KEF Maidstone - Heilige Grond


Marc Brekelmans | 02 december 2011 | Fotografie Marc Brekelmans

Engeland geldt als de bakermat van de Europese hifi-industrie. Pioniers als Gilbert Briggs van Wharfedale, Peter Walker van Quad en natuurlijk Raymond Cooke van KEF stonden met hun visionaire blik en inventiviteit aan de wieg van het hifi-gedachtegoed.

Precies 50 jaar geleden startte Cooke met zijn fabriekje op het terrein van de Kent Engineering & Foundry in Maidstone. Op ditzelfde terrein worden tot op de dag van vandaag nog KEF luidsprekers gemaakt. HiFi.nl bracht een kort bezoek aan deze, voor de hifi-industrie, haast heilige grond.

Helemaal in de achterste hoek van het terrein ligt een haast verlaten parkeerplaats. Hier stond voorheen de beroemde Nissenhut waar Raymond Cooke zijn eerste luidsprekers bouwde. Dit uit asbest opgetrokken gebouwtje moest helaas wegens strenge milieuregels afgebroken worden. Niets herinnert meer aan de unieke historie van deze plek. Vlak naast waar vroeger de Nissenhut stond, is nu een moderne productiehal te vinden. In de hal worden nog steeds KEF luidsprekers gemaakt. Niet alle series, alleen de Reference, de Muon en de begin dit jaar geïntroduceerde Blade. Een groot gedeelte van de productie is namelijk met de overname door GP Acoustics in 1992 naar China overgebracht.

Gelukkig is de historie van het bedrijf wel terug te vinden in het Heritage and Innovation Centre, waarvan het Heritage gedeelte in de naam verwijst naar een klein KEF museum. Het Innovation gedeelte doelt op het achter in het pand gevestigde Acoustics Laboratory. Maar daarover later meer.

Het Museum
De geschiedenis van KEF gaat zoals gezegd 50 jaar terug. In 1962 ontwikkelde Raymond Cooke zijn eerste luidspreker: een drie-weg systeem dat luisterde naar de naam K1. De K1 beschikte over een vlakke en rechthoekige B1814 woofer, een elliptische M64 midrange en een T15 tweeter, allen gevat in een behuizing met een inhoud van 110 liter. 

Het systeem kon zelfs frequenties tot 20Hz weergeven, en markeerde een enorme vooruitgang in de realistische weergave van muziek. Natuurlijk is deze oer-KEF in het museum te vinden. Net zoals de beroemde modellen Celeste, Cresta en Chorale.

In een vitrinekast zien we een bijzondere mid-unit liggen: een M65 uit 1967. Deze mid-unit werd gebruikt in de KEF Carlton en had een 2,5” aluminium(!) dome die aan de achterzijde uitliep in een 84 centimer lange gedempte behuizing. Later werd de aluminium dome wegens problemen bij de fabricage vervangen door een eenvoudiger te produceren Bextrene exemplaar.

Als we langs de tegen de zijwanden opgestelde luidsprekers lopen maken we een soort reis door de tijd: we zien de oerversie van de wereldberoemde LS3/5a, de Reference modellen 107 en 104 uit de jaren ’80, de Reference Model One en Three van begin jaren ’90, de eerste Q-serie, de bijzondere Maidstone, enz., enz. Er blijkt voor ons allen precies één model in de tijdlijn aan te wijzen dat het moment markeerde waarop we voor het eerst in aanraking kwamen met KEF. Voor wie geïnteresseerd is in een wat uitgebreidere geschiedschrijving van het merk verwijzen we graag naar een eerder op HiFi.nl verschenen achtergrondartikel.

Oudere modellen

Natuurlijk ontbreken ook de huidige modellen niet. We kunnen zelfs kort luisteren naar de luidspreker waar over 50 jaar nog steeds met ontzag over gesproken zal worden: de Blade. Helaas niet de Concept Blade die ook in het museum staat te pronken, maar het model dat voor iedereen met een goed gevulde portemonnee - ze kosten 25.000 euro per paar - gewoon te koop is.

Als verrassing laten Johan Coorg en Steve Halsall van KEF ook nog even de nieuwe R-serie horen. Niet vóór, maar ná de KEF Blade. Normaal gesproken is het dodelijk voor een goedkopere luidspreker om direct na een grotere en duurdere versie zijn kunsten te moeten vertonen, maar in dit geval blijft de R-serie verrassend genoeg fier overeind. KEF heeft er dan ook alles aan gedaan om de unieke kwaliteiten van de Blade te vertalen naar de veel betaalbaarder R-serie. En dat is de mensen bij KEF blijkbaar erg goed gelukt.

Johan Coorg, een bekend gezicht voor iedereen die wel eens een demonstratie van KEF bijwoonde

Het akoestische hart van KEF
Via de Research & Development afdeling - die weinig spannend is omdat zowat alle R&D activiteiten tegenwoordig met een computer gedaan worden - lopen we naar het akoestische hart van KEF: twee ruimtes waarin luidsprekers op akoestische eigenschappen kunnen worden getest. De eerste ruimte is een grote ‘dode kamer’. Enorme geluid-absorberende wiggen bedekken de wanden, de vloer en het plafond.

Geplaatst op een metalen rooster kunnen de akoestische eigenschappen van luidsprekers in deze ruimte gemeten worden, zonder last te hebben van enige reflectie. Naast de dode ruimte bevindt zich een enorme ongedempte ruimte. Door de enorme afstand tussen de wanden, en tussen de vloer en het plafond, kunnen in deze ruimte weer andere metingen verricht worden.

Productie op referentieniveau

In Maidstone worden nog steeds luidsprekers gemaakt. Bijzondere luidsprekers. Want alleen de Reference serie en de Muon en Blade worden hier nog grotendeels handmatig gebouwd. Tijdens ons bezoek wordt er hard gewerkt aan de productie van de Blade. En daar is alle reden toe: de Blade is in de paar maanden dat hij op de markt is een waar verkoopsucces gebleken. De vraag naar de Blade overstijgt de productiecapaciteit - 12 luidsprekers per week - in ruime mate.

In werkstations worden de Blade’s per stuk door één man gemaakt. De kasten worden door een extern bedrijf gemaakt, wat een bijzonder kostbaar en lastig proces schijnt te zijn. De kast van de Blade bestaat namelijk uit drie delen, twee zijwanden en een achterwand die in de bovenkant doorloopt. Deze drie delen worden met elkaar verlijmd, maar het lastige is dat er op exact gespecificeerde posities schotten in de kast aangebracht moeten worden. Die schotten moeten ook nog eens met alledrie de delen verlijmd worden. Ook het aanbrengen van de laklaag is geen sinecure. KEF legt de lat voor het spuitwerk namelijk erg hoog: de concertvleugels van Yamaha zijn de benchmark. Het mag duidelijk zijn dat de Blade’s alleen in absoluut perfecte staat de fabriek verlaten.

We krijgen een uniek kijkje in de productie en mogen de kasten, de filters en de units uitgebreid bekijken, fotograferen en betasten.

Als we naar buiten lopen staat exact 50 jaar na dato, en precies op de plek van de oude Nissenhut, een vrachtauto de ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan geïntroduceerde Blade’s te laden. De cirkel is rond.