Arran Audio Live Monitor


Ruud Jonker | 26 januari 2015

Hoewel de audiomarkt verzadigd is met producten, zijn er nog steeds start ups die met nieuwe luidsprekers, kabels en elektronica komen. Vrienden, kennissen en familie vormen een eerste afzetgebied. Daarna wordt vaak schoorvoetend contact opgenomen met dealers, importeurs en andere vertegenwoordigers uit de audioscene. De High End in München is momenteel het noodzakelijke platform om je echt te presenteren. In principe voor iedereen met enige verdergaande ambities. Soms leidt dat dan tot een nieuw en succesvol bedrijf aan het firmament.

Afgelopen jaren was ondergetekende vaak betrokken bij de newbees, die in garages en op zolders audioproducten knutselen. Erg leuk als hobby en met de hulp van in kits gespecialiseerde bedrijven is het mogelijk om een fatsoenlijke luidspreker of versterker te bouwen. Het wordt lastig als er ook een echt commercieel product moet komen. Dat is te vaak gebaseerd op bestaande technieken en vrijwel nooit vernieuwend. Niet zelden komen deze enthousiastelingen dan binnen met een mooi verhaal en veel lawaai. Het is altijd beter dan een Magico, een Krell of een ander duur merk. Alsof ze die producten ooit in het echt gehoord hebben. Tijdens het luisteren, valt zo’n luidspreker of versterker doorgaans volledig door de mand. Barstensvol met beginnersfouten die met een beetje kennis te vermijden zijn. Maar ook vaak eigenwijs, niet kritisch, met een ontstellend gebrek aan marktkennis, gebrek aan commercieel inzicht, weinig kennis over hoe je producten in serie moet bouwen, hoe je kwaliteit en prestaties kunt handhaven en halffabricaten in moet kopen. Maak maar een rondje langs de succesvolle audiomerken en beluister welke moeite het heeft gekost om producten in de markt te krijgen. Soms heeft dat niet eens te maken met de inherente kwaliteit van een product. Maar, los van de andere factoren dient een product absoluut herkenbare toegevoegde waarde te hebben, anders is er geen enkele kans om te concurreren met veel bestaande, betaalbare en uiterst goede producten. Het is vrijwel onmogelijk om als particulier een luidspreker te bouwen die in de buurt komt van wat een Monitor Audio, een Xavian of een Boston Acoustics doet. Als het met betrekking tot prestaties al lukt, is het prijskaartje een veelvoud van wat commercieel geproduceerde exemplaren kosten. Voor de particulier en zelfbouwer kost een fatsoenlijke tweeter 100 euro. Bij een grote luidsprekerfabrikant gaat het hele systeem voor 50 euro (materiaal en productiekosten) de deur uit.



Arran Audio
Allemaal gedachten die opkwamen terwijl de hoofdredacteur verzocht om luidsprekers van het merk Arran Audio te reviewen. Arran? Never heard off… Na enige studie bleek dat het hier gaat om een weergever die gebouwd is door twee heren uit het noorden des lands. Verdere informatie leerde dat er vele vierkante meters hout verzaagd zijn en dat de onvoldoende presterende prototypen een nieuwe functie hebben gekregen als vogelkastjes. Zo’n charmant beeld zet een bepaald verwachtingspatroon. Heel anders dan de website van een Amerikaanse luidsprekerbouwer. Daar zijn ontwerpafdelingen te zien barstensvol met computerapparatuur, technici in witte jassen, dode kamers en indrukwekkende hallen met CNC-machines en freesbanken om aluminium en andere materialen te bewerken. Het spookbeeld doemde op dat je als recensent in een luisterruimte zit, met beide heren, die luidsprekers en enige serieuze elektronica. Vervolgens moet je dan, met een gevoel van plaatsvervangende schaamte, gaan vertellen dat die dingen werkelijk helemaal niet deugen.



On second thought
Een recensent mag geen enkel vooroordeel hebben en elk product onbevangen tegemoet zien. Dat blijft hier in de luisterruimte een keihard principe, net zoals het bewust niet twintig keer noemen van allerlei producten die tijdens tests worden gebruikt, het maken van flauwe lijstjes die bestaan omdat je een keer een USB-stick van een fabrikant hebt gekregen en het handhaven van de scheiding tussen de redactie en de commercie van een blad. Journalistiek hoort onafhankelijk en waardevrij te zijn en dat is vandaag de dag al lastig genoeg. Dus uiteraard onbevangen en dieper in Arran gedoken. Wat dan vooral opvalt, is de zeer professioneel ogende website, de zeer aparte, fraaie en luxe vormgeving van de betreffende luidsprekers en het gegeven dat er al een winkel is die de luidsprekers verkoopt. Iets dat suggereert dat het niveau van goedbedoeld hobbyisme al gepasseerd is. Er is dus duidelijk behoorlijk geïnvesteerd in het hele Arran project. ‘Dy’t net donget, dy’t net ponget’. Maar de absolute trigger is de naam van de luidsprekers. Ze heten ‘Live Monitor’. Dat is nogal wat. Dat is een nieuwsgierig makende claim en voorzover het geen marketing ‘blurgh’ is, behoorlijk tendentieus. Omdat er hier in de luisterruimte al een jarenlang onderzoek loopt naar de factoren die maken dat een audiosysteem realistisch klinkt, zal het geen verrassing zijn dat de claim om een live-geluid neer te zetten de doorslaggevende factor is om die dingen te laten komen.

The Visit

Zo gebeurde het dus dat Bauke Leiker en Jitze Bouma, samen met de luidsprekers een bezoek brachten aan de luisterruimte, die eigenlijk vanwege de vakantie gesloten was. Vervolgens ontvouwde zich een haast aan een Griekse tragedie verwant standaard scenario. Euripides en Sophocles hadden het niet beter kunnen doen. Dat scenario komt terug in de eerste levensfase van vrijwel alle succesvolle fabrikanten in de high-end. Ontevreden met bestaande luidsprekers ontstond de noodzaak om het zelf beter te doen. ‘Een Fender of Premier moeten als zodanig herkenbaar zijn via luidsprekers’, aldus Arran. Een tweetal aanwijzingen in deze historie deden het vertrouwen toenemen. Beide heren hadden geen enkele ervaring met het bouwen van luidsprekers en keken dus onbevangen tegen de materie aan. Dat is een ijzersterk uitgangspunt en de basis voor ‘out of the box’ creativiteit. Hoeveel luidsprekerbouwers en audiofielen zijn er niet die van te voren al overtuigd zijn dat keramische drivers, papieren drivers, planars, ‘d Appolito’s, line arrays, drieweg-systemen, hoorns, analoog, digitaal, buizen en solid state allemaal niet deugen? Het tweede vertrouwenwekkende punt is dat Jitze en Bauke een basis hebben in de muziek. Dat betekent dat je meestal heel goed weet hoe muziek en instrumenten in werkelijkheid klinken.



Het eerste prototype van de Live Monitor werd, ach hoe traditioneel, op de slaapkamer in elkaar geknutseld. Binnen slaapkamers zijn al vaker grote werken verricht. De luidsprekers werden volledig gematched met de akoestiek van die kamer, maar daarbuiten klonk het natuurlijk nergens naar. Opnieuw een luxe kastje voor Friese vogels en het doet denken aan de boot van acht meter die iemand op zolder bouwde. Daarna moest het ding nog naar buiten… In ieder geval vormde het grote voorbeeld een oude monitorluidspreker van TEAC. Middels reverse engineering werden daar een aantal geheimen aan ontfutseld, maar de TEAC’s werden ook aangepast. In een later ontwikkelstadium (de woningnood onder Friese weidevogels is inmiddels substantieel afgenomen), werden vertrouwde klanten van studio It Harkstee aan strenge luisterexperimenten onderworpen. Want, de heren zijn bewust de confrontatie aangegaan met kritische luisteraars en hebben die opmerkingen meegenomen in het ontwerpproces. Ook dat komt weer over als een positieve manier van ontwikkelen. Het feit dat de vrouw van een van de heren erg enthousiast werd over de live-weergave van Johnny Cash vormde natuurlijk een belangrijke milestone.



Eigenschappen
Tijdens het gesprek is het hele ontwerp aan de orde geweest, zonder al van te voren geluisterd te hebben. Bauke en Jitze schetsten een volstrekt eerlijk beeld van de ontwikkeling en van de eigenschappen van de luidsprekers. ‘Leagens hawwe koarte skonkjes’, toch? Uit het verhaal kwam naar voren dat de Live Monitor wel een USP moet hebben om zich op een gunstige manier in de markt te kunnen profileren. Feitelijk zit er een enorme hoeveelheid knowhow achter deze luidspreker. In de basis is er computertechnologie gebruikt voor het ontwerp, aangevuld met luisterproeven. De Live Monitor is een tweeweg-luidspreker met poort en een geïntegreerde stand van rvs. De nominale impedantie is 8 Ohm en loopt maximaal op tot 100 Ohm. De maximale belastbaarheid ligt rond 70 Watt en het rendement is 88 dB. Wat in ieder geval duidelijk staat, is dat er over werkelijk elk detail is nagedacht. Alles wat er aan deze weergevers te vinden is, is er om een bepaalde reden. In eerste instantie lijkt de Live Monitor het resultaat te zijn van een gedreven industrieel vormgever, maar schijn bedriegt. Deze luidspreker voldoet volledig aan ‘Form follows Function’. Hoewel vaak gelinkt aan Bauhaus architecten (Ludwig Mies van der Rohe adopteerde dit gezegde in dank), is de term representatief voor de moderne architectuur. De uitdrukking kwam van Louis Sullivan (de vader van de moderne wolkenkrabber), die later toegaf de inspiratie te hebben gevonden bij de Romeinse architect Vitruvius. De Live Monitor voldoet daarmee aan wat deze Romein beschreef (lees de Architectura). Objecten moeten bruikbaar zijn, maar ook ‘mooi’. Dat neemt niet weg dat de vormgeving opmerkelijk is en zeer waarschijnlijk een hoge acceptatiegraad genereert bij toekomstige klanten. De luidspreker is vast gemonteerd op een frame van vier rvs-staven. De voet is van natuursteen met (verstelbare) spikes. De voet is breder naar de zijkanten. Daardoor kan de monitor vrijwel niet omvallen. Het filter zit in het kastje boven de voet en de kabels naar de drivers vormen op een speelse manier een indringend visueel accent. Die draadjes blijven altijd strak staan door ingebouwde veren. Omdat de luidsprekerkabel op ‘vloerniveau’ aangesloten wordt, blijft de architectonische integriteit van het design gehandhaafd. Het intrigerende lijnenspel van de rvs-staven en de aan vioolsnaren refererende draden, wordt dan niet ontsierd door achterlangs lopende luidsprekerkabels die in een high-end versie voorzien zijn van dikke rubber- en plasticlagen, die ook de hogedrukleidingen van de gemeentelijke rioleringsdienst sieren.



Luisteren
Zijn muziekliefhebbers niet eeuwig onderweg op zoek naar de ultieme weergave? Zo’n systeem dat daadwerkelijk in staat is om een adembenemende prestatie neer te zetten. Waar je totaal flabbergasted naar luistert en toe aangetrokken wordt. Helaas zijn dat soort ervaringen ver te zoeken. In de luisterruimte gebeurt zoiets maar een enkele keer, hoewel het afgelopen jaar toch een paar keer goed raak was (Magico, TAD, Diapason, Paradigm en eerder Crystal Mini, Hans Deutsch en Indiana Line). Ook voor de Live Monitor werd ingezet op het vinden van een optimale match. In de praktijk ontvouwden zich meerdere combinaties die deze weergevers glamoreus lieten shinen. De belofte van Arran Audio behelst een live geluid, maar ook een laagweergave die het verwachtingspatroon eniger mate passeert. Volgens Bauke bouwt deze luidspreker geen druk op in het laag, maar de frequentie is wel degelijk hoorbaar. Daaruit ontstaat de vraag hoe realistisch drukopbouw door luidsprekers eigenlijk is. Is er sprake van voelbare druk bij livegeluid? Meestal niet. Behalve als er een drumband voorbij marcheert, je vlak naast een grote trom staat, zeer dicht in de buurt bent van een elektrisch versterkte basgitaar of popconcert, een autoportier dichtknalt of in de achtertuin met mortiergranaten speelt. Filmgeluid via subwoofers is een uitzondering, maar het punt is dat je als toehoorder bij livemuziek in 95 % van de gevallen geen tot nauwelijks fysieke druk ervaart. Waarom zou een luidspreker dat dan moeten doen? In ieder geval laat de Live Monitor daadwerkelijk behoorlijk diep laag horen. Het merkwaardige is dat de mate van laag enigszins afhankelijk is van welke cd wordt gedraaid. Het lijkt erop dat opnamen met een aangezet laag tussen de 75 en 100 Hz (meestal populaire muziek), door de mand vallen, terwijl opnamen met natuurlijk opgenomen laag tot spectaculaire resultaten komen. Neem Bach’s ‘Meine seele erhebt den herren’ (BWV 648). Het zeer diepe laag wordt gewoon grotendeels weergegeven door de Live Monitors. Al even indrukwekkend is de bas op ‘Eveil’ van het Saada Jennings Eleouet of ‘Little dog’s day’, naar een gedicht van Rupert Brooke, opgelezen door Kim Cattrall (Samantha in Sex and the City en tot 2004 getrouwd met Mark), met Mark Levinson op de double bass (Red Rose Music RRM01). Subliem hoe dit instrument door de kamer knalt. Een zeer strakke en droge bas, waarbij de timing fenomenaal is. Het zal duidelijk zijn dat zo’n relatief kleine monitor niet uitpakt met stucwerk slopend laag tot zestien Hertz. Waar het hier bovenal om gaat is de kwaliteit van het laag. Er zijn maar heel weinig luidsprekers die zo’n kwalitatieve laagweergave neer kunnen zetten. Het is spectaculair hoe klankgetrouw, snel en dynamisch het laag is. Een bas presenteert zich niet als een tweedimensionaal kartonnen figuur, maar is levensecht aanwezig. Wie een bas in werkelijkheid heeft gehoord (dat geldt trouwens voor elk instrument), weet dat er rondom het directe geluid altijd een soort halo van diffuus geluid aanwezig is. Dat geeft een instrument diepte. Het wordt een 3D-image in de ruimte. De Live Monitor veroorzaakt een vergelijkbaar gevoel. Daardoor gaat de stage ‘leven’. Je kijkt niet meer naar 2D, maar naar een echt 3D-geluidsplaatje.

In de roos



Een van de grote verrassingen van de Live Monitors is dat ze de ruimte op een geweldige manier vullen. Voor zulke relatief kleine weergevers produceren ze een muur van geluid met een ongelooflijke stage-afbeelding. Die stage is zeer stabiel gefocusseerd. Als je niet kijkt is het alsof er twee fikse vloerstaanders spelen en alle instrumenten en stemmen blijven rotsvast op hun plaats. Er is alleen geluid. Deze monitors verdwijnen volledig uit het beeld. Daarbij is het middengebied weergaloos goed. Rijk, breed en volledig in balans met de rest van het spectrum. De weergave van stemmen verloopt dan ook zeer goed. Dat bleek uit een stukje opera. Zo’n sopraan kan dermate uithalen, dat de tweeters door de kamer kunnen vliegen. Maar, de Live Monitors gaven geen krimp. Het bleef uiterst zuiver en herkenbaar. Complexe passages in de muziek hebben ook geen enkele neiging om ‘dicht te lopen’. Een volgend opmerkelijk aspect is de weergave van detail. Deze monitors geven een zeer transparant en diep inzicht in wat zich net boven de ruisdrempel afspeelt. Het is een natuurlijke detaillering, zonder gehyped te zijn. De avond waarop de Live Monitors opgehaald werden bood een gelegenheid om een uurtje te luisteren samen met de ontwerpers. De heren schoten het commentaar exact in de roos. Daaruit blijkt hoe nauwkeurig Bauke en Jitze kunnen luisteren en exact aan kunnen geven waar de oorsprong ligt van bepaalde waarnemingen. Een gemeenschappelijke eyeopener deed zich voor tijdens het beluisteren van een cd met muziek uitgevoerd op een kerkorgel.



Door het extreme, doch volledig natuurlijke niveau van detaillering, ontstond het bekende fenomeen dat je in een kerk, waar het stil is, toch gewaar wordt van een bepaald ‘geluid’. Je voelt als het ware een soort ambiance. Een serene atmosfeer die lijkt te ontstaan door de beweging van de luchtmoleculen. Die waarneming was hier heel sterk en natuurlijk. Veroorzaakt door het vermogen om te detailleren van de Live Monitor en ondersteund door een versterker die ook bij alle hogere frequenties een enorme drive kent (in technische zin gaat het hier om de vermogensbandbreedte). Dat is best spectaculair. Je hoort direct in welk type akoestiek een cd opgenomen is en tijdens de uitvoering hoor je heel subtiel de weerkaatsing van geluid tegen wanden. De definitie, enorme homogeniteit en volstrekt neutrale weergave geven de Live Monitor de status van de betere studiomonitoren. Je hoort genadeloos alle aspecten van een opname. Het voordeel van de Live Monitor is dat er geen sprake is van het genadeloze en soms minder subtiele hoog van een aantal studiomonitoren. Maar de brandende vraag is of deze weergevers ook echt ‘live’ klinken. Wat is dan ‘live’? Of een systeem live klinkt hangt samen met veel verschillende geluidsmatige eigenschappen. Het is een glijdende schaal. Elk audiosysteem heeft wel bepaalde eigenschappen die doen denken aan hoe geluid zich in werkelijkheid voordoet. Laten we eens aannemen dat een volledige live-illusie samenhangt met tien heel goed doorontwikkelde eigenschappen. In de praktijk kan een systeem dan al live klinken als er drie tot vijf eigenschappen goed aanwezig zijn. Maar het kan ook als er drie eigenschappen uit de overgebleven set verder doorontwikkeld zijn. Een live-gevoel kan dus door meerdere combinaties van eigenschappen getriggered worden en niet alle tien hoeven aanwezig te zijn. De reden dat de Live Monitor een sterke illusie van live-geluid opwekt heeft te maken met een hele slimme keuze en optimalisatie van eigenschappen, die passen binnen het concept van deze weergever, zijnde een product van kamervriendelijke afmetingen. Maar, de Live Monitor zet een absoluut overtuigende illusie van live-muziek neer. Een indruk die nog enigszins te beïnvloeden is door de keuze van versterkers en programma-materiaal. Zoals met elke minimonitor, ligt de kracht in de weergave van kleinere bezettingen en ensembles. Dat neemt niet weg dat de Live Monitor vaak overtuigend wegkomt met grotere bezettingen.



Conclusie
De Arran Audio Live Monitor is het product van twee ontwikkelaars die een basis concept hebben over hoe muziek zou moeten klinken, onbevangen aankijken tegen luidsprekertechnologie en net zolang doorgaan tot het doel is bereikt. Dat heeft geresulteerd in een product dat op z’n minst opmerkelijk mag worden genoemd. Een puur design-item, voorzien van doordachte technologie, dat de illusie van live-muziek geloofwaardig presenteert en lijkt op een veel grotere luidspreker met dito laagweergave. Het is niet dat u hiermee alleen maar een zo klein mogelijke weergever koopt, teneinde de zorgvuldige balans binnen uw interieur niet te frustreren. Dat is meegenomen, net als het uitblijven van veel discussies met uw liefdevolle wederhelft. Die zal waarschijnlijk voor de bijl gaan door deze Arran. De absolute topklasse weergave is dan de bonus. Als het niet bevalt, heeft u altijd nog een aardig vogelkastje. Sa ist en net oars…

Prijs
Arran Audio Live Monitor € 5.280,-
www.arranaudio.nl