhangend met mijn luisterruimte, een mooi droog karakter. Maar er is meer. Luister naar die trompet. Of die bekkens. Dit systeem is een ware kampioen op het gebied van tonaliteit. Niet zo verwonderlijk natuurlijk want beide ontwerpers van het systeem, zowel Jeroen als Hans, hebben de nodige ervaring met het live geluid van akoestische instrumenten. Beiden komen uit een muzikale familie en Jeroen heeft zelf jarenlang dwarsfluit gespeeld. Niet voor niets draaiden we vlak voor hij wegging een stuk van Telemann, de componist die de nodige werken voor dwarsfluit geschreven heeft. En Hans zingt bij een bigband waarvan hij een cd opname bij me achter heeft gelaten. Echte muziekliefhebbers dus. Ik verlang ook naar Nick Bärtsch’s Ronin Live. En dan vooral naar ‘modul 22’ zoals dat live in Amsterdam uitgevoerd werd. Een nummer met een heerlijke opbouw waarbij de spanning langzaam toeneemt.

Nog een pluspunt van dit open baffle/dipool systeem; het oproepen van een live gevoel. En dan natuurlijk vooral bij een opname als deze. Net als bij de voorgaande tracks klinkt ook deze meer ‘forward’ dan ik van mijn eigen systeem gewend ben. Pakkend, maar nooit irriterend. Mede door de wel heel erg mooie tweeter. Het mooist klinken de opnamen van stemmen en akoestische instrumenten. Ongeacht of ik het dan heb over Cecilia Bartoli in Bellini’s Norma, Pieter Wispelwey tijdens zijn meest recente opname van Bach’s cello stukken, de big band van Count Basie, het Koninklijk Concertgebouw Orkest onder leiding van Mariss Jansons of de blues van Doug MacLeod. Als ik al een kritische kanttekening zou moeten plaatsen dan geldt dat verbazingwekkend genoeg de laagweergave. Eerder gaf ik al aan dat er door het open karakter van de kast geen drukopbouw is en dus ook geen sprake kan zijn van kastkleuring. Dat er ook een keerzijde is blijkt met name aan het eind van de luisterperiode wanneer ik percussie muziek draai. Bijvoorbeeld van het Deense Safri Duo en de Nederlandse band Slagerij van Kampen. Dan is de mate van gegenereerde energie minder en wordt de lichamelijk ervaren sensatie van het laag minder ervaren dan bij vergelijkbare dynamische systemen met woofers van dit formaat. Ook tijdens het draaien van elektronische muziek van bands als Yello of Booka Shade komt dit naar voren. Is dit een ernstige kritiek? Nee, al is het wel een belangrijk punt voor diegenen die juist deze kenmerken in de muziekweergave belangrijk vinden.

Conclusie
Veel ontwerpen die hun oorsprong vinden in de DIY audiowereld zullen nooit een commercieel succes worden. De Daudio W1 heeft alles in zich om daarop een duidelijke uitzondering te gaan vormen. Het is een heel fraai concept dat ook nog eens op professionele wijze uitgevoerd is. Niet alleen door de kennis van zaken waardoor technische kwaliteit, tonaliteit en homogeniteit excellent zijn. De kwaliteit van opnames wordt meedogenloos blootgelegd, met alle voor- en nadelen van dien. Ook aan de designkenmerken van deze weergever is uitgebreid aandacht besteed. Daardoor is het een open baffle dipool ontwerp geworden dat menig consument aan zal spreken. Zowel qua klank als qua uiterlijk, dat volledig af te stemmen is op de persoonlijke smaak van de consument. De bijbehorende versterker(s) en DAC zijn eveneens van hoog niveau en door hun fysieke formaat zullen ze geen inbreuk doen aan welk zorgvuldig samengesteld interieur dan ook. Eerder zal het de interieur keuzes ondersteunen of nog sterker tot hun recht doen komen. Voeg er een mooie bron aan toe en u speelt op absoluut topniveau voor een prijs waar de concurrentie in deze prijsklasse, maar ook daarboven, nog een voorbeeld aan kan nemen.

Prijzen
Daudio W1 per set  € 17.500,-
Daudio asp/amp per paar € 3.150,-
Daudio DAC incl. remote € 1.995,-

Daudio
www.daudio.nl