Review: Grandinote Celio mk3


Ruud Jonker | 21 juni 2017 | Fotografie Fabrikant

Zoals eerder opgemerkt is er in Music Emotion extra aandacht voor analoog. Een gevolg van de enorme opleving van dit medium, die niet alleen de grammofoonplaat en afspeelapparatuur raakt, maar ook zorgt voor ontwikkelingen binnen het domein van het cassettebandje, de open reel machines en tijdens de productie in de studio. Aanwezig zijn een tweetal Grandinote Celio mk3 phono-versterkers.

Om de opmerking in de lead van deze review nog te nuanceren is het aardig om te weten dat er artiesten zijn die weer materiaal uitbrengen op de aloude cassette. Daarnaast is de belangstelling voor open reel-machines sterk aan het toenemen. Een aantal professionele studio’s gebruikt die machines weer om producties te draaien. Vaak vindt het mixen en masteren dan ook plaats in het analoge domein. In zulke studio’s zijn de originele Pultecs (EQP-1A3), apparatuur van Neve (1081), de UREI 1167 en de iconische Teletronix LA-2A te vinden.

Inmiddels onbetaalbare hebbedingen waar iedereen op jaagt. Het kan dan ook vreemd gaan in deze wereld. Zoals velen wellicht nog weten werd in Baarn, bij Polygram Record Service in 1987, de 500 miljoenste elpee geperst. Deze fabriek bestond al in 1947 in Amsterdam, onder de naam Hollandse Decca. PRS was het productiecentrum voor platen en cassettebandjes en ontstond vanuit een samenwerking tussen Philips en Siemens. Philips startte Polygram (ontstaan uit de Philips Phonografische Industrie) met het simpele doel om content te produceren als promotiemiddel voor de elektronica. In 1997 was Polygram, dat naast Baarn ook andere productiefaciliteiten had, de ‘number one record company’ in de wereld en was eigenaar van illustere labels zoals Mercury, Verve, A&M, Decca, Motown, Deutsche Grammophone, Philips Classic, Island en anderen.

De grammofoonplaat droeg veel minder bij aan de omzet in dit topjaar. Door de komst van de cd was Baarn genoodzaakt om al in 1992 de deuren te sluiten. Op het terrein, in de buurt van de Torenlaan, verscheen een woonwijk.

Grandinote Celio mk3: 34 geluidsdragers

Vanaf 1979 ging het ook minder met Polygram, onder andere als gevolg van het einde van het disco-tijdperk. Rond de eeuwwisseling werd Polygram opgenomen in de Universal Music Publishing Group. Philips Classics had ook een recording studio in Baarn, genaamd Polyhymnia (gevestigd in 1973). In 1996 besloot Philips om haar aantal recording studio’s in de wereld terug te brengen. In 1998 werd de studio in Baarn overgenomen door een aantal voormalige Polygram medewerkers en is vandaag de dag bekend onder de naam Polyhymnia International.

In ons land zijn derhalve diverse productiefaciliteiten voor grammofoonplaten verloren gegaan. Denk aan de 78-toeren platen fabriek van Philips in Doetinchem en de Artone/CBS/Sony facility in Haarlem, die in 1998 overgenomen werd door de Record Industry en nu 24/7 draait. Een absolute topper die in Baarn werd geperst is Saturday Night Fever, terwijl bij de Record Industry miljoenen exemplaren van Thriller zijn geproduceerd.

Met de toenemende populariteit van vinyl is er een enorme vraag naar productiefaciliteiten in de wereld. Misschien een reden voor de gemeente Baarn om het woonwijkje af te breken en PRS opnieuw te starten. In het archief hier bevindt zich de laatste plaat die in Baarn werd geperst (1992). Interessante gedachten komen dan naar voren. Uiteindelijk werden er in Baarn 625 miljoen geluidsdragers gemaakt. Daaronder waren ook cassettebandjes. Per lid van onze bevolking zijn dat dus 34 geluidsdragers.

Nou heeft niet iedereen platen en bandjes, is een deel verloren gegaan en werd er ook materiaal naar het buitenland gestuurd, maar alle productiefaciliteiten in de wereld hebben toch aardig wat platen geperst. Waar zijn die gebleven? Er heeft natuurlijk de afgelopen dertig jaar een shift van materiaal uit het grote publieke domein naar de echte liefhebbers plaatsgevonden. Zoals velen hier in de omgeving, zijn dat de verzamelaars met vaak tienduizenden elpees. Met exemplaren die nooit opnieuw uitgebracht zullen worden en ook niet op cd verschenen. Denk bijvoorbeeld aan materiaal op het Engelse Esquire label. De bottomline is dat al die elpees nog gedraaid worden, samen met wat nieuw uitgebracht wordt. Daar zijn nieuwe draaitafels en accessoires voor nodig. Vandaar dat de phono-versterker weer een nieuwe opleving kent.

Ook voorbespeelde open reel tapes zijn terug. Revox en Horch House (Lutz Precision) komen met een nieuwe Revox machine begin 2017, maar de echte liefhebbers kopen en restaureren professionele machines van Telefunken, Studer, Lyrec, Nagra of Stellavox. Dezelfde shift vindt plaats met de cd. Wie wil streamen zet zijn cd’s buiten de deur. Al dat moois gaat vervolgens naar de verzamelaars. Over vijf tot tien jaar komt de cd weer terug en gaan de prijzen sky-high.  

Review: Grandinote Celio mk3 - pagina 2

Producten van Grandinote zijn een regelmatige gast in de luisterruimte. Een tweetal Grandinote Celio versterkers doen al enkele maanden dienst om het vinyl zo goed mogelijk op het podium te krijgen. De Celio beschikt over de Magnetosolid techniek. Géén buizen, maar solid state elektronica, direct gekoppeld en hier en daar voorzien van zogenaamde ferromagnetische componenten. De schakelingen die daarmee worden gebouwd zijn afgeleid van buizenontwerpen en staan in klasse-A.

Grandinote Celio mk3: Magnetosolid

Grandinote is erg terughoudend met betrekking tot de techniek achter haar ontwerpen. Hoe is de term ‘Magnetosolid’ te plaatsen? Bij een traditionele versterkerschakeling zijn er doorgaans zogenaamde ‘stages’ die aan elkaar vastzitten door middel van koppelcondensatoren, of ze zijn direct gekoppeld. Rondom elke schakeling hangen ook nog andere condensatoren met diverse functies. De condensatoren hebben (sterke) invloed op het geluid. Wie een versterker maakt met buizen of transistoren, zonder al die condensatoren, houdt een schakeling over die volledig neutraal klinkt. Dat is leuk om een keertje te doen, want zo’n versterker heeft vaak een superieure performance. Het manco van veel versterkers is de bewuste kleuring of de ‘voicing’ die de fabrikant aanbrengt door gerommel met die condensatoren.

Sommigen maken een soundje dat het publiek wil. Overdreven midden, hoog of laag. De ferromagnetische componenten die Grandinote inzet kunnen dus zogenaamde interstages zijn. Dat past in het verhaal van een simpele schakeling, met halfgeleiders en zonder condensatoren. Het verklaart ook eigenschappen die de Celio laat horen. Maar, zoals de lezer ongetwijfeld weet, duidt de term ‘ferromagnetisch component’ ook op zogenaamde spin transistoren. Door het bridgen van magnetisme en een halfgeleider ontstaat er een transistor die twee toestanden kan hebben. De zogenaamde spin-up en spin-down. Dat is non-volatile. Het betekent dat deze twee toestanden behouden blijven als de spanning wegvalt.

Spin-transistors zijn daarmee geschikt voor computergeheugens, ook al omdat ze erg weinig energie gebruiken. Op dit moment zijn er experimentele spin-transistoren. Welke toepassing ze in audio zouden kunnen hebben is nog een vraag. Het is dus niet erg waarschijnlijk dat Grandinote gebruik maakt van spin-transistoren, dus het begrip Magnetosolid zal daar niet mee te maken hebben. Wat kan is dat Grandinote interstages gebruikt die een core hebben van ferromagnetische materialen. Je vermindert dan verlies als gevolg van eddy-currents met mogelijke gunstige gevolgen voor de geluidskwaliteit. Waarom een versterker met transistoren dan interstages nodig heeft, is niet helemaal voor de hand liggend. Transistoren zijn makkelijk direct te koppelen zonder condensatoren. Mogelijkerwijs gebruikt Grandinote dus uitgangstrafo’s voor de Celio lijnuitgang die materialwise geoptimaliseerd zijn. 

Grandinote Celio mk3: gewoon stereo

De Celio is geschikt voor mm en mc. De versterkingsfactor kent twee standen (H en L) en is bereikbaar via een schakelaar op het achterpaneel. De Celio mk3 heeft per kanaal drie rca-aansluitingen. Line out, cartridge-in en een zogenaamde ADT-bus. Daarmee is de ingangsimpedantie van de phono-ingang in te stellen. Neem een rca (cinch)-plug en soldeer daar een weerstandje in, passend bij de waarde die de phono-cartridge nodig heeft. Werkt dus hetzelfde als bij de bekende CAT-voorversterker. Bij de laatste werd een hele set van die adapters meegeleverd. De Celio mk IV heeft overigens vijf microswitches waarmee de cartridge load in te stellen is. In principe kan de afsluitcapaciteit voor een mm ook ingesteld worden door de benodigde capaciteit in een cinch-plug te solderen. Dat gaat goed zolang u niet in de veronderstelling verkeerd enkele tientallen microFarads nodig te hebben. Mocht u zelf niet handig zijn met de soldeerbout en in dit soort analoge technieken, zoek dan een dealer die de begrippen ‘vinyl’ en ‘Keith Monks’ nog tussen de oren heeft. 

Met één enkele Celio kan gewoon stereo worden gedraaid. De cartridge is dan niet balanced aangesloten. Maar, de Celio heeft ook xlr-ingangen. Met behulp van twee Celio’s is het namelijk mogelijk om een cartridge op elk van de twee Celio’s symmetrisch aan te sluiten. Normaal gesproken (non balanced) gaat het rode draadje vanaf het element naar de ‘hete’ aansluiting van de phono-versterker en groen naar de massa. Idem voor wit en blauw. Bij balanced gebruik moeten beide draadjes binnen een zogenaamde aparte mantel (braid) liggen, anders kan er brom ontstaan. Bij non-balanced gebruik volgen groen en blauw de braid van elke aangesloten kabel. Bij een symmetrische aansluiting gaat het rode draadje vanaf het element naar de + van de trafo in de phonoversterker. Groen gaat naar de - van de trafo. Idem voor wit en blauw.

Grandinote Celio mk3: storing

Een storing (zogenaamde common mode noise) valt tegelijkertijd op de rode en de groene draad. Vanwege de trafo komen beide stoorsignalen elkaar in tegenfase tegen en heffen ze elkaar op. De intrigerende vraag is nu waarom je twee Celio’s nodig hebt om een stereo-cartridge symmetrisch aan te sluiten. De Celio heeft een tweetal versterkers aan boord en is in principe geschikt voor symmetrisch gebruik door elke versterkerhelft te voorzien van een ingangstrafo. Dan kun je in principe met één Celio een cartridge symmetrisch aansluiten per kanaal. Maar kennelijk is er geen ingangstrafo of elektronisch gebalanceerde ingang. Bij de inzet van twee Celio’s wordt dus één versterkerhelft gebruikt voor het + signaal en de andere versterkerhelft voor het - signaal. Probleem is dat je dan geen fase-omkering hebt en dus uitdoving van storingen.

Mogelijkerwijs ziet Grandinote daar toch voordelen, zoals er ook voordelen kunnen zijn omdat er dan twee chassis zijn en twee voedingen. Voor wie balanced wil draaien met twee Celio’s levert de importeur een kabel. Die past op verschillende tone arms met de ronde SME-aansluiting en beschikt aan het andere einde over twee xlr-connectoren. Mogelijkerwijs kan de importeur ook verloopkabels leveren voor andere arm-aansluitingen, zijnde de platte SME, de EMT, de Ortofon, de Acoustical of de ADC. De door de NRU gebruikte All balanced Acoustical heeft trouwens een 5-polige female DIN van 240 graden met een lock.  Een moeilijk te krijgen connector vandaag de dag. De originele had namelijk een ceramische houder voor de pennen. Maar, u kunt natuurlijk ook zelf een kabeltje solderen na uw opstalverzekeraar te hebben geïnformeerd.   

Review: Grandinote Celio mk3 - pagina 3

De beide Celio’s staan aangesloten op de TechDAS en enkele andere draaitafels van dienst. Vanuit de Celio’s symmetrisch naar een line voorversterker van Georg Neumann GmbH. Die stuurt de versterkerfarm aan met verschillende luidsprekersystemen. Net wat er even tijdelijk rondslingert in een van de luisterruimtes. Als basisprincipe geldt hier weer dat de totale set, zo uit de doos, meteen een superprestatie moet kunnen leveren zonder exorbitant kust en vliegwerk. Uiteraard even los van akoestiek, opstelling en het inregelen van de draaitafel. Ook de kabeltjes moeten matchen.

Als die match er is, maakt het niets uit of die kabel 50K kost of 9 euro/meter. Vanzelfsprekend moeten de componenten wél op bedrijfstemperatuur komen. De importeur gaf aan dat met name de Celio enige tijd nodig heeft om optimale prestaties te bereiken. Feitelijk is het beter om deze phono-versterker permanent ‘aan’ te hebben staan. Goed voor het geluid en slecht voor de planeet toch? Los van phono-cartridges en luidsprekerdrivers valt er verder weinig ‘in te spelen’ in hifi-land, of het moet het perceptieve subsysteem in onze hersenen zijn en de kassa van de winkelier. Toch gedijt de Celio beter bij een continue aanwezig power-infuus uit het lichtnet. Dan moet er ook een wetenschappelijke verklaring voor zijn. In het kader van dit artikel wordt daar nu niet verder naar gezocht.

Al platen draaiend valt het op dat de geluidsmatige signatuur van deze phono’s identiek is aan wat de eindversterkers van dit merk laten horen. Het is een gloedvol geluid met een enorme informatiedichtheid. Daardoor verandert de soundstage in een zeer diep en breed decor, waar in elke kubieke centimeter iets te beleven valt. Wellicht een streepje warmte en iets minder de rechte draad met versterking zoals bijvoorbeeld de Mola Mola Makua dat doet of de Manley. Voor de rest is de Celio ongehoord dynamisch en gedetailleerd. Koper, percussie en (sommige) vocals horen nou eenmaal de luidsprekers uit te knallen.

Als dat niet gebeurd, bent u toe aan inruil. Die dichtheid van informatie en klank is een onderscheidende eigenschap. Het komt, met betrekking tot deze eigenschap dan, weer dicht in de buurt van hoe livemuziek klinkt. Livemuziek vult de ruimte en er is schijnbaar een soort natuurlijke koppeling tussen de verschillende stemmen en instrumenten. Dat is iets fundamenteels dat de Celio ook laat horen. Heel anders dan het soms dunne, ijle en enigszins uitgeholde geluid dat sommige draaitafels en phonostages laten horen.   

Grandinote Celio mk3: conclusie

De Grandinote Celio is een phono-versterker van het type ‘Magnetosolid’. Directe navraag bij de fabrikant leverde geen inzichten op met betrekking tot de werking van deze techniek. Hoewel het af en toe voorkomt dat apparaten die ter recensie worden aangeboden volledig gesloopt worden, leek dat voor de Celio iets minder nuttig. Zeg maar dat de nieuwsgierigheid nog net geen ondraaglijke vormen begon aan te nemen. Het lijkt in ieder geval aannemelijk dat deze solid state versterker gebruik maakt van een transformator aan de uitgang en wellicht enige interstages.

Bij symmetrisch gebruik zou er dan toch nog sprake kunnen zijn van common mode noise onderdrukking. Twee Celio’s klinken net iets beter dan de enkele versterker in stereo-bedrijf. Maar, daar kunnen meerdere oorzaken voor zijn. Geluidsmatig presteert deze versterker top. Gedetailleerd, dynamisch, met een zeer diepe en brede stage en een dicht geluidsbeeld gevuld met informatie. Wellicht met een heel lichte warme (lees ‘gloedvolle’) tint. Tel daar de sublieme service, support en kennis van importeur Tingsha Audio bij op en dan zijn er voldoende argumenten om minimaal één exemplaar aan te schaffen. 

Prijs

Grandinote Celio mk IV: 6000 euro per stuk