Review: AudioQuest JitterBug


Max Delissen | 02 november 2015 | AudioQuest
Dit artikel werd oorspronkelijk geplaatst op 20 oktober 2015

Eind 2014 was ik in Breda aanwezig bij een presentatie van AudioQuest, waar een nieuw product werd getoond dat het in ruime mate toegestroomde hifi-journaille danig in vervoering wist te brengen. Er waren alleen maar een paar prototypes van het ding aanwezig, maar de JitterBug, zoals het zou gaan heten, kon wat ons allen betreft niet snel genoeg in productie gaan. Het duurde nog tot mei 2015 voor AudioQuest een handvol exemplaren uit de eerste officiële productie kon laten horen tijdens de High End in München, maar ook daar braken onder journalisten bijna gevechten uit over wie er het eerst een zou mogen hebben om een recensie over te schrijven. Inmiddels is de JitterBug, na een pijlsnel uitverkochte eerste productie-run, weer volop verkrijgbaar. Tijd dus om eens wat zaken op een rijtje te zetten en na wat maanden ervaring met het allereerste exemplaar dat ik uit München meekreeg de AudioQuest JitterBug nog een keer tegen het licht te houden.



Er is een categorie producten in de hifi die de gemoederen misschien nog wel meer bezighoudt dan kabels, en dat zijn tweaks. Het is een deel van de handel dat zich vaak eigenlijk een beetje afspeelt in de schaduw van de hifi en waar lang niet altijd duidelijk is of de producten echt wel brengen wat de fabrikant belooft. Wat mij betreft zijn ze grofweg onder te verdelen in twee categorieën: tweaks die werken en tweaks die niet werken. 

Het Perspectief
Laat ik dan toch maar beginnen met te vertellen dat de AudioQuest JitterBug absoluut in die eerste categorie thuishoort. Hij werkt, en hoe! Maar het andere perspectief van waaruit je als serieus hifi-journalist naar tweaks moet kijken is: kan ik een enigszins logische verklaring vinden voor wat ik hoor, en op welk glibberig pad begeef ik me door hier over te schrijven. Onderschat niet hoe de emoties kunnen oplopen als het over dit soort spullen gaat. En je moet toch een beetje aan je geloofwaardigheid denken, vind ik.

AudioQuest JitterBug - De techniek

Met de JitterBug had ik echter geen moment twijfel. Niet alleen had Steve Silberman van AudioQuest bij de eerste presentatie in Breda al duidelijk uitgelegd hoe het ding werkte, maar hij kon ook op overtuigende wijze laten horen dát het werkte. En dat is prettig, want ik ben zelf niet zo’n techneut en ik beschik ook niet over de zeer kostbare meetapparatuur die je nodig hebt om je verhaal met allerlei cijfertjes te ondersteunen. En aangezien volgens mij hetzelfde geldt voor het overgrote deel van de lezers zal ik analyse van de techniek tot een minimum proberen te beperken.



AudioQuest zelf noemt de JitterBug een USB Data & Power Noise Filter. En daarmee is eigenlijk precies gezegd wat hij doet. Het USB protocol geldt op dit moment als dé standaard voor het overbrengen van digitale data van je computer naar een d/a-converter, maar is daar eigenlijk nooit voor ontworpen. Dat betekent dat de USB verbinding een paar problemen kent die bij andere toepassingen van geen enkel belang zijn, maar bij muziekweergave flink in de weg kunnen zitten: vervorming en ruis. En ruis moet je in dit geval niet té letterlijk nemen, het gaat niet het schrapende of sissende geluid dat we vroeger op de achtergrond hoorden als we naar FM radio luisterden of cassettebandjes draaiden, maar om de oorzaak van dat geluid: een ongewenste, niet tot het oorspronkelijke signaal behorende component die vervorming veroorzaakt. Onthoudt dus dat je in dit geval de begrippen niet los van elkaar kunt zien.

Een USB verbinding is eigenlijk heel simpel: er zijn maar vier aders in een USB kabel. Eén ader voorziet de ontvanger (in de d/a-converter bijvoorbeeld) van een voedingsstroom van 5 Volt, de tweede ader is de ‘nul’ van deze stroomverbinding, en de andere twee aders transporteren de data in een differentiële configuratie. Om een digitale 0 te zenden wordt de stroom op de ene ader verhoogd, en bij een digitale 1 op de andere ader. Alleen is de stroom die daarvoor gebruikt wordt niet bepaald schoon, er kleeft een heleboel ‘troep’ aan. Vooral hoogfrequente ruis van alle andere circuits in de computer. Deze ruis veroorzaakt onder andere de vervorming van het digitale signaal die we ‘jitter’ noemen. Feitelijk zijn het fouten in de timing van het moment waarop het digitale signaal van een 0 overgaat in een 1. En dat is, zo is al jaren bekend, dé reden dat veel mensen ‘digitaal’ schel of kaal vinden klinken. Nu is jitter nooit helemaal te voorkomen, maar je ziet dus dat het de moeite waard is om hem zo laag mogelijk te maken. En dat is precies wat de JitterBug doet: hij filtert alle vervorming die zowel op de stroomverbinding als de dataverbinding zit weg tot een niveau dat zó laag is dat de invloed op de muziekweergave verwaarloosbaar wordt. Wat overblijft is een ‘schoon’ USB signaal, en dat neemt je USB d/a-converter je meestal in grote dank af. 

AudioQuest JitterBug - Do's & Dont's

Hoe gebruik je de AudioQuest JitterBug optimaal? Mijn bevindingen komen wat dat betreft volledig overeen met wat AudioQuest zelf aanbeveelt. Begin, als je gebruik maakt van een USB d/a-converter, altijd met een JitterBug in de signaalweg. Dat is simpelweg een kwestie van de op een niet al te grote USB-stick lijkende JitterBug in je computer te steken en daar de USB kabel die naar je DAC gaat op aan te sluiten. Dat geeft het meeste resultaat omdat je dan zowel de voedingslijn als de datalijn opschoont.



Maar het kan nog beter klinken: de JitterBug werkt namelijk ook als een ‘noise-sniffer’. Dat betekent dat hij (extra) ruis en vervorming kan wegsluizen uit het apparaat waar hij op aangesloten is. Wees daar echter niet te scheutig mee, het optimale aantal is niet meer dan twee JitterBugs per USB-Bus. Een USB Bus is overigens niet hetzelfde als een USB poort, vaak zitten er twee USB poorten op één Bus, en soms zelfs nog meer. Sommige computers hebben twee USB Bussen aan boord, maar als je niet weet hoe je dat moet uitzoeken, is het het veiligst om altijd uit te gaan van twee JitterBugs per computer: eentje in de signaalweg, en eentje in een ongebruikte USB poort. Als je er drie aansluit heeft dat juist een negatief effect op de geluidskwaliteit. Het geluid wordt bedompt en saai en mist sprankeling. Als je die regel van ‘niet meer dan twee’ maar aanhoudt kun je elk apparaat in je netwerk dat een USB poort heeft van één of twee JitterBugs voorzien, dus óók je router, NAS of netwerkspeler.

En tot slot kun je de JitterBug naar verluidt ook heel goed gebruiken in combinatie met een autoradio die een USB aansluiting op het front heeft zitten. Ik heb dat zelf niet kunnen uitproberen, maar ik zie links en rechts enthousiaste reacties verschijnen van mensen die het hebben getest.

AudioQuest JitterBug - Luisteren

Ik had voor deze recensie de beschikking over drie JitterBugs. Eén daarvan was me tijdens de High End in München al toegestopt, de andere twee kreeg ik een week of vijf geleden. Ik was dus al gewend aan één exemplaar tussen mijn exclusief als streamer ingerichte Mac mini (model eind 2012) en mijn NAD M51 d/a converter. De USB kabel die ik gebruikte was een AudioQuest Carbon van 150 centimeter en als software-speler gebruikte ik afwisselend JRiver en Audirvana 2.2.



Het is een ongelooflijke audiofiele ingetrapte open deur, maar het verschil was destijds onmiddellijk hoorbaar. De weergave kreeg meer druk, maar tegelijkertijd meer rust. Meer vlees op de botten. De afbakening van de verschillende elementen van de mix werd beter, de timing werd prettiger en vooral het laag werd strakker en leek tonaal wat te veranderen. Minder diep in eerste instantie, maar dat leek na een week te zijn bijgetrokken. Helemaal zeker wist ik dat echter niet, dus toen ik die twee kakelverse exemplaren kreeg, was het eerste wat ik deed het vervangen van de ingespeelde JitterBug voor een nieuwe. Het verschil in weergave was in één woord schokkend. Zelfs als je het (zoals meestal eigenlijk) over relatief kleine verschillen hebt kan de impact van die verschillen voortdurend anders uitpakken. Mijn vermoeden over de laagweergave was juist geweest. Een nieuwe JitterBug doet leuke dingen met de timing en de ruimtelijkheid, maar in eerste instantie klaarblijkelijk ook minder leuke dingen met de laagweergave. Strakker, omdat de timing verbetert, maar duidelijk slanker dan je gewend bent. Pas na een paar dagen hoorde ik geen verschillen meer. Een belangrijke boodschap is dus om, als je een JitterBug aanschaft, niet over één nacht ijs te gaan bij het beoordelen van het muzikale resultaat.

Toen ik er eenmaal van overtuigd was dat alle drie de exemplaren ingespeeld waren, kon het serieuze luisteren beginnen. Een album dat ik een tijdje geleden heb herontdekt is The Bairns van Rachel Unthank & The Winterset. De op Noord-Engelse folk gebaseerde en soms verrassend rijk gearrangeerde muziek op dit album vind ik allereerst erg lekker om naar te luisteren, de stem van Rachel Unthank is op een zeer fraaie manier puur en ongetraind en de opname is exceptioneel goed. De bijna zeven en een halve minuut lange openingstrack, Felton Lonnin, begint met het geluid van het intrappen van het sustainpedaal op de piano, waarna een heerlijk warm akkoord wordt aangeslagen. De volle klank van de piano wordt even later aangevuld met Rachel’s stem. Erg mooi, maar nog steeds niet exceptioneel.



Na 49 seconden echter komt, mits goed weergegeven, het kippenvelmoment. Zus Becky Unthank geeft dan, met haar voeten op een houten vloer, het ritme van het lied aan. Ze zit duidelijk een meter of vier van de microfoon vandaan en je hoort, naast de wat fellere tikken van haar tenen en het diepere geluid van de hak van haar schoenen, zowel het hout van de vloer als de omvang van de relatief kleine (huis?)kamer waarin deze track is opgenomen.

Zonder JitterBug in het systeem liet deze opstelling zich nog steeds vrij goed raden, maar met de JitterBug in de digitale signaalweg zat ik er opeens naast, in dezelfde kamer, al dan niet (en zover de fantasie strekte) met een goed glas Single Malt Whisky in de hand. De klank van de vloer had opeens een veel dieper fundament en de contrabas knorde een stuk gedetailleerder en kleurrijker. Ook de klank van de fiddle van Niopha Keegan, die even later begint te spelen, had een stuk meer ‘hout en hars’ met de JitterBug in het systeem, en het strijkkwartet dat het schitterende arrangement vervolmaakt deed de ooghoeken toch echt een stuk sneller vochtig worden. Het toevoegen van een tweede JitterBug versterkte het effect van de eerste. De ruimtelijke weergave en vooral de focus werden nog beter, ik kon dieper in de afzonderlijke klanken van alle instrumenten luisteren en er was opnieuw meer rust in de weergave. 

AudioQuest JitterBug - Conclusie

Three’s A Crowd

Voor de lol (want ik wist van de eerste demo in Breda al wat me te wachten stond) stak ik de derde JitterBug er nog even bij, maar daardoor stortte de ruimtelijke weergave volledig in. En niet alleen het beeld werd een heel stuk platter, ook de mooie klankkleuren van de muziek smolten samen in een onduidelijke bruinige brij van frequenties. Het was er allemaal wel, maar het was net of ik naar een soort samenvatting zat te luisteren.

Snel de derde JitterBug dus weer verwijderd, in de USB poort in het front van de NAS in mijn meterkast geprikt en terug was het prachtige ruimtelijke beeld. Dat de derde JitterBug op de juiste plaats in het systeem nog een cumulatief effect gaf, was niet meteen duidelijk, maar toen ik hem na een dag weer even uit de NAS haalde bleek hij toch echt nog een spoortje extra rust en ruimtelijkheid te hebben geven dat ik niet meer wilde missen. Moet je nu je hele keten volstoppen met JitterBugs? Ik zou zeggen van niet. Begin eens met twee stuks en denk daarna rustig na over uitbreiding. Om de prijs hoef je het in elk geval niet te laten…



Conclusie

Over de prijs had ik het bewust nog niet gehad. Op de eerste plaats omdat ik denk dat veel mensen inmiddels wel weten dat de AudioQuest JitterBug slechts 49 euro kost, maar voor hen aan wie dit fenomeen tot nu toe voorbij is gegaan, wilde ik het een beetje als verrassing bewaren. In aanvulling op mijn hoofdcategorieën voor tweaks (werkend en niet-werkend) wil ik graag nog een paar subcategorieën maken: Duur, Betaalbaar en Spotgoedkoop. Het moge duidelijk zijn dat de JitterBug in die laatste valt en zich daarmee wat mij betreft in één klap in de eredivisie der Tweaks vestigt. De prijs/kwaliteit verhouding is ongekend gunstig. Ik ben nog geen situatie tegengekomen waarin één of twee JitterBugs geen significante verbetering brachten. Drie of meer in een uitgebreider systeem kán (en vrijwel zeker ook zal) nog beter klinken maar ik laat het aan ieders experimenteerdrift over om dat zelf proefondervindelijk vast te stellen. Pas echter ook in dat geval op: horen maakt hebberig. Hogere lof dan dat kan ik eigenlijk niet bedenken. 

AudioQuest Jitterbug € 49,-
AudioQuest, www.audioquest.nl