Review: Constellation Audio Argo


Ruud Jonker | 08 september 2016 | Fotografie Fabrikant | Constellation Audio

Voor velen wellicht nog onbekend, maar wie de grote audiobeurzen in de wereld heeft bezocht, zal ongetwijfeld kennis hebben gemaakt met Constellation Audio. Het merk valt in eerste instantie op door het aparte industrial design en door de astronomische prijskaartjes die aan de producten hangen. Daarmee schep je verwachtingen.

Teneinde de producten en de ambities van dit bedrijf aan een nader onderzoek te onderwerpen, is in eerste instantie gekozen voor een instapmodel ‘geïntegreerde versterker’. Het heeft dit keer best moeite gekost om de specifieke geluidsmatige eigenschappen te kunnen duiden.

Constellation Audio bestaat sinds 2009 en is een Californisch bedrijf. Voor de ontwikkeling van producten is er een team dat bestaat uit deskundigen, doorgaans afkomstig van bekende audio-brands, in verschillende vakgebieden. Denk aan digitale schakelingen, software, analoog enzovoorts. Dat wijkt af van de traditionele grote high-end firma’s, die opgehangen waren aan de visie en inzet van één grote man. Voorbeelden zijn Mark Levinson, Saul Marantz, Avery Fisher, Harold Leak en Bill Johnson. Toch is er wat te zeggen voor zo’n multidisciplinaire benadering. In die pakweg vijf jaar heeft Constellation drie belangrijke lijnen elektronica ontwikkeld. Daarbij is er een heel duidelijke focus op geluidskwaliteit. Hoewel echte cost-no-object nauwelijks meer bestaat en vroeger natuurlijk ook een enigszins idealistisch begrip was, is de productkwaliteit van Constellation compromisloos. Toch moet er ‘bottomline’ geld worden verdiend en moet de businesscase sluiten. Dat gold uiteraard voor pioniers zoals Leak, Marantz, Fisher en Quad, maar evenzeer voor Constellation Audio. Maar, er zijn natuurlijk verschillende strategieën denkbaar om aan de economics van de bedrijfsvoering te kunnen voldoen. Je kunt fraaie audioproducten ontwerpen en die dan vervolgens helemaal uit laten kleden door marketing en door de boekhouder, teneinde iets in de markt te kunnen zetten bij een bepaald prijspeil. Daar zijn voldoende voorbeelden van.

Een andere strategie is om van de audiokwaliteit af te blijven, met voor de consument vaak een hoger, maar te rechtvaardigen prijskaartje. De vraag is vervolgens waarom het Constellation lukt om binnen vijf jaar een succesvol bedrijf te zijn, terwijl de vele start ups die je in München tegenkomt vaak tot mislukken gedoemd zijn. Dat heeft niet altijd met het product te maken. De verklaring ligt natuurlijk voor een deel in de Amerikaanse traditie van business development. De kunst is onder meer om exposure te krijgen bij de juiste bladen, de juiste reviewers, de juiste audioshows, de juiste doelgroep voor je product en een clubje private investors. Voor de rest moet je proberen om even op te vallen. Constellation deed (en doet) dat met de stofopwaaiende Hercules versterker. Met zulke producten speel je je in de picture. Dat zie je wederom weer op de High End in München. Eendagsvliegen die dan komen met een exorbitant vormgegeven draaitafel, met een grondoppervlak van een vierkante meter. Zoiets haalt elk magazine en elke website in de wereld, maar er is vervolgens geen follow up. Zo’n ding gaat dan naar iemand die dat persé wil hebben, maar het leidt niet tot een bedrijf met een betrouwbare serieproductie en het opzetten van een dealernetwerk.

De keuze voor een doelgroep is vanuit Constellation gezien trouwens ook bewust. Op het prijsniveau van Constellation producten mag er belangstelling worden verwacht vanuit de ‘rich & filty’. Die kopen niet alleen vanwege de audiokwaliteit. Feitelijk bieden ze door hun aankoop kapitaal, waardoor Constellation mooiere producten kan ontwikkelen voor de echte muziekliefhebbers en afgeleide producten voor de minder draagkrachtigen. De instapreeks begint ergens bij 25k. Vanuit die rustgevende gedachte gaat u natuurlijk direct bestellen. De echte instap is in de vorm van de Inspiration series. In de luisterruimte staat een model uit de zogenaamde Performance series. Nou is het voor een bedrijf als Constellation aardig om een mooi verhaal te hebben en met dure producten te komen. Vanuit de traditionele marketinggedachte is de P van product zeker voor dit soort artikelen nog geldig. Constellation moet wél zorgen voor producten van onbesproken kwaliteit. Anders wordt de zeepbel snel doorgeprikt. Maar, het is in de hifi en andere sectoren ook mogelijk om zeer middelmatige producten te verkopen op basis van marketing. Daar zijn ook flagrante voorbeelden van te vinden. Maar, de focus van Constellation zelf is grotendeels gericht op compromisloze audiokwaliteit. Het is een bedrijf dat opgericht is door (en voor) muziekliefhebbers. 

Argo Integrated Amp

Met een te ontwikkelen vermogen van 240 Watt bij 4 Ohm, is deze versterker natuurlijk toereikend voor het merendeel van de muziekliefhebbers. De eerste opvallende feature van de Constellation producten is de zeer luxe, degelijke en creatieve vormgeving. Gebouwd uit aluminium, met een fraai ribbelpatroon dat smeekt om aanraking. Dat mag desnoods de hele dag. U kunt de massief aluminium afstandsbediening, voorzien van dezelfde broeierige ribbels, gewoon meenemen in de trein of in de auto naar uw werk. Daarmee krijgen latent aanwezige lage lusten de vrije loop. Constellation bouwt geen apparatuur in fantasieloze rechthoekige metalen dozen. In het beroemde designteam zit iemand die zicht heeft op industriële vormgeving (Alex Rasmussen). Hoe u die vormgeving ervaart is persoonlijk. De bottomline is dat het weer onderdeel is van een strategie om op te vallen. Gewoon de dingen net even anders doen.

Het aardige van Constellation is dat de leden van de directie en de investors allemaal begaan zijn met muziek en/of apparatuur. CEO Murali Murugasu is een arts, maar ook een toegewijde audiofiel.  Ook David Payes combineert zijn zakelijk inzicht met een langdurige loopbaan als audiofiel. Irv Gross, de director of sales, is een fanatiek muziekliefhebber. Dat geeft aan zo’n organisatie net een andere focus dan bij audiobedrijven waar de directie en de aandeelhouders zich alleen richten op ‘stockholders value’ en het niemand interesseert of dat met audio of met de verkoop van ijzererts kan worden bereikt. Aan de basis van de versterkers ligt een nieuwe topologie, ontwikkeld door Bascom King. Die is bekend van baanbrekend werk voor onder andere Infinity, Forsell, Genesis, GAS, Marantz en PS Audio. Demian Martin was oprichter van Spectral en Entec en werkte voor onder andere Rockport en NuForce. John Curl is volledig thuis in analoog en verantwoordelijk voor de Orion Phono versterker. Hij was verantwoordelijk voor baanbrekende analoge schakelingen voor onder andere Levinson (in de JC-2), SOTA en Parasound. Voor de laatste bouwde hij onder andere de Halo JC3+ phono versterker. De phono-modulen zijn hierin als aparte gesloten units opgenomen in de hoofdbehuizing. Deze JC3+ heeft geluidsmatige eigenschappen die ook terug te vinden zijn in de Constellation-producten. Curl ontwierp ook geluidssystemen voor de Grateful Dead. Met de voorgaande vermeldingen is de rest van het team nog niet belicht, maar verdere informatie daarover is online te vinden.

Teneinde dieper in de achtergrond van Constellation te bewegen was er een ontmoeting met Irv Gross, Constellation’s VP of Sales. Uit dit gesprek bleek weer dat de wereld klein is. De vrouw van deze voormalige professor in de filosofie komt uit North Carolina, vlakbij de Research Triangle Area, waar ondergetekende ook werkzaam en woonachtig was. Voor de review is niet alleen de Argo beluisterd, maar is er ook kennisgemaakt met de andere lijnen van Constellation. Reviewen betekent vaak dat er veel werk is buiten de gebaande paden en misschien is het gemakzuchtiger om voortaan stofzuigers te gaan bespreken. Irv Gross gaf aan dat de naam ‘Constellation’ te maken heeft met het team. Dat bestaat uit een samenstelling van ‘sterren’, zijnde de beste mensen binnen hun vakgebied. Een ‘constellation van stars’ zogezegd. 

Pagina 2: luisteren

Techniek

De Argo, beschikt net zoals de pre amps (Virgo II en Altair II) over een zogenaamd Line Stage Gain Module (LSGM). Het ‘balanced bridged modular concept’ is overgenomen uit de eindversterkers (Centaur en Hercules II). De LSGM is een voorversterker-module met een complementaire opbouw en een perfecte balans tussen de negatieve- en positieve helften van het audiosignaal. Om het even plat te zeggen, waarbij Constellation tekort wordt gedaan, is de module vergelijkbaar met een operationele versterker die balanced wordt gebruikt. De module bevat servo’s en FETs met zeer lage ruis om die eerder beschreven balans te realiseren. Rondom zo’n module wordt dan de rest van de voorversterker gebouwd. In de Argo gaat het signaal uit de LSGM direct naar de ingebouwde eindversterker. De architectuur van de eindversterkers bestaat uit een zogenaamd Balanced Bridge Design. Met behulp van zogenaamde single-ended versterker modulen, die alleen NPN-transistoren bevatten, kan een balanced configuratie worden gebouwd. Elke module kan 125 Watt vermogen leveren. Constellation bereikt het eindvermogen dat de versterkers kunnen leveren niet door het toevoegen van extra transistoren, maar door het toepassen van meerdere van die single-ended modulen, die dan op een bepaalde manier aan elkaar worden geschakeld. De basisschakeling van de Argo is identiek aan de balanced-bridge modulen die de eindversterker vormen in de grotere Constellation modellen. Volgens het bedrijf is de klank, transparantie en muzikaliteit van de Argo dus identiek aan wat de Hercules en andere versterkers laten horen, maar er is natuurlijk een verschil in power en dynamics. Die stelling van Constellation klopt als een bus. De geluidsmatige prestaties van de componenten binnen de verschillende productlijnen zijn nagenoeg identiek.

Het is interessant om te kijken naar de architectuur van de Constellation eindversterkers. In een complementaire schakeling ontstaat vanuit een complete input cycle, een complete output cycle. De beide aanwezige transistoren geleiden dan beurtelings en elk gedurende een halve cycle. Dat werkt dus anders dan bij een zogenaamde single ended versterker. Om een balanced schakeling te laten werken zijn twee verschillende transistor-typen nodig. Een PNP-exemplaar en een NPN-exemplaar. Daarom heet zo’n schakeling ook ‘complementair’. Het nadeel is dat je vrijwel nooit twee transistoren vindt, die exact gelijk zijn in eigenschappen. Een gevolg is dat er dan harmonischen ontstaan, die je niet wilt horen gemengd met het muzieksignaal. Maar, waarom dan geen simpele single-ended versterker? Omdat er in zo’n ontwerp drie verschillende groundlevels zijn. Elke single ended versterker heeft als nadeel dat er stroom naar de aarde vloeit. Omdat die groundlevels nooit een weerstand van nul hebben (voor zowel dc als ac), ontstaat er vervorming. Dan kun je wel zodanig ontwerpen dat de groundlevels gelijk zijn, maar in combinatie met het ontwerp van de voeding ontstaan dan weer andere problemen. Er zijn dus talloze issues met zowel complementaire als single ended eindtrappen. Constellation lost dat op door een complementaire versterker samen te stellen uit single-ended modulen met transistoren van een gelijk type. Daarmee is in ieder geval een grotere gelijkheid te realiseren tussen de complementaire helften van de versterkerschakeling, maar Constellation doet (begrijpelijkerwijs) geen verdere mededelingen over hoe dat dan werkt en op welke manier de andere design-issues opgelost zijn. Maar daar zit natuurlijk de méérwaarde van een designteam met uitgebreide ervaring op het gebied van versterkers.   

Bediening en features

De Argo heeft vier lijningangen (2x XLR en 2x RCA) en een XLR uitgang. Die laatste is bedoeld om een extra eindversterker aan te sluiten. Zodoende kan bijvoorbeeld een configuratie gemaakt worden voor bi-amping of voor een tweede set luidsprekers in een andere ruimte. De Argo is uit te breiden met een optioneel phono-board en een optionele USB-dac. Met beide boards toegevoegd is de Argo een one-stop-all-in-one solution, waar alle bronnen mee afgespeeld kunnen worden. Bij de opvallende features is een hometheater bypass. Dat is feitelijk een lijningang zonder volumeregeling, zodat het geluidsniveau geregeld kan worden door een hometheater-receiver.

De Argo biedt een aantal mogelijkheden voor de bediening. Vanzelfsprekend de kenmerkende rotary knobs op het front. Die zijn voor volume en balans. Het scherm is touch-sensitive en geeft toegang tot een aantal functies. Handig is dat de gevoeligheid van de vier ingangen ingeregeld kan worden. Het front bevat ook een aantal verborgen knoppen. Daar mag u even naar zoeken. De dagelijkse functies zijn beschikbaar op de remote. Daarnaast is er een 12volt-trigger ingang en een ingang die compatible is met bijvoorbeeld Creston en AMX-systemen.

Argumenten en informatie

Het reviewen van een versterker met een prijskaartje van 30K kent een aantal uitdagingen en problemen. Het is heel makkelijk om in de valkuil te lopen van ‘als het duur is, is het ook goed’. Om onduidelijke redenen is dat een wijd verbreidde aanname bij veel consumenten en ook de rangorde-lijstjes in veel audiobladen laten een haast perfecte correlatie zien tussen prijs en waardering. De realiteit is dat zoiets helemaal niet klopt en ook niet mogelijk is. De kunst is om focus te houden en de bijzaken even ergens te parkeren. Het doel van audio is om op de best mogelijke manier geluid weer te geven. Dat is de focus. Prijs, vormgeving, bedieningsgemak en allerlei functionaliteiten zijn bijzaken. Die focus dwingt om audioproducten zo objectief mogelijk te benaderen. Uiteindelijk gaat het om het gewenste geluidsbeeld. Als dat in orde is, zijn de bijzaken mooi meegenomen of kunnen overwogen worden. De marketing heeft het afgelopen decennium erg gestuurd op de bijzaken. Waarschijnlijk vanwege een gebrek aan spraakmakende geluidstechnische innovaties. Los van alle bijzaken, staat de Argo te glimmen in de luisterruimte. De key is uiteraard om te beschrijven wat deze versterker geluidstechnisch doet. Het is dan uiteindelijk aan de geïnteresseerde consument om te bepalen of dat geluid, samen met features, vormgeving en bedieningsgemak, waard is om 30k te pinnen. Een reviewer biedt alleen een aantal argumenten en informatie om die beslissing te kunnen nemen. Maar, is het dan mogelijk om een uitspraak te doen over de prijs/kwaliteitsverhouding? Dat kan, maar daar zijn eigenlijk geen objectieve standaarden voor. Prijs/kwaliteit herbergt namelijk een zekere perceptie-component. Die is voor iedereen anders. Iemand kan vinden dat een Patek Phillipe van 20k, gezien de beleefde waarde, een absoluut koopje is. Anderen vinden die prijs aan waanzin grenzen, voor een ding dat fundamenteel niet gelijk loopt, elk jaar tot fikse onderhoudskosten leidt en in het gemiddelde café niet eens opgemerkt wordt. Nee, de Swatch heeft de perfecte prijs/kwaliteitsverhouding. Loopt exact op tijd, vraagt geen onderhoud, is trendy en kost 80 euro. Voor degene die de enige te koop staande Aston Martin DB10 gaat kopen, uit een serietje van tien stuks, zal de prijs/kwaliteitsverhouding waarschijnlijk ook oké zijn. De opbrengst gaat overigens naar een goed doel.

Luisteren

Eerlijk gezegd was het even lastig om de Argo goed te duiden. Er is gewoon veel tijd nodig om aan het geluid te wennen en het lukte pas om daar in vijfde instantie iets zinnigs over te zeggen. Voor een solid state versterker staat er toch een geluidsbeeld dat redelijk afwijkend is van wat de gemiddelde transistorversterker doet. Is het nou verschrikkelijk goed, zoals de hype rondom Constellation suggereert, of is de Argo simpelweg een middelmatig product? Met die vraag is hier wekenlang gespeeld.

Wel, hier volgt de beschrijving van het geluidsbeeld. De eerste duiding was overigens dat de Argo niet klinkt als een buizenversterker, maar ook niet als een solid state. Irv Gross merkte vervolgens op dat hij die kwalificatie als een compliment beschouwt. Vrij geïnterpreteerd zegt Gross hiermee dat wat het ontwerpteam voor ogen stond kennelijk herkend wordt. De Argo laat ongetwijfeld de familie-eigenschappen horen van de andere Constellation modellen. Wie de Hercules wel eens heeft gehoord of de Centaur, zal geraakt worden door hetzelfde type ‘muzikaliteit’ en een totaal ontbreken van scherpte, vervorming, rasperigheid en andere verschijnselen waar solid state vaak last van heeft en die een klankmatige signatuur veroorzaken waar buizenliefhebbers vaak allergisch voor zijn. Een kerneigenschap van de Argo is de enorme schoonheid van het geluid, waarbij deze versterker op geen enkele manier de fout in gaat met scherpte, opvallende vervorming, geslis, een dun/kaal geluid in bepaalde delen van het frequentiegebied of andere solid state narigheden.

De Argo doet echt op geen enkele manier denken aan een solid state versterker, maar eigenlijk ook niet aan een buizenunit. Daarvoor ontbreekt (gedeeltelijk) de shine, reality en clarity die veel tubes laten horen en die deels worden toegeschreven aan het optreden van tweede harmonische vervorming en de eenvoud van de schakeling. Een tweede eigenschap is de bijzonder fraaie manier waarop de warmte en sfeer van instrumenten en de opname worden doorgegeven. De Argo doet daar echt recht aan. Het lijkt of deze Constellation een uiterst lichte grondwarmte heeft, maar langer luisteren leert dat het geluidsbeeld eigenlijk nagenoeg neutraal is. De Argo komt heel dicht bij de geluidsmatige realiteit van live-instrumenten. Misschien haast op een analoge manier. Live-muziek kan soms fel, confronterend en dynamisch zijn, maar muziekinstrumenten hebben ook een vorm van warmte en harmonische rijkdom. Het is heel makkelijk om de Argo in eerste instantie te vergelijken met een aantal Japanse solid state versterkers, omdat de laatsten vaak wat ‘smooth’ en gladjes kunnen klinken. De Argo is in zekere zin ook ‘smooth’, maar dat resulteert niet in een onbetrokken en saai geluid, zoals sommige Japanse producten laten horen. Wat de Argo toevoegt aan het schone geluid is een bepaald niveau van ‘clarity’ en betrokkenheid, waar dan sommige van die vermeende Japanse versterkers het laten afweten. Percussie en steady-state geluid staat daarmee zeer fraai gedefinieerd binnen de stage. Luister maar naar drums en strijkers.

Toch zet de Argo deze onderscheidende geluiden neer binnen een enigszins ‘donker’ decor, maar dat heeft waarschijnlijk te maken met gewenning. Zeker sinds de komst van digitaal is er gewenning ontstaan aan helder en fel klinkende systemen. We zijn gewend geraakt aan hifi-systemen die ‘overbright’ zijn. Denk maar aan luidsprekers en kabels die expres ontworpen zijn om het hoog (en laag) een boost te geven. Ook in de productie van popmuziek ligt de nadruk vaak op een in scherpte en dunheid resulterende versterking van de hoge tonen. Stemmen en instrumenten vallen dan op in de mix en op wat rustiger klinkende audio-systemen, maar het resultaat is buitengewoon onnatuurlijk. Ooit weleens iemand live horen praten of zingen met zo’n gemene scherpe en dunne stem? Op een aantal moderne systemen en opnames zijn zelfs alleen maar transiënten hoorbaar. Vaak het gevolg van een verkeerde microfoonkeuze tijdens de opname. De body, klank en harmonische rijkdom van cymbals en andere percussie-instrumenten kunnen daardoor wegvallen. Veel audio-systemen uit de jaren vijftig tot en met zeventig klinken veel rustiger, zonder scherpte en dunheid. De Argo kan feitelijk de juiste toon van stemmen en instrumenten treffen, maar ook dusdanig fel uithalen dat de natuurlijke dynamiek behouden blijft, maar altijd zonder dat deze ontaard in scherpte en/of dunheid. Een derde kerneigenschap is dat de Argo zeer subtiel en gedetailleerd kan manoeuvreren. Het is geen versterker die op een ongenuanceerde manier ballen en power over de luisteraar gooit. De Argo is erg sterk in het belichten van de intrinsieke waarden en brengt deze heel subtiel voor het voetlicht. 

Pagina 3: conclusie

‘Muzikaal’

Vanzelfsprekend zijn eigenschappen zoals de stage-weergave, de focussering en de dynamics first class, waarbij die dynamiek iets ingetogener is dan bij de grotere Constellation versterkers. Als laatste eigenschap valt het op dat alle genoemde eigenschappen fraai in balans zijn. Er zijn geen geluidsmatige eigenschappen die er zogezegd opvallend uitknallen. Omdat het plaatje zo fraai in balans is, is de weergave realistisch met betrekking tot balans, klank, ruimtelijke afbeelding, definitie en detaillering en staat daarbij ver af van een zogenaamd hifi-geluid. De definitie en detaillering van met name het laag is buitengewoon goed. Als de versterker op bedrijfstemperatuur is, dan speelt de performance zich echt voor de ogen van de luisteraar af. De Argo presenteert in iets mindere mate de felheid, attack en confronterende power, die livemuziek ook kan hebben en waar de grotere Constellation versterkers uiteraard een voorsprong hebben. Constellation noemt haar versterkers vaak ‘muzikaal’, maar er is helaas geen goede definitie van wat dit begrip in geluidstechnische zin precies betekent. Het is een holle frase, die muziekliefhebbers vaak gebruiken om aan te geven dat het geluid (voor hun) aangenaam is en zonder opvallende problemen. Wat een luisteraar als ‘muzikaal’ beoordeelt, kan soms volledig fout zijn. Maar, Constellation bedoelt daarmee dat de weergave erg transparant klinkt en de natuurlijke klank en harmonische diepte van stemmen en instrumenten benadert. Dat de kwalificatie van de Argo in eerste instantie termen opwekt als ‘smooth’ heeft dan ook te maken met die totale en verraderlijke schoonheid van het geluid en het ontbreken van scherpte, agressie en overhyped hoog. Wie doorluistert en kennis heeft van live-geluid, zal ontdekken dat de Argo vaak dichter in de buurt komt van natuurlijke klank en harmonische inhoud dan een aantal andere solid state versterkers. Feitelijk de kracht van het Constellation concept.

Epiloog en conclusie

De Constellation Argo geïntegreerde versterker vraagt gewenning, omdat het geluid atypisch transparant en schoon is voor een solid state versterker. Daarom zal de solid state liefhebber deze versterker in eerste instantie niet direct herkennen, maar ook de buizenliefhebber zal enige moeite hebben met de plaatsing. De Argo bevindt zich in het grijze gebied tussen deze twee basisprincipes, maar heeft weinig echte harde overeenkomsten met beide uitersten. Vanuit het solid state kamp is er het strakke en fraai gedefinieerde laag. Vanuit de buizenrichting staat er de schoonheid, zonder dat deze aan elektronica in de signaalweg doet denken.

De Argo en andere Constellation producten leren ons dat natuurlijk geluid best fel, energiek en powerful kan zijn, maar nooit dun, scherp en gemeen. Zelfs een Fender met volle distortion klinkt nooit lean, mean en sharp. Maar, zodra we geluid weergeven via hifi-systemen worden klank en harmonische content vaak dunner en kan het geluid scherp en gemeen gaan klinken. Bij het ontwerp van hifi-componenten en tijdens het productieproces in de studio wordt daar vaak bewust op aangestuurd (klinkt allemaal zo lekker…). Het is een geluidsmatige signatuur die door digitaal vaak nog extra wordt geaccentueerd. Constellation voert ons feitelijk terug naar het hifi-geluid uit de jaren vijftig en zestig. Dat klonk smoother, warmer, natuurlijker, levendiger, voller en harmonisch rijker, maar de betere versterkers uit die tijd waren ook in staat om de knallende dynamiek en power van stemmen en instrumenten te presenteren.

Wie de Argo voor het eerst hoort, weet instinctief dat dit geluid klopt, maar zal wellicht menselijkerwijs gesproken in het verzet duiken. Maar, decennia van dagelijkse ervaringen met hifi-systemen en de resulterende verkeerde denkbeelden over hoe weergave moet zijn, zorgen dat de Constellation producten je aardig uit je comfort zone gooien. Het heeft ondergetekende eerlijkheidshalve ook een langere tijd gekost om te begrijpen waarom Constellation met zo’n geluidsbeeld komt. Maar, je praat hier over de beste ontwerpers in de wereld en een management dat gewoon bezig is met muziek. Die ontwikkelen niet zomaar iets om even op te vallen. Je moet dus stevig in je schoenen staan om je bestaande en vaak verkeerde denkbeelden ter discussie te stellen en de Constellation producten open en onbevangen te willen ontmoeten. Constellation is ook niet de eerste die versterkers bouwt met een min of meer klankmatig vergelijkbare signatuur. Door de hele audio-geschiedenis heen waren er witte raven die ons dichter bij de geluidsmatige beleving van livemuziek brachten. Constellation doet dat nu alleen vanuit een veel hoger ambitieniveau. Maar feitelijk is de impliciete boodschap niet mis te verstaan. Simpelweg ‘back tot basic’.