Review Diapason Dynamis: missione compiuta


Ruud Jonker | 06 april 2016 | Diapason

In een marktsegment waar zich veel luidsprekers van onbesproken kwaliteit bevinden, komt Diapason met een top-of-the-line referentie vloerstaander. Met enige fantasie staat hier een veel grotere versie van de bekende Adamantes of Astera. De tekening van het fraaie massieve hout heeft plaatsgemaakt voor zeer spannende kleuren en patronen, allemaal verstopt onder een glossy finish die ook uw Riva-boot siert. Kan de Diapason Dynamis zich meten met de concurrentie en (h)erkenning oogsten op basis van een unieke combinatie van eigenschappen?  

Wie goed nadenkt over luidsprekers zou wel eens tot opzienbarende inzichten kunnen komen. Daar loopt vrijwel iedereen aan voorbij, alsof de gekheid van de wereld om ons heen tot gewenning heeft geleid en tot een afname van het helder denken. Neem eens een startende luidsprekerfabrikant in gedachten. Het optimistische uitgangspunt is dat zo iemand een fabelachtige kennis heeft van de materie. Die maakt dus meteen de ideale luidspreker. Dat moet redelijkerwijs kunnen: de wereld bouwt al tachtig jaar luidsprekers dus moet je het trucje inmiddels wel kennen. Vervolgens lijkt het eveneens redelijk om dan drie modellen te maken. Een mini, een vloerstaander en een supersysteem. Méér is simpelweg niet nodig en je kunt dan alle doelgroepen bedienen. Die modellen blijven dan heel lang in het leveringsprogramma. Er valt immers niets te verbeteren. Pas na minimaal tien jaar zou het kunnen dat er updates mogelijk zijn, in principe vanwege echte innovaties in materiaal, elektronica en computer-based design methoden.

De voorgaande ideaal-typering lijkt een beetje op wat Diapason doet. Maar de realiteit van alledag is dat het stikt van de weergevers, die na een jaartje worden vervangen door een opvolger die dan weer 'beter' is. Zo’n fabrikant geeft daarmee toe dat hij met het eerste model heeft zitten knoeien, niet voldoende kennis heeft en productverbetering pleegt over de rug van de consument. Helaas leven we niet in de ideale wereld en zijn er verklaringen waarom een fabrikant een serie vloerstaande modellen in de markt knalt, die in opgaande lijn steeds 10 cm hoger zijn en 3 Hz dieper kunnen. Vervolgens wordt die reeks na twee jaar volledig vervangen.

Maar het kan ook anders. Luidsprekers die langer in de markt stonden, zeer goede prestaties leverden en waar binnen redelijke grenzen op de korte termijn weinig aan te verbeteren viel. Wie de originele, door Rogers gebouwde LS3/5A in huis heeft (door de BBC ontworpen), heeft zelfs vandaag de dag weinig te wensen. Waarom zijn er dan eigenlijk zeshonderd andere in formaat vergelijkbare luidsprekers op de markt? Die ene Rogers is toch voldoende? Misschien is de luidsprekermarkt wel erg simpel en laagdrempelig. Je kunt de grootste troep bouwen, er is altijd wel iemand die daar volledig voor gaat.

De juiste interpretatie van geluid, weergegeven door luidsprekers, behoort tot de moeilijkst te beheersen vaardigheden waarover onze diersoort zou kunnen beschikken. “Ja, maar we horen allemaal anders,” aldus personen die de discussie daarover willen traineren met een dosis onbewezen desinformatie. De eigenschappen van de menselijke soort worden zeer exact gereproduceerd door het DNA-mechanisme. Het gehoor is van elementaire betekenis voor het voortbestaan van de soort. Dat lijken twee goede argumenten om te verdedigen waarom het gehoor bij iedereen hetzelfde is. Vervolgens komen de zintuigelijke waarnemingen in het domein van de psychologische interpretatie. Daar spelen emotie, ervaringen, misinterpretatie, kennis, gebrek aan kennis, ontkenningsgedrag en andere mechanismen een rol. Personen die beter kunnen luisteren, kunnen die mechanismen kennelijk tot een bepaald niveau beheersen.          

Diapason

Diapason behoort bij de fabrikanten die pas een product in de markt zetten als het uitontwikkeld is. Vervolgens gaat het erg lang mee. Zo ontwikkelde Alessandro Schiavi de Adamantes in 1989 en vormt de huidige versie van deze weergever na vijfentwintig jaar de derde upgrade. Het gaat dan niet om een totaal ander product, maar om nagenoeg dezelfde weergever met bescheiden doch betekenisvolle upgrades. Na vijfentwintig jaar mag je ook profiteren van enige voortschrijdende inzichten en de invloed daarvan op de Adamantes staat nog altijd ver van 'elk jaar een totaal nieuw model.'

Diapason heeft momenteel zo’n negen modellen. Daar zitten ook centers bij voor filmgeluid. Dat is iets méér dan de ideale drie modellen, maar economische wetmatigheden maken dat je als luidsprekerfabrikant niet alleen kunt leven van onbetaalbare topmodellen. Zelfs Magico heeft de S1 voor een weggeefprijsje. We leven nog steeds in ‘the real world’.

Diapason Dynamis: de speaker

Diapason Dynamis

Leuk, al die kleine Dinky Toys op de huidige snelwegen, maar op een dag wil je gewoon iets groots. There’s no substitute for cubic inches, dus vijf meter lang met een achtcilinder moet kunnen. Zo’n lekker agressieve grille van formaat betekent voor medeweggebruikers dat ze snel naar rechts moeten of opgegeten worden. Bij Diapason zal ongetwijfeld de wens hebben geleefd om eens mee te doen in de wereld van de grote luidsprekers met substantiële conusoppervlakte.

Toch is de Dynamis ontwikkeld naar aanleiding van de klantenvraag. De Diapason-systemen van bescheiden afmetingen hebben een grens met betrekking tot het kamervullend vermogen en de meeste subwoofers zullen niet de kwaliteit kunnen bieden die deze monitoren bereiken. Nu is het bouwen van een goede mini lastig, maar zodra het op drieweg systemen aankomt, zijn de problemen niet van de lucht. Het is niet zo simpel dat een goede tweeweg snel voorzien kan worden van een grote woofer. Toch lijkt de Dynamis daar een beetje op. In de basis is er de driver-bezetting van de Astera, aangevuld met een 30cm woofer van Scan Speak. De units werken binnen de behuizing van de Dynamis in afgesloten compartimenten.

Voor de ontwikkeling van deze weergever heeft Diapason wel afscheid moeten nemen van een essentieel kenmerk. De kleine modellen komen allemaal in massief hout (Calanetto walnut). Die constructie is niet mogelijk bij grotere luidsprekers, vanwege problemen die inherent zijn aan massief houten panelen van flinke afmetingen. Er werd derhalve gekozen voor HDF en de vormgeving van de Dynamis voert feitelijk weer terug naar het oer-Olson model, waarbij voor Diapason de hoeken tussen de panelen berekend zijn op minimale interne reflecties. Het kiezen van materialen, onderdelen en elektronische schakelingen roept altijd reacties op. Maar aan het einde van de rit is het volstrekt onbelangrijk uit welk materiaal een luidspreker is gebouwd of welke filterschakeling is gebruikt.

Het belangrijkste blijft de geluidsmatige prestatie. U luistert niet naar plywood, MDF, Elna’s of aluminium. U luistert naar muziek en de mate waarin de weergave de werkelijkheid raakt. Derhalve zijn de technische specs van een weergever nauwelijks interessant. Ze krijgen pas betekenis als verklarende factor op het moment dat zo’n weergever niet doet wat de bedoeling is en/of zijn een leidraad bij plaatsing en systeem-matching. Een zinvol cijfer geeft het rendement aan (89 dB), want dat zegt iets over een mogelijke combinatie met versterkers. Ook van het frequentiebereik is informatie af te leiden (24-20.000 Hz tussen de -3 dB-punten). Het geeft informatie over de combinatie van muzieksoorten met een geschikte weergever, een aanwijzing met betrekking tot de plaatsing en een indicatie voor het niveau van te verwachten akoestische problemen.

De Dynamis heeft een gewicht van 100kg en meet 45 x 68.50 x 127.50 cm. Die data bepalen welke verdieping in huis nog bereikbaar is en zeggen ook iets over de correlatie tussen fysiek voorkomen en de waf. Die waf wordt ook ernstig getriggerd door de uitvoeringen van de Dynamis. Deze luidspreker is niet leverbaar in houtfineren, maar onder andere in de ‘tinten’ metallic bronze, glossy white, dark grey, China red en metallic silver. Diapason levert in principe elke kleur op verzoek, maar komt ook met erg spannende ‘chocolate paper effect’-kleuren in zilver, goud of koper.

Welke kleur, of welk effect het HDF ook siert, onder de laklagen bevindt zich iets unieks. Het HDF wordt aan de buitenzijde eerst voorzien van een aantal lagen fiberglas tot bijna 2 mm dik. Ook aan de binnenzijde van de kast zit coating, waardoor het HDF volledig ‘gesealed’ is. De gevolgen zijn rigiditeit en een ‘snel’ resonantiegedrag. Op de dikke fiberglaslaag worden de gekleurde laklagen aangebracht, waarna het geheel high-gloss wordt afgewerkt. Dat wordt gerealiseerd door het bedrijf dat de bekende Italiaanse Riva-boten afwerkt. Het is een door Diapason opgezet samenwerkingsverband, net zoals met het houtbewerkingsbedrijf van Loris Copiello in Vicenza, waar al vijfentwintig jaar lang de behuizingen van de luidsprekers worden gebouwd.

De Nederlandse importeur vertelde dat Diapason voor het walnotenhout van Adamantes, Astera en de andere niet-Dynamis-modellen in Amerika een grote partij hout met een leeftijd van bijna 15 jaar oud heeft kunnen kopen. Hiervan laat Diapason, wanneer nodig, een gedeelte naar Italië komen. Na aankomst laten ze het een maand rusten voordat het hout in kleinere stukken gezaagd wordt. Na elke bewerkingsslag is opnieuw een rusttijd van vier weken nodig. Het duurt steeds een half jaar voordat een kabinet dan afgemonteerd kan worden. Als er meteen wordt doorgebouwd, gaat het kabinet later scheuren vertonen.

De demo-set Dynamis kwam in een iets donkerder bronskleur. Elke kleur levert wel discussie op. Het is bekend dat luidsprekerfabrikanten elke kleur kunnen leveren, maar dat zwart de best verkochte optie is. Winkeliers en importeurs zijn dus selectief bij het inkopen van luidsprekers. De kans is namelijk groot dat zo’n uitvoering in Ferrari-rood een kostbare winkeldochter wordt en doorgaans bij een recensent eindigt. Een professionele recensent luistert alleen maar, terwijl de hobbyisten worden geterroriseerd door de waf. Een aantal standaard leverbare kleuren voor de Dynamis komt ook tegemoet aan klanten in het verre oosten.

Het filter van de Dynamis is bi-wiring/bi-amp aan te sturen en bevindt zich aan de achterkant. Daar is een metalen plaat, zodat de fabriek voor eventuele service bij het filter kan. Elke Dynamis komt in een groot houten krat met ‘ingebouwde’ logistics om de luidspreker eenvoudig uit te kunnen pakken en plaatsen. De Dynamis heeft rollagers in de voet en kan makkelijk verplaatst worden. 

Diapason Dynamis: USP's

Unique selling points

Wim van Kraanen geeft altijd aan dat Diapason belangrijk is geweest voor de start up van zijn bedrijf. Omgekeerd zal het ook voor Diapason belangrijk zijn om een importeur te hebben die op een consistente manier het marktaandeel van een product uitbouwt en een vaste schare van liefhebbers aan zo’n merk koppelt. Wellicht een ideale situatie. Een merk dat topkwaliteit levert, een zinvol en bescheiden aantal modellen in de markt zet en niet elk jaar met schreeuwende vernieuwingen komt. Anderzijds een groep consumenten die dat allemaal herkent en waardeert. Ook begrijpt Diapason, in tegenstelling tot veel Amerikaanse fabrikanten, dat het in de Nederlandse markt niet lukt om per jaar vijfduizend sets luidsprekers te verkopen of vijfhonderd versterkers van 50K. De Dynamis kost rond de 45K. Bij dat prijspeil is momenteel een redelijke concurrentie, in de vorm van een aantal luidsprekers met een geluidstechnisch voortreffelijke score.

Voor een fabrikant is het steeds lastiger om usp’s te bedenken waardoor een product toch boven de beestenbende uit kan steken. In deze tijd moet je het niet meer hebben van luidsprekers met een heel duidelijke eigen signatuur. De betere weergevers worden de laatste tien jaar veel uniformer met betrekking tot prestaties. Dat is een logische en goede ontwikkeling. Het kan niet zo zijn dat luidsprekers enorm afwijken in geluidsmatige prestaties. In theorie is er maar één luidspreker mogelijk die de realiteit het dichtste benadert. Daarin is de wereld echt veranderd. Vroeger hadden luidsprekerbouwers een zogenaamde ‘filosofie’. Het woord ‘filosofie’ is al knap pretentieus voor twee alinea’s in een marketingfolder, maar het ging dan om een idee over hoe een luidspreker zou moeten ‘klinken’. De black magic in de vorm van ‘voicing’ was dan het duistere ritueel, dat muziekliefhebbers met oren mijlenver afhield van enige realistische weergave. De historie heeft namelijk geleerd dat zo’n idee zelden overeen kwam met hoe live muziek klinkt.

Waar de wereld behoefte aan heeft, is geen visie over hoe een luidspreker moet ‘klinken’, maar een visie over hoe je een luidspreker kunt ontwikkelen die zo dicht mogelijk weergeeft wat er live gebeurt. De betere luidsprekerbouwers van dit moment hebben zo’n visie. Ook aan de kant van de consument zit het vaak fout. Je moet redelijk respectloos zijn in de richting van de artiest, de dirigent en de opnametechnicus, om wat zij hebben bedoeld te willen aanpassen. Gitaristen zoeken de halve wereld af naar vintage buizen om een specifieke sound te krijgen. Dirigenten bepalen nauwkeurig de klankmatige signatuur van een orkest, musici hebben een zeer duidelijk beeld over hoe een cd moet klinken en de drummer bepaalt de klank door de keuze van specifieke percussie-instrumenten. Dan gaan wij thuis ons eigen soundje maken? Klinkt als het kopen van een van Gogh en die overkladderen omdat de kleuren je niet aanstaan.

De toenemende en noodzakelijke geluidsmatige gelijkvormigheid tussen weergevers, leidt voor fabrikanten tot het probleem hoe je je dan nog kunt onderscheiden met een luidspreker. In de kabelmarkt is dat nog heviger. Kabels zijn nauwelijks onderscheidend, behalve in prijs. Dat opent weer de weg naar een focus op emotie, merkbeleving, prijsconcurrentie, vormgeving en andere marketingconcepten. Maar voorlopig zijn er nog steeds verschillen tussen luidsprekers. Binnen die toenemende marginaliteit in geluidsmatige usp’s zal een doelgroep aangesproken moeten worden, die ook nog te vangen is met niet-geluidsmatige usp’s. Daar liggen dus kansen voor de Dynamis, maar ondanks het naar elkaar toegroeien van de topluidsprekers, heeft de Dynamis zeker nog usp’s op geluidstechnisch gebied.

Een toverdoos

Voor de Dynamis werden verschillende luistersessies gepland. Niet omdat het niet snel duidelijk werd wat deze luidspreker doet, maar feitelijk vanwege een vorm van speelwaarde. De importeur, met brede ervaring op het gebied van plaatsing en aansturing, had de set al op een voortreffelijke manier samengesteld en getuned. Dat werd dus in eerste instantie gewoon een plug & play luisterexercitie. Ook kent Wim de eigenschappen van de betreffende luisterruimte. Maar, die speelwaarde heeft te maken met de eigenschap van de Dynamis als meetinstrument. Deze luidspreker verdient de kwalificatie als ‘feedback-rijk systeem’. Daarmee wordt bedoeld dat het een luidspreker is die zeer precies laat horen wat het geluidsmatig betekent als de plaatsing verandert, de aansturing of het wijzigen van een kabeltje.

Tussen kabels zijn in principe geen verschillen in geluidskwaliteit. Ze spelen alleen een rol binnen de interactie tussen twee componenten. Daarmee zijn subtiele veranderingen te realiseren, met als doel om nog dichter bij de realiteit van de microfoonfeed te komen. Kabels veroorzaken verschillen in tonale balans door interactie van elektrische eigenschappen en in perceptieve beleving van ruimte en detaillering, als gevolg van masking-effecten. Die kleine verschillen worden door deze luidspreker uiterst precies weergegeven. Op elke kleine en grotere verandering in het systeem of de omgeving, komt de Dynamis met een reactie. Door die op de juiste manier te interpreteren kun je helemaal doorbouwen naar het uiteindelijke doel. Namelijk, het zo realistisch mogelijk benaderen van hoe de oorspronkelijke opnames zijn bedoeld.

De Dynamis is daarmee feitelijk een subliem onderwijstool. Iedere dealer en audiofiel zou zo’n setje ergens in reserve moeten hebben, om alles te kunnen leren over de bouw van hifi-systemen. Je kunt er alles mee ontdekken over plaatsing, over de aansturing, over de veronderstelde verschillen tussen analoog, PCM en DSD, over de specifieke eigenschappen van de opname en over de relatie tussen de luidspreker en de betreffende akoestiek. Deze luidspreker leert je veel over de eigenschappen van de akoestiek. Bij elke centimeter verplaatsing geeft het systeem feedback over wat er dan precies gebeurt. Tijdens een latere luistersessie werden wat experimenten uitgevoerd met aansturing en plaatsing. Puur om de grenzen van de Dynamis te verkennen. Twee centimeter extra toe-in leverde onder andere meteen extra stage-diepte op en een toename van laag-output in het gebied rond 190 Hz. Met betrekking tot de opname, hoor je exact vanuit welk perspectief microfoons hebben geregistreerd en soms welke microfoons zijn toegepast. Merendeels is het eenvoudiger om de polaire response te herkennen.

Maar als de Dynamis zo’n universeel en ongekleurd venster op de realiteit biedt, waar zitten dan de zogenaamde usp’s? Wel, in eerste instantie is de Dynamis een toverdoos met een strikje waar alle belangrijke eigenschappen, die nodig zijn voor realistische weergave, aanwezig zijn. De klant koopt dus een totaalpakket. Een verfdoos met alle kleuren, oftewel een Maserati met alle denkbare fabrieksopties. De belangrijkste daarvan zijn ver doorontwikkelde eigenschappen op het gebied van dynamiek, microdynamiek, homogeniteit, detaillering, microdetaillering en neutraliteit. Maar ook het vermogen om schrikbarend driedimensionale stages neer te zetten met hele duidelijke hoogteverschillen. De kunst is vervolgens om middels plaatsing, akoestiek en aansturing al die eigenschappen zodanig te richten dat de gewenste realistische weergave ontstaat.

Het goede nieuws is dat de Dynamis niet superkritisch is met betrekking tot de aansturing door een versterker, maar wel vlijmscherp de verschillen tussen allerlei versterkers laat horen. Dat betekent dat er met veel versterkers een goed geluid zal ontstaan, maar dat er ook de mogelijkheid is om die ene versterker te vinden waarmee de set magisch realistisch kan presteren. Een belangrijke usp is dus dat de Dynamis het complete pallet aan goodies biedt, die voor het realiseren van goed geluid noodzakelijk zijn. Als je dit zinnetje iets anders formuleert, dan staat er simpelweg dat de Dynamis geen tekortkomingen heeft en al die eigenschappen in haast ideale vorm biedt.

Is de Dynamis dan de ideale luidspreker? Wel, dat is natuurlijk alleen een denkbeeldig concept, maar het is beter om te zeggen dat de Dynamis, zoals vrijwel alle luidsprekers, niet alles doet. Een toontje van 16 Hertz bij 0 dB hoort niet bij de mogelijkheden. Maar, dan kom je in het gebied van heel speciale eisen, voor een kleine niche van muziekliefhebbers die bepaalde content draait. De Dynamis is eigenlijk een universele, zo neutraal mogelijke bouwsteen. Wat is er mooier dan een zo universeel mogelijke luidspreker met een perfecte balans tussen eigenschappen die allemaal haast maximaal doorontwikkeld zijn? Dat is natuurlijk een zeer unieke usp. 

Diapason Dynamis: realistisch

Realistische plaatsingen

Het is ook zinvol om even diep in te zoomen op wat de Dynamis in real life doet. Dat is best verbazingwekkend. Wat een enorme indruk maakte is het spelletje dat de Dynamis speelt binnen het 3D-domein. Ten eerste is de plaatsing van stemmen en instrumenten fenomenaal. Op een bepaalde track stonden de drums simpelweg 1.5 meter vóór de linker-luidspreker en de vleugel ver achter de rechterluidspreker. Die instrumenten staan dan echt ‘op de grond’ en zweven niet ergens op een meter hoogte. Wat wél op 1.4 meter hoogte staat is een blaasinstrument, terwijl voices zich nog hoger binnen de stage begeven. De Dynamis maakt dus heel realistische plaatsingen in het verticale vlak(hoogteverschillen), maar kan ook in het horizontale vlak plaatsen.

Niet, zoals bij veel systemen, dat alles netjes in een boog achter de weergevers staat, maar met heel duidelijke verschillen in de diepte (en de breedte). Als zo’n drumset dan ongeveer op schoot staat, dan heeft het instrument zelf ook nog een vorm van ‘diepte’. Het is dus geen plat cardboard-image. Uiteraard moet die ruimtelijke informatie aanwezig zijn in de opname. Niet elke cd of plaat zal zulke spectaculaire 3D-trucs laten horen. Maar als het er is, dan kan de Dynamis dat subliem vertalen naar een ruimtelijke gebeurtenis. Sommige cd’s (en platen) projecteren zelfs geluid links en rechts naast de luisterpositie. Dan gaat het over gewoon stereo en niet over Qsound. Het 3D-gebeuren wordt nog realistischer door de werkelijk vlijmscherpe afbeelding (imaging) van stemmen en instrumenten. Kleine instrumenten, zoals belletjes, castagnetten en houtblokken staan messcherp binnen de stage en knallen daar met een enorme energie en detaillering uit.

De klank van al die stemmen en instrumenten wordt niet bepaald door deze luidspreker. Klank is geregistreerd binnen de opname en resulteert daar vanuit het instrument of de stem, de microfoon, de akoestiek van de opnameruimte, de gebruikte elektronica en het opname-format. In de luisterruimte heeft de consument de verantwoordelijkheid om een versterker te kiezen die recht doet aan die klank op de cd of plaat. De Dynamis laat vervolgens het eindresultaat horen. Dat klinkt vrijwel altijd goed, maar is soms ook genadeloos. De klank van individuele instrumenten of stemmen op de cd of plaat is niet altijd optimaal, net zomin als de akoestiek van de opnameruimte. Dat is vaak heel spannend in de combinatie tussen vocalisten en microfoons. Niet elke studio gebruikt een Neumann U47. De Dynamis laat heel precies horen hoe het allemaal klinkt. Soms is dat confronterend, maar de realiteit van klank en ruimte is ook confronterend. Strijkers klinken niet altijd zoals op de platen van James Last. Strijkers kunnen ‘harsh’ en fel uit de hoek komen. Een goede luidspreker laat dat horen. Wie dat niet snapt of wenst, propt maar een handdoek in de tweeter.

De belangrijke eis van Alessandro, dat het systeem de grootte van een presentatie neer moet kunnen zetten, wordt ook gerealiseerd. Niet alleen Pink Floyd, maar ook andere werken met vergelijkbare dimensies worden gepresenteerd als een ‘wall of sound’. Dat is ook eigenlijk de belangrijkste toegevoegde waarde van grotere luidsprekersystemen. Het gevoel dat je voor een enorm podium staat tijdens een popconcert of klassiek event. Het knappe van de Dynamis is dat dit systeem daarin kan schalen. Een singer-songwriter met gitaar op een podium wordt niet opgeblazen tot onrealistische dimensies, maar houdt de juiste afmetingen. Ook dwarsfluiten en conga’s vormen geen vlekken van een vierkante meter, tenzij dat in de mix als zodanig is gemanipuleerd. Maar, een jazzband staat in de juiste afmetingen 3D op een geweldig podium.

Enorm risico

Er is nog veel te zeggen over de Dynamis. De bottomline is dat Diapason met de Dynamis een extreem goed product op de markt zet. Dat moet ook wel. Diapason is geen mega-fabrikant en kan en/of wil ook geen grootschalige en agressieve marketingcampagnes voeren. Zij moeten het hebben van de intrinsieke waarde van de producten. Die zijn bekend bij een groep trouwe fans met oren aan hun kop. Daar staan superluidsprekers zoals de Adamantes en de Astera in huis. Met de veel grotere Dynamis heeft Diapason een enorm risico genomen. Zo’n product moet helemaal perfect zijn, anders is in de hedendaagse markt je reputatie weg en kun je het verder vergeten. De stap van de kleine tweeweg-monitoren naar een full fling drieweg is ook een enorme technische uitdaging.

Maar Alessandro Schiavi kan weer rustig slapen. Mission accomplished. Voor de consument blijft natuurlijk het prijskaartje, de vormgeving en de verschillende kleurstellingen. Het overbruggen van de vraagprijs heeft te maken met motivatie en de optie van private crowdfunding. Hoe zo’n luidspreker oogt is eigenlijk volstrekt onbelangrijk. Het gaat toch om het luisteren naar muziek? Maar nijvere marketeers hebben een maakbare wereld bedacht met een focus op uiterlijk vertoon, het voldoen aan door woonbladen gedicteerde interieurconcepten en het passen in referentiekaders die bepaald worden door de sociale peergroup. Oftewel: ‘keeping up with the Jones’. Het zou geweldig zijn als de Dynamis binnen al die genoemde plaatjes past.

De Dynamis werd onder andere beluisterd met de Synthesis A100 Titan buizenversterker. Die klinkt erg neutraal, dynamisch en ruimtelijk. Er werd ook geluisterd met de, helaas niet meer leverbare, Graaf GM200. Die klinkt nog veel dynamischer en heeft klankmatig iets meer ‘bloom’ dan de Synthesis. Platen werden gedraaid met een voortreffelijke speler van Tom Fletcher. In Duitsland noemen ze dat heel mooi een ‘schallplattenabspielmaschine’.    

Diapason Dynamis: conclusie

Conclusie

Met de nieuwe Diapason Dynamis heeft Alessandro Schiavi een risico genomen. De consument is, zeker bij dit prijsniveau, kritisch en er zijn binnen deze budgetgroep meerdere sterke concurrenten. Diapason is ook geen merk dat iedereen toeschreeuwt vanaf billboards en social media. Toch gaat het hier om een fascinerend product waar niets fundamenteels op aan te merken is en dat ongetwijfeld weer een langere tijd mee zal gaan. Deel uitmakend van de niche waarin de allerbeste luidsprekers van de wereld te vinden zijn. In de juiste akoestische omgeving, bij de juiste opstelling en met de juiste aansturing laat de Dynamis het programmamateriaal met een ongekend niveau van realisme horen. Veel indruk maakt de spectaculaire wijze waarop deze luidsprekers de 3D-ruimte beheersen en in voorkomende gevallen een muur van geluid kunnen presenteren. Missione compiuta.