T+A HV Series


Ruud Jonker | 18 november 2015 | T+A

Gedurende de afgelopen zomer werd de luisterruimte ingenomen door de luxe HV Series van T+A. Een uitzonderlijke situatie, want er is tijdens deze maanden, op de Tivoli na, geen enkel audiocomponent in het gebouw aanwezig. Rust en stilte is het devies tijdens de ‘summerbreak’, met alleen tijd voor enig noodzakelijk onderhoud aan systemen en apparatuur. Maar, het is geen straf om samen te wonen met deze componenten. T+A stoomt op in de vaart der volkeren en is op het niveau aangekomen waar de bekende merken zoals Krell, Audio Research, Levinson, VTL, Pass Labs en Spectral te vinden zijn met hun topmodellen. 

T+A bestaat sinds 1978 en zal bij de meeste muziekliefhebbers bekend zijn vanwege de R-series. De nieuwe R-series 2000 is onlangs beschikbaar gekomen. Het bedrijf bouwt no nonsense audioproducten op de Duitse degelijke manier. Het gaat dan om luidsprekers, elektronica, kabels en accessoires ten behoeve van onder andere multiroom en stroomvoorziening. Met de HV Series doet T+A een greep naar de sterren en is daarmee een speler geworden in de markt voor zeer kostbare elektronica. Daar hoort ook een vernieuwde kabellijn bij. T+A geeft aan, met Duitse nuchterheid, dat het onbegrijpelijk is dat andere fabrikanten adviseren om een component van 3000 euro te voorzien van kabels die drie keer duurder zijn. Ze wijzen ook allerlei wetenschappelijk onbewezen claims van de hand, die kabelfabrikanten ventileren over obscure materialen en vervuiling van het koper in de negende decimaal. T+A daarentegen gelooft in een degelijke constructie en in een mix van goede materialen. Deze benadering van kabels wekt in ieder geval vertrouwen. Over interlinks en luidsprekerkabels is in het vorig jaar verschenen artikel over Tara Labs het nodige gezegd. Vrijwel alle basics, vanuit onderbouwde wetenschappelijke inzichten, staan in dit artikel. De opmerkingen over netkabels worden hier gekoppeld aan de T+A energy supply producten, omdat dit merk komt met een aantal fraaie oplossingen.

Kabels
Met de presentatie van de HV Series komt T+A ook met een fraai netblok, genaamd ‘Power Bar’. Naast de verdeling van de stroom, zorgt het blok voor filtering (PI-filter) en het blokkeren van interferentie tussen de aangesloten apparaten. De verschillende aan te sluiten componenten (analoog, digitaal, high power) hebben elk hun eigen groep. Er is overspanningsbeveiliging en een handige LED-indicatie, die aangeeft of de bar correct aangesloten is in relatie tot de fase van het lichtnet. De 65cm lange 5-2 Power Bar, opgebouwd uit massief aluminium, met een gewicht van zowat 5kg, zal ongetwijfeld het meest indrukwekkende netblok zijn dat in de markt is. De netkabels, luidsprekerkabels en interlinks die T+A levert zijn degelijk en stug. Hoewel de componenten uit de HV Series asymmetrisch aan te sluiten zijn, verdienen de XLR-kabels de voorkeur. Bij gebruik van de Power Bar en de T+A netkabels is het in fase zetten van de rest van de apparatuur eenvoudig. Het blok en de netkabels tonen stippen, die moeten corresponderen teneinde de fase correct te krijgen. Het verhaal rondom netkabels is verder relatief eenvoudig. Als er een verschil hoorbaar is als gevolg van het wisselen van netkabels, dan komt dat meestal omdat de eerdere kabel te dun is om voldoende stroom door te laten. Ten tweede zijn een aantal netkabels simpelweg ‘vermomde’ filters. Een filter kan allerlei storingen blokkeren. Door de filterwerking van een kabel kan het betreffende component dan eventueel beter klinken. Als dat echt gebeurt zegt het vooral iets over het slechte ontwerp van dat component. Netkabels die afgeschermd zijn en niet filteren, laten in principe alle storingen door die op het lichtnet terechtkomen. Dat laatste metertje netkabel heeft daar geen enkele invloed op.

Afgeschermde netkabel is alleen zinvol bij een verbinding tussen een filter en een component. Het filter blokkeert de storingen. Door een metertje niet-afgeschermde netkabel te gebruiken, zou het schone signaal in die ‘laatste meter’, alsnog vervuild kunnen raken. Het gebruik van de afgeschermde T+A kabels tussen de Power Bar en de componenten is dus theoretisch gezien zinvol. Het inzetten van blokken met fatsoenlijke kabels en aansluitingen is vanuit de systeemgedachte ook zinvol. In veel gevallen zijn audiosystemen aangesloten op een ‘daisy-chain’ van netblokken. Er ontbreekt dan een zogenaamde steraarde. Dat kan problemen veroorzaken. Het goed doordachte systeem rondom de Power Bar heeft steraarde en kan derhalve in voorkomende gevallen een aantal problemen reduceren. Het aanleggen van aparte groepen voor analoog en digitaal kan vaak grote problemen met de aarding opleveren. De combinatie van die groepen binnen de Power Bar, met isolatie tussen die groepen, vormt over het algemeen gezien een betere oplossing. Bij een netblok is er slechts één goede volgorde om componenten aan te sluiten. Vanaf het punt waar het netsnoer het blok bereikt komt eerst de voorversterker, daarna digitaal (cd-speler, converter ed.) en daarna de eindversterker. Probeer het en merk dat uw systeem beter klinkt. Kabels en netblokken lossen geen problemen op die ontstaan doordat de sinus van de netspanning is aangetast of als de netspanning te laag is. Dan helpt alleen een stabilisator/regenerator. Sommige componenten gaan slechter klinken als de spanning te laag is. Sommige recensenten geven aan veel tijd nodig te hebben om het effect van netkabels te kunnen beoordelen. De ‘verandering’ die dan na maanden wordt waargenomen zal redelijkerwijs toe te schrijven zijn aan de gehoorafname van de betreffende persoon of de slijtage van buizencomponenten. De algemene wetmatigheid is dat als een accessoire of een audiocomponent een verandering of een verbetering realiseert, dat direct en duidelijk waarneembaar is. Realiseer u altijd dat het effect van kabels binnen een gehele set hooguit 5% is. De redding van een systeem dat niet goed matched komt (helaas) niet uit accessoires. Tijdens de test zijn de uitstekende kabels van T+A niet als beperkende factor ervaren.

HV Series

T+A introduceerde in 2003 verschillende buizen-componenten. Vanuit die ervaring zijn principes toegepast in de HV Series. De gain-stages in buizenversterkers werken op hoge voltages. In een voorversterker kan dat zomaar 200 Volt zijn. In solid state elektronica worden veel stages asymmetrisch gevoed met 18 tot 48 Volt. Met een symmetrische voeding is dat tussen +/- 15 tot +/- 50 Volt. T+A claimt dat door de hogere voedingsspanning van de pre-stages, output stages en de power amps, de dynamiek toeneemt en de lineariteit. Lineariteit wil zeggen dat de output proportioneel is ten opzichte van de input. Als dat niet zo is, werkt een versterker feitelijk als een dynamiekcompressor. Een versterker moduleert in principe de voedingsspanning. Actieve elektronica kan met een hogere voedingsspanning in principe een grotere spanningszwaai maken, maar de grootte daarvan is ook afhankelijk van de toegepaste halfgeleider of buis en de gemaakte instellingen rondom deze actieve componenten. Lineariteit in een versterker is derhalve van veel factoren afhankelijk. Buizen en transistoren zijn van nature niet lineair en binnen de schakeling moeten allerlei maatregelen genomen worden om die componenten en dus de versterker lineair te krijgen. Bijvoorbeeld door negatieve feedback.

Maar, dat past T+A nauwelijks toe. Het geheim van de lineariteit (bij T+A) zit in de specifieke schakeling en in het type toegepaste componenten. Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een zogenaamde Hawksford cascode (zie AES november 1982). T+A gebruikt JFETs in een cross-coupled cascode input stage en de voltage versterker is een class-a FET cascode. Klasse-a schakelingen hebben als voordeel dat ze al méér lineair zijn. JFETs komen in hun gedrag het meest overeen met pentode-buizen, die bij een kleine spanningsverandering op de control-grid, een groot verschil in de plate-current veroorzaken. De uitgangsspanning kan dan, afhankelijk van de schakeling, enorme verschillen overbruggen. De T+A voorversterker werkt met 100 Volt spanning en de eindversterker met 360 Volt. De stroomversterker is volledig gescheiden van de voltage-stage. Wat de eindtrap en de luidsprekers doen heeft dus geen invloed op de voorversterker-stages. Die techniek werd al in de R-series toegepast. De printed circuit boards hebben een zeer kleine inductiviteit. Dat komt de dynamiek en transiënt-response ten goede, aldus T+A. Die dynamiek moet dus waarneembaar zijn tijdens het beluisteren van zo’n set. Dynamiek wordt uiteraard in eerste instantie bepaald door de opname. Het aangeboden signaal vanaf de cd, plaat of tuner moet dus zo dynamisch mogelijk zijn. Die laatste bron is daarbij uiteraard kansloos. Cd en de  plaat kunnen als medium grote dynamiekverschillen registreren.

A3000HV Power Amp en PS3000HV Power Supply
Met de T+A  A3000HV eindversterker zijn verschillende configuraties te bouwen. In de basis is dit een tweekanaals-model (dubbel-mono en geheel gescheiden opgebouwd). Door de bridge-mode wordt het een mono-eindversterker. Het gewicht van 38 kilo staat borg voor een Duits degelijke constructie, op het niveau van Mercedes Benz. Er is een aluminium subframe, dat zorgt voor een opbouw in geïsoleerde compartimenten en het vormt een chassis waar alle delen handmatig aan bevestigd worden. Extern plaatwerk is vaak tot 4 cm dik. Het volledige HV-systeem in de meest uitgebreide configuratie weegt dus 244 kilo. Een verademing in vergelijking met veel flimsy audio-componenten van het laatste decennium, maar wél too much voor het gemiddelde audiorack. Die configuraties betekenen dat de klant kan draaien met de A3000HV als stereo-eindversterker, met twee exemplaren in de vorm van monoblokken, met een A3000HV (in stereo) en de optionele PS3000HV Power Supply en met een tweetal A3000HV’s, gecombineerd met een tweetal PS3000HV Power Supplies. De PS3000HV zorgt niet voor extra uitgangsvermogen. Onderzoek bij T+A toonde aan dat daar geen toegevoegde waarde zit. De PS3000HV zorgt voor extra stroom en extra stabiliteit van de voltage-rail. 


Beiden hebben een toegevoegde waarde voor de geluidskwaliteit. Die extra stroom wordt via een Power Link getransporteerd van de voeding naar de eindversterker. Het beschikbare vermogen is simpelweg ‘genoeg’, maar voor de cijfer-fetisjisten levert de stereo-configuratie 300 Watt RMS per kanaal (8 Ohm) en 500 Watt in een 4 Ohm belasting. Als mono-configuratie is er 380 Watt beschikbaar bij 8 Ohm en 650 Watt bij 4 Ohm. Er is geen informatie beschikbaar over de stabiliteit bij lagere impedanties. De vermogensbandbreedte is van 1 Hz tot 150 kHz en wordt nog overtroffen door de frequency-response tussen de 3 dB-punten. Vermogensbandbreedte wil zeggen dat zo’n versterker het maximale vermogen bij elke frequentie binnen die aangegeven ‘breedte’ kan leveren. Er zijn namelijk versterkers met een opgegeven vermogen van 50 Watt. Bij een meting blijkt dat er in het gebied van 10-60 Hz maar 10 Watt beschikbaar is en boven de 15 kHz idem dito. Dan kun je je voorstellen dat zo’n versterker enigszins ‘soft’ zal klinken. Met zo’n T+A eindversterker is het dus mogelijk om een fikse langegolf-zender te maken. Officieel begint het bereik van deze golf bij de 153 kHz. Maar, je kunt dan met het volle vermogen uitzenden rond deze frequentie. Voor audio heeft de eindversterker XLR- en RCA-ingangen. Er zijn ook aansluitingen voor stuurkabels (HV-Link). De hele set is namelijk vanaf dezelfde remote te controleren.      

P3000HV voorversterker

De voorversterker kent eveneens de hoge interne voedingsspanningen. De transistoren zijn hier ingesteld binnen het zogenaamde lineaire gebied van deze componenten. Binnen het lineaire bereik van een component blijven is één van de technieken om de lineariteit te waarborgen. Over deze voorversterker is veel te vertellen. Over de in- en uitgangen op symmetrisch en asymmetrisch niveau. Ze zijn omschakelbaar via een menu, dat op het frontscreen kan worden gepresenteerd. Alle routing verloopt intern via volledig gasdichte relais met gold contacts. Er is een ingebouwde hoofdtelefoonversterker en een mm/mc-board is optioneel. Een analoog processorboard zorgt voor tone-control en loudness functies, maar heeft ook drie parametrische equalizers aan boord om eventuele problemen met de akoestiek aan te kunnen pakken. Het bereik hiervan is tussen de 20 Hz en 500 Hz. Het gebied waar de meest storende resonanties optreden. Er zijn in de voorversterker standaard geen meetfaciliteiten. Op de T+A website is software te downloaden (TA HVEQ), inclusief een user manual, waarmee de metingen vanaf een pc kunnen worden gemaakt. De voorversterker heeft een fraai touch sensitive display, net als de andere HV-componenten. Het is ook van grotere afstand leesbaar. Veel functies kunnen zowel via de remote als via het display worden geschakeld. Ook hier bevinden boards zich in gescheiden compartimenten en is de opbouw dubbel mono.

PDP 3000HV Disc Player
Het is goed dat T+A een (sa)cd-speler binnen dit prijssegment bouwt. Hoewel de commercie, vanuit allerlei belangen, haasje repje alle schijfformaten afschrijft, is dat natuurlijk niet in overeenstemming met de realiteit. Voor zo’n statement is het grote publiek wellicht gevoelig. Zij denken in gebruiksgemak en willen het ‘allernieuwste’. De massaal ingezette aanval op fysieke dragers is voor de muziekliefhebber met een kostbare collectie cd’s en sacd’s geen geldige optie. Maar, zulke marketingbewegingen zijn wél erg gevaarlijk. Er worden minder spelers gebouwd. Probeer nog maar eens een multichannel sacd-speler te kopen. Gelukkig zijn er fabrikanten die blijven komen met schijfspelers. De PDP 3000HV is tweekanaals en heeft een automatische mixer aan boord die ‘multichannel only sacd’s’ omzet naar een tweekanalen mix. Deze fysiek enorm grote en zware machine heeft een uitschuifbare lade en de schijf verdwijnt onder een puck. Net zoals vrijwel alle sacd-machines verloopt het inlezen niet met de allerhoogste snelheid. Maar, de T+A set is bedoeld om relaxed naar muziek te luisteren en niet om als een idioot door een stapel van honderd cd’s te zappen, zoals recensenten en studiotechnici dat doen. Belangrijk is dat deze speler twee volstrekt gescheiden signaalwegen heeft voor PCM en DSD. Er is geen mix, zoals bij sommige andere spelers in de markt, waarbij DSD uiteindelijk omgezet wordt in PCM. De machine heeft dan ook dedicated uitgangen voor DSD en andere uitgangen voor PCM. Die vinden allemaal een weg naar eveneens verschillende  ingangen op de voorversterker. Het wisselen van schijftype betekent dus ook dat er een andere ingang op de voorversterker moet worden gekozen, hoewel dat laatste geautomatiseerd kan verlopen. De consument kan via het menu kiezen voor verschillende PCM-oversampling typen en DSD-modes. De PDP 3000HV heeft ook digitale ingangen. PCM-signalen worden tot en met 192 kHz geaccepteerd en DSD kan vanuit een computer naar binnen. De speler heeft daarvoor een zogenaamde USB-dac ingang. Signalen zoals DSD64 en DSD512 worden geaccepteerd vanaf een Windows-pc . Apple-systemen spelen alleen signalen af t/m DSD128. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt volledig bij Apple. T+A heeft daar geen enkele invloed op, net zoals alle andere fabrikanten van DSD-converters dat niet hebben. De standaard sacd-schijf is in DSD64-formaat. De PDP3000HV is naast een schijfspeler dus ook een universeel bruikbare dac.

Starten
Het is indrukwekkend om, met een enkele knop op de afstandsbediening, het hele T+A systeem te starten. Lijkt een beetje op een ramp-up van een kerncentrale, want vele meters en warnings wachten om afwijkingen in dit proces te communiceren. Als de fase fout staat, dan weigert de eindversterker simpelweg te starten en datzelfde geldt voor de additionele power supply. Een grote verlichte meter kruipt langzaam naar de max van de netspanning en blauwe lichten melden dat de eindversterker voldoende bedrijfstemperatuur heeft en vervolgens inschakelt. Wie indrukwekkende hifi zoekt om ook naar te kijken, zal de verlichting van de T+A apparatuur ongetwijfeld waarderen.  

Procedure
Zoals bekend wordt apparatuur in de luisterruimte snel ‘neergesmeten’ en bij voorkeur aangesloten met de standaard zwarte netkabels en meegeleverde interlinks (met de rode en witte pluggen). Dan moet zo’n set presteren. In ieder geval meteen laten horen waarom het de moeite waard is om er naar te luisteren. Als het dan niet klopt of niets bijzonders doet, kun je je de verdere moeite besparen. Dat was dan ook de benadering bij de T+A set, hoewel die eerste start net iets gecompliceerder verliep. Het deed denken aan de installatie van een moderne AV-receiver. Daar bent u standaard tien uur mee bezig, zonder dat er geluid uit komt. Zelfs als u stap voor stap het manual van 300 pagina’s volgt. Totdat er zo’n whizz kid van 12 jaar meewarig opmerkt dat er nog een klein vinkje moet worden gezet in een of ander menu. Nadat u uw agressie botvierde op volledig onschuldige voorwerpen en personen in de omgeving, bent u vooral boos op uzelf. Dat uw ego ondermijnd werd door zo’n verzameling domme onderdelen aan een netsnoer. Wel, zo erg was het niet in de luisterruimte, maar het opzetten van de T+A-set heeft absoluut iets procedureels. Zodra er microprocessoren in het spel zijn is het belangrijk om menu’s te checken en in geval van T+A die verdraaide fase. Uiteindelijk was er geluid. Maar, het klinkt pas optimaal als de set op bedrijfstemperatuur is. Grote en zware versterkers hebben vaak enige tijd nodig om het thermische equilibrium te bereiken. Na een winterstart rijdt uw auto ook pas lekker na een kilometer of vijftien.    

Luisteren

In technische zin is er nog veel te vertellen over de HV Series, maar een review is bedoeld als kennismaking en niet om elk feature uitvoerig te bespreken. Het gaat uiteindelijk om de muzikale beleving, maar mocht u uw mogelijkheden om te kunnen investeren in een residentiële omgeving willen exhibitioneren, dan vormt de HV-set een visuele eyecatcher waar bezoekers niet omheen kunnen. De set is niet heel kritisch naar luidsprekers toe. Met minstens zeven heel verschillende luidsprekerparen werden hier goede resultaten geboekt. Het is altijd direct waarneembaar of het resultaat ‘klopt’. Dat kan met een budget luidspreker, maar ook met een aantal kostbare exemplaren. Afhankelijk van de aanwezigheid van verdere hoeveelheden ‘happy money’, kunnen dus indrukwekkende geluidstechnische mogelijkheden ontstaan, maar de kwaliteiten van de set hoor je ook met bijvoorbeeld Monitor Audio BX5’en, zijnde een van de topweergevers uit de klasse met vriendelijke prijskaartjes. Een opvallende eigenschap van de HV-set is dat het geluid buitengewoon schoon en zuiver klinkt. Het is ook neutraal en lineair, zonder klinisch te zijn.

Niet het typerende geluid van slechte solid state versterkers, maar een beetje op weg naar wat de allerbeste buizenelektronica doet. Maar dan zonder die fraaie ‘shine’ van de tubes. Maar, het geluid is absoluut muzikaal. Het gaat nergens fout. Geen scherpte en geen rafels. Als die toch waarneembaar zijn, dan laat de set simpelweg de fouten in de opname horen. Zoals op de uiterst gemeen klinkende jubileumuitgave van het Italiaanse foné. Deze, met drie Neumanns in een Decca Three opgenomen sacd-sampler heeft een cd-laag die niet te pruimen is. De sacd-laag werd op de HV-set wél goed weergegeven, op enkele tracks na. Wie het lukt om de cd-laag van deze productie fatsoenlijk weer te geven, dient kritische vragen te stellen over het onderscheidend vermogen van het betreffende audio-systeem. Maar, de HV-set laat simpelweg de kwaliteiten van de opname horen. Als het goed is, is het ook griezelig goed en als er iets niet deugt, komt dat genadeloos terug. Precies zoals het hoort. In die totale muzikale beleving die de set biedt, komen zaken naar voren als de fraaie diepe, brede en gelaagde stage, het niveau van detaillering, de dynamiek en het nergens vaag of onoverzichtelijk worden van de presentatie. De cd-weergave is buitengewoon goed en het omschakelen naar sacd laat een significante verbetering van de geluidskwaliteit horen. Er is nog méér ruimte en het uitsterven van klanken is erg fraai. Het is opvallend dat de hele set zo ‘onopvallend’ aanwezig is. Er is geen interne strijd waarneembaar tussen geluidstechnische eigenschappen, die zich individueel willen manifesteren. Er is een balans tussen alle features die met elkaar zorgen dat de weergave klopt. Maar wel met een latent merkbare potentie om dynamics, autoriteit en drive te manifesteren zodra het programmamateriaal daar om vraagt. Inschakeling van de extra power supply doet de rust en autoriteit toenemen.

Epiloog en conclusie
Met betrekking tot de bouwkwaliteit van de T+A HV Series kan het niet beter. Zelfs de (sa)cd-speler kan het beste met twee personen verplaatst worden. Bij dit niveau van mechanical engineering past een prijskaartje. Maar de beloning zit in de compromisloze constructie en uitvoering van deze componenten. Er staat echt iets in huis. Een verademing ten opzichte van de mechanisch en elektronisch totaal uitgeklede componenten van het laatste decennium, teneinde mee te doen in de ratrace naar kostenbesparing, het realiseren van rendement voor aandeelhouders en tegemoet te komen aan consumenten die voor het laagste bedrag alles willen hebben cq. denken te hebben. Wie uitgaat van de eindversterker als stereoblok, samen met de externe power supply, voorversterker en discplayer, is rond de 40k kwijt. Dat is nog steeds een cool bedrag en alleen bereikbaar voor de meest gemotiveerde onder de muziekliefhebbers. Omgerekend per component gaat het dan om pakweg 10k. Gezien de rest van de markt zijn dat nog acceptabele prijzen voor high-end elektronica. Het zit prijstechnisch vér onder het niveau van de onzin-apparatuur, waar voor een eindversterker prijzen gelden vanaf 100k. Soms presteren die 10% beter, maar het zal erg lastig zijn om zo’n prijskaartje met een valide business case te onderbouwen. Bij versterkers is het razend moeilijk om het prestatieniveau echt significant te verbeteren. In versterkerland is het algemene niveau de laatste 40 jaar maar heel weinig echt verbeterd, behoudens enkele uitschieters.  De HV Series valt op door de uiterst schone weergave met veel autoriteit en ruimte. De set speelt muzikaal, dynamisch en paart neutraliteit en lineariteit aan een voortreffelijke doorgave van klank. In combinatie met een geschikte luidspreker valt er redelijkerwijs weinig meer te wensen. Keuze voor deze set betekent ook een fundamenteel statement. Met T+A kies je voor solid state, zonder de nadelen van dit principe. Het alternatief ligt in buizenelektronica. De optimale implementatie daarvan klinkt ook neutraal en dynamisch, met de voor buizen bekende ‘magic’ en met het iets minder strakke laag. Stof om over na te denken en om op dealerbezoek te gaan.  De beide HV-dealers zijn Alpha High End in Brasschaat en The Hifi Studio Number One in Leiden. Dynaudio Nederland heeft binnenkort een showroom waar de set beluisterd kan worden. Voorlopig speelt die hier nog even de sterren van de hemel.

Prijzen
T+A A3000HV eindversterker € 11.900,-
T+A PS3000HV Power Supply €  7.900,-
T+A P3000HV voorversterker € 9.500,-
T+A PDP 3000HV (sa)cd-speler € 12.900,-
www.ta-hifi.de