Recensie NAD C510 en C 275BEE


René van Es | 12 maart 2015 | NAD
Dit artikel werd oorspronkelijk geplaatst op 30 november 2014

In mijn kelder staat een oude versterker stof te verzamelen. Aan de achterzijde heeft hij een heleboel ingangen voor analoge bronnen, variërend van platenspelers tot taperecorders, met daarbij twee tape monitor circuits. Hoe anders ziet een moderne voorversterker er uit, die aan de achterzijde slechts digitale ingangen heeft en, in het geval van de NAD C 510, dubbele analoge uitgangen.

Deze digitaal/analoog-converter met ingebouwde voorversterker heeft niet eens analoge ingangen meer. Wèl treffen we analoge ingangen aan op de (op mijn verzoek) meegeleverde NAD C 275BEE eindversterker, zodat de combinatie rechtstreeks vanuit digitale bronnen twee paar luidsprekers kan aansturen over een korte signaalweg.

Wie het productpalet van NAD de laatste jaren een beetje in de gaten heeft gehouden, weet inmiddels dat NAD gretig gebruik maakt van een DAC, waar het inkomende PCM-signaal (Pulse Code Modulation) wordt geconverteerd naar PWM (Pulse Width Modulation). Een PWM-signaal is analoog van aard en laat zich eenvoudig in volume manipuleren. Daar is wel een technisch hoogstandje voor nodig, dat met een zeer hoge samplefrequentie werkt. NAD koos voor een 35bit architectuur, zodat zelfs 24bit-files in kwaliteit onaangetast blijven als je het volume aan de uitgang wilt regelen. Deze opzet is wezenlijk anders dan hetgeen aanwezig is in 99% van de losse DAC’s die op de markt zijn. In dat soort DAC’s wordt het digitale signaal omgezet naar een traditioneel analoog signaal en daarna versterkt. De NAD architectuur was aanvankelijk het eerst te vinden in de Masters Series M2 versterker en later ook in de M51 DAC van NAD.

Technologische ontwikkelingen sijpelen gewoonlijk door van de top naar producten die voor een grotere groep consumenten bereikbaar zijn. Zo is de C 510 een directe afgeleide van de M51 DAC. De verschillen zijn meer cosmetisch dan elektrisch: het volume is op de M51 alleen te regelen via een meegeleverde afstandsbediening, terwijl de C 510 daar of het frontpaneel tevens een draaiknop voor heeft. Verder zien we op de voorkant een tweetal toetsen voor de bronkeuze, een stand-by-schakelaar en een display. De display toont in duidelijke letters de bron, de sample-rate en de volumestand en is naar wens te dimmen.

De achterzijde is druk bezet. Vanaf de rechterkant gezien vinden we eerst de netspanning-entree. Daarnaast de aan/uit-knop, 12Volt triggers, IR in en RS-232 handigheden. Een USB-poort voor software-updates ontbreekt evenmin. Voor HDMI zijn twee ingangen beschikbaar die het PCM-signaal uit de bron halen om te decoderen, terwijl het beeldsignaal ongestoord wordt doorgegeven via een HDMI-uitgang. Ideaal voor 2-kanaals weergave van geluid uit TV-decoders en/of een DVD/BD-speler. S/PDIF-ingangen zijn er voor coaxiaal, optisch en XLR. Laten we bovendien de asynchrone USB-ingang niet vergeten. Alle ingangen accepteren een maximale sample-rate van 24bit/192kHz. Tenslotte zijn er de analoge uitgangen, uitgevoerd met RCA en XLR. Het signaalniveau van die analoge uitgangen kan variabel zijn (regelbaar via de afstandsbediening of met de volumeregelaar) indien de C 510 als voorversterker wordt gebruikt, maar kan ook worden vastgezet op een gekozen niveau indien de C 510 uitsluitend als DAC fungeert, gekoppeld aan analoge (voor)versterker.

NAD C 275BEE
De NAD C 275BEE versterker is qua afmetingen aanzienlijk groter dan de C 510. De voorzijde is vrijwel kaal, op een stand-by toets na en twee LED’s die aangeven of de versterker als monoblok wordt gebruikt (“bridgen”) en een LED-indicatie als de versterker clipt. De achterzijde is net zo Spartaans. Aan/uit-schakelaar naast de netspanning-entree. Daaronder de 12Volt trigger die met een schakelaar diverse instelmogelijkheden kent. Kleine schakelaars voor bridgen en instellen van soft clipping zitten onder de dubbel uitgevoerde, zware luidsprekeraansluitingen. Tenslotte vinden we de stereo RCA-ingang die om te schakelen is naar een vast ingangsniveau of variabel met een regelaar.

Nieuwsgierig waarom de kast zo groot is, trek ik de kap van de versterker en word aangenaam verrast door een “echte” versterkerschakeling met een “echte” voeding. Geen klasse D, geen schakelende voeding die roet in het audio-eten kan gooien. De C 275BEE is volgens NAD een afgeleide van de M3 Masters Series versterker en het inwendige bevestigt die stelling. Zoals bij NAD gebruikelijk is, wordt een vermogen opgegeven dat 150 Watt per kanaal bedraagt aan 4 of 8 Ohm. Pas bij de dynamische vermogensopgave zien we verschillen en is er kortstondig 600 Watt beschikbaar aan 2 Ohm. Niet genoeg? Bridgen en werken met twee eindtrappen geeft 330 Watt continu tot 1200 Watt aan 4 Ohm. De vermogensopgave van NAD is altijd bescheiden, omdat wordt gemeten op een laag vervormingsniveau van 0,02 % THD. Verantwoordelijk voor de grote reserves aan vermogen en de lage vervorming is de PowerDrive topologie, die rekening houdt met het impedantieverloop van de aangesloten luidsprekers. Een laatste punt van aandacht is, dat NAD rekening houdt met alle Europese voorschriften: geen lood toepassen, laag energieverbruik en een standby-verbruik van minder dan 1 Watt. Bovendien schakelt de apparatuur na een poosje uit als er geen muzieksignaal aanwezig is of het volumeniveau te laag is. En dat laatste is wel eens vervelend, maar kan door de gebruiker gelukkig wel uitgezet worden. Audiofielen en Brussels volk: vrienden worden dat nooit helemaal.


USB of coaxiaal
Bij het bepalen welke digitale ingang het beste resultaat oplevert, laat ik HDMI buiten beschouwing. Met een DVD of BD ben ik al snel tevreden, want ik ben geen echte filmliefhebber en kijk evenmin met enige regelmaat naar muziek-DVD’s. De HDMI-input is wel de beste keuze als u werkt met de M50 digitale muziekspeler van NAD. Deze zit echter in de Masters Series en is dus kostbaar, een gegeven dat wel de hoogwaardige kwaliteit van HDMI aangeeft. Voorlopig laat ik de strijd ontbranden tussen USB en coaxiaal. De verschillen zijn in een A/B-vergelijking goed hoorbaar, maar niet zo groot dat ik durf te beweren dat ik na een dag nog met zekerheid zou kunnen zeggen welke input speelt. Coaxiaal heeft een betere definitie in het laag, speelt helderder, soms zelfs een beetje hees. Het stereobeeld is groter dan bij USB, dat op zich wel warmer klinkt. USB is wat doffer, coaxiaal iets vrolijker. Alles uiteraard mede afhankelijk van de bron, de software en de kabels. Al met al heeft coaxiaal mijn voorkeur, mede omdat ik gewend ben met coaxiale verbindingen te werken, maar met USB kan ik eveneens gelukkig zijn. Het is een compliment waard dat de DAC(voorversterker) en eindversterker de verschillen zo gemakkelijk laten beluisteren, terwijl de verschillen zelf maar beperkt zijn.

Hersenkraker

Soms is het moeilijk om in woorden weer te geven waartoe een product wèl of juist niet in staat is. Deze NAD-combinatie is weer een hersenkraker eerste klas. Na het draaien van echt heel veel muziek heb ik geen enkele nare eigenschap kunnen ontdekken aan de twee componenten. Zij vullen elkaar op een perfecte manier aan, al staan ze ieder voor zich eveneens hun mannetje. Na een hele cd Stacey Kent kan ik geen andere woorden bedenken dan: heerlijk, uitstekende resolutie, strak zonder te technisch te worden, prima stereobeeld dat heerlijk los komt van de weergevers, etc. Dat is allemaal niet erg, maar ik zou het graag wat smeuïger maken voor wie dit leest.

Neem Melanie De Biasio met haar cd ‘No deal’. De sfeer die de dame schept, laat zich uitvoerig beluisteren en vult een grote stage recht voor mij. De NAD-combinatie heeft snelheid en de meest minieme details zweven door de DAC met een gemak dat normaliter voorbehouden is aan veel kostbaarder apparaten. Laag geprijsde DAC’s geven ook nog wel eens zo’n indruk, maar na een paar uur luisteren kom je er al snel achter dat die overexposure snel gaat irriteren. De C 510 is eigenzinnig neutraal, geeft gewoon wat er te geven is, voegt niets toe en overdrijft niet. Tegelijk is het daarmee misschien niet de meest muzikale DAC die hier heeft gestaan, maar evenmin kan ik de C 510 verwijten dat er geen muziek uit komt. Kleurloos is hij evenmin, terwijl kleuring hem vreemd is. Mooie opnames van 2L The Nordic Sound met klassieke muziek of jazz zijn perfect in klank en stereobeeld. Daar werkt de hoge samplefrequentie van de file graag aan mee. Helaas is dat soort files nog steeds lastig te vinden, dus moeten we ons voor het grootste deel behelpen met geripte cd’s. Vooralsnog geen straf, als een C 510 DAC ter beschikking staat.

Aanbeveling
Over de C 275BEE valt eveneens genoeg positiefs te melden als ik hem gebruik als eindversterker aan mijn Naim UnitiQute. Een paar hongerige luidsprekers als de PMC Twenty.23 geniet van het extra vermogen dat de NAD kan leveren. Niet dat ik daarmee ineens veel harder ga spelen, het is vooral het gevoel van gemak dat de extra power met zich meebrengt. Daarbij is de combinatie met de interne DAC/voorversterker van de UnitiQute ten opzichte van de C 510 heel interessant, omdat die in klank afwijkt. Waar de NAD zich presenteert met een detailrijke weergave, concentreert de Naim zich meer op een ronde weergave die minder speels is en meer warmte brengt. De toevoeging van de C 510 in de keten kan helemaal geen kwaad. Even terug naar de eindversterker. Die heeft de luidsprekers goed strak in de hand vanwege de hoge dempingsfactor en mogelijk ook vanwege de compensatieschakeling die rekening weet te houden met het impedantieverloop van de luidsprekers. Met de C 510 DAC als bron komen vooral kleine details in de hoge tonen veel meer tot hun recht. De C 275BEE volgt slaafs zonder eigen inbreng beide wegen, precies wat ik verwacht van een goede eindversterker, die alleen al daarom een aanbeveling zonder enig voorbehoud verdient.

Opstelling
Voordat ik aan een eindoordeel kom, eerst een beknopte toelichting wat er allemaal heeft gespeeld. Voor de USB-ingang dient een RipButler muziekserver als bron, die met een AudioQuest Carbon USB-kabel is verbonden met de DAC. Op de RipButler draait onder Linux het programma Squeezebox Server aan een USB 2.0 uitgang. De andere bron is een Naim UnitiQute, die met AudioQuest Carbon en Vodka ethernetkabels aan mijn NAS is gekoppeld. Die Naim kan via de digitale uitgang dienst doen als netwerkspeler, of via de analoge uitgang als netwerkspeler/DAC/voorversterker, in dat laatste geval met Crystal Cable Piccolo interlinks. De C 510 en de C 275BEE werken eveneens via een Piccolo interlink om qua prijsniveau in de pas te lopen met de prijzen van de apparatuur zelf. De luidsprekers zijn de Twenty.23 transmissionlines van PMC. Staand op Soundcare SuperSpikes en aangesloten met Chord Company Epic Super Twin kabels. De netspanning is ongefilterd, netsnoeren zijn goed afgeschermde Lapp-kabels. In alle gevallen genoeg spul om behoorlijk van muziek te genieten zonder een bank te hoeven overvallen. De DAC heeft ook enige tijd staan spelen in mijn ‘grote’ set en heeft daar eveneens een zeer goede indruk achtergelaten. Het karakter van de C 510 bleef ook daar overeind, ditmaal aangesloten via gebalanceerde analoge interlinks en via AES/EBU (XLR) van muzieksignaal voorzien door een NAD M50/M52 digitale muziekspeler-combinatie. Op dat moment werd de indruk bevestigd dat de C 510 (bijna?) een M51 is, maar dan in een ander jasje.


Conclusie
Wie met stelligheid durft te beweren dat één bepaald apparaat het beste is in zijn prijsklasse, nagel ik met liefde aan de schandpaal. Want niemand ter wereld kent alle beschikbare apparaten. Als recensent kun je alleen afgaan op eigen eerdere ervaringen met soortgelijke middelen, waarbij in de keten zoveel mogelijk constanten zijn aangehouden. Op basis van eigen waarneming durf ik wel te stellen dat de NAD C 510 DAC en de C 275BEE eindversterker uitstekend presteren. De DAC is een uitschieter in resolutie zonder te analytisch te worden. Er stroomt pure muziek door de printbanen, die alleen verbeterd kan worden door heel veel meer geld uit te geven. Met zijn HDMI-, S/PDIF- en USB-ingangen is de C 510 uitermate flexibel en ruim inzetbaar. Dat er geen analoge ingang beschikbaar is, vormt een gegeven. Wanneer u daar behoefte aan hebt, heeft NAD ook een analoge voorversterker in het leveringsprogramma.

De C 275BEE eindversterker is niets meer en niets minder dan een neutraal werkpaard met een ruim vermogen en brede inzetbaarheid. Vanwege het neutrale karakter zal hij presteren achter elke bron die u hebt gekozen, zonder de weergave van de bron aan te tasten. Met zijn mogelijkheden om hem automatisch tot leven te laten komen of weer in slaap te laten vallen, zal hij perfect passen in een moderne leefomgeving, voorzien van multi-room domotica. Wie gewoon muziek wil luisteren zoals wij dat altijd gewend waren, vanaf een set in de luisterruimte, zal noch door de C 510 DAC noch door de C 275BEE eindversterker worden teleurgesteld. Daarom in alle gevallen van harte aanbevolen, want NAD zet een begeerlijke combinatie tegen een heel gunstige prijs op de markt. Tel de reputatie van NAD qua betrouwbaarheid en service daarbij op en er kan niets meer misgaan.

Prijzen
NAD C 510 DAC/voorversterker  € 1.299,-
NAD C 275BEE eindversterker € 1.199,-

AND Benelux
Tel: 088-0152152
www.andbenelux.com