Review: Dynaudio Contour S 3.4 LE


Max Delissen | 21 september 2016 | Fotografie Fabrikant | Dynaudio

Toen ik afgelopen voorjaar tijdens de High-End beurs in München de presentatie bijwoonde van de nieuwe Contour serie van Dynaudio vroeg ik - op basis van wat het kleinste model (de Contour 20) al liet horen - onmiddellijk een paartje van het middelste model (de Contour 30) aan ter recensie.

Dat ik nu een recensie schrijf over het huidige model Contour S 3.4 LE lijkt daarom misschien vreemd, maar niet lang na de beurs bracht Dynaudio het nieuws naar buiten dat ze de S 1.4 LE en het model dat nu in mijn luisterruimte staat nog voor onbepaalde tijd in productie zouden houden, en wel tegen een fors gereduceerde prijs. Dynaudio een beetje kennende weet ik vrij zeker dat er op termijn een compleet nieuwe serie zal komen om het gat tussen de Excite en de Contour serie - dat ontstond na het stopzetten van de Focus serie -  kleiner te maken. Maar het door de recente prijsverlaging ontstane prijsverschil met de nieuwe Contour modellen, die komend najaar op de markt verschijnen, is groot genoeg om de huidige modellen voorlopig nog in ‘actieve dienst’ te houden.

Kennismaken met de Contour Serie

De Contour serie bestaat al een hele tijd. Het eerste model met de naam Contour kwam in 1989 op de markt. De uitgebreide serie die daar in de loop der jaren uit groeide wist een enorme populariteit te krijgen. Dat kwam door de combinatie van zeer hoogwaardige weergave, sublieme afwerking en prijskaartjes die ook voor de budget-gevoelige audiofiel nog op te brengen waren. Sinds 1989 zijn er diverse modellen bijgekomen en weer afgevallen, en zijn er nieuwe versies van bestaande modellen ontwikkeld. De huidige serie bestaat - de nieuwe modellen nog even niet meegerekend - uit twee luidsprekers; de ’monitor’ S 1.4 LE die op een voetje moet worden geplaatst en de vloerstaande S 3.4 LE, waarbij LE staat voor Limited Edition. Dat laatste kan ik geheel zonder ironie opschrijven, want deze ‘gelimiteerde’ versies kwamen pas in juli 2015 op de markt, als uitgebreide upgrade van de ‘gewone’ S1.4 en S3.4. Zo zit er een compleet nieuwe en lichtere tweeter in met ‘Precision Coating’, er kwamen betere componenten voor het wisselfilter, en de interne bekabeling werd verbeterd. Volgens de ‘trickle down’ filosofie die ook bij Dynaudio veelvuldig wordt toegepast bevatten de drivers en de filters van de LE-serie technologie die is afgeleid van de kostbare Evidence en Confidence series. 

Dynaudio Contour S 3.4 LE

De soft-dome tweeter in de huidige Contour modellen is de allernieuwste versie van de befaamde D-280 Esotec, die - zoals dat bij Dynaudio gebruikelijk is - volledig ‘tailor made’ wordt gebouwd voor gebruik in het specifieke model waar ze in zitten. De grootste voordelen van alles zelf produceren worden hier duidelijk: volledige controle over het productieproces en hele korte lijnen tussen de ontwerptafel en de fabrieksvloer. Hetzelfde geldt voor de woofer/middentoners in de S 3.4 LE, die overigens nog steeds van het door Dynaudio in eigen huis ontwikkelde MSP (Magnesium Silicate Polymer) worden gemaakt, simpelweg omdat ze naar eigen zeggen nog geen beter materiaal hebben gevonden. De grote ‘stofkap’ wordt niet achteraf toegevoegd maar maakt integraal deel uit van de conus zelf. Op die manier gedraagt hij zich in zekere mate als een concentrische midrange-unit en blijft de gehele constructie zowel stijf als licht. Op het front van de luidsprekers is, op een laag dempend materiaal, een sierlijk vormgegeven dikke plaat geborsteld of zwart geanodiseerd RVS - afhankelijk van de uitvoering - aangebracht waar de luidsprekerunits in en op gemonteerd zijn. De tweeter ligt verzonken in de metalen frontplaat, de woofer/middentoners liggen er bovenop. Daar is bij de bouw van het wisselfilter rekening mee gehouden, net als met het feit dat de woofer/middentoners boven de tweeter zijn gemonteerd, die zich daarom zelfs in mijn luisterruimte met diepe hangbank ónder oorhoogte bevindt. De projectie van de Contour S 3.4 LE is echter perfect: een heel klein beetje omhoog gericht zodat ook op een grotere luisterafstand de hoeveelheid hoge tonen uitstekend in balans blijft.

Die filters zijn overigens - en dat is een goede Dynaudio traditie - niet geschikt voor bi-wiring of bi-amping. Er is slechts één paartje aansluitterminals, die overweg kunnen met blanke draad (al raad ik dat sterk af), banaanpluggen of spades. De gevoeligheid van de luidsprekers is 87dB bij 2,83V/1m, wat vandaag de dag misschien net iets onder het gemiddelde ligt, maar vanwege de mooi lineaire impedantie van 4Ω is de Contour S 3.4 LE toch niet echt moeilijk aan te sturen. Wat overigens niet wil zeggen dat de algehele kwaliteit van de aangesloten versterker niks uitmaakt. Hoe beter de versterker, hoe beter deze luidspreker zal presteren, en ik denk eigenlijk niet dat daar binnen de grenzen van het realistische echt een limiet aan is. De slanke, relatief diepe kast is inwendig zeer goed gedempt en werkt volgens het basreflex principe. De ruime baspoort is aan de achterzijde te vinden. De afstemming daarvan is relatief laag, dus het levert maar weinig extra ‘stuwing’ in de bas op als de luidsprekers wat dichter bij de achterwand worden geplaatst. Maar een beetje ruimte rondom kan zeker geen kwaad. De brede voet heeft enerzijds een ontkoppelende werking, maar zorgt er uiteraard ook voor dat de vrij hoge kast mooi stabiel staat. In de voet zitten vier spikes die eenvoudig met een inbussleutel van bovenaf naar beneden te draaien zijn. Zij zorgen voor een rotsvaste ‘stand’ die ook nog eens perfect waterpas kan worden gemaakt. Onderschat het belang daarvan niet! Als beide luidsprekers perfect recht staan kan het mooiste ruimtelijke plaatje worden neergezet. Juist bij een luidspreker als deze Contour S 3.4 LE, waarvan de units in de linker en rechter luidspreker binnen zéér nauwe toleranties op elkaar zijn afgestemd, is zo’n kaarsrechte opstelling echt de kers op de taart.

Pagina 2: luisteren en conclusie

Opstellen, aansluiten en luisteren

De bepaald niet geringe 45 kilo per stuk van de Contours maakte dat er wel een paar zweetdruppeltjes geplengd werden eer ze netjes op hun plaats stonden. De luidsprekers kwamen na wat luister- en schuifwerk uit op ongeveer 40 centimeter van de achterwand, en ze stonden toen licht toe-in. Het digitale front-end van de luisterset bestond uit een exclusief als streamer ingerichte Mac mini met Roon als player en een NAD M51 D/A-converter. Analoog draaide ik met een Thorens TD125mk1 met Jelco SA-750E arm met daarin een Dynavector DV20X2L element en de Audio Creative Phonodude buizen phonotrap. De versterker van dienst was de Naim Supernait2. Het geheel werd van stroom voorzien via een ongefilterd Blacknoise Eight stekkerblok. Alle bekabeling was van AudioQuest.

Direct na het uitpakken en opstellen hadden de Contour’s al het typische ontspannen, coherente en vanzelfsprekende geluid dat ik zo waardeer in dit merk, maar het was nog wat aan de warme kant. De luidsprekers die ik had ontvangen waren echter niet nieuw. Ze hadden er al aardig wat uurtjes op zitten. Het ‘inspelen’ was daarom van zeer korte duur. Een nachtje internetradio en een halve dag IsoTek Burn-In Disc bracht ze snel op 99% van hun definitieve niveau, dat - met de natte vinger bepaald - na een dag of drie bereikt was. De eerste serieuze luistersessie liet een rijk en volwassen geluid horen dat mijns inziens eerder op klankkleur was getuned dan op pure resolutie, wat ik van harte toejuich. Er was meer dan voldoende detail, getuige ook de zéér ruimtelijke afbeelding waarbij het geluid moeiteloos tot buiten de luidsprekers werd geprojecteerd, maar er was geen enkele sprake van ‘witheid’ of scherpte. Dynamiek was er in overvloed. De donderende klappen op een enorme trommel aan het begin van de track Norbu, uit Bruno Coulais’ soundtrack van de film Himalaya, lieten de bank trillen en de met stokken aangeslagen tikken op een paar kleinere, strak bespannen trommels waren fel en pijlsnel. Om te kijken hoe diep het laag écht kon luisterde ik naar Fading Sun, van het album Winter Songs door Terje Isungset. Hij maakte bij die opname uitsluitend gebruik van (gesamplede) geluiden van allerlei percussie-instrumenten die van ijs zijn gemaakt. Niet alleen bleek het laag putdiep te gaan (en mijn eigen referentie zowat te evenaren in bereik en strakheid), maar de totale klank was echt buitengewoon fraai: gul en omarmend.

Het blijkt heel lastig te zijn om ‘neutraal’ als klank-ideaal na te streven, want wat is neutraal? Als daarmee bedoeld wordt: ‘zonder hinderlijke kleuring’ dan was de Contour S 3.4 LE absoluut een neutrale luidspreker. Echter wél met een over het hele frequentiebereik uitgesmeerde lichte neiging naar warmere klankkleuren. Dat vind ik trouwens een prettige eigenschap, want het betekende dat stemmen ‘borst’ hadden (David Sylvian in het onnavolgbare Laughter and Forgetting en Before The Bullfight) en dat kinderstemmen niet pieperig waren maar een eigen plaats, grootte en hoogte hadden (het kinderkoortje op de achtergrond, in Happiness Is Easy van Talk Talk’s meesterwerk The Colour Of Spring).

Ook met klassieke muziek lieten de Contours horen dat ze van goede komaf zijn. Zowel bij groot (zeg maar gerust enórm) romantisch werk als de Symphony no. 3 in D Major ‘Västkustbilder’ van de Zweedse componist Kurt Atterberg, door het Gothenburg Symphony Orchestra onder Neeme Järvi, als bij klein werk - het briljant geregistreerde cross-over album A Trace Of Grace, waarvoor Michel Godard zich liet inspireren door Monteverdi - wisten de Contours een gevoel van schaal en verhouding in afbeeldingsgrootte van topklasse te realiseren. Er was diepte, inzicht, detail, snelheid, dynamiek maar vooral ook weer klankkleur. En laat ik voor de zekerheid nog even aanstippen dat klankkleur niets te maken heeft met kleuring. Ik heb het over de natuurlijke, wat zachte en ronde klank van hout bij een akoestische gitaar of viool, over ‘keel en borst’ die bij een stem voor de individuele herkenbaarheid zorgen, over de metalig resonerende toon in de beker van een saxofoon, het in goudkleurige ruis uitklinken van een bekken… Alles wat muziek zijn emotionele lading geeft en daarom dus zo mooi maakt. 

Conclusie

De Contour S 3.4 LE is een precisie-instrument, dat echter ook lijkt te zijn ontworpen voor lange, relaxte en zéér genoeglijke luistersessies. Dat werd meerdere keren duidelijk toen mijn vrouw me midden in de nacht kwam vragen of het wat zachter kon, of dat ik misschien onderhand eens naar bed moest gaan. De tijd was dan (weer) verstreken zonder dat ik het in de gaten had. Time flies when you’re having fun! En daarmee is eigenlijk ook een antwoord gegeven op de vraag of Dynaudio er goed aan doet om deze modellen nog een tijdje in productie te houden. Zeker nu de prijs verlaagd is kan ik daar alleen maar volmondig JA op antwoorden.

Ik weet dat het uit marketing-oogpunt verstandig kan zijn om af en toe een nieuwe serie op de markt te brengen, maar Dynaudio heeft zich daar tot nu toe nooit veel van aangetrokken. Alleen als ze echt iets beters te bieden hadden kwam er wat nieuws, en in de tussentijd kon de muziekliefhebber er dus van uitgaan dat de courante modellen de top van Dynaudio’s kunnen vertegenwoordigden. De Contour S 3.4 LE zou, als ik hem voor zijn ‘oude’ prijs had moeten beoordelen, nog steeds een trotse ‘Zeer Goed’ scoren. Maar wat mij betreft is hij na de recente prijsverlaging in de bijzondere - en dunbevolkte - categorie ‘Exceptioneel’ terecht gekomen. Ik zou zeggen: doe er je voordeel mee! En wacht niet te lang, want ‘voor onbepaalde tijd’ betekent gegarandeerd niet ‘voor altijd’.