Hans-Ole Vitus & Alexander Vitus Mogensen: We zijn erg flexibel…


Ruud Jonker | 05 april 2015 | Vitus Audio

In Brussel had Music Emotion een ontmoeting met Hans-Ole Vitus, CEO van Vitus Audio (onderdeel van AVA Group S/A) en zijn zoon Alexander Vitus Mogensen, eigenaar AVM TEC. Hans-Ole heeft een loopbaan in de electronica, onder andere bij Texas Instruments en startte in 1995 met Vitus Audio. Alexander werkte zes jaar mee in het familiebedrijf en startte daarna zelf met Alluxity. Daar volgde een forse investering in SMT apparatuur, waarmee smd-componenten op printed circuits worden geplaatst. Dat doet AVM TEC onder andere voor Vitus Audio.



Hoe ontwikkelen jullie versterkers?

Hans: De afgelopen tien jaar is dat proces erg veranderd. In het begin was ik daar alleen mee bezig en allerlei dingen aan het proberen. Vandaag zijn we een team. Alexander is nu al op het niveau waar ik enkele jaren geleden was. We zijn erg flexibel. Zelf kom ik met ideeën, maar ook de engineers komen met suggesties. We hebben een database waar we al die gedachten bewaren. Van tijd tot tijd hebben we een discussie over hoe de markt op bepaalde producten reageert en welke de trends zijn. We hebben drie productlijnen en nieuwe trends moeten daar op aan kunnen sluiten. Na al die idee-vorming  hebben we een research fase waar we, zeker van nieuwe technologie, mock ups maken.  Die zeggen iets over hoeveel tijd er nodig is om zo’n product te ontwikkelen, of er externe partners nodig zijn, of er externe technologie betrokken moet worden, over benodigde tools en over het benodigde budget.  Met de research help ik Alexander, want dit is een kritieke fase. Ik wil niet dat hij dezelfde fouten maakt als waar ik ooit in verzeild raakte.

Een van die fouten is het gebruik van open source software. Wat doe je dan, als een product in de markt is, met service en support? Support is het slechtste deel daarvan. De eerste jaren gaat het dan goed met je muziekserver. Daarna komt er een upgrade vanuit Microsoft of Apple op het operating system en dan ontstaan er integratieproblemen met die server. Je besteedt dan al je tijd aan support en niet aan de ontwikkeling en verkoop van producten. Je eindigt dan in een faillissement en dat is al een paar keer gebeurd in de muziekindustrie. We hebben dus ‘third party software’ nodig die volledig approved en qualified is en de supportfunctie dient door die derde partij uitgevoerd te worden.
De volgende ontwikkelingsfase is een ‘proof of concept’. Vervolgens start het ontwikkelingsproject. Daarin heb ik een persoonlijke bijdrage en als er minder tijd is ben ik een supervisor. Dan dragen de engineers primair het project. Ik ben binnen Vitus Audio de enige die een prototype kan approven. Als dat niet gebeurt en ik kan zo’n product niet beluisteren, dan gaat het niet naar de klant. Die persoonlijke approval is een van de core concepten van Vitus en ook iets dat opwindend en uitdagend is. Na de approval wordt het product verder geoptimaliseerd. Dat gaat eigenlijk over hoe we een product zo goed mogelijk in grote aantallen kunnen bouwen. Er zijn namelijk erg veel dure producten in de markt die niet goed gebouwd zijn. Onze producten zijn erg simpel gebouwd en het is eenvoudig om ze te assembleren. We moeten ze ook snel kunnen bouwen. We hebben pas een nieuwe fabriek gebouwd, met een focus op een zo efficiënt mogelijk bouwproces. We groeien enorm snel en zijn al twee keer verhuisd. In die nieuwe fabriek wordt testen en luisteren ook onderdeel van het ter plaatste aanwezige developmentproces en hoeven producten niet steeds verhuisd te worden naar een externe luisterruimte.



Jullie eigen metaalfabriek?

Hans: Nee, dat is het enige dat we niet zelf doen.
Alexander: Toen ik kwam werken bij Vitus leerde ik wat je wel en niet kunt doen. Bij Vitus zijn er derhalve een aantal ‘design-rules’. Voor mijn eigen bedrijf hoeft dat nog niet. Ik gebruik een enkel chassis en daar wordt alles aan bevestigd. Het is een module-based design. Door de bodem te verwijderen kan er heel simpel een upgrade worden geplaatst. Dat is mijn ontwikkelingsbenadering en maakt het makkelijk om te ontwikkelen.

Sharen jullie technologie?
Hans: In zeer beperkte mate. We hebben dezelfde topologie voor versterkers. We gebruiken bijvoorbeeld geen global feedback en geen triple output transistors. We gebruiken wel verschillende transformatoren. Vitus gebruikt UI-transformers. Die zijn groot, zwaar en zeer duur. Vitus gebruikt geen ringkerntrafo’s. Wij weten waarom die niet bruikbaar zijn voor audio-toepassingen. Maar, de techniek achter ringkerntrafo’s is de laatste twaalf jaar ook verbeterd. Alexander kan ze dan ook toepassen met goede resultaten. De power-rating van Vitus-versterkers is betrekkelijk laag, maar in vergelijking met de concurrentie zijn onze versterkers veel meer ‘powerfull’. Dat komt vanwege onze UI-transformers. Dat is ook het imago van Vitus. Wij kunnen geen kleine en leuk uitziende versterkers bouwen. In onze kleinste versterkers nemen de transformatoren tweederde van het chassis in beslag. We kunnen dat simpelweg niet kleiner maken en het is ook erg bepalend voor het design. Voor Vitus gebruiken we software, genaamd Solidworks, om de behuizing te ontwerpen.

We kunnen niet teveel afwijken van ons design, want zoiets is dodelijk voor een merk. Alexander kon (met dezelfde software en workflow) eerst het chassis-design maken en bepalen hoe de looks zouden zijn. Vervolgens kun je dan kijken hoeveel pcb je kunt plaatsen en waar. Het computerprogramma maakt dan een 3D-image en dan kun je goed zien hoe zo’n heel ontwerp past en waar dingen fout gaan. Zo’n pcb is heel dicht bezet met componenten. Dat moet dus meteen goed gaan. Er zijn in audio niet veel bedrijven die in de design-phase met zo’n workflow werken. De software is namelijk erg kostbaar. Bij hele grote bedrijven is het design verdeeld over verschillende afdelingen. Mechanisch ontwerp, electronics, pcb en de rest van de ontwikkeling zijn derhalve verdeeld. Vaak is communicatie moeilijk. Bij Vitus hebben we een klein team. Veranderingen kunnen dan ook snel en efficiënt worden gedaan. Dat geldt ook voor de fabricage. De pcb komt van een subcontractor. Ook de bestukking van de pcb is extern (AVM-TEC). Alexander is de eigenaar van die bestukkingsmachines. Alexander bestukt dus ook alle pcb’s voor Vitus en heeft dan ook flink geïnvesteerd in die pick & place machines. Zulke machines kosten meer dan 350k en komen uit Zwitserland. Nog snellere machines kosten het vijfvoudige, maar zijn op dit moment niet nodig. 

Luisteren jullie in de prototype-phase naar de competitie?

Hans: Ja, altijd. Maar, vandaag de dag wat minder dan vroeger. We hebben een hoeveelheid referentie-apparatuur. Een nieuw prototype wordt daarmee vergeleken. Voordat je zoiets doet moet je je afvragen welke sound je nou eigenlijk zelf ambieert. Velen roepen dat een versterker neutraal moet zijn en werken als een ‘wire’. Maar, om eerlijk te zijn, er bestaat niet een echt neutraal product. Alles heeft een bepaalde footprint en deze heeft te maken met personality en taste. Een van de belangrijke punten voor mij is dat je niet kunt argumenteren over ‘smaak’ (Daar heeft uw recensent trouwens een heel andere opvatting over…).  ‘Some like them blond and some like…’.
Ik maak de beste versterker in de wereld en sommige luidsprekerfabrikanten zeggen iets vergelijkbaars. Voor mij zijn die uitspraken erg arrogant en ook niet waar. De reden is dat je niet kunt argumenteren over persoonlijke voorkeuren. Wat ik dan ook zeg, is dat ik de beste versterker maak ten aanzien van requirements die ik persoonlijk heb.



Welke zijn dan die requirements?
Hans: Dat is simpel. In principe houd ik van tube-amps. Ik speel gitaar en drums. Als ik gitaar speel, dan haat ik de klank van solid state. Alexander speelt dat ook. Hij kan zich geen tube-amp veroorloven, maar heeft een solid state met een ingebouwde dsp. Hij heeft dat ding al lang, maar leende op een dag mijn tube-amp. ‘Hoe heb ik al die tijd daarnaar kunnen luisteren’ was zijn reactie. Dat was eigenlijk het startpunt om zijn eigen elektronica te gaan ontwikkelen. In ieder geval doen tubes voor mij iets magisch. In het bijzonder in het midden en hoog, maar de lagere frequenties missen enige controle en resolutie. Vroeger probeerde ik daar een oplossing voor te vinden, maar ik kan niet designen met tubes, dus ik moest overstappen op solid state. Ik probeer nu het tube-geluid te mergen met solid state. Dat is belangrijk, want het luisteren naar muziek is voor mij een vorm van meditatie. Het geluid moet voor mij zo neutraal mogelijk zijn, maar niet steriel, vlak en saai want dan kan ik niet ontspannen. Maar zodra er goosebumps ontstaan, werkt het voor mij. We hebben goud geld uitgegeven aan meetapparatuur. We moeten namelijk compliant zijn met bestaande standaarden. Maar we hebben ook geprobeerd te meten wat we horen. Dat is een uitdaging. Onze producten moeten ook ‘repeatable’ zijn. De eerste versterker moet identiek klinken aan nummer 2000 op de productielijn, tien jaar later. Veel andere fabrikanten wisselen elk jaar van model. Dat doen wij niet.

Vitus klinkt mijns inziens tube-like, maar dan met een beter low end. Dat is jullie sound?
Alexander: Mijn versterkers hebben wat meer ‘open space’. Maar ook met wat minder punch en dynamics. Wat ‘softer’, maar in de goede zin. Uiteraard houd ik ook van power, maar de Alluxity versterkers zijn meer een lifestyle-product.

Zijn jullie concurrenten?

Alexander:  Nee, de producten van mijn vader zijn meer high-end en mijn producten combineren lifestyle met high-end.
Hans: Het zijn beide analoge versterkers, ik houd van analoog. Ook al bouwen we ook ‘digital’, ik blijf een liefhebber van vinyl. Alexander zijn versterkers zijn lifestyle, maar gebouwd voor high-end.



De phono-stage?
Hans: We hebben momenteel drie modellen, Reference, Signature en de MasterPiece die een two chassis unit is. Bij het ontwerp kijk ik niet naar wat anderen doen. Ik ben een verzamelaar en mijn vrouw heeft gevraagd om eens op te ruimen. Ze is al die dozen die stof staan te verzamelen een beetje zat. Maar, met die hele klassieke verzameling apparatuur luister ik vaak en ontdek wat anderen doen. Alexander luistert dan meestal mee. Het gaat dan om de alleroudste tube-versterkers tot hele nieuwe apparaten. Maar, daarna gaan we beiden onze eigen weg. Het kan mij niet schelen wat anderen doen en hoe ze het doen. Onze phono-stage is een 5-step. (Signature en MasterPiece) Dat doet niemand anders. De competitie roept wel eens dat onze stage meer ruis heeft, maar zij luisteren niet naar muziek. Daar word ik wel eens moe van. Ook sommige klanten roepen dat. Niet degenen die opgroeiden met vinyl, maar de moderne klant. Het is geweldig dat zij belangstelling hebben voor vinyl, maar het probleem ontstaat als ze gewend zijn aan cd, servers en digital. Dat is helemaal ruisvrij en dan verwachten ze dat platenspelers en de hele analoge keten dat ook zijn. Kun je dat dan ook doen? Ja, dat kan en dat is wat veel fabrikanten doen. Je kunt met filters werken, maar die stoppen niet alleen de ruis. Die stoppen ook de muziek. Wij ontwikkelen dus een 5-step phono-stage inplaats van een gebruikelijke 3-step, maar op de klassieke manier. Elk van de vijf aanwezige modules is volledig discreet. Sommigen zeggen dan ook ‘er zijn zoveel componenten in het signaalpad, het is veel beter om dat te verminderen’. Dat is bullshit. Het is namelijk afhankelijk van wat je ermee doet. Minder componenten is niet altijd beter. Dat zou zo zijn als componenten ideaal zouden zijn. De extra componenten compenseren dus de fouten in andere componenten.

Zoals Mark Levinson doet?
Hans: Ja, maar zij doen dat weer op een andere manier. Bijzonder is dat wij in de phono-stage geen global feedback hebben. Veel stages hebben een gain van 50.000 bij 50Hz. Dan wil je global feedback hebben. Wij hebben een S/N bij 50Hz van pakweg -70 tot -80dB. Door het traditionele design is onze phono-stage gevoeliger voor de omgeving. Sommige klanten zeggen: ‘jullie stage is iets minder stil’. Ja, maar je moet aandacht besteden aan plaatsing, kabels en de netspanning. De kabel van de toonarm naar de stage moet dus shielded zijn. Het gaat erom wat je wilt. Geen ruis en ook geen muziek? Er zit ook een probleem in veel moderne draaitafels en toonarmen. Die zijn ontwikkeld door personen die niet opgegroeid zijn met vinyl. Ze hebben geen enkel idee over ruis en de reductie daarvan, zelfs als het gaat om hele dure draaitafels. 

Alexander, jouw producten hebben een zeer fraaie userinterface?

Alexander: Wij gebruiken het kiss-model en houden alles simpel. Toen ik op school media studeerde maakte ik kennis met userinterfaces. Onze interfaces hebben alleen de meest gebruikte ‘buttons’. Die buttons hebben ook allemaal hetzelfde design. Ze moeten groot genoeg zijn om te kunnen bedienen, met een duidelijke indicatie van het volume-level. Wat ik, ook van mijn vader, leerde is dat als het display te klein is, dan biedt dat problemen bij grotere afstanden tot de versterker. Het is ook mogelijk om de lay-out van de userinterface te veranderen. Speciale verzoeken kunnen we realiseren door een simpele software-update. Personaliseren is daardoor mogelijk.



Dezelfde distributie voor Vitus en Alluxity?
Alexander: In sommige gevallen. Dat is omdat de distributor mijn producten wil om mede-distributors op afstand te houden. Er zijn momenteel vijf distributors die de producten sharen. Voor Azië werk ik samen met mijn vader. Die heeft daar een aantal business-partners die op een goede manier bezig zijn. Je voorkomt dan problemen met distributors die niet goed functioneren.
Hans: Het is belangrijk om de distributie op orde te hebben. Anders krijg je dat producten goedkoper gedumpt worden en dat er wordt geknoeid door allerlei lieden die gaan modificeren of onoordeelkundig repareren. Een klant heeft dan een ‘koopje’. Vervolgens ontstaat er een probleem. Als wij dat oplossen hangt daar een prijskaartje aan, om het apparaat terug naar de specs te brengen. Voor zo’n klant zijn die kosten dan onaangenaam. Wij geven lifetime warranty voor de eerste eigenaar. Grey market praktijken zijn erg slecht voor de klant.



De toekomst?
Hans: Wat niemand weet is dat wij vijf jaar geleden een class-d hebben ontwikkeld. In feite erg vergelijkbaar met de techniek die Devialet gebruikt. Maar, ik ben niet enthousiast over onze eigen versterker. Vitus Audio zal dus nooit een class-d in de markt zetten. We zijn een class-a company, maar dat blokkeert niet een persoonlijke interesse in waar de markt naartoe beweegt. We hebben wel een ander plan met betrekking tot class-d, maar dat zal nog jaren duren. Die techniek komt voorlopig nog niet in de buurt van hoe ik denk dat geluid moet worden gepresenteerd.

Als je de class-d holy grail vindt?
Hans: Dan vraag ik direct een patent aan… Alexander heeft overigens een streamer-prototype. Hij weet veel van electronica, maar streaming is, ook voor Vitus, een andere league. Daarom werken we samen met een third party voor alle software. We zijn nu aan het uitzoeken hoeveel processing power echt nodig is en of we dat uit de buurt van Intel-processors kunnen houden. We kunnen dan namelijk ons eigen moederboard bouwen. De focus kan dan voor honderd procent bij het geluid liggen. Dus Vitus zal zeker ook met streaming komen.



Blijvende cd/sacd transporten?
Hans: Het neemt langzaam af. Cd is dood in de US, voor zover ik weet. Een cd kun je overzetten met vrijwel gelijke kwaliteit naar een andere vorm van storage, maar dat is niet mogelijk met vinyl. Je verandert daarmee namelijk compleet het echte geluid van vinyl. We zijn bezig onze huidige transporten te upgraden, onder andere met een dual dsd board. Ik ben geen fan van dsd, maar dat gaat tegen de markttrend. We proberen het dus te realiseren op het USB-level. We hebben ook voldoende drives om de komende jaren nog spelers te bouwen.



Alexander, waar sta je over tien jaar?
Alexander: Een productlijn ontwikkelen en vanuit AVM TEC OEM-producten maken. Dat kunnen versterkermodulen zijn, waarmee de klant zelf kan gaan bouwen.
Hans: Alexander is nog erg jong (22 jaar) en het is voor hem lastig om te bepalen waar zijn bedrijf over tien jaar is. Over tien jaar heeft Alexander twintig jaar audio-ervaring. Mogelijk staat hij dan aan de top van de lijst. Met zijn musicserver kan hij een heel nieuw publiek aantrekken. Vitus is eigenlijk maar een klein deel van de hele business. AVA Group bestaat ook uit Connaisseur AV. Over vijf jaar moet dat een van de grootste distributie-bedrijven in Europa worden. Ook doen we veel dingen op OEM-gebied. Ik hoop dat Vitus over tien jaar de grootste merknaam in de business is. We groeiden de afgelopen drie jaar met 40%. We zijn dus niet meer een klein bedrijf, maar nog wel kleiner dan sommige big brands. In tegenstelling tot de competitie heb ik honderd procent van de shares in AVA Group. Mijn grote ambitie voor Alexander is dat hij de zaak over kan nemen. Dan kan ik met pensioen en ergens heen waar auto’s goedkoper zijn dan in Denemarken.

Laatste vraag: wat is er mis met dsd?
Hans: Het is mijn persoonlijke mening en heeft geen invloed op wat we bij Vitus doen. Anders zouden we geen dsd-producten bouwen. Vroeger was ik dCS-importeur. Ik vergeleek dus veel producten en speelde met de red book standard. Voor mij was het verschil nihil. Bij Texas Instruments werkte ik bij de audio-taskforce. Een groep met mensen uit de hele wereld. Er werd dus gesproken over alle producten en fabrikanten. Sony heeft uiteindelijk alleen geld verdiend aan licenties. Op hun producten verloren ze geld, net zoals Denon en andere merken. Alle nieuwe standaarden die uitkwamen, waren dus bedoeld om geld te blijven verdienen met licenties. Dsd was wel een stap voorwaarts, maar lost een aantal problemen niet op. Op een eerdere AES werd dat ook duidelijk. Realiseer je ook dat uit een Sony dsd-drive gewoon pcm komt. Dus, waar gaat het over? Dsd is eigenlijk alleen interessant aan de recording kant. Zodra je het omzet naar pcm heeft het geen zin.



De opvatting is dat dsd meer gedetailleerd klinkt?
Dat zeggen ze, maar voor mij is dat marketing. We moeten steeds iets nieuws hebben. De competitive edge. Maar, daar ga ik niet in mee. Er is geen enkele digitale recording die zelfs maar in de buurt komt van vinyl. Je moet dan oud vinyl hebben, niet vanaf een digitale bron. We blijven dsd supporten, omdat het positieve zit bij de kleine record labels, die proberen om een goed geluid te krijgen en iets anders te presenteren dan veel slechte pop. Dat willen we stimuleren.

www.vitusaudio.com
www.alluxity.dk