Sonus Faber Gravis B1


Jan de Jeu | 23 mei 2002 | Sonus faber

Veni, vidi, vici!

Gedurende mijn bezoek aan de Duitse deelstaat Baden Württemberg word ik door mijn 18 jarige Duitse neef uitgenodigd om een ritje te maken in zijn Volkswagen Passat Stationwagen. Bij het instappen wijst hij me op het achterste gedeelte van de auto. Daar ontwaar ik eindversterkers, een 30 cm woofer en twee luidsprekerunits met daarin een hoge en een middentonen weergever. Terwijl ik mijn hersenen pijnig met de vraag van welke muzieksoort hij ook al weer houdt start hij de motor en vergaat de wereld. Ik zie af van een poging om mijn stem boven het geweld uit te laten komen en trek in plaats daarvan vragend mijn wenkbrauwen op. Hij knikt begrijpend en brult een naam die ik niet kan verstaan. Dan volgt er iets als “Drum and bass”. Ik knik bevestigend, zoek tevergeefs in mijn zakken naar de oordopjes die ik reserveer voor sommige live concerten en kan met moeite de neiging onderdrukken om mijn handen tegen mijn oorschelpen aan te duwen. Al mijn vooroordelen tegen subwoofers steken acuut de kop op en ik vraag me in vertwijfeling af waarom ik in godsnaam zo gek ben geweest om Rob Wilms van Dé Hifiwinkel te vragen mij in het kader van een recensie tijdelijk een subwoofer ter beschikking te stellen. Tenslotte staan er in zijn winkel nog genoeg andere componenten die voor een recensie in aanmerking komen.

Wanneer Rob enkele weken later de subwoofer af komt leveren hebben mijn oren zich gelukkig hersteld en is de ervaring met het Amerikaanse Pyle car audio ver weg gezakt in een donker hoekje van mijn geheugen waar ik, zelfs wanneer ik dat zou willen, geen beroep meer op kan doen. Een heel enkele keer heeft ouder worden zo zijn voordelen. Terwijl hij de transportdoos van de Sonus Faber Gravis tilt en de beschermende stoffen zak verwijdert bedenk ik me dat het er nu dan toch van zal moeten komen. Na jarenlang met diverse typen vloerstaanders gespeeld te hebben ben ik op een gegeven moment overgestapt op de Sonus Faber Concerto monitor luidsprekers en ik ben nog steeds verliefd op het geluid van deze “bella donna’s” waarin detaillering, focussering / plaatsing, een fijnzinnig hoog en een prachtig middengebied centraal staan. Wat betreft de bas heb ik bewust gekozen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.

 Hoewel ik subwoofers altijd beschouwd heb als een onderdeel van een home cinema opstelling, moet ik toegeven dat ik in mijn omgeving een aantal sets ken waarbij het inzetten van een subwoofer tot een fraai resultaat geleid heeft. Desalniettemin heb ik, gesteld als ik ben op het specifieke monitor geluid, de argumenten van die audiofielen steeds weggewimpeld. Dat deed ik vaak met de opmerking dat ik het gebruik van een subwoofer in mijn systeem pas wilde overwegen wanneer de fabrikant van mijn eigen speakers een specifiek op deze weergevers afgestemde subwoofer zou ontwikkelen. Daarbij ging ik er van uit dat dit waarschijnlijk nooit zou gebeuren. Nu Sonus Faber na twintig jaar toch een dergelijke weergever in zijn pakket opgenomen heeft kan ik er niet langer onderuit en kijkend naar het (voor een subwoofer) fraai gestyleerde apparaat dat ik naast de Concerto zie staan, moet ik bekennen dat ik toch wel nieuwsgierig begin te worden en dat ik eigenlijk zelfs uitkijk naar de luistertest. Ave Caesar! Morituri te salutant!

Sonus Faber Gravis B1

Sonus Faber

Behoeft deze naam nog een nadere introductie? Iedere audiofiel kent onderhand dit wereldberoemde door Franco Serblin gecreëerde Italiaanse merk dat diverse luidsprekers, een versterker en nu dus ook een subwoofer maakt. In 1980 was “Snail Project” het eerste type luidspreker. Inmiddels zijn er twee luidsprekerlijnen. De in 1995 geïntroduceerde Linea Concerto beleeft nu zijn tweede versie en heeft, om een reden die zich eenvoudig laat raden, de toevoeging “Home” gekregen. De duurdere Classic lijn omvat o.a. de in 1993 uitgebrachte Guarneri Homage die vernoemd is naar de grote luitbouwer Giuseppe “Del Gesu” Guarneri. Ook de tot die lijn behorende Amati Homage uit 1998 is een eerbetoon aan een familie van luitbouwers. De jongste telg is de op de CES van 2002 geïntroduceerde en door mij naar aanleiding van een reeds eerder becommentarieerde overtuigende demo Cremona. Wederom met de vorm van de luit als uitgangspunt. Saillant detail; zelfs in de belijning van het nieuwe “atelier” van het bedrijf is de vorm van dit instrument te herkennen. Na al eerder een versterker in het pakket te hebben gehad werd in 1997 de nog steeds leverbare Musica geïntegreerde versterker geïntroduceerd.

Gravis B1

Sommige fabrikanten kennen hun producten type nummers toe. Anderen kiezen voor type namen. Soms komt in een type nummer een specificatie van het desbetreffende component terug maar vaak is die link, voor zover hij al aanwezig is, voor de gemiddelde consument niet te leggen. Bij het gebruik van type namen is het verband tussen de naam en de daaraan ten grondslag liggende gedachte over het algemeen wat eenvoudiger te herkennen. Dat dit bij de producten van Sonus Faber zeker het geval is, is reeds aangegeven en daarop vormt de subwoofer, met de keus voor de uit het Latijn afkomstige naam Gravis (zwaar, ernstig), geen uitzondering. Waar B1 voor staat weet ik niet zeker maar het zou me niet verbazen wanneer de B staat voor bas en de 1 verwijst naar het feit dat dit de eerste subwoofer is in de geschiedenis van Sonus Faber.

Het gewicht van 30 kilogram is navenant en Rob gebruikt dan ook een steekwagentje om de 32 kilo wegende doos over mijn tuinpad te transporteren. Eenmaal uit de doos blijkt de 1600 euro kostende subwoofer met een inhoud van 28 liter in ieder geval uiterlijk een component te zijn dat de naam Sonus Faber waardig is. De vormgeving past wonderwel bij mijn eigen monitor speakers. Ook hier de afwerking van voor- en achterkant met leer en de achterover hellende voorkant. Net als bij mijn eigen speakers bevindt zich achter het afneembare front een papieren conus. Verschil is dat dit exemplaar een doorsnee heeft van 25 cm en magnetisch afgeschermd is. De zijkanten missen de door mij zo gewaardeerde afwerking in zwarte pianolak maar dat kan ook niet anders omdat zich daar, wederom achter afneembare “fronten” of liever “sides”, twee door leer omgeven passieve radiators bevinden met elk eveneens een diameter van 25 cm. Uiteraard wijken ook de maten af. De breedte is 37 cm, terwijl de hoogte en de diepte 42 cm meten. De op drie poten, twee voor en een midden achter, rustende sculptuur oogt fragieler dan de maten doen vermoeden maar dat is subjectief en zal ongetwijfeld ook iets zeggen over de samenwerking van mijn ogen en hersenen op het moment dat ik in aanraking kom met Italiaans topdesign. Mea culpa!

Op de zwarte achterkant bevinden zich linksboven de koelvinnen van de 200 Watt Mosfet versterker. Daaronder de powerswitch met daarin een rode led die oplicht wanneer de subwoofer stroom krijgt. Onderaan links het aansluitpunt voor het netsnoer. Rechts naast de koelvinnen bevinden zich twee regelaars, een schakelaar en twee aansluitpunten. Bovenaan het Low Pass filter met 6 instelbare kantelpunten; 38, 42, 47, 52, 58 en 65 Hz. Daaronder de volumeregeling gevolgd door de faseschakelaar met een normaal en een reverse stand. Als laatste de line in (RCA) en de rechts daarvan geplaatste Hi level in. (XLR)

Andere technische gegevens:
Frequentiebereik 24 – 65 Hz.
High-pass filter 20 Hz
Low-pass filter 24 dB per octaaf

Sonus Faber Gravis B1

Aansluiten en opstellen

Gedurende de ontwerpfase is de Gravis door Sonus Faber met name ingezet in Stereo systemen. Ook in mijn woonkamer wordt hij toegevoegd aan een op weergave van stereo muziek afgestemde audio set. Van de drie manieren waarop de Gravis aangesloten kan worden valt er dan ook al één onmiddellijk af. Namelijk die waarin de subwoofer via de line in aangesloten kan worden op de subwoofer uitgang van de decoder in een home cinema opstelling. Chez de Jeu is een dergelijke decoder of opstelling niet te vinden. Voor de aansluiting op een stereo audio systeem heeft Sonus Faber voorzien in twee mogelijkheden. Op de avond dat Rob de subwoofer af komt leveren wordt hij middels de XLR ingang aangesloten op de tweede luidsprekeruitgang van de eindversterker die in mijn systeem het laag verzorgt; de Densen Beat B300. Aan de versterkerzijde gebeurt dit door aansluiting op de beide plus polen en de negatieve pool van het rechterkanaal. De rest van de installatie wordt gevormd door mijn reguliere opstelling zoals deze vermeldt staat onder het kopje gebruikte apparatuur aan het eind van dit artikel.

De subwoofer zelf wordt, om het gevaar van resonanties zo veel mogelijk uit te sluiten, geplaatst op een drie centimeter dikke granieten plaat die ruim een meter schuin achter de rechter Sonus Faber Concerto speaker op mijn laminaat vloer ligt. Op die plek brengt de ene passieve radiator de lucht achter mijn audiokast in trilling terwijl de andere passieve radiator de lucht laat vibreren die zich tussen de subwoofer en de zich op anderhalve meter afstand bevindende kamerdeur bevindt. Hoewel mijn audiomeubel ruim een meter van de wand afstaat - ik haat het om in het kader van een recensie steeds weer zo’n meubel te moeten verschuiven dus laat ik het maar zo staan – is er door alle kabels, stekerblokken, filters en houten Master Wire Tweak blokken geen plek voor een subwoofer. Ik kan dan ook onmogelijk het advies van de fabrikant opvolgen die stelt dat de beste plek voor de sub midden tussen de hoofd speakers ligt. Maar ook wanneer daar wel de ruimte voor zou zijn dan zou ik niet voor die plek kiezen omdat zich daarboven mijn Standesign muurbeugel met Clearaudio draaitafel bevindt en ik ieder risico van beïnvloeding van deze sensitieve bron wil vermijden.

Direct na het aansluiten blijkt dat de Densen eindtrap een dermate hoog uitgangssignaal heeft dat de volumeregeling van de Gravis maar nauwelijks opengedraaid kan worden. Daarmee wordt het fine tunen van de installatie belemmerd en komt de derde wijze waarop de Gravis aangesloten kan worden in beeld; low level RCA vanaf de pre out op mijn Densen naar de RCA line in op de Gravis. Mijn B100 heeft echter maar één pre out en die is in gebruik voor het aansturen van de B300. Rob weet raad. Hij heeft in de winkel vergulde verloop stukjes die het mogelijk maken om het signaal bij de pre out van de B100 te splitsen zodat zowel de B300 als de Gravis tegelijkertijd aangestuurd kunnen worden. Hij belooft ze zo snel mogelijk op te zullen sturen en laat, voordat hij weer afreist in de richting van Beek, voor de signaaloverdracht een fraaie Transparent Music Link Super interlink van twee meter lengte achter.

Gedurende de twee daarop volgende dagen speelt de sub op de achtergrond zodat de Mosfet versterker goed in kan spelen. Kritisch luisteren doe ik niet. Zodra de beloofde zending binnen is kruip ik weer achter mijn USM Haller kast en verander ik de wijze van aansluiten. De Transparent wordt over de Master Wire Tweak blokken geleid en dan begint het proces van het instellen van de sub op de installatie en de kamer. Zoals aanbevolen wordt in de gebruiksaanwijzing start ik met de instelling van het kantelpunt op 52 Hz.

Ik heb al eens iemand horen verzuchten dat hij graag een afstandsbediening zou zien op een subwoofer. Nu pas kan ik echt begrijpen wat hij bedoelt. Nooit eerder heb ik me gerealiseerd hoe vermoeiend het is om een sub goed af te regelen. Niet alleen het volume moet goed ingesteld worden. Ook het kantelpunt behoeft aandacht en bij iedere verandering moet de fase instelling gecontroleerd worden. Mijn lief, die naast mij op de bank zit te lezen, volgt met steeds verder opgetrokken wenkbrauwen mijn heen en weer geloop. Even overweeg ik nog om haar te vragen of zij, als ze dan toch zit te lezen, dat misschien zou willen doen in een stoel naast de sub zodat ze regelmatig een knop om kan zetten dan wel verdraaien. De geamuseerde (spottende?) blik in haar groene kijkers weerhoudt mij echter. Ik loop wel heen en weer. En heen….en weer. En heen….etc. Want het duurt vrij lang voor ik tevreden ben. Het volume staat aanvankelijk vrij ver open en wordt geleidelijk iets teruggedraaid. Dan volgt de kantelpunt instelling. Op een gegeven moment hoor ik de sub niet meer. Tot ik hem uitzet en het effect mis. Nu weet ik; hij staat goed. De plek naast mij is dan al lang leeg.

Sonus Faber Gravis B1

Luisteren

Wanneer de Gravis eenmaal ingesteld is kan de daarop volgende avond het serieuze luisteren een aanvang nemen. En omdat de door mij tijdens het instellen gebruikte cd’s nog onder handbereik liggen begin ik met Rob Wasserman. Zijn “Trios” heb ik lang geleden aangeschaft naar aanleiding van een lovende recensie. Echt enthousiast ben ik over de cd nooit geweest. Waarschijnlijk vooral omdat ik niet zo’n laag fanaat ben. Met ondersteuning van de Gravis wordt de impact echter groter. Uiteraard vooral omdat het laag nu verder doorloopt. Maar ook omdat de toevoeging van een extra fundament er voor zorgt dat er in de hogere regionen iets gebeurt. De stem van Bruce Hornsby lijkt meer body te krijgen en dat zowel in laag, midden als hoog. Met het toenemen van het laag worden midden en hoog daar beter tegen afgezet met als gevolg dat hun kwaliteiten uitvergroot worden.

Wat ik echter belangrijker vind - ik zei het al; ik ben geen bas adept - is de hoeveelheid lucht die door de Gravis toegevoegd wordt. En dat wordt nog duidelijker gedemonstreerd wanneer ik van hetzelfde stapeltje “instel cd’s” een exemplaar van Patricia Barber pak. De ruimte waarin haar “Cafe Blue” opgenomen is lijkt groter en daarmee heeft ook mijn huiskamer aan volume gewonnen. Ik ben benieuwd of die vergrote woonkamer ook doorwerkt in de waarde van mijn huis. Waarschijnlijk niet. “Romanesque” klinkt voller dan ooit en “Inch Worm” raakt me dieper dan anders. Ook Holly Cole vaart wel bij de nieuwe fundering. “River”, één van de betere nummers van haar CD “Dark Dear Heart” heeft nog meer lucht om haar stem dan zonder tussen komst van de Gravis al het geval is. Het laag loopt verder door en ook in die onderste regionen is het strak en droog. Geen sprake van naijlende bas. Nee, snel en aangesloten zodat het laag één geheel vormt.

Ook een sonore mannenstem,in de persoon van Paolo Conte, wint duidelijk aan kracht. En het slagwerk aan het begin van het nummer “ Schiava del politeama” klinkt ruimtelijker dan ooit. En dan heb ik het nog niet over muziek zoals die van St Germain. Dit soortmuziek,met een in ieder nummer wel zeer duidelijk aanwezige beat, profiteert wel in het bijzonder van de inzet van de Gravis B1. De stem van Marlena Shaw krijgt een “lift” en ook de trompet van Pascal Ohse is meer “etched in space “ dan hij zonder de Gravis klinkt. Zit bij deze muziek maar eens stil! En ook het swingende “Sweet Georgia Brown” klinkt opgepoetst met deze sub. Dat het niet allen voor de big band van Harry James geldt bewijst ook de opname van “Miss Sarajevo” op “Songs from the last century” waar lucht en druk toenemen waardoor ook de stem van George Michael en de begeleidende gitaar sterker naar voren komen.

Dat met name live opnames profiteren van de ondersteuning van de Gravis B1 wordt fraai gedemonstreerd wanneer ik één van mijn favoriete lp’s opzet. Een plaat die vrijwel altijd in de nabijheid van mijn draaitafel te vinden is. Voor mij is het concert in Central Park een plaat die boordevol emotie en nostalgie zit. Nu lijkt het of ik met de Sonus Faber Gravis B1 een extra stukje van dat park op die bewuste avond van 19 september 1981 in huis gehaald heb. Alleen daarom al is de aanschaf van deze subwoofer het serieuze overwegen waard. Homeward Bound, April come she will………

De bas van Jacques Schols klinkt heerlijk vol en doortekend in het Duke Ellington nummer “I got it bad and that aint good” Hij begeleidt daarin de saxofonist Ben Webster die deze plaat ongeveer een maand na de 70e verjaardag van Ellington opnam als tribute aan “The Guv’nor”, zoals hij Ellington pleegde te noemen. Door de sterkere nadruk op de baslijn komen nu naast Ben Webster ook de andere solisten, John Engels op drums en Cees Slinger aan de piano, nu sterker over. Ook de bassolo in “Drop me off at Harlem” bewijst dat de Gravis inzet meerwaarde heeft. How low can you go!

Ik heb nog veel meer lp’s gedraaid maar het beschrijven daarvan zou weinig toevoegen aan wat ik hier weergegeven heb. Met name de jazz lp’s uit de oude doos zijn weer herontdekt. Misschien ook mede door het gebruik van een tijdelijk door Edwin van der Kley van Siltech ter beschikking gestelde ST-48 die even mijn StraightWire Encore tussen de Clearaudio Basic phono voorversterker en de Densen B100 verving.

Sonus Faber Gravis B1

Conclusie

In de loop der jaren heb ik meerdere uiteenlopende typen weergevers gehoord. Na veel wikken en wegen heb ik gekozen voor een monitor type. Dat ik daar heel gelukkig en tevreden mee ben blijkt wel uit het feit dat ik mijn huidige speakers al jaren heb. Hoewel ik ook gedurende die laatste jaren een aantal fraaie exemplaren in mijn installatie heb mogen begroeten hebben die mij nooit in de verleiding gebracht om mijn monitors in te ruilen. Met het testen van deze Gravis gebeurt er echter iets anders. Ik behoud de geluidssignatuur met het typische, door mij zo gewaardeerde, karakter van de Sonus Faber Concerto speaker. Maar daar wordt nog iets aan toegevoegd. Een ver doorlopend, strak, goed gedefinieerd laag maar bovenal; lucht en volume die de sterke kanten van mijn eigen speakers alleen nog maar verder benadrukken. Of dit ook in Uw huiskamer het geval zal zijn? Doordat deze subwoofer op zeer nauwkeurige wijze aan de installatie en de kamerakoestiek aangepast kan worden is die kans zo groot dat wanneer onverhoopt mocht blijken dat het niet lukt ik geneigd ben U te adviseren om dan maar te kiezen voor een andere woonkamer. Hoe deze Gravis presteert in een home cinema opstelling? Ik zal het waarschijnlijk zelf nooit ervaren maar naast de reeds genoemde kwaliteiten is er voldoende kracht in het laag. Bovendien heeft hij een EISA award ontvangen juist voor dit specifieke gebruik. De vraag hoe hij zich verhoudt tot andere subwoofers – in zijn prijsklasse zijn er zeker enkele gerenommeerde concurrenten - kan ik niet beantwoorden omdat ik ze alleen ken als onderdeel van andere systemen dan het mijne. Maar dat deze Gravis een prachtige aanwinst kan vormen voor een met zorg samengesteld stereo systeem weet deze audiofiel, die tot voor kort alle subwoofers met wantrouwen bejegende, inmiddels voor de volle honderd procent zeker. Nu de pecunia nog.

Gebruikte apparatuur:
CEC TL 5100 belt drive cd transport
North Star model 3 24/96 DAC
North Star model 4 24/96 upsampler / anti jitter device
Clearaudio Champion Limited Edition draaitafel met Rega RB300 arm en Clearaudio Sixstream interconnect
Clearaudio Victory H MC element
Clearaudio Basic phono voorversterker in MC stand
Densen Beat B100 geintegreerde versterker
Densen Beat B300 eindversterker
Sonus Faber Concerto luidsprekers
Sonus Faber fixed stands
Sonus Faber Gravis subwoofer serienummer 461
Interlinks: Siltech G3: ST18, ST48, SQ80, StraightWire Encore, Transparent Musiclink Super
Digitale interlink: Oehlbach, Audioprism
Gebalanceerde digitale interlink: Gotham GAC-2
Speakerkabel: Straightwire Encore
Accessoires: USM Haller audiorack, Standesign muurbeugel, Harmonix tuning feet, rubber dempers, Audioprism Blacklight, Purist audio design system enhancer, Artspeak De Mat, Ortho Spectrum AV Harmonizer HM8, granieten platen, Master Wire Tweak, Gryphon Exorcist, AH! AC noise killer, Audio Agile Clear 2 lichtnetfilters, Schaffner filter, Lapp netkabels, van Medevoort polechecker, aparte audiostroomgroep

Gebruikte CD’s 
Rob Wasserman. Trios. GRP Records. 1994. GRM 40222 
Patricia Barber. Cafe Blue. EMI. 1999. 724352181025 
Holly Cole. Dark Dear Heart. Blue Note. 1997. 724385736520 
Paolo Conte. 900. CGD. 1992. 4509-91033-2 
St Germain. Tourist. 2000. 7243 5 26201 2 8 
Harry James. Comin’ from a good place. 1989. Sheffield Lab. 10006-2-M 
George Michael. Songs from the last century. 1999. Virgin. 7243 8 48740 2 5

Gebruikte LP’s
Simon and Garfunkel. The concert in Central Park. 1981.Geffen Records. GEF 88575
Ben Webster. For the Guv’nor. 1969. Imperial. 5C054.24049