Review: CanEVER Audio ZeroUno DAC


Ruud Jonker | 13 januari 2018 | Fotografie Redactie Hifi.nl

In de luisterruimte staat de uit Italië afkomstige ZeroUno DAC die wordt gebouwd door CanEVER Audio. Het is een buizen-DAC die komt in een traditionele vormgeving. Niets doet dan ook vermoeden dat er onder de fraaie behuizing zéér geavanceerde technologie aanwezig is. Benieuwd wat deze DAC presteert.

De ZeroUno DAC is een initiatief van Mario Canever en Rainer Israel. Canever heeft twee masters en is onder andere afgestudeerd in digital electronic engineering. Hij werkte voor organisaties zoals Ericcson en Electrolux. Hij gelooft in techniek die ten dienste staat van het weergeven van muziek en niet zozeer in audio als een technologie. Noem hem absoluut geen audiofiel. Dat woord eindigt op ‘philia’.

In de oorspronkelijke Griekse betekenis staat dat voor ‘houden van’. In de praktijk is dat vaak verworden tot ‘pathologie’, hetgeen staat voor ‘ziekelijk’, aldus Mario. Aansluitend is Canever van mening dat audiofielen alleen bezig zijn met technologie en niet met muziek. U kent ze wel in uw omgeving. Audiofielen op de schaal van ‘loving guy’ tot ‘raging maniac’. Nou is de uitspraak van Mario enigszins generaliserend, maar dat rechtvaardigt toch de vraag of audiofielen evolutionaire losers zijn. Canever bestudeerde zowat de hele klassieke literatuur met betrekking tot audiotechniek. Een voorbeeld vormt MJ-audio, waar vrijwel alle klassieke schakelingen en principes wel een keer aan bod zijn geweest. De doelstelling achter de ontwikkeling van de ZeroUno DAC is om een converter te bouwen die het analoge geluid van vinyl zo dicht mogelijk benadert. 

ZeroUno DAC - de DAC

Binnen de industrie wordt technologie vaak ontwikkeld door organisaties die niet noodzakelijkerwijs (alleen) binnen de audio-industrie thuishoren. ESS ontwikkelde rond 1984 initieel audiotechnologie voor personal computers, zoals bijvoorbeeld voor de Commodore 64. Ze ontwikkelden ook professionele systemen voor speech recognition. Ook op het gebied van codecs (MPEG-chips) en video is het bedrijf thuis. De Sabre-chips zijn converters die momenteel behoren tot de beste in de wereld. Los van een enkele fabrikant die zelf de conversie-software schrijft en dat opslaat in FPGA’s, vinden de Sabre-chips toepassing in veel converters van de verschillende audio-fabrikanten. Datzelfde gebeurt met de OEM NCore-modulen.

Momenteel is dat de meest geavanceerde klasse-d technologie in de wereld. Veel klasse-d versterkers van audiofabrikanten hebben dan ook zo’n module als basis. Met het toepassen van zulke algemeen verkrijgbare chips en modules heb je als audiofabrikant natuurlijk een probleem. Je wilt de consument namelijk duidelijk maken dat zo’n product nog een unieke merkgebonden plus heeft (behalve het merkje), waardoor zo’n converter of versterker net even boven de beestenbende uitsteekt. Iedereen met enige kennis van elektronica kan namelijk een converter bouwen op basis van zo’n ESS-chip. Zelfs ondergetekende is in de ban gekomen van deze chip. In de luisterruimte wordt nu een converter gebouwd, gebaseerd op de 9018 en een Amamera USB-board. Die chip is namelijk gewoon te koop voor pakweg 2 euro. Even een paar uurtjes solderen en de boel draait.

Het marketingverhaal binnen de hifi is dus dat een converter gebaseerd is op de Sabre 9018, maar dat de fabrikant daar zoveel aan toegevoegd heeft, dat de performance nog stukken hoger ligt. Leuk om te weten is dat ESS ook de PRO-versies van deze chip bouwt. Namelijk de ES9026PRO, ES9028PRO en de ES9038PRO. Bedoeld voor top-performance apparatuur in studio’s. Benieuwd wanneer de eerste DAC voor de high-end markt komt met die PRO-chips. Ook CanEVER AUDIO wil de toegevoegde waarde bovenop de chip duidelijk maken. Het eerste argument is dat er zelf software geschreven is om de jitter-reductie, de volumeregeling en de vier converters per kanaal te schakelen. Dat is een iets minder overtuigend argument, want je kunt een 9018 simpelweg configureren voor de gewenste schakeling van de aanwezige 8-kanalen en de ingebouwde jitter-reductie en volumeregeling. Het wordt spannender als Mario meldt dat hij zelf ontwikkelde IIR- en FIR filters bijschakelt. De firmware kent 1400 instructies. Daar is dus serieus aan gewerkt.

Het tweede argument zit in de architectuur van de ZeroUno DAC. Hier geen analoge of digitale eindfilters, maar amorphe core trafo’s van Lundahl die werken als filter. Vervolgens is er een uitgang met een tweetal 6SN7GT buizen. Dat is een dubbeltriode die ontworpen werd in 1940. Speelde een rol tijdens WO2 in radarapparatuur. De 6SN7-buizenfamilie is ideaal voor audio. In plaats van de inmiddels klassieke 6SN7GT (CV1988/VT-231) levert de fabrikant bij het apparaat een paar CV181’s  van PSVANE. Het derde argument betreft de standaardmaatregelen in de vorm van een goed printontwerp (4-layer), fysieke- en voedingsseparatie tussen analoog en digitaal, een DAC zonder elektrolytische condensatoren, een geavanceerd clockontwerp, een aparte clock voor het USB-board, de toepassing van premium componenten, het inzetten van meerdere ‘klokken’ enzovoorts. Deze DAC beschikt over vijftien aparte voedingen, waaronder separate heater supplies.       

Conclusie

Deze ZeroUno DAC is erg luxe gebouwd en lijkt uiterlijk erg op een integrated tube amplifier. De in- en uitgangen bestaan allemaal uit op het achterpaneel geschroefde Neutriks. Iets heel anders dan van die plastic XLR’s en RCA’s die op de print zijn gesoldeerd en dan tegen het achterpaneel aanleunen met een klein schroefje. Het front kent twee rotary knobs en een display.

ZeroUno DAC - Fraaie afstandsbediening

Bijgeleverd wordt een fraaie Apple remote control. Het apparaat staat op SoundCare feets. De rotary controller voor het volume is van ELMA. Digitale formaten die herkend worden zijn PCM t/m 384kHz, DSD/DoP (DSD64 en DSD128). Via USB is DoP, PCM en native DSD beschikbaar. De laatste decodeert DSD64, DSD128 en DSD256. Voor Windows wordt een driver meegeleverd. Met betrekking tot de drie digitale ingangen (naast USB) zijn er verschillende configuraties mogelijk die bestaan uit combinaties van AES/EBU XLR, SPDIF BNC, Cinch en Optical. De zorgvuldigheid waarmee Mario Canever zijn nieuwe apparaat heeft ontwikkeld en opgebouwd, blijkt ook uit de toegevoegde en uitgebreide documentatie.

Die staat op een cd. Er is een gebruikshandleiding met een diepgaande technische beschrijving van deze DAC. Vervolgens staat er informatie over sample rates en digitale audio en een handleiding voor de configuratie van JRiver. Consumenten die nog niet helemaal bekend zijn met ‘streaming’ , kunnen starten met JRiver op een pc of mac. Daarmee kunnen op de computer aanwezige muziekbestanden via de DAC afgespeeld worden. De aanwijzingen van Mario maken dat JRiver voor de beste geluidskwaliteit kan worden ingeregeld.

 ZeroUno DAC - Luisteren

In de vorige eeuw was er een ‘receiver-war’ met als hoogtepunt de enorme Sansui-apparaten die ook gebruikt konden worden als bijzettafeltje. Het decennium waar we nu in verkeren zal de geschiedenis ingaan als het tijdperk van de ‘DAC-wars’. Heb je net een nieuwe DAC gekocht, is er al weer iets nieuws. Een van de onlangs besproken DAC’s in Music Emotion bezit alweer een eerder type ESS-chip. Dat maakt met name uit op het gebied van vervorming en ruis ten opzichte van de ES9018. Het probleem is dat audiotechniek voor een groot deel binnen het domein van de informatica is gekomen, met haar kenmerkende steeds sneller opeenvolgende afwisseling van technische generaties. De ontwikkeling van smartphones is daarvan een voorbeeld.

Een nieuwe iPhone biedt één week technische voorsprong. Daarna loop je echt achter en ziet je omgeving je als een onbenul als je je nog met zo’n ding vertoont. Die DAC-wars zullen hopelijk resulteren in het echt volwassen worden van digitaal geluid. De strijdbijl tussen de analoog-adepten en de ‘digitalen’ zal dan wellicht begraven worden, of resulteren in Episode 10 ‘Return of the turntable’ en Episode 11 ‘Revenge of the Open Reel’.   De Moon 780D is eveneens gebaseerd op de ES9018, maar Simaudio legt weer andere accenten om de infrastructuur rondom deze chip te optimaliseren. Maar, de oplettende consument zal zeker de vraag stellen op welke manier beide converters verschillen. Luisterend naar de ZeroUno DAC zijn al snel de kenmerken van de Sabre-techniek herkenbaar. De enorme ruimtelijkheid, het volledig ontbreken van (gecorreleerde) ruis, de vlijmscherpe plaatsing binnen de stage, het fraaie middengebied, de dynamiek en het volledig ontbreken van het over-analytische, harsh en te heldere geluid van slechte digitale systemen.

Ook klinkt de ZeroUno DAC erg schoon. In vergelijking met de Moon klinkt deze DAC een streepje warmer en iets ronder. De Moon neemt dan weer een voorsprong op het gebied van autoriteit en een zekere mate van stabiliteit. De Moon presenteert zo’n uiterst solide fundament, waar de ZeroUno DAC iets lichtvoetiger is. Beide apparaten kunnen zo’n enorme dichte muur van geluid neerzetten. De zeer lichte warmte van de Italiaan zal niet zozeer door de buizen veroorzaakt worden. Buizen zijn van nature gortneutraal. Dat wordt in veel buizen(voor)versterkers verpest door een overdaad van condensatoren. Waarschijnlijk komt het streepje warmte uit de Lundahl trafo’s. In veel professionele apparatuur is de invloed van de trafo vaak merkbaar en een reden voor recording engineers om zo’n apparaat te kiezen. Denk aan de Marinairs in Neve-apparatuur en de beroemde Haufe-transformers. Maakt de ZeroUno DAC nou muziek op een analoge manier?

Ja en nee. Ja, omdat luisteren een genot is en je volledig in de muziek wordt getrokken. Ook ja, omdat het door deze DAC geproduceerde geluid dicht in de buurt komt van wat analoge systemen kunnen. Hoewel Mario Canever een enorme hoeveelheid slimme technologie rondom de standaard ESS-chip heeft toegevoegd, ga je in de luistermode echt over de grens. De ZeroUno DAC sleept je aan je haren binnen het muzikale gebeuren en elke gedachte aan techniek is daarmee kansloos. Daarmee onderstreept deze DAC de focus van Mario op de muziek. Aan de andere kant is er een bescheiden ‘nee’, maar dat geldt voor vrijwel alle momenteel in de markt zijnde DAC’s. In vergelijking met wat een volledig optimaal werkende platenspeler doet, zoals de TechDAS of de SPEC, is er nog steeds een verschil.

Dan gaat het niet om de prestatie die de gemiddelde platenspeler neerzet. Die komt vaak niet eens in de buurt van cd-weergave. Het gaat dan om de hogeschool van de analoge kunst. Prestatielevels vanaf een plaat of tape die velen helaas nog nooit in optimale omstandigheden hebben mogen beleven. Dat verschil bestaat uit realisme, plasticiteit, verdere dynamiek en verdere snelheid. Analoog geluid op zo’n niveau veroorzaakt méér het gevoel alsof je naar een live-presentatie luistert. Als je het naast elkaar beluistert, dan is het verschil ogenblikkelijk duidelijk, maar het is in woorden best moeilijk te vatten. 

ZeroUno DAC - Conclusie

De ZeroUno DAC kenmerkt zich door de fraaie en degelijke constructie. In- en uitgangen zijn bijvoorbeeld echte Neutriks. De vormgeving is enigszins retro. De engine bestaat uit de inmiddels zeer bekende ESS ES9018 DAC. Fabrikanten voegen daar hun eigen infrastructuur aan toe. Mario Canever doet dat vanuit een enorme technische materie-kennis. Dat doet volledig recht aan de sublieme kwaliteiten van de 9018. De ZeroUno DAC heeft iets ambachtelijks. Binnen de gekozen budgetklasse is het haast een cost-no-object product geworden. Die subliem uitgevoerde techniek staat volledig in dienst van de weergave van muziek.

Dat doet deze CanEVER dan ook voortreffelijk. Een betere DAC in deze prijsklasse zal nauwelijks vindbaar zijn. In vergelijking met andere op de ESS-chip gebaseerde DAC’s zijn er uiteraard verschillen. Die zijn klein en vaak subtiel. Soms is er uit zo’n 9018 net iets méér te halen, maar dan valt zo’n converter weer in een heel andere budgetklasse. Wie het prijsje voor deze DAC wil aftikken, beschikt voor dat geld over een van de mooiste en analoog klinkende DAC’s. Het ding maakt echt muziek.