Review: TAD Micro Evolution One


Ruud Jonker | 04 december 2017 | Fotografie Fabrikant | TAD

Afgelopen week publiceerden we een verslag van een gesprek tussen een aantal betrokkenen bij de introductie van de TAD Micro Evolution One. Deze monitor is iets kleiner dan de eerder besproken CE1. Wellicht dat er in de toekomst nog een Compact Micro Evolution komt. De ontwikkeling bij dit Japanse bedrijf gaat van groot naar klein. Inmiddels staat deze nieuwe luidspreker al enige tijd in de luisterruimte.

Een telefoontje, een snelle afspraak en binnen dertig minuten werden de beide TAD Micro Evolution One luidsprekers de luisterruimte binnengedragen. Het had meer het karakter van een overval, maar dan wel een erg gewenste. De al gemonteerde luidsprekerstand weegt 16 kilo, de monitor zelf nog eens 20. Geen klus voor één persoon. Daarnaast werd de elektronica aangesleept uit het centrale magazijn dat tien kilometer van de luisterruimte verwijderd is. Het zal duidelijk zijn dat alle factoren optimaal moeten zijn om deze nieuwe TAD’s tot leven te brengen.

In eerste instantie wekt de afmeting van de Micro Evolution One enige argwaan. 25 x 41 x 40 cm begint in de buurt te komen van de wat forsere computer-luidsprekers. Is straks de conclusie dat deze monitoren vooral geschikt zijn om in de boekenkast te staan en snel naar wat bestandjes te luisteren die gestreamd worden vanaf allerlei portable devices in en om huis?

TAD Micro Evolution One

De belastbaarheid van de luidsprekers is rond de 150 Watt. Nou zijn die belastbaarheidscijfers nietszeggend en worden dan ook volledig genegeerd in de luisterruimte, maar je zou denken dat je de volumeregeling enigszins terughoudend moet gebruiken tijdens de inzet van versterkers die hier doorgaans wat hogere vermogens kunnen ontwikkelen. Zoals met alle luidsprekers is de plaatsing van groot belang. Alleen iemand die helemaal niets heeft begrepen van hifi zet luidsprekers tegen de muur en mini-monitoren op een boekenplank. Beetje vergelijkbaar met planten uit de zon zetten. De fraaie en degelijke floorstands voor de Micro Evolution One suggereren duidelijk een vrije opstelling in de luisterruimte.

Deze TAD is een drieweg-monitor. De midrange en het hoog worden verzorgd door de bekende coaxiale driver. Het diafragma van de tweeter is van beryllium. TAD gaf aan dat de Micro Evolution One enige vertraging opliep. De CST-driver voldeed niet aan de verwachtingen en er is extra tijd geïnvesteerd in de doorontwikkeling daarvan. Het drieweg-concept voor kleinere monitoren is niet heel gangbaar. De meeste mini’s zijn tweewegsystemen. Geen probleem in een kleinere ruimte en als de sound pressure levels geen oorlogssterkte moeten bereiken. Maar, veel mini’s gaan natuurlijk snel in de compressie en vervorming als het even extra moet.

Opstelling

Voor elk high-end systeem geldt dat de externe voorwaarden rondom luidsprekers optimaal moeten zijn. Dat betekent een goede akoestiek, de juiste plaatsing van de luidsprekers en een aansturing die volledig matcht met de betreffende weergevers. Bij die plaatsing hoort ook de luisterpositie. Wie een bank pal tegen de muur zet, vraagt om moeilijkheden. Niet alleen de luidsprekers, maar ook de bank of stoel op de luisterpositie moet vrij staan. Vervolgens zijn er nog een heleboel geheimen met betrekking tot die match en plaatsing. Dat komt de retailer doen waar u deze TAD’s gaat kopen. Er is maar een handjevol personen in ons land die dat optimaal kan. Dus het is niet heel verstandig om zelf te gaan knutselen.

De aanschaf van deze TAD’s met bijbehorende elektronica vergt een redelijke investering. Dan wil je ook binnen pakweg drie uurtjes een supergeluid hebben. Vijf jaar experimenteren totdat het een beetje klinkt is de hobby van audiofielen. Daar is overigens niets mis mee en het is een leerzame en inspirerende bezigheid. Het is gewoon een keuze. Toch klinkt het soms een beetje als een nieuwe auto kopen en dan vier jaar sleutelen, voordat het ding enigszins fatsoenlijk rijdt. Maar wie belangstelling heeft voor systemen rondom zo’n TAD wil doorgaans vooral naar muziek luisteren. In zekere zin is de Micro Evolution One een plug & play luidspreker. Schaalt in kwaliteit op met de ingezette versterkers, maar is zeker niet hyperkritisch naar de elektronica toe. Aan de andere kant hoor je exact wat er allemaal op aangesloten is.

Eerder werd gesproken met de beide retailers die deze TAD’s in hun winkels hebben staan. Opmerkelijk in de discussie was dat naar voren kwam dat musici, geluidstechnici en allerlei volk dat nog nooit van high-end heeft gehoord, ogenblikkelijk de kwaliteiten van deze weergever herkennen. Kennelijk zit er toch iets in onze genen waardoor we zo realistisch mogelijk geluid herkennen. Sommige audiofielen en high-end freaks zijn dit vermogen  onderweg ergens kwijtgeraakt. Geconditioneerd en murw gebeukt door vele jaren blootstelling aan marketing en meningen. 

Waarom is deze Micro Evolution zo bijzonder? Wel, het is absoluut een exponent van de ontwikkeling die luidsprekers de afgelopen tien jaar hebben doorgemaakt. Hadden veel luidsprekers vroeger een onacceptabele kleuring, de nieuwe ontwikkelingen sloegen vaak door naar de andere kant van de schaal. Clean, koel, kil en onbetrokken zijn vervormingen die aan de andere kant van die schaal optreden. Net zo problematisch als te warm, zompigheid, een gebrek aan dynamiek en ongedefinieerd laag. Merken die in het kader van de nieuwe ontwikkelingen eerder doorsloegen naar de kille kant, hebben inmiddels aangetoond dat het ook mogelijk is om een neutraal klinkende luidspreker te bouwen en hebben hun leven gebeterd. Vergelijk maar even de oude Magico Q7 met de nieuwe M3. Dat zijn verschillende werelden.

Overigens heeft TAD nooit de fase gekend van te koel en te kil. Een TAD klinkt erg neutraal, maar ook muzikaal. Neutraliteit is in zekere zin te herkennen, maar muzikaliteit is een extreem lastig begrip. De importeur gaf als kwalificatie mee dat de TAD’s neutraal en muzikaal klinken. Voor velen betekent ‘muzikaal’ dat ze meegesleept worden met de muziek. Maar, dat kan nooit een audiofiele beschrijving zijn van het begrip ‘muzikaliteit’. Het begrip hoort eigenlijk helemaal niet thuis in de audio. Het hoort thuis binnen het kennisdomein van de muziek. Als definitie is te vinden ‘de klank van hemelse muziek horen’. Audiofielen geven vaak aan dat die muzikaliteit bestaat uit een bepaald gewenst klankbeeld. Veel audiofielen luisteren naar (voorkeurs)klankbeelden en niet naar muziek. Zo kan een te warm en muf klankbeeld iemand emotioneel raken. Dat is eigenlijk een vorm van ‘distortion induced emotion’. Die vorm van luisteren is erg dominant onder audiofielen, muziekliefhebbers en kids met hoofdtelefoons die daarmee extreem afwijken van een lineaire en ongekleurde weergave. Maar, je favoriete song op een streamertje, dat aangesloten is op twee gillende en van de vervorming bolstaande plastic WiFi-luidsprekertjes, kan je ook tot op het diepst raken.

Of je geraakt wordt door muziek is onafhankelijk van geluidskwaliteit. Het is wetenschappelijk methodisch gezien natuurlijk niet correct om een verklaring te gaan zoeken voor een verschijnsel dat nauwelijks kan worden omschreven. Kan het niet gewoon zijn dat muzikaliteit synoniem is met hoe muziek in werkelijkheid klinkt? Dat komt overeen met de definitie. Je hoort immers de klank van de (hemelse) muziek en dus niet van het stereo-systeem. Veel hifi-systemen raken niet echt de realiteit van opname-situaties, stemmen en instrumenten. Fabrikanten bouwen moedwillig een klanksignatuur in luidsprekers, kabels en versterkers omwille van de kick in de showroom. Maar, als je nou een luidspreker bouwt die dat allemaal niet heeft. Die een lineair frequentiebereik heeft, een goed tijd- en fasegedrag, de juiste dispersie, neutraliteit, volledige transparantie, een perfect ontworpen filter en driver-materialen die buiten het bereik van materiaal-resonanties opereren. Een gangbare opvatting onder luidsprekerdeskundigen is dat het conusmateriaal weinig invloed heeft op de klank, zolang een driver geen hoorbare resonanties produceert. Je krijgt dan een luidspreker die niet op zo’n onnatuurlijke manier staat te ‘knallen’ en bol staat van vervormingen en dynamische compressie. Ervaren luisteraars interpreteren die ‘ideale’ luidspreker dan als zijnde muzikaal, maar dan in de betekenis van dat het systeem dicht(er) bij de werkelijkheid komt. Beroepsmusici, van de straat getrokken schoonmoeders, kids en de buurvrouw hebben doorgaans weinig affiniteit met ‘hi-fi’. Maar, als je die confronteert met een luidspreker als de TAD, dan herkennen ze ogenblikkelijk de relatie met natuurlijk geluid. Ze horen meestal ook ogenblikkelijk waarom jouw ‘audiofiele systeem’ voor geen meter deugt. Je vriendinnetje zegt dat misschien niet, maar laat jou lekker doormodderen in die frustrerende hobby. Waarschijnlijk denkt ze dat zolang je verstrikt zit in kabels, tuning devices, wave-bestanden en lava-lampen, je niet vreemd kunt gaan. Zij luistert volledig ongeconditioneerd naar muziek en herkent vanuit onze genetische aanleg de natuurlijke kwaliteiten of het gebrek daaraan. Wie een vriendin meeneemt naar de hifi-retailer, komt met de goede luidsprekers thuis. Ze zijn helaas alleen kleiner.

Muziek

Voor een betrekkelijk korte tijd is de luisterruimte even omgebouwd tot ‘a nerd’s paradise’. Dat heeft niet alleen te maken met de TAD’s, maar met de in het kader van reviews en andere activiteiten aanwezige hoeveelheid digitale apparatuur. De moderne audiofiel of muziekliefhebber is dan ook vooral een systeembeheerder geworden. Het gaat om routers, drivers, protocollen, apps, gigabyte-netwerken, CAT7-bekabeling, I2S en het op regelmatige basis upgraden van al dat spul. Zeg maar alles dat vroeger volstrekt overbodig was om heel goed geluid te krijgen en wellicht nog steeds. In de luisterruimte draaide ook een tape. Een eerste generatie master van de KRO van een concert met Jean Pierre Rampal. Dan weet je meteen dat digitaal erg goed is, maar het nog lang niet haalt bij zo’n analoge master van pakweg 35 jaar terug.

Wie in staat is om in een winkel twee luidsprekers te kopen met een versterker die echt matcht, kan zo’n set thuis gewoon achteloos neerzetten. Het resultaat moet dan meteen goed zijn. Gewoon zonder tuning, accessoires of wat dan ook. Als het dan niet werkt, heeft het geen zin om verder te gaan. Maar, als het goed is, kan het prestatieniveau vaak nog in heel beperkte mate verbeterd worden. De Micro Evolution’s speelden meteen goed, met de van te voren ingeschatte en aangevoerde versterking. Vervolgens werd het prestatieniveau nog licht verbeterd door de plaatsing iets aan te passen. 

Wat als eerste opvalt aan de TAD’s is het voor een mini-monitor fenomenale bereik van het laag. Het woord ‘opvallen’ is een understatement van de eerste graad, want wat deze TAD hier doet is niet minder dan spectaculair. Toegegeven, de reputatie van deze weergevers was al vooruitgesneld. Daarom werd Olivier Latry’s fabelachtige interpretatie van Listz’s Der heilige Franziskus, gespeeld op het Rieger orgel in de La Philharmonie de Paris, schaamteloos in de cd-lade geplaatst en losgelaten op de Micro Evolutions. Deze opname is voor de meeste luidsprekers ‘too much’. Normaal gesproken draait deze cd in een andere luisterruimte op een daar af en toe opgebouwd wat groter systeem, dat frequenties tussen 16-30 Hz reproduceert met een geluidsdruk van minimaal 115 dB. Een RTA-meting over deze cd laat zien dat er tonen in voorkomen tussen de 18 en 25 Hz. De TAD, die ogenschijnlijk veel te klein is voor de grote luisterruimte, blaast die tonen er daadwerkelijk uit met een fenomenale power en controle. Echt niet op -6 dB, maar in volledige balans met de rest van het spectrum.

Verrassend genoeg zijn die lage frequenties zelfs fysiek voelbaar. Het lijkt simpelweg of er een vloerstaand systeem speelt van fikse afmetingen. De kwaliteit, lineariteit en naadloze integratie van het laag met de andere frequentiegebieden is buiten discussie. De TAD functioneert sowieso als één geheel. Het is daarin een soort ‘single point of truth’. Hoewel de TAD een redelijk gecompliceerde bass-reflex architectuur heeft, is daar in de weergave niets van te merken. Bij de meeste luidsprekers staat dat reflex-systeem hoorbaar voor zichzelf te spelen, op een ander volume en los van de rest van het systeem. Om maar te zwijgen over de vaak hoorbare ‘one note bass’. De TAD kenmerkt zich vervolgens vanwege de energie die uniform is over het hele frequentiebereik. Bij elke frequentie kan de Micro Evolution enorme dynamische uitslagen maken. Het zal dan ook niet gauw gebeuren dat deze luidsprekers in de compressie gaan als de geluidssterkte toeneemt. Veel monitoren zijn gewoon tweeweg-systemen en allesbehalve gebouwd met professionele drivers. Tachtig procent van de monitoren en kleinere vloerstaanders gaat al snel in de compressie. Een drieweg-concept, zoals bij deze TAD, voor een kleine monitor is uniek en als er professioneel ontwikkelde drivers toegepast worden, dan sluit dat compressie nagenoeg buiten. 

Umfeld

Een bijzondere eigenschap van de Micro Evolution is wat hier maar even de weergave van het umfeld wordt genoemd. Dat werd direct tijdens de eerste seconden dat de TAD speelde duidelijk. De term umfeld staat voor omgeving en context. Het is de gewaarwording dat er naast de instrumenten en stemmen nog andere geluiden zijn die de sfeer of het geheel van de opname bepalen. Wie in een kerk is, waar stilte heerst, zal toch een gewaarwording hebben van een vorm van geluid op de achtergrond. Of dat nou ontstaat door de beweging van luchtstromen of anderzijds, blijft hier in het midden. Maar dezelfde ervaring is vaak op een studiovloer. Je hoort akoestiek en elk instrument lijkt een soort geluid te hebben zonder te spelen. Die ervaring vertaalt de Micro Evolution op onmiskenbare manier naar de luisteraar toe. Er is haast geen andere luidspreker die dat zo fraai doet. De vraag is hoe dat komt. Het is niet alleen een kwestie van detaillering. De TAD heeft een onwaarschijnlijk fraaie en in balans zijnde detaillering, maar dat geldt voor meerdere luidsprekers. Het heeft ook niet te maken met hyper-detaillering die ontstaat door de tweeter +2 dB te geven of door een niet correcte match, als gevolg van een kabel die daardoor het hoog optrekt en de schijn van detaillering wekt. Waarschijnlijk heeft het te maken met de energie die de TAD bij elke frequentie kan leveren. Die ontstaat weer omdat de dynamische eigenschappen over het hele frequentiebereik identiek zijn. Elk geluid wordt dus met een bepaalde ‘kracht’ gepresenteerd, dus ook die hele kleine en subtiele geluidjes die de ervaring van het umfeld veroorzaken. Technisch gezien betekent het dat een driver het meest minieme stroompje al omzet in geluid, waar ‘run of the mill’ luidsprekerunits eerst een fikse stroomstoot moeten krijgen om per definitie in beweging te komen.

Vanuit de professionele optiek gezien is de Micro Evolution een ideale studio-monitor. Je hoort er echt alles op en ook nog met de juiste balans, lineariteit, klank en dynamics. De TAD is daarbij zo goed als full range. Vooral belangrijk is dat deze weergever een directe connectie maakt met wat zich voor de microfoons afspeelt. Deze monitor is zo goed als transparant en dus volledig virtueel afwezig, als een ding dat mede de klank of andere eigenschappen van de muziek beïnvloed.

Als recensent past enige bescheidenheid bij het beoordelen van systemen. Veel winkeliers en importeurs hebben natuurlijk een oneindig langere ervaring met bepaalde producten. Een recensent heeft vaak wat korter de beschikking over apparatuur, dus uitspraken kunnen veel minder een absoluut karakter hebben.  De importeur meldde dat er soms best een discussie is met klanten tijdens het beluisteren van bepaalde systemen en luidsprekers.  Logisch, want klanten hebben sowieso nog minder ervaring met veel verschillende systemen dan winkeliers, importeurs en recensenten. Met TAD is er geen discussie. Zelfs muziekliefhebbers, die dus in zekere mate zero positief zijn voor de eerdergenoemde conditionering, herkennen vrijwel direct het kwaliteitsniveau van TAD. Edoch, wie moeite heeft met deze TAD kan de oorzaak niet buiten zichzelf leggen. Je moet dan, al of niet onder therapie, je eigen vooroordelen en verwrongen denkbeelden over live-geluid, diep introspectief benaderen. Dat is confronterend, maar de eerste stap op weg naar een beter begrip over natuurlijk geluid en wat weergave-systemen daarmee doen. Vanuit de primitieve hoedanigheid van het deel van de internetforum-audiofielen die niet-onderbouwde meningen ventileren, maak je dan een groei door naar een hoger stadium van universele muziekminnende menselijkheid. Dat duurt vaak erg lang, maar je kunt de pas afsnijden door gewoon die TAD’s te kopen.

Conclusie

De beste luidspreker bestaat niet, maar er is een handjevol luidsprekers dat momenteel tot het beste in de wereld gerekend mag worden. Wie een klein formaat weergever zoekt, alle soorten en vormen van muziek nagenoeg full range wil beluisteren en een enorm realisme en transparantie waardeert, heeft hier de ideale weergever. Deze TAD is zelfs in staat om grotere ruimten met een enorme power en drive te kunnen bespelen. De TAD Micro Evolution One staat dan ook op de shortlist van beste luidsprekers die hier ooit in en om de luisterruimte hebben gespeeld. In tegenstelling tot veel van die super-luidsprekers is deze nieuwe TAD relatief betaalbaar. Samen met een passende versterker en een goede bron, hoef je niet méér dan 50k aan zo’n hele set te besteden. Je luistert dan naar een van de beste monitoren uit het tweede decennium van onze eeuw.

TAD Micro Evolution One
Adviesprijs: €12.900,-
Audiofile, www.audiofile.nl
Rhapsody, www.rhapsody.nl