Review: SPEC GMP-8000 & REQ-S1-EX


Ruud Jonker | 11 oktober 2017 | Fotografie Fabrikant

SPEC CORPORATION werd opgericht in 2010 door Syuzou Ishimi en is gehuisvest in Tokyo. Het uitgangspunt is dat ‘the joy of music is only found in Real-Sound’. De producten die SPEC levert beloven derhalve allemaal een zo realistisch mogelijke weergave, iets waar veel Japanse bedrijven erg goed in zijn. De hier aanwezige SPEC draaitafel en phono-amp wekken daarom zeer hoge verwachtingen. In de luisterruimte wordt namelijk gegrossierd in een zo realistisch mogelijk geluid.

De audiofiele gemeenschap in Japan is gemiddeld genomen veel verder dan in de rest van de wereld en is doorgaans technisch goed onderlegd. Een groot deel van die community is natuurlijk verenigd rondom MJ-magazine. Dat is een technisch georiënteerd audioblad met schakelingen, productbesprekingen en een soort ‘super-audiofiel van de maand’. Dat zijn muziekliefhebbers die standaard zo’n drie verschillende luidsprekersystemen hebben en minimaal vijf (tube)versterkers. Het aanbod van vintage apparatuur, buizen en grammofoonplaten in de advertorials doet iedereen ogenblikkelijk watertanden.

Van tijd tot tijd resulteert het Japanse commitment aan realiteitsweergave in fascinerende producten en haast ondenkbare niveaus van weergave. Japanners hebben vaak een vorm van begrip over wat je kunt doen met bepaalde schakelingen en componenten. Ze zijn ook in staat om zodanige combinaties te maken dat de ideale match ontstaat. Vaardigheden die in ons land voorbehouden zijn aan slechts een handjevol betrokkenen uit de hifi-business. De hier te beoordelen producten zijn de phono-versterker en de draaitafel van SPEC. Japan is een fascinerend land met betrekking tot audiotechniek. Enerzijds de nuchtere, wetenschappelijk georiënteerde benadering waarvoor ‘meten is weten’ heel belangrijk is en de geluidsmatige prestaties van audiocomponenten door logische deductie volledig verklaarbaar moeten volgen uit de toegepaste technieken.

Dat heeft geleid tot topproducten van Sony, Sansui en Luxman. Het is ook het land van de audiofiel die rusteloos zoekt naar steeds mooier en beter. Anderzijds is daar de Wabi Sabi. De eeuwenoude filosofie van de Japanse levenskunst. Sabi gaat over de schoonheid die gevormd is. Wabi gaat over rust, eenvoud en onbevangenheid. In deze leer zijn authenticiteit, onvolmaaktheid en individualiteit belangrijke waarden. Je gaat zien wie je bent en wat je hebt. Om je gelukkig te voelen is alles in jezelf en om je heen al aanwezig.

Die schoonheid van het moment moet je koesteren. Het geeft rust en geluk. Dat komt vaak terug in de exotische producten van Audio Note, Wavac en Air Tight. Voordat onze ingebouwde guru wellicht op hol slaat, is het misschien aardig om ondeugend te veronderstellen dat de waarden uit de Wabi Sabi gelden voor de producten van SPEC. Speel eens met deze gedachte. Draai die rond boven je hoofd als een denkbeeldige bal. Bekijk deze van alle kanten. Haal vervolgens diep adem, open je ogen en voel dat je voeten weer verbonden zijn met de aarde. De SPEC-apparatuur staat in de luisterruimte. Over tot de orde van de dag. Uiteraard na de Japanse tea ceremonial. 

SPEC GMP-8000 draaitafel

Het valt nauwelijks te ontkennen dat de GMP-8000 op het eerste gezicht ontwikkeld lijkt vanuit het principe ‘function follows form’. Dat is absoluut geen waardeoordeel, maar het ding is visueel extreem opvallend en komt absoluut tegemoet aan de Aziatische gewoonte om hifi te kopen met een luxueus uiterlijk en een boven proportioneel prijskaartje. Er zijn audiofabrikanten, ook in ons land, die handig inspelen op de oosterse hang naar status. Als je dan geluk hebt, is er ook nog iets gedaan om goede geluidsmatige prestaties te halen. De GMP-8000 heeft mega-afmetingen. 48 x 65 cm is net enkele centimeters kleiner dan een EMT 927 en op dit grondoppervlak passen met een beetje duwwerk ongeveer vier SME-10 draaitafels. In eerste instantie roept het ontwerp van de GMP-8000 een aantal vragen op. Het plateau heeft een diameter van 40 centimeter.

Een 16-inch plaat meet 40.64 centimeter en past dus net niet. De randen van het SPEC-plateau lopen schuin af. Dat is ook niet ideaal om een 14- of 16-inch plaat te kunnen plaatsen. Het is kennelijk niet de intentie van SPEC om te faciliteren voor grotere diameters dan de standaard 12-inch, hoewel daar in Japan veel exemplaren van rondzwerven. Wat rechtvaardigt dan de inzet van een 12-inch arm? Die is alleen maar zinvol voor het afspelen van platen met een grotere diameter. Ook het ontbreken van een 78-toeren/minuut optie wijst in die richting. Toch is het een gemiste kans. Maak dan een draaitafel waar platen met een grotere diameter dan 12-inch ook op passen. Het enorme plateau van de SPEC suggereert namelijk die mogelijkheid. Het snaaraangedreven systeem heeft voor zowel 45-toeren als voor 33-toeren een regelaar. Die werkt continue en heeft geen fixed positions.

Alleen iemand met een absoluut gehoor of een externe stroboscoop kan de snelheid exact afregelen. Deze draaitafel heeft geen ingebouwde stroboscoop. Dat past bij de minimalistische (Japanse) insteek die de ontwerper heeft gekozen. Voor smartphones is tegenwoordig ook zo’n RPM-app beschikbaar. De plinth is gemaakt van gelaagd hout (gelamineerd fine grain Fins birch ply). Het is afgewerkt volgens de hoge Japanse houtbewerkingsstandaarden. De plinth rust op drie verstelbare standaard industriële machinevoeten (SoundCare). Bij een nadere beschouwing blijkt deze draaitafel niet helemaal volgens ‘function follows form’ te zijn gebouwd. De visuele schok bij de eerste aanblik vertroebelt natuurlijk acuut het rationele denken en de nuchtere waarneming. Birchply en kersenhout zijn inderdaad de ideale materialen om een (massieve) plinth te bouwen. SPEC zet vervolgens in op snaaraandrijving in plaats van een beltdrive.

De door SPEC geleverde string heeft namelijk minder elasticiteit en kan de kracht van de motor beter overbrengen op het plateau (zonder delay). In systemen met een motorservo-regeling zorgt de door een flexibele belt of snaar veroorzaakte delay voor een time-lag tussen de actie en de reactie van het aandrijfsysteem. In ieder geval heeft SPEC met de keuze voor een inflexibele snaar een punt. Waarnemingen in de luisterruimte met verschillende typen aandrijfsystemen leren dat een niet elastische belt of string meestal leidt tot een beter resultaat. De beste aandrijving bestaat uit een belt die gemaakt is van Agfa PER525 tape (is niet elastisch). Het is dan alleen nodig om de pulley te vervangen door een exemplaar dat u op een draaibank maakt. De volgende vraag is waarom SPEC een plateau gebruikt van bovengemiddelde afmetingen.

Wie daarover nadenkt, snapt meteen waarom dat is. Om een draaitafel echt goed te krijgen gelden er aan de kant van het aandrijfsysteem twee belangrijke voorwaarden. Die zijn nodig om het gevolg van ‘stylus drag’ te onderdrukken. Dat is, kort door de bocht, de weerstand die de naald ondervindt in de groef. Die weerstand is variabel (afhankelijk van de modulatie) en remt het plateau af. De draaitafel loopt dus nooit helemaal gelijk. Dat is hoorbaar aan pianotonen die zweverig klinken en aan het laag, dat nooit voldoende strak is. De reactie van draaitafel ontwerpers die natuurkunde al vroeg uit hun keuzepakket hebben gegooid is om een zwaar en massief plateau te bouwen. De gedachte is dan, overigens niet helemaal onterecht, dat het ‘moment van inertia’ groter wordt door een toename van de massa. In gewone taal betekent het dat een object in beweging met een hogere massa (zo’n draaiend plateau) langer volstaat in die beweging dan een object met een lagere massa. Maar, het kost ook méér moeite om die beweging in gang te zetten. Denk maar aan een trein.

U kunt kennis maken met ‘inertia’ door, zittend op de treeplank, een rijdende trein met uw voet af te remmen. Dat zal enige inspanning vereisen. Bij de meeste draaitafels met een kleine motor en een zwaar plateau duurt het dan ook een tijd voordat het gewenste toerental is bereikt. Waarom zo’n plateau dan bij sommige draaitafels erg zwaar is (gewicht is de lokale manifestatie van massa), komt omdat de inertia ook afhangt van de rotatiesnelheid. Die is voor een draaitafel natuurlijk erg laag en wordt dan gecompenseerd met extra massa. Hoe hoger de inertia, hoe langer het plateau op snelheid blijft en zich verzet tegen verandering van die snelheid, al dan niet als gevolg van de stylus drag. Ook zogenaamde ‘torque’ helpt daarbij (de tweede voorwaarde). Dat is de kracht die de motor heeft. Wellicht begrijpt u nu dat een snaaraandrijver, voorzien van een flexibele snaar of riem, met een Chinees speelgoedmotortje en een licht massief plateau niet het toppunt van analoog luisteren nadert. Het effect van een eventuele elektronische snelheidsregeling wordt dan weer tenietgedaan door een snaar die té flexibel is. 

Pagina 2

SPEC heeft wat méér kennis van natuurkunde. Ze gebruiken een inflexibele snaar en géén massief plateau. De speciale constructie en de diameter van het plateau verraden dat ze volledig begrijpen hoe je op een intelligente manier een veel hoger moment van inertia kunt bereiken. Dat had feitelijk nog beter gekund. Namelijk binnen de afmetingen van een ‘normaal’ plateau, waardoor de noodzaak van een 12-inch arm, met alle nadelen van dien, was komen te vervallen. Om de concurrent niet wijzer te maken wordt de essentie van dit stukje natuurkunde niet verder belicht.

Wie dat wil weten leest Fuler’s Theoria motus corporum solidorum seu rigidorum er maar op na of de werkjes van Newton en Euler. Maar, wie de beroemde Lenco L76 of L78 bestudeert en bepaalde modellen van Thorens en EMT, begrijpt ogenblikkelijk dat deze ontwerpen de basisprincipes van de natuurkunde volgen en daardoor behoren bij het beste wat er op draaitafelgebied beschikbaar is. Direct Drive tafels die goed ontworpen zijn (er zijn er helaas weinig), outperformen de meeste snaaraandrijvers.

Het moment van inertia wordt dan meestal gedeeltelijk elektronisch gerealiseerd, deels door de constructie van het plateau en ook afhankelijk van de motorconstructie en de servo-regeling. In ieder geval zijn er een aantal op natuurkunde gebaseerde principes terug te vinden in de GMP-8000. Het is dan jammer dat het plateau een zekere mate van ‘ringing’ heeft. Audiofielen die van nature een behoefte schijnen te hebben om hifi-componenten vol te storten met bitumen, kunnen hier mogelijkerwijs winst boeken. Het volgen van de natuurkunde is voor een draaitafel nog niet voldoende om topresultaten te bereiken. Ook de kwaliteit van componenten speelt een rol. SPEC gebruikt een magnetisch lager van hoge kwaliteit. Volgens SPEC wordt er ook geluidsmatige winst gehaald omdat het lagerpunt en het massacentrum van het plateau heel dicht bij elkaar liggen. De motor is van Maxon (Zwitserland) en wordt aangestuurd door een servo. De specifieke constructie maakt deze motor vrij van ‘ripple’ en mechanische storingen. De hier aanwezige draaitafel is voorzien van de Ikeda IT-407CR-1 arm. SPEC levert voor de verschillende merken 12-inch armen custom build boards. 

REQ-S1-EX Phono amp

Deze phono-versterker komt in twee chassis. De essentie is dat deze versterker opgebouwd is vanuit een hele simpele schakeling. Derhalve ziet de mc-ingang een low noise, high gain bi-polaire opamp, passend bij de lage output impedantie van de mc-cartridges. De mm-ingang laat een FET-input operationele versterker zien. Aansluitend bij de hogere spanning en de high-impedance output van mm-cartridges. Ook de equalizer bestaat uit een minimaal aantal passieve componenten van hoge kwaliteit.

De schakeling biedt een uitstekend fase-gedrag. De condensatoren hebben uiteraard invloed op het geluid. Het zijn oil-capacitors en mica-typen. In de voeding worden schottky’s gebruikt. Wederom een aanwijzing dat ze bij SPEC iets begrijpen van elektronica. Functioneel gezien heeft deze versterker een subsonisch filter, een schakelbare capaciteit van 0pF of 100pF en een ingangsweerstand van 20 Ohm of 200 Ohm. Ook een mute en degauss-functie zijn aanwezig. De uitgangen zijn via XLR en via RCA. Cartridges kunnen alleen unbalanced aangesloten worden. Achter deze phono-amp schuilt de ontwerpgedachte dat het analoge geluid zo realistisch mogelijk weergegeven moet worden. 

Instellingen

De GMP-8000 en de phono-stage werden hier afgeleverd met de Ikeda IT-407CR-1 en een tweetal cartridges. De Denon 103R en de Ortofon A95. De importeur gaf duidelijk aan dat de draaitafel feitelijk nog ingeregeld zou moeten worden. Zoals het hier gaat, werd de draaitafel even neergezet en aangesloten op wat toevallig voorhanden was. De SPEC, met de phono-versterker en de Ortofon leverde vervolgens een geluid dat zeker niet is wat SPEC bedoelt. Het was ook niet zoals analoog hoort te klinken. Maar, de draaitafel was dan ook nog niet echt ingeregeld. Beide meegeleverde cartridges hebben een low compliance. De Ikeda IT-407CR-1 staat, gezien de effectieve massa van ongeveer 20 gram, bekend als een mid heavy arm. Met name geschikt voor low compliance elementen met een hogere massa. Denk aan de SPU’s en de EMT cartridges.

De Denon 103R behoort bij de topelementen in deze wereld en zou ook redelijk moeten kunnen matchen met de Ikeda. De Ikeda IT-407CR-1 is een opvolger en verbeterde versie van de bekende Fidelity Research FR-66 en FR-64 armen. Deze tone arms werden gemaakt door Fidelity Research, een door Ikeda San opgerichte Japanse massafabrikant van analoge producten. Het bedrijf stopte in 1985. Het werd opgevolgd door Ikeda Sound Laboratories Company. In deze veel kleinschaliger setting kon Ikeda San op een veel specialistischer manier bezig zijn met tone arms. De Ikeda’s zijn hoorbaar beter dan de vroegere Fidelity Research armen. De resonantie van de IT-407CR-1 ligt hoorbaar lager dan die van de FR-66 en FR-64. De Ikeda beschikt over de meest noodzakelijke inregel-mogelijkheden. De arm heeft standaard geen VTA-instelling.

Deze is als optioneel accessoire beschikbaar. De SPEC draaitafel heeft ronde armboards, die de fabrikant kan aanpassen aan de gekozen arm. Zoals de draaitafel hier arriveerde is het niet mogelijk om met een Ortofon SPU te draaien en daar fatsoenlijke resultaten mee te bereiken. Er kan niet geoptimaliseerd worden voor de offset angle, de overhang en de effectieve lengte. Dat is niet in te stellen, onder andere omdat de SPU in een vaste shell zit. De positie van het element in die shell is niet te wijzigen. De Ikeda staat niet op een ‘slider’, zoals gebruikelijk bij bepaalde andere armen (onder andere SME). Om de SPEC geschikt te maken voor de Ikeda met SPU, moet SPEC een speciale ‘sliding’ constructie maken op het armboard, die dermate geplaatst moet worden dat de offset angle klopt bij de tangentiale curve van uw keuze.

De importeur gaf aan dat SPEC zo’n armboard op specificatie moeiteloos kan maken. De genoemde instellingen bepalen of zo’n arm-cartridge combinatie goed klinkt en dat is vooral bij een 12-inch arm kritisch. In de huidige set is met de Ortofon geen goed geluid bereikbaar en dat ligt niet aan deze cartridge. Daarom ging de SPU hier in de doos en werd de Denon 103R gemonteerd. Omdat de Ikeda-headshell de mogelijkheid biedt om een cartridge te verschuiven, is het mogelijk om de juiste instellingen te maken, hoewel dat niet met elke cartridge zal lukken. Dat is afhankelijk van de afstand van de naaldpunt tot de bevestigingsgaten van de cartridge zelf. Feitelijk is het armboard van de SPEC te laag, althans voor de Ikeda-arm.

De VTA-instelling staat daarom al standaard op zowat de hoogste stand. Als een cartridge een hogere behuizing heeft dan die van de Denon, dan is het nauwelijks meer mogelijk om de VTA goed te krijgen. Het lagerhuis van de arm komt dan hoger. De arm maakt dan een hoek met de plaat en wordt gestopt door de lift. De brug met de armlift is namelijk niet instelbaar en is eigenlijk te dicht bij de onderkant van de arm. Bij een SME is zoiets instelbaar. Bij het afspelen van een iets dikkere plaat, of door het inzetten van een andere mat, kunnen er dus problemen ontstaan. Met de juiste afstelling van de Denon sleept de achterkant van de shell zowat over de plaat en is de afstand van de onderkant van de arm tot de bovenkant van de lift nog net 3mm.

Dat werkt prima, maar natuurlijk alleen met volledig vlakke platen. Het op de juiste manier afstellen van de Ikeda is, afhankelijk van de cartridge, dus een tour de force. Niet iets om zelf te doen, maar over te laten aan de vakkundigheid van de importeur of dealer. Overigens is de consument volledig vrij om zelf een arm te kiezen voor deze draaitafel. De issues met het afstellen hebben voornamelijk te maken met de cartridge, de arm en de combinatie daartussen en niet met de draaitafel. Omdat, zoals al opgemerkt, veel instellingen bij een 12-inch kritisch zijn, bood de onlangs besproken smart-ractor soelaas.

Daarmee kan met de nodige precisie gewerkt worden. Als geometrie werd de UNI DIN gekozen. Daarmee is de vervorming tot 45% lager in het 2/3 gebied dat grenst aan het label en zinvol voor oudere platen waar de dead wax een kleiner gebied bestrijkt. Het effect van de UNI DIN is trouwens onmiskenbaar waarneembaar via de SPEC. Omdat de Ikeda geen duidelijk pivot punt heeft, althans geen punt waar je de naald van de smart-ractor in kunt zetten, relativeert dat een beetje de nauwkeurigheid van het verrichtte meet- en instelwerk. 

Conclusie

Een tweede issue betreft de instellingen die gemaakt kunnen worden op de SPEC phono-amp. Voor mm-cartridges is er slechts één capaciteit beschikbaar en voor mc-cartridges slechts een tweetal weerstandswaarden. Als dat dus even niet matched met de gekozen cartridges, dan is er enig soldeerwerk nodig om het goed te krijgen. De Denon reageerde trouwens goed met de 200 Ohm-setting. Na het inregelwerk presteerde de draaitafel hiermee zoals analoog moet klinken. Dat is natuurlijk ook de verdienste van de Denon 103R. Deze cartridges zijn eigenlijk bedoeld voor de professionele markt en ontwikkeld voor de NHK. Denon leverde ook een aantal professionele tone arms, die uiteraard volledig matchen met deze cartridge.

Hoewel er cartridges te vinden zijn die op deeleigenschappen hier en daar een streepje verder gaan dan deze Denon, is de overall prestatie van wereldklasse en laat exact horen hoe analoog vanaf een plaat moet klinken (mits draaitafel, phono amp enzovoort…). Zo’n Denon is extreem lineair en heeft over het hele frequentiebereik dezelfde kracht en dynamische power. Dat hoor je bijvoorbeeld aan piano-aanslagen in de hogere registers. Die  klinken weergaloos goed en dynamisch. Veel uiterst kostbare mc-cartridges laten een soort softheid en vriendelijkheid in het hoog horen. Maar, zo klinken live stemmen en instrumenten echt nooit. Hoe hoort analoog dan te klinken? Dat is eigenlijk erg simpel. Bij uw volgende bezoek aan de plaatselijke hifi-uitbater, neemt u een snaredrum, een trombone en een Telecaster mee. U stelt deze instrumenten op tussen de luidsprekers van uw keuze en laat uw neefje daar volledig mee los gaan. Luister goed naar dit live-geluid en vergelijk dat met een plaat of cd via het hifi-systeem met dezelfde instrumenten. Als er helemaal geen verschil is staat u oog in oog met de heilige graal. In de praktijk is er natuurlijk een verschil.

Hoe minder groot dat is, hoe beter het systeem de werkelijkheid benadert. Een klap op een snare heeft een enorme voelbare impact en klinkt niet als een tik op een kartonnen doos. Een trombone heeft een fel maar rond geluid met een specifieke warmte en gloed en gigantische dynamics. Ook een Telecaster heeft een herkenbaar geluid met een enorme drive en power. Dat moet allemaal terugkomen vanaf de grammofoonplaat of de tape en in principe ook vanaf digitale systemen. De beste draaitafels benaderen zo’n geluidsbeeld en klinken dus erg realistisch. Heel anders dan overly warm, onbetrokken, muf, niet dynamisch en zompig. Nadat de SPEC was ingeregeld en de rest van het systeem ook in staat was tot een realistisch geluid, begon deze SPEC te shinen. Er is sprake van een zo neutraal mogelijk geluidsbeeld, waar de warmte uit de instrumenten komt en niet uit vervorming en problemen met de draaitafel.

Koper knalt er werkelijk uit met beangstigende dynamics en percussie staat levensecht in de luisterruimte. Het is ook opvallend dat vocals en instrumenten in het middengebied zo fraai en breed in de stage staan. Die stage is enorm breed en diep met geluiden die af en toe ver ‘buiten’ de luidsprekers treden. Zo’n live-geluidsbeeld trekt een luisteraar direct in het gebeuren en is enorm betrokken en bevredigend. Als een systeem je vastpakt en je dwingt om te blijven luisteren, dan zijn er een aantal zaken die echt kloppen. Over deze draaitafel valt verder te vertellen dat er een stuk rust en autoriteit in het geluidsbeeld is. Het is de bedoeling van SPEC om, zeker met de phono amp, een zo realistisch mogelijk geluidsbeeld neer te zetten. Dat is absoluut gelukt. Strikt genomen biedt deze phono-stage niet het laatste woord op het gebied van harmonische rijkdom, maar deze amp klinkt lineair, neutraal, dynamisch en absoluut heel erg realistisch. SPEC zou het aantal gebruiksmogelijkheden wellicht kunnen vergroten door een aantal extra schakelbare capaciteiten en weerstanden toe te voegen.

Wat is nou een voorbeeld van een plaat die extreem realistisch kan klinken? Neem bijvoorbeeld ‘Live at Sadlers wells, London’ van de Paco Pena Flamenco Company (Decca MOR528). Handclaps knallen hier met zo’n kracht en energie uit de draaitafel dat de ruiten rinkelen. Alleen al aan die handclaps hoor je of zo’n draaitafel echt deugt.  

Conclusie

De SPEC GMP-8000 is ontwikkeld vanuit een dubbel designdoel. Enerzijds appelleert het ontwerp aan de hang naar luxury, status en uitstraling, zoals gangbaar in de far east en binnen andere groepen belangstellenden, die niet alleen de prioriteit hebben bij de beste geluidskwaliteit. Anderzijds kenmerkt deze draaitafel zich door intelligente ontwerpfeatures op technisch gebied, die kennelijk niet algemeen bekend zijn bij veel fabrikanten van draaitafels. Sommige van die features lijken dan weer een compromis tussen techniek en design, zoals het overbemeten plateau. SPEC bouwt op specificatie een armboard voor verschillende merken en typen 12-inch armen. Daar zou nog wat extra functionaliteit aan toegevoegd kunnen worden, teneinde méér flexibiliteit te bieden voor specifieke armen en cartridges in het licht van de alignment-procedures.

Een stroboscoop en/of fixed toerental-settings voor 33 en 45 zijn wellicht handig. De wilde vormgeving en de enorme afmetingen van de SPEC leiden af van het geluidsmatige eindresultaat. So be it. Dat hoort bij de Oosterse culturele erfenis. Maar, geluidsmatig maakt de draaitafel waar wat SPEC nastreeft. Namelijk een ongelooflijk realistisch en live-like geluid. Ook de REQ-S1-EX phono amp, als onderdeel van een totaalsysteem, maakt die belofte waar. Deze combi is in staat tot spectaculaire dynamics en kan instrumenten en stemmen levensecht en realistisch presenteren. Het laag is dan loeistrak en het middengebied vol en rijk. Binnen de geteste configuratie draagt de ingezette en voortreffelijke Ikeda IT407CR-1 daar ook het nodige aan bij, maar deze SPEC kan natuurlijk ook met andere 12-inches gecombineerd worden.

Elk geluidsbeeld dat afwijkt van die spectaculaire, neutrale, levensechte, betrokken, tastbare en dynamische presentatie, doet geen recht aan de intenties van de ontwerpers en fabrikant. Daarmee vertegenwoordigt deze SPEC-set de essentie van de Japanse Ultra Highend. Over de looks waren de meningen in de luisterruimte verdeeld. Maar die fenomenale realistische weergave werd door iedereen herkend en in hoge mate gewaardeerd. Het onderschrijft de kerngedachte in de luisterruimte. Over het uiterlijk van hifi-apparaten mag je van mening verschillen, maar over geluidskwaliteit valt echt niet te discussiëren.